*3: Voor items die niet zijn geëvalueerd
met een Eco Score (score airco), wordt
0 weergegeven.
Bedieningstoetsen van het
bedieningspaneel van de
airconditioning
• Als de toetsen van de airconditioning
worden bediend om de instellingen
van de airconditioning te wijzigen
terwijl een ander scherm dan het
instelscherm van de airconditioning
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, wordt een
pop-updisplay voor de instellingen
van de airconditioning weergegeven.
De instellingen van de airconditioning
kunnen echter niet worden gewijzigd
op het pop-updisplay.
• Het pop-updisplay dat wordt
weergegeven als de instellingen van
de airconditioning worden gewijzigd
met de toetsen van de
airconditioning, kan worden
uitgeschakeld in de “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke
voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel). (→Blz. 171)
Eco Score (score airco)
• De status van de instellingen van de
volgende functies van de
airconditioning komt tot uitdrukking
in de score.
– Ingestelde temperatuur
– Instellen van de aanjagersnelheid
– Buitenluchtmodus en
recirculatiemodus
– Toets A/C– Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)
– CLIMATE PREFERENCE
(klimaatvoorkeur)
• De Eco Score (score airco) wordt
geëvalueerd met inachtneming van de
omgevingstemperatuur en de
temperatuur in de auto. Daarom
verandert, zelfs als altijd dezelfde
instellingen worden gebruikt voor de
airconditioning, de evaluatie op basis
van factoren als het seizoen en het
weer.
• De Eco Score (score airco) wordt niet
geëvalueerd als de airconditioning
niet wordt gebruikt of als de
luchtcirculatiemodus
ofis
geselecteerd. (Als de airconditioning
niet wordt geëvalueerd, komt zijn
gebruiksstatus niet tot uitdrukking in
de totale Eco Score.)
• De Eco Score (score airco) is een
functie die u helpt een instelling van
de airconditioning te selecteren die
het elektriciteits- en
brandstofverbruik reduceert en geen
functie die zorgt voor een optimaal
comfort en een laag
brandstofverbruik.
Informatie ondersteunende
systemen
De bedrijfsstatus van ondersteunende
systemen, zoals de LTA (Lane Tracing
Assist) en het Dynamic Radar Cruise
3.1 Instrumentenpaneel
168
Control-systeem met volledig
snelheidsbereik, en waarschuwingen
worden weergegeven.
Raadpleeg de bladzijde over de
desbetreffende functie voor meer
informatie over de ondersteunende
systemen.
Weergave waarschuwingsmelding
De waarschuwingsmeldingen die zijn
weergegeven sinds het contact AAN is
gezet, kunnen worden bekeken.
Als meerdere waarschuwingsmeldingen
zijn weergegeven kan de weergave
worden gewijzigd door op
ofvan
de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken.
Waarschuwingsmeldingen die zijn gewist
en bepaalde andere
waarschuwingsmeldingen worden niet
weergegeven. Als er geen
waarschuwingsmeldingen zijn die kunnen
worden bekeken, wordt ook weergegeven
dat er geen meldingen zijn.
Weergave instellingen
Informatie met betrekking tot de werking
van de ondersteunende systemen en
instellingen van de weergave op het
instrumentenpaneel kunnen worden
gewijzigd.
Om ondersteunende systemen, zoals het
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) en de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig) in
en uit te schakelen hoeft u alleen op
te
drukken. Zorg ervoor dat u de systemen
niet per ongeluk uitschakelt.Instellen
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel, selecteer het
item dat u wilt wijzigen en druk
vervolgens op
.
Als de functie wordt in- en
uitgeschakeld of als de gevoeligheid,
enz. wordt gewijzigd op het
instelscherm, wordt de instelling,
telkens wanneer op
wordt gedrukt,
gewijzigd.
Het instelscherm wordt weergegeven
voor functies waarvoor informatie
over de werking, de informatie op het
display, enz. van een functie kan
worden geselecteerd.
