Page 49 of 292

47
Ergonomie en comfort
31.Afstelling lengte van de zitting
►
T rek de handgreep naar voren om de
zitting te ontgrendelen en beweeg vervolgens
het voorste deel van de zitting naar voren of
naar achteren.
2. Elektrische afstelling van de hoek van de
zitting
►
Houd het voorste of achterste gedeelte
van de toets ingedrukt om het voorste deel
van de zitting omhoog of omlaag te bewegen.
3. Elektrische afstelling van de lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun
zowel in diepte als in hoogte worden
ingesteld.
►
Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om
de mate van steun voor de lendenen te
vergroten of te verkleinen.
►
Houd het bovenste of onderste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de
lendensteun te verhogen of te verlagen.
Voorpassagiersstoel als
tafeltje gebruiken
De rugleuning van de voorpassagiersstoel kan
volledig worden neergeklapt en in die stand
worden vergrendeld.
Als ook de rugleuning van de achterbank
is neergeklapt, kunnen er lange en grote
voorwerpen worden vervoerd.
Eerste handelingen:
►
Zet de hoofdsteun omlaag.
► Klap het uitklaptafeltje omhoog (afhankelijk
van de uitvoering).
►
Zet de stoel naar achteren zodat er ruimte
voor de hoofdsteun is.
►
Zet de stoel in de laagste stand.
►
Controleer of er niets in de weg zit
bij het neerklappen van de rugleuning
(veiligheidsgordel, kinderzitje, kleding, tassen...).
We raden u aan om de airbag vóór aan
passagierszijde uit te schakelen.
Neerklappen van de rugleuning van
de achterbank
► Trek de hendel volledig omhoog om de
rugleuning te ontgrendelen.
►
Klap de rugleuning volledig neer
.
In deze stand kan de rugleuning worden
belast met een gewicht van maximaal
30
kg.
Let op: bij hard remmen kunnen op de
neergeklapte rugleuning geplaatste
voorwerpen veranderen in gevaarlijke
projectielen.
De rugleuning weer rechtop zetten
► Trek de hendel volledig omhoog om de
rugleuning te ontgrendelen.
►
Beweeg de rugleuning omhoog en naar
achteren tot deze wordt vergrendeld.
►
Controleer of de rugleuning naar behoren is
vergrendeld.
Hoofdsteunen vóór
In hoogte verstellen
Page 50 of 292

48
Ergonomie en comfort
Omhoog:
► T rek de hoofdsteun omhoog in de gewenste
positie; u voelt dat de hoofdsteun in positie klikt.
Omlaag:
►
Druk ontgrendelknopje ( A
) in om de
hoofdsteun omlaag te zetten.
De hoofdsteun is goed afgesteld
wanneer de bovenkant gelijk ligt met de
bovenkant van het hoofd.
Een hoofdsteun verwijderen
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
►
Druk pal
A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en trek de hoofdsteun omhoog.
►
Berg de hoofdsteun veilig op.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.
►
Duw de hoofdsteun omlaag tot aan de
aanslag.
►
Druk het ontgrendelknopje ( A
) in om de
hoofdsteun los te halen en duw deze omlaag.
►
Stel de hoogte van de hoofdsteun af.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. Deze moeten zijn geplaatst
en goed zijn afgesteld voor de betreffende
inzittende.
Elektrisch instelbare
bestuurdersstoel
Voor het elektrisch verstellen van de
stoel moet het contact worden
ingeschakeld of, wanneer de eco-modus
actief is, de motor worden gestart.
Deze elektrische stelmogelijkheden zijn
toegankelijk ongeveer 1 minuut nadat het
bestuurdersportier is geopend. Ze worden
uitgeschakeld ongeveer 1 seconden nadat
het contact is afgezet.
1. Hoogte en hoek van de zitting afstellen/
afstelling van de zitpositie in lengterichting
►
Beweeg het voorste deel van de
schakelaar omhoog of omlaag tot de
gewenste hoek van de zitting is bereikt.
►
Beweeg het achterste deel van de
schakelaar omhoog of omlaag om de zitting
in hoogte te verstellen.
►
Beweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2. Hoek van de rugleuning afstellen
►
Beweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren totdat de rugleuning in de gewenste
hoek staat.
3. Hoogte van de hoofdsteun instellen
Zie het betreffende hoofdstuk.
4. Afstelling lengte van de zitting
►
T
rek de handgreep naar voren om de
zitting te ontgrendelen en beweeg vervolgens
het voorste deel van de zitting naar voren of
naar achteren.
Page 51 of 292

