Page 113 of 166

Automatische binnenspiegel De binnenspiegel verstelt geleidelijk en automatisch van de dag- in de nachts-
tand. Om verblinding te voorkomen, wordt de spiegel automatisch donker, afhan-kelijk van de hoeveelheid licht die vanaf de achterzijde van de auto op de spie-gel valt. Zodra de hoeveelheid licht (bijvoorbeeld zonneschijn, verlichting vanachteropkomend verkeer) vermindert, wordt het spiegelbeeld weer helder vooreen optimaal zicht.
Werking Zet het contact aan en druk op schakelaar 1:
– Verklikkerlampje 2aan (schakelaar ingedrukt): automatische werking.
– Verklikkerlampje 2uit: automatische werking uitgeschakeld. De spiegel blijft in
de dagstand staan.
BijzonderhedenZodra de achteruit wordt ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
UW 406 IN DETAIL
143
Vensters voor tol-/ parkeerkaarten De a-thermische voorruit bevat twee niet-reflecterende gedeeltes aanweerskanten van de binnenspiegel.Hier kunnen de tol- en/of parkeer-kaarten worden bevestigd.
Binnenspiegel De binnenspiegel kent 2 standen:
– dagstand (normaal),
– nachtstand (antiverblinding). De spiegel kan in de dag- en nachts- tand gezet worden met behulp vanhet hendeltje aan de onderzijde.
Page 114 of 166

CLAXON Druk op een van de spaken of in het midden van hetstuurwiel.
Koplampen verstellen Afhankelijk van de belading van de auto wordt aanbevolen de koplam-pen te verstellen.0- 1 of 2 personen voorin.
–- 3 personen.
1- 5 personen.
2- 5 personen + maximaal toe-gestane belading.
3- Bestuurder + maximaal toege-stane belading.
Stand 0: basisinstelling. Alarmknipperlichten Druk de knop in, de richtingaanwij- zers knipperen tegelijkertijd. De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
Stuurwielverstelling Zorg dat de auto stil staat en ont- grendel het stuurwiel door aan hen-del
Ate trekken.
Stel het stuurwiel in de gewenstestand en druk dan hendel Agoed
vast.
UW 406 IN DETAIL
144
Automatische ontsteking van de alarmknipperlichten* Bij een noodstop schakelen de alarmknipperlichten, afhankelijk vande remvertraging die optreedt, auto-matisch in. De alarmknipperlichtenblijven knipperen totdat er opnieuwgas wordt gegeven. U kunt de
alarmknipperlichten echter ook uit-schakelen door de knop in te druk-ken.
* Volgens land van bestemming.
Page 115 of 166
Make-upspiegel met verlichting Als het contact aan is, gaat de ver- lichting van de make-upspiegel bran-den zodra het afdekklepje geopendwordt.PLAFONNIERSUit. De verlichting gaat aan zodra één van de portieren geopend wordt. Permanente verlichting als de sleutel in de stand accessoires staat of als het contact aan is.
1 - Plafonnier vóór
2 - Plafonnier achter
3 - Kaartleeslampjes vóór Zet het contact aan of in de stand accessoires en druk op de desbetreffen-
de schakelaar.
UW 406 IN DETAIL
145
Page 116 of 166
5. Asbak achter
Legen: krachtig naar u toe trekken.
Terugplaatsen: breng de asbak op zijn plaats in de console.
MIDDENCONSOLEOpbergvak in hoedenplank Er is een ruimte voorzien voor het opbergen van een EHBO-doos. In geval van een botsing is het slot van het deksel bestand tegen eengewicht van 4 kg.
Zonwering achterruit
Trek aan de lip in het midden om de zonwering omhoog te brengen enbreng de haken aan bij
A.
2. Aansteker
Druk de aansteker in en wacht enkele ogenblikken tot de aansteker uit zichzelf terugspringt.
1. Asbak vóór
Druk op het deksel om de asbak te openen. Legen: openen en het deksel naar voren duwen.
3. Muntenvak
4. Bekerhouder UW 406 IN DETAIL
146
Page 117 of 166
Afdekhoes (break)
Trek met 2 handen aan de hoes en bevestig de hoes in de haakjes A.
Geleid de hoes bij het oprollen. OpbergvakkenAchter de zijpanelen in de bagage- ruimte bevinden zich aan beide zij-den opbergvakken.
Trek de handgreep naar u toe en trek het paneel omhoog om het opberg-vak te openen.
Hoedenplank
Verwijderen:
draai de knop B, licht het achterste gedeelte op en til de hoeden-
plank uit de houders.Plaatsen: steek de voorzijde van de hoedenplank in de houders Cen klap de
achterzijde neer.
VerlichtingDe verlichting van de bagageruimte gaat branden zodra de achterklep wordt geopend. Bagagenet Hiermee kunt u uw bagage vastzetten. UW 406 IN DETAIL
147
Page 118 of 166