3. Selecteer de instelling of de gewenste
waarde (tijd, enz.) met de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel als het
instelscherm wordt weergegeven.
*1, 2
3.1 Instrumentenpaneel
169
3
Instrumentenpaneel
Selecteer voor selecteerbare
informatie over de werking en
instelwaarden de gewenste instelling
of waarde en druk vervolgens op
.
Druk op
om de selectie te
annuleren.
Selecteer “Proceed” (doorgaan) of
“Cancel” (annuleren) en druk op
als het controlescherm voor de
instellingen wordt weergegeven.
*1: Afhankelijk van het item kan na het
selecteren van een item een volgend
instelscherm worden weergegeven.
*2: Voor items waarbij het
aanpassingsniveau of de tijd wordt
ingesteld, wordt na het instellen van het
item het instelscherm weergegeven
totdat op
wordt gedrukt.
Tabel instellingen
Item Instellingen Resultaat van instelling
“On” (aan)
Schakelt de Lane Centering-functie van de LTA
(Lane Tracing Assist) in en uit. (→Blz. 257)
“Off” (uit)
“On” (aan)
Schakelt de stuurassistentiefunctie van de LTA
(Lane Tracing Assist) in en uit. (→Blz. 257)
“Off” (uit)
“High” (hoog)
Wijzigt de gevoeligheid van de waarschuwing van
de LTA (Lane Tracing Assist). (→Blz. 257)
“Standard” (standaard)
“On” (aan)
Schakelt het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) in en
uit. (→Blz. 252)
“Off” (uit)
“Early” (vroeg)
Wijzigt het waarschuwingstijdstip van het PCS
(Pre-Crash Safety-systeem). (→Blz. 252) “Middle” (gemiddeld)
“Late” (laat)
*1
“On” (aan)
Schakelt de Toyota Parking Assist-sensor in en uit.
(→Blz. 305)
“Off” (uit)
*1
“On” (aan)
Schakelt de Parking Support Brake-functie in en
uit. (→Blz. 314)
“Off” (uit)
*1
“On” (aan)
Schakelt de Blind Spot Monitor in en uit.
(→Blz. 286)
“Off” (uit)
“On” (aan)
Schakelt de waarschuwing slingeren auto van de
LTA (Lane Tracing Assist) in en uit. (→Blz. 257)
“Off” (uit)
“High” (hoog)
Wijzigt de gevoeligheid van de waarschuwing slin-
geren auto van de LTA (Lane Tracing Assist).
(→Blz. 257) “Standard” (standaard)
“Low” (laag)
*1
“Height” (hoogte)
Wijzigt de weergavepositie en helderheid van het
head-up display. (→Blz. 176) “Brightness” (helder-
heid)
“On” (aan)
Schakelt de RSA (Road Sign Assist) in en uit.
(→267)
“Off” (uit)
3.1 Instrumentenpaneel
170
Item Instellingen Resultaat van instelling
“On” (aan)Schakelt het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem met Road Sign Assist in en uit.
(→Blz. 278) “Off” (uit)
*1
“km/h”
Wijzigt de eenheid voor de snelheid die wordt
weergegeven op het scherm.
“MPH”
*2
“Meter brightness” (hel-
derheid instrumentenpa-
neel)Wijzigt de helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel. (→Blz. 133)
“Meter Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instru-
mentenpaneel):→blz. 170
“Vehicle Settings”-instellingen (voertuiginstellingen):→blz. 478
*1: Indien aanwezig
*2: Alleen auto's met rechtse besturing
“Meter Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) (
)
Item Instellingen Resultaat van instelling
“Screen OFF”
(scherm UIT)
*1“Yes” ( ja)
Uitschakelen van het multi-
informatiedisplay.