49
Ergonomie en comfort
35.Afstelling van de lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun
zowel in diepte als in hoogte worden
ingesteld.
►
Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om
de mate van steun voor de lendenen te
vergroten of te verkleinen.
►
Houd het bovenste of onderste gedeelte
van de schakelaar ingedrukt om de
lendensteun te verhogen of te verlagen.
Zitposities opslaan
Deze functie, die is gekoppeld aan de
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, biedt
de mogelijkheid om twee standen van de
bestuurdersstoel in het geheugen op te slaan.
Dit vergemakkelijkt het instellen van de stoel als
de auto regelmatig door een andere bestuurder
wordt gebruikt.
Het slaat de elektrisch afgestelde posities van de
stoel en de buitenspiegels op.
Met de toetsen M / 1 / 2
► Stap in de auto en zet het contact aan.
►
Zet uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.
►
Druk op toets
M en vervolgens binnen 4
seconden op toets 1 of 2.
Het opslaan wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de
stoel niet gehinderd wordt door
voorwerpen of personen.
Contact aan of draaiende motor
►
Druk op toets
1 of 2 om de betreffende
zitpositie op te roepen.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de
stoelpositie volledig is aangepast. U kunt de beweging onderbreken door op de
toets M, 1 of 2 te drukken of door één van de
schakelaars van de stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het
rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is
tot ongeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact mogelijk.
Stoelverwarming
De functie werkt alleen als de motor draait.
► Druk op de toets voor uw stoel.
►
Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de
stand van de verwarming; het bijbehorende
aantal controlelampjes gaat branden.
►
U kunt de verwarming uitschakelen door op
de toets te drukken totdat alle controlelampjes
uit zijn.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij
het uitzetten van het contact.
Page 52 of 292

50
Ergonomie en comfort
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Verlaag de verwarmingsstand zo snel
mogelijk.
Als de stoel en het interieur een prettige
temperatuur hebben bereikt, schakel de
functie uit; als het stroomverbruik daalt, daalt
ook het energieverbruik.
Langdurig gebruik van de
stoelverwarming wordt afgeraden voor
personen met een gevoelige huid.
Personen die warmte niet goed kunnen
voelen door bijvoorbeeld ziekte of medicijnen,
kunnen brandwonden krijgen.
Voorkom als volgt schade aan het
verwarmingselement en kortsluiting:
–
Plaats geen zware voorwerpen op de stoel.
–
Ga niet op uw knieën op de stoel zitten of
op de stoel staan.
–
Mors geen vloeistoffen op de stoel.
–
Gebruik de stoelverwarming nooit als de
stoel vochtig is.
Meerkeuzemassagefunctie
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij
de intensiteit van de massage kan worden
ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem. Via het touchscreen kunnen de instellingen van
de massagefunctie worden aangepast.
Vanaf de voorstoel:
► Druk op deze toets. Het groene lampje
gaat branden.
De pagina met de laatst opgeslagen instellingen
wordt op het touchscreen geopend.
Als de instellingen naar uw zin zijn, hoeft u niets
te doen en zal deze pagina automatisch weer
sluiten. De functie wordt direct ingeschakeld.
De stoelen moeten één voor één worden
ingesteld, beginnend bij de bestuurdersstoel.
De instellingen wijzigen:
►
Begin bij de bestuurdersstoel.
►
Selecteer een massage-intensiteit uit de drie
verschillende niveaus: " 1
" (Zacht), "2" (Normaal)
of "3" (Hard).
►
Selecteer een andere soort massage dan
wordt aangeboden.
►
W
acht tot de pagina met de instellingen van
de bestuurdersstoel verdwijnt.
►
Ga vervolgens op dezelfde manier verder
met de passagiersstoel.
De wijzigingen worden direct toegepast.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt
een één uur durende massagecyclus gestart,
bestaande uit sessies van 6 minuten massage
en 3 minuten pauze.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld
aan het einde van de cyclus; het lampje van de
schakelaar gaat uit.
Het stuurwiel verstellen
► Trek aan de hendel om het stuurwiel te
ontgrendelen terwijl de auto stilstaat.
►
V
erstel het stuurwiel in hoogte en diepte voor
een optimale zithouding.
►
Druk de hendel weer vast om het stuurwiel te
vergrendelen.
Deze afstellingen mogen om
veiligheidsredenen alleen worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
Spiegels
Buitenspiegels
Stel de buitenspiegels om
veiligheidsredenen zo af dat de dode
hoek zo klein mogelijk is.
De objecten die u in de spiegel ziet zijn
dichterbij dan ze lijken. Houd hiermee
rekening om de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer goed in te schatten.
Page 53 of 292