RIJDEN MET UW 406
148
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE De automatische transmissie met vier versnellingen heeft een volledig auto-
matische bediening , aangevuld met een programma sport(schakelaar A) en
een programma sneeuw (schakelaar B).
Schakelpatroon
– Kies de gewenste stand door de selectiehendel in het schakelpatroon te verplaatsen. Zodra een schakelstand is geselecteerd, gaat het bijbehorende verklikkerlampje in het instrumentenpaneel branden.
P ark (Parkeerstand): om de auto te parkerenen de motor te starten, met of
zonder gebruik van de handrem. R everse (Achteruitversnelling): om achteruitte rijden (schakel deze stand alleen
in als de auto stilstaat en de motor stationair draait)N eutral (Neutraalstand): om de motor te startenen de auto te parkeren, met
gebruik van de handrem.D rive (Rijstand): om automatisch te schakelen tijdens het rijden (automatisch
schakelen van de vier versnellingen).3 : voor stadsverkeer of bochtige wegen (automatisch schakelen van de
eerste drie versnellingen).
2 : voor rijden in de bergen, het trekken van een aanhanger (automatisch
schakelen van de eerste twee versnellingen).
1 : te gebruiken bij steile hellingen(selecteren van alleen de eerste versnel-
ling).
Bijzonderheden van de automatische transmissie (1,8 en 2,0 liter benzine-
motor en 2,0 liter HDI Turbodieselmotor) Het selecteren van de eerste versnelling gebeurt door in stand 2op schakelaar
C te drukken.
Druk nogmaals op schakelaar Cof verzet de selectiehendel om dit ongedaan te
maken.
V6 motor 1,8 liter en 2,0 liter benzinemo-
tor en 2,0 liter HDI Turbodie-selmotor
Page 119 of 166

Automatische bediening Automatisch schakelen in de vier
versnellingen :
selecteer de stand Din het scha-
kelpatroon.
De versnellingsbak kiest voortdu- rend de meest geschikte versnellingafhankelijk van de volgende parame-ters:
– de rijstijl,
– het profiel van de weg,
– de belading van de auto.De versnellingsbak werkt dan auto- matisch auto-adaptief .
Starten
Wegrijden vanuit de stand
Pals de
motor draait: Het rempedaal moet ingetrapt
zijn om vanuit de stand P tekunnen schakelen (shift lock),
selecteer de gewenste stand ( R,
D , 3 , 2 of 1) en laat het rempedaal
langzaam los; de auto begint te
rijden .
U kunt ook starten vanuit de stand N:
trap het rempedaal in en zet dehandrem los,
selecteer de gewenste stand ( R,
D , 3 , 2 of 1) en laat het rempedaal
langzaam los; de auto begint terijden.
RIJDEN MET UW 406
149
Als de motor stationair draait, de remmen los zijnen de stand R, D , 3, 2 of
1 is geselecteerd, zet de
auto zich al in beweging, zelfs alshet gaspedaal niet wordt inge-drukt. Laat daarom geen kinderen
alleen in de auto achter als de motor draait. Indien er onderhoudswerkzaam- heden moeten worden uitgevoerd
bij draaiende motor, trek dan dehandrem aan en selecteer destand P.
Zet de selectiehendel nooit in destand Nals de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in destand Pof Rals de auto niet vol-
ledig stilstaat. Zet de selectiehendel nooit in een andere stand bij het remmen opeen glad wegdek. Als de accu geen stroom levert en de stand Pis ingeschakeld, is het
onmogelijk om naar een anderestand te schakelen.
Opmerkingen
Voor een maximale acceleratie zon- der de stand van de selectiehendelte wijzigen, moet het gaspedaal vol-ledig worden ingetrapt (kick down).De versnellingsbak schakelt automa-tisch terug of handhaaft de inge-schakelde versnelling totdat demotor het maximum toerentalbereikt. Bij het remmen schakelt de versnel- lingsbak automatisch terug om ster-ker op de motor af te remmen. Om de veiligheid te verbeteren scha- kelt de versnellingsbak niet naar eenhogere versnelling als u het gaspe-daal plotseling loslaat.
Page 120 of 166

RIJDEN MET UW 406
150
Programma's Sport en Sneeuw Naast het auto-adaptieve program- ma heeft u de beschikking over tweespecifieke programma's. De geko-zen stand wordt in het instrumenten-paneel aangegeven. Programma Sport Druk op de toets Sals de auto is
gestart en de stand Dis
geselecteerd.
De versnellingsbak maakt automa- tisch een dynamische rijstijl mogelijk. Programma Sneeuw Dit programma zorgt ervoor dat u gemakkelijker kunt rijden op eenondergrond met weinig grip. Druk op de toets ∀als de auto is
gestart en de stand Dis
geselecteerd.
De versnellingsbak past zich aan voor het rijden op gladde wegen. Opmerking: u kunt op elk moment
terugkeren naar het auto-adaptieve programma. Druk nogmaals op de toets Sof ∀
om het huidige programma uit te schakelen. Storing Iedere storing in het systeem wordt aangegeven door het afwisselendknipperen van de verklikkerlampjesSport en Sneeuw in het instrumen-tenpaneel. In dit geval werkt de ver-snellingsbak met een noodprogram-ma (blokkering in de derde versnel-ling). U kunt dan een hevige schokwaarnemen bij het selecteren van deachteruit (stand
R) vanuit de stand P
of de stand N(zonder gevaar voor
de versnellingsbak) Rijd niet harder dan 100 km/h (indien toegestaan). Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Achteruit
Trek om de achteruit in te schakelen de ring onder de pookknop omhoogen duw de pook naar links en vervol-gens naar voren. De achteruit kan alleen worden ingeschakeld als de auto stilstaaten de motor met stationair toeren-tal draait.