“No” (nee)
“HV System Indica-
tor” (controlelampje
hybridesysteem)
(→blz. 154)“ECO Accelera-
tor Guidance”
(begeleiding
milieubewust
bedienen gas-
pedaal)“On” (aan)
Schakelt de “ECO Accelerator
Guidance” (begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal) in
en uit.
“Off” (uit)
“EV Indicator
Light On/Off”
(EV-
controlelampje
aan/uit)“On” (aan)
Schakelt het EV-controlelampje
in en uit.
“Off” (uit)
“EV Drive Moni-
tor” (EV-
aandrijflijnmo-
nitor)“EV Energy”
(EV-energie)
Wisselt de informatie in de linker
bovenhoek van de hybridesys-
teemindicator. (→Blz. 158) “EV Distance”
(actieradius
elektrisch rij-
den)
“Blank” (geen
weergave)
3.1 Instrumentenpaneel
171
3
Instrumentenpaneel
Item Instellingen Resultaat van instelling
“Pop-up Display On/
Off” (pop-updisplay
aan/uit)“Instrument
Panel Light”
(verlichting in-
strumentenpa-
neel)
*2
“On” (aan)
Schakelt het pop-updisplay van
het geselecteerde item op het
multi-informatiedisplay in en uit. “Off” (uit)
“Climate set-
tings” (instellin-
gen klimaatre-
geling)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Cruise Control
Operation Dis-
play” (weergave
werking cruise
control)“On” (aan)
“Off” (uit)
“HUD Settings”
(instellingen
HUD)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Driving Mode
Select” (rijmo-
dusselectie)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Traction Bat-
tery Cooler”
(koeler tractie-
batterij)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Language” (taal)
*4
“English” (Engels)
Wijzigt de taal die op het scherm
wordt weergegeven. “Français” (Frans)
“Español” (Spaans)
“Deutsch” (Duits)
“Italiano” (Italiaans)
“
” (Russisch)
“Calendar” (kalender) Dag/maand/jaarWijzigt de datum die wordt ge-
bruikt voor het registreren van
de elektriciteits- en brandstof-
verbruiksgegevens en de laad-
schemafunctie.
“History Reset” (re-
setten geschiedenis)“Eco-Diary
(Daily)” (eco-
logboek (dage-
lijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Daily)” (eco-logboek (dage-
lijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Eco-Diary
(Monthly)”
(eco-logboek
(maandelijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Monthly)” (eco-logboek (maan-
delijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Electricity Con-
sumption Reset” (re-
setten van elektrici-
teitsverbruik)“Yes” ( ja)
Wist de gegevens van het totale
gemiddelde elektriciteitsver-
bruik. (→Blz. 149, blz. 163)
“No” (nee)
3.1 Instrumentenpaneel
172
Item Instellingen Resultaat van instelling
“Initialization” (initi-
alisatie)“Yes” ( ja)Zet de instellingen van het in-
strumentenpaneel weer op de
standaardinstellingen. “No” (nee)
*1: Als het instelscherm is uitgeschakeld, wordt het weer weergeven door opte
drukken.
*2: Alleen auto's met linkse besturing
*3: Indien aanwezig
*4: De talen die kunnen worden weergegeven, zijn per regio verschillend.
In te stellen onderwerpen
• Tijdens het rijden kunnen de
instelitems “Meter Customize”
(persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) en “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) niet
worden geselecteerd en bediend.
Tevens wordt het instelscherm in de
volgende situaties tijdelijk
uitgeschakeld.– Er wordt een
waarschuwingsmelding
weergegeven.
– De auto rijdt weg.
• Instellingen voor functies waarmee de
auto niet is uitgerust, worden niet
weergegeven.
• Als een functie is uitgeschakeld,
kunnen de instellingen voor de
desbetreffende functie niet worden
geselecteerd.