51
Ergonomie en comfort
3Ontwasemen / ontdooien
Het ontwasemen / ontdooien van de
buitenspiegels werkt gelijktijdig met de
achterruitverwarming.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de achterruitverwarming .
Afstellen
► Beweeg schakelaar A naar rechts of links om
de juiste buitenspiegel te selecteren.
►
Duw schakelaar B
in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen.
►
Zet schakelaar
A weer in de middenstand.
Handmatig inklappen
De spiegels kunnen handmatig worden ingeklapt
(parkeren, smalle garage, enz.).
►
Kantel de spiegel richting de auto.
Elektrisch inklappen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de
buitenspiegels elektrisch inklapbaar.
► Zorg dat het contact is
aangezet en zet schakelaar A
vanuit de auto in de middelste
stand.
►
Beweeg schakelaar A
naar
achteren.
►
V
ergrendel de auto van buitenaf.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van schakelaar A, worden ze niet
automatisch uitgeklapt als de auto wordt
ontgrendeld.
Elektrisch uitklappen
► Van buitenaf: ontgrendel de auto.
► V an binnenuit: zet met aangezet contact
schakelaar A
in de middelste stand en beweeg
deze daarna naar achteren.
Afhankelijk van de uitvoering wordt de functie voor het automatisch in- en
uitklappen van de buitenspiegels via het
menu Rijverlichting
/ Auto
van het
touchscreen worden ingesteld.
Deze instelling kan ook door een PEUGEOT-
dealer of een bevoegde werkplaats worden
ingesteld.
Automatisch kantelen van buitenspiegels bij achteruitrijden
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de spiegels
met deze functie automatisch omlaag worden
gekanteld, om achteruit parkeren gemakkelijker
te maken.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait, wordt het spiegelglas van
de spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:
–
Enkele seconden nadat er uit de
achteruitversnelling is geschakeld.
–
W
anneer er sneller dan 10 km/h wordt
gereden.
–
Als de motor wordt afgezet.
Deze functie kan worden ingesteld in het
menu Rijverlichting/Auto op het
touchscreen.
Binnenspiegel
Page 54 of 292

