Page 145 of 166

Zekeringen in de motorruimte ZekeringenkastMaak het deksel los om de zekerin- genkast (naast de accu) in de motor-ruimte te openen. Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig.Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uwauto is reeds rekeninggehouden met de monta-ge van extra uitrusting
zowel af fabriek als naderhand.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servi- cepunt alvorens u andere elek-trische voorzieningen of acces-soires in uw auto installeert of laatinstalleren. Sommige elektrische accessoires of de wijze waarop die zijn gemon-teerd kunnen nadelige invloed heb-ben op de werking van uw auto, bij-voorbeeld op de elektronischebedieningssystemen, op het audio-systeem of op het laadcircuit. PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit hetverhelpen van storingen veroor-zaakt door de installatie van extraaccessoires die niet door PEUGEOT aanbevolen en gele-verd worden of door voorzieningendie niet volgens de voorschriftenvan PEUGEOT zijn geïnstalleerd.Dit geldt met name voor appara-tuur met een stroomverbruik vanmeer dan 10 milliampère. *De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elek-
trische installatie. Werkzaamhe-den aan de hoofdzekeringendienen door een specialist uitge-voerd te worden.
Zekering Ampèrage Functies
1* 10 A Achteruitrijlichten, dubbelrelais injectie,
motorolietemperatuur, motorolieniveau,
aircocompressor.
2* 15 A Brandstofpomp, elektroklep absorptievat.
3* 10 AElektronische eenheid.
4* 10 A Elektronische eenheid motor en automatische
transmissie.
5 10 A Elektronische eenheid roetfiltersysteem, relais
ruitenwissers achter.
6 15 A Mistlampen voor.
7 20 AKoplampsproeiers.
8* 20 A Elektronische eenheid direct ingespoten
benzinemotor, koppelingspedaal
9* 15 A Dimlichten links.
10* 15 A Dimlichten rechts.
ONDERHOUD VAN UW 406
46
Page 146 of 166
Zekering AmpèrageFuncties
11* 10AGrootlicht links.
12* 10 A Grootlicht rechts.
13* 15 AClaxon.
14 10 ARuitensproeiers voor en achter.
15* 30A Bobine, ruitenwissers, lambdasonde, oliedruk, injectiesysteem.
16* 30 A Luchtpomp, motorolietemperatuur, motorolieniveau, werking remlichten, dynamo, sensor
water in brandstof, bediening relais injectie.
17* 30 A Elektrische verstelbare passagiersstoel.
18 40 A Aanjager airconditioning, startmotor, lage snelheid ruitenwissers voor.
ONDERHOUD VAN UW 406
47
Page 147 of 166
Zekering AmpèrageFuncties
1 shuntCentraal airbagsysteem.
25 ASchakelaar ventilatie.
3 10 A Instrumentenpaneel.
45 ASignaal + na contact voor intelligente servicecentrale.
5– Niet gebruikt.
6 10 ASchakelaars stuurkolom.
7 15 A Sirene alarminstallatie.
8 10 A Navigatiesysteem.
95 ASignaal + accu voor intelligente servicecentrale.
10 15A Autoradio.
11 10 ADerde remlicht.
12 10 A Remlicht rechts.
13 20 ARuitbediening aan bestuurderszijde.
14 30 AVoeding ruitbediening achter.
15 –+ accu stekkerdoos trekhaak.
16 20 AGeheugen stoelverstelling.
17 20 A Elektrisch verstelbare stoel aan passagierszijde.
18 10 A Verlichting aansteker, display, verlichting schakelaars en asbak, schakelstandindicatie
(automatische transmissie).
Zekeringenkast dashboard
ONDERHOUD VAN UW 406
44
Page 148 of 166
Zekering AmpèrageFuncties
19 10 AMistachterlicht.
20 10 AParkeerlicht rechts achter en links voor.
21 10 AParkeerlicht links achter en rechts voor.
22 10 A Verlichting dashboardkastje, kaartleeslampje, make-upspiegel, plafonniers voor en achter,
verlichting schakelaarpaneel ruitbediening, automatische binnenspiegel.
23 20 A Aansteker.
24 –Niet gebruikt.
25 20 AAutoradio.
26 –Niet gebruikt.
27 5 ARelais ruitbediening achter.
28 15 AStoelverwarming.
R5 AReservezekering.
R2 10 A Reservezekering.
R3 30 AReservezekering.
R4 20 AReservezekering.
R5 15 A Reservezekering.
ONDERHOUD VAN UW 406
45
Page 149 of 166