Kalenderinstelling
De informatie in de kalenderinstelling is gekoppeld aan de geregistreerde informatie voor
“Eco-Diary” (eco-logboek) (→blz. 164). Als de kalenderdatum wordt gewijzigd, wordt de
registratie voor “Eco-Diary” (eco-logboek) als volgt verwerkt:
Soort datumwijziging Registratie “Eco-Diary” (eco-logboek)
Datum gewijzigd in datum in de toekomst Niet gewist*
Datum gewijzigd in datum vóór vorige maand Alles gewist
Datum gewijzigd in vroegere datum in hui-
dige maandAlleen gegevens “Daily” (dagelijks) gewist
*: Niet geregistreerde maand-/datuminformatie wordt ingesteld op “0” of “0.0”.
WAARSCHUWING!
Aandachtspunten tijdens het
instellen van het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen van het display moet
draaien. In een afgesloten ruimte, zoals
een garage, kunnen uitlaatgassen die
het schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
WAARSCHUWING!(Vervolg)
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
draait tijdens het instellen van het
display om te voorkomen dat de
12V-accu leeg raakt.
3.1 Instrumentenpaneel
173
3
Instrumentenpaneel
3.1.5 Head-up display*
*: Indien aanwezig
Het head-up display kan de huidige rijsnelheid en de hybridesysteemindicator vóór de
bestuurder weergeven. Het kan ook verschillende soorten informatie weergeven om
de bestuurder te helpen.
Bedieningstoetsen en informatie op display
1Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel
Deze toetsen worden gebruikt voor
het aanpassen van de positie en de
helderheid van het head-up display.
(→Blz. 176)
2Toets HUD (head-up display)
(→blz. 175)
3Weergave rijsnelheid
Auto's met rechtse besturing: De
eenheid voor de snelheid verschijnt
onder de weergave van de rijsnelheid.
4Weergave cruise control (→blz. 271)
5Hybridesysteemindicator (→blz. 154)
De weergave op de
hybridesysteemindicator is in de
EV-modus anders dan in de
HV-modus.
6Actieradius elektrisch rijden
Geeft de geschatte afstand aan die
nog kan worden gereden met de
resterende energie in het
batterijpakket (tractiebatterij).
(→Blz. 72)
Als het airconditioningsysteem in
werking is, wordt de actieradius met
ingeschakeld airconditioningsysteem
weergegeven.
De eenheden die op het display worden aangegeven, kunnen per model/type verschillend
zijn.
3.1 Instrumentenpaneel
174
De actieradius voor elektrisch rijden
kan kleiner worden, zelfs als er niet
wordt gereden, door energieverbruik
door het systeem.7Hulpdisplay (→blz. 176)
Op dit display wordt informatie
weergegeven voor alle
ondersteunende systemen
overeenkomstig de
rijomstandigheden.
Toets HUD (head-up display)
De toets HUD kan worden gebruikt om
het head-up display in en uit te schakelen
en de weergave op het display te wijzigen.
Als het head-up display is
uitgeschakeld
Door op de toets HUD te drukken wordt
het head-up display ingeschakeld en de
weergave gestart.
Het controlelampje in de toets HUD gaat
branden.
Het scherm voor het aanpassen van de
positie en de helderheid van het display
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 176)
Als het head-up display is ingeschakeld
De items die worden weergegeven,
kunnen worden gewijzigd door op de
toets HUD te drukken.
1Weergave rijsnelheid en weergave
cruise control*1
2Weergave rijsnelheid/
hybridesysteemindicator*1, 2/actieradius
elektrisch rijden
Raadpleeg blz. 154 voor informatie
over de hybridesysteemindicator.
3Geen weergave (head-up display is uit)
Het controlelampje in de toets HUD
gaat uit.
*1: Als het hulpdisplay van een
ondersteunend systeem wordt
weergegeven, wordt het display tijdelijk
uitgeschakeld.
*2: De weergave op de
hybridesysteemindicator is in de
EV-modus anders dan in de HV-modus.
3.1 Instrumentenpaneel
175
3
Instrumentenpaneel