52
Ergonomie en comfort
Het elektrochroomsysteem gebruikt een sensor
voor het detecteren van het niveau van het
buitenlicht en van het licht dat van achteren op
de auto valt zodat er automatisch en geleidelijk
tussen dag- en nachtstand kan worden
geschakeld.
Voor optimaal zicht bij het manoeuvreren
wordt het spiegelglas automatisch
helderder als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Het systeem wordt uitgeschakeld als de
lading in de bagageruimte hoger dan de
bagageafdekking is of als er voorwerpen op
de bagageafdekking zijn geplaatst.
Hoofdsteunen achter
Hoge stand (als zitplaatsen bezet zijn):
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
Lage stand
(opgeborgen stand, als de
zitplaatsen onbezet zijn):
► Druk de pallen ( A ) in om de hoofdsteun los te
halen en duw deze omlaag.
De hoofdsteunen achter kunnen worden
verwijderd.
Een hoofdsteun verwijderen
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
►
Druk vervolgens de pallen ( A
) in om de
hoofdsteun te ontgrendelen en zet hem helemaal
omhoog.
►
Berg de hoofdsteun op.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.
►
Duw de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
►
Druk de pallen ( A
) in om de hoofdsteun los te
halen en duw deze omlaag.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
De hoofdsteun van de middelste
zitplaats en de hoofdsteunen van
de buitenste zitplaatsen zijn niet uitwisselbaar.
Page 55 of 292

53
Ergonomie en comfort
3Achterbank
Achterbank met vaste zittingen en een in twee
delen (2/3 - 1/3) neerklapbare rugleuning
waarmee de bagageruimte kan worden vergroot.
De rugleuningen
neerklappen
Beide delen van de rugleuning kunnen op twee
manieren worden ontgrendeld:
–
Met een handgreep 1
aan de buitenzijde van
de rugleuning.
–
Met een hendel 2
op het zijpaneel van de
bagageruimte (afhankelijk van de uitvoering).
Verplaats de rugleuningen uitsluitend
wanneer de auto stilstaat.
Eerste handelingen:
► Zet de hoofdsteunen omlaag.
►
Zet de armsteun achter omhoog.
►
Schuif waar nodig de voorstoelen naar voren.
►
Controleer of er geen persoon of voorwerp
(zoals kleding of bagage) in de buurt is en u de
rugleuningen ongehinderd kunt neerklappen.
►
Controleer of de buitenste veiligheidsgordels
vlak op de rugleuning liggen.
►
Controleer of de middelste veiligheidsgordel
in de houder is opgeborgen.
Bij het neerklappen van de rugleuning
gaat de desbetreffende zitting iets
omlaag.
Om een vlakke laadvloer te verkrijgen is het
raadzaam de uitneembare laadvloer in de
hoogste stand te zetten.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld, is de
rode indicator zichtbaar in de handgreep.
Neerklappen van de achterbank
vanuit het interieur
► Druk de handgreep ( 1 ) voor het ontgrendelen
van de rugleuning in.
►
Beweeg de rugleuning 3
naar voren tot hij
plat ligt.
Neerklappen vanuit de bagageruimte
Page 56 of 292

54
Ergonomie en comfort
► Trek de handgreep 2 voor het ontgrendelen
van de rugleuning naar u toe.
De rugleuning 3 wordt volledig op de zitting
neergeklapt.
De rugleuningen in de
oorspronkelijke stand
terugzetten
Controleer eerst of de buitenste
veiligheidsgordels goed verticaal langs
de vergrendelingsogen van de rugleuningen
zijn geplaatst.
► Zet de rugleuning ( 3 ) rechtop en druk hem
stevig aan zodat hij wordt vergrendeld.
►
Controleer of de rode indicator van de
handgreep 1
niet meer zichtbaar is.
►
Controleer of de buitenste veiligheidsgordels
niet klem zitten.
Let op: als de rugleuning niet goed is
vergrendeld, komt de veiligheid van de
passagiers bij een noodstop of een aanrijding
in gevaar.
Voorwerpen in de bagageruimte kunnen naar
voren worden geslingerd - Kans op ernstig
letsel!
Stoelen van de tweede
zitrij
De stoel afstellen
De zitplaatsen van de derde rij zijn los van elkaar
en even breed. De rugleuningen kunnen worden
neergeklapt om de bagageruimte aan te passen.
A. In lengterichting verstellen
B. Hoek van de rugleuning afstellen en
rugleuning neerklappen
C. De rugleuning vanuit de bagageruimte
neerklappen en nooduitstapfunctie voor de
passagiers op de derde zitrij
D. Toegang tot de derde zitrij