ACCU Laden met behulp van een acculader:
- maak de accupoolklemmen los,
- volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader,
- sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (–) kabel,
- controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijnmet een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
- sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
- sluit de groene of zwarte kabel op de (–) pool van de hulpaccu aan,
- sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel op een zo ver mogelijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto aan.
Stel de startmotor in werking en start de motor.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
- Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
- Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
- Sluit het schuifdak voordat de accupoolklemmen worden losge- maakt. Als het schuifdak na het weer aansluiten niet goed werkt, dient deze als volgt te worden gereset: draai de knop in de standmaximaal gekanteld en druk hem lang in.
- Zet, elke keer nadat de accukabels weer zijn aangesloten, het contact AAN en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische sys-
temen geïnitialiseerd kunnen worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-service-punt als er zich na deze handeling toch nog problemen voordoen.
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan een maand buiten gebruik is.
Spaarstand Als de motor is afgezet en de sleutel gedurende ongeveer een half uur inde stand “contact aan” of “acces-soires” staat, worden een aantalelektrische voorzieningen (displays,instrumentenpaneel, verklikker-lampjes, plafonniers, ruitbediening,ruitenwissers……) automatisch uit-geschakeld om te voorkomen dat deaccu leegraakt. Als de elektrische voorzieningen in de spaarstand staan, dient de motorte worden gestart alvorens dezeopnieuw gebruikt kunnen worden.
ONDERHOUD VAN UW 406
48
Page 150 of 166

INBOUWEN VAN LUIDSPREKERS
Er is ruimte voor het inbouwen van:
- luidsprekers met een diameter van165 mm in de voorportieren,
- en tweeters met een diameter van 55 mm in het dashboard,
- speciale elliptische luidsprekers achter in de sedan,
- luidsprekers met een diameter van 100 mm achter in de break.
Raadpleeg hiervoor uw PEUGEOT- servicepunt. Aansluiten van de stekkers A1
: Vrij.
A2 : Niet gebruiken.
A3 : Niet gebruiken.
A4 : Niet gebruiken.
A5 : Vrij.
A6 :(+) Accessoires.
A7 :(+) Permanent.
A8 : Massa. B1 : (+)
Luidspreker rechts achter.
B2 : (-) Luidspreker rechts achter.
B3 : (+) Luidspreker rechts voor en
tweeter.
B4 : (-) Luidspreker rechts voor en
tweeter.
B5 : (+) Luidspreker links voor en
tweeter.
B6 : (-) Luidspreker links voor en
tweeter.
B7 : (+) Luidspreker links achter.
B8 : (-) Luidspreker links achter.
ONDERHOUD VAN UW 406
49
AUTORADIO MONTEREN Uw auto is af fabriek voorzien van:
- dakantenne,
- coaxiale antennekabel,
- basisontstoring,
- bedrading voor luidsprekers vóór,
- bedrading voor luidsprekers achter
en tweeters,
- 2 stekkers (8-polig).
Page 151 of 166
Bijzonderheden automatische transmissie Bij het slepen van de auto, zonder takelen, moet aan de volgende voor-waarden voldaan worden:
- selectiehendel in stand N,
- rijd met een snelheid van maxi- maal 50 km/h en sleep de auto over een afstand van hoogstens 50 km,
- voeg geen extra vloeistof toe aan de automatische transmissie.
ONDERHOUD VAN UW 406
50
SLEPEN VAN UW AUTO Zonder takelen (4 wielen op de grond) Gebruik hiervoor altijd een sleepstang.Het sleepoog is in het reservewiel opgeborgen. Aan de voorzijde:Licht het klepje op met behulp van het vlakke gedeelte van het sleepoog.Draai het sleepoog vast tot het stuit.Aan de achterzijde:
Duw de klep met de hand, vanaf de binnenzijde van de bumper, open.Draai het sleepoog vast tot het stuit. Getakeld (2 wielen op de grond)
Het takelen van de wagen bij de wielen geniet de voorkeur.
Gebruik nooit de traverse van de radiateur.
Page 152 of 166

TREKKEN VAN EEN AANHANGER Gebruik uitsluitend een door
PEUGEOT goedgekeurde trekhaak. Laat een trekhaak alleen door een
PEUGEOT-servicepunt monteren. Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen enbagage, maar is tevens geschikt
voor het trekken van een aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van deauto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder. Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor afals men op grotere hoogte boven de
zeespiegel komt. Trek boven de1000 m 10% van het maximum aan-hangergewicht af en herhaal dit voorelke volgende 1000 m. Adviezen Gewichtsverdeling: verdeel het
gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig en houd u aan de toege-stane kogeldruk. Koeling:
het trekken van een aan-
hanger op een helling veroorzaakteen hogere koelvloeistoftempera-
tuur. De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van hetmotortoerental. Gebruik daarom een zo hoog moge- lijke versnelling om het toerental tebeperken en verminder uw snelheid. Het maximum aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercenta-ge en de temperatuur van de buiten-lucht. Bij auto's uitgerust met een direct
ingespoten benzinemotor, kan deventilator gedurende ongeveer
6 minuten gaan werken na het trek-ken van een aanhanger of na eenlange rit met hoge snelheid. Let in elk geval goed op de aanwij- zing van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter. Als het verklikkerlampje van de koelvloeistoftemperatuur gaat bran-den, stop dan zo snel mogelijk en zetde motor af. Banden:
controleer de bandenspan-
ning van de auto en de aanhangeren breng deze indien nodig op dejuiste waarde. Remmen: het trekken van een aan-
hanger vergroot de remweg.
Verlichting: controleer de verlichting
van de aanhanger.Zijwind: houd er rekening mee dat
de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
ONDERHOUD VAN UW 406
51