2022 BMW M8 Instructieboekjes (in Dutch)

BMW
Drive
Recorder
activeren/
deactiveren
Voor
het
eerste
gebruik
van
de
opnamefunctie moet
de
BMW
Drive
Recorder
worden
geactij
veerd.1.Apps2.Drive
Recorder3.Gegevensbeveiligingsbepalingen
aanvaarden.4.Instellingen5.Opname
toegestaan6.Gewenste
instelling
selecteren.
Opnamefuncties
Automatische
opname De
automatische
opslag
van
de
opname
vindt
plaats
als
de
autosensoren
een
ongeval
herkenj
nen.
Handmatige
opnameMet
toetsen Toets
ingedrukt
houden.
Via
iDrive
1.Apps2.Drive
Recorder3.Opname
starten
Om
de
opname
af
te
breken:
Annuleren. De
opname
kan
ook
via
de
selectie
van
de
widjget
op
het
Control
Display
worden
gestart.
Opnames
afspelen
en
beheren
Opgeslagen
video-opnames
kunnen
worden
afj
gespeeld,
geëxporteerd
en
gewist.
Voor
de
eigen
veiligheid
wordt
de
video-opname
op
het
Control
Display
slechts
tot
ca.
3
km/h
weergegeven.
Bij
sommige
landuitvoeringen
wordt
de
video-opname
alleen
met
ingeschaj
kelde
parkeerrem
of
in
keuzehendelstand
P
weergegeven.1.Apps2.Drive
Recorder3.Opgeslagen
opnames4.De
gewenste
opname
selecteren.5.Gewenste
instelling
selecteren.
Als
tijdens
de
opname
een
wissel
van
de
camera
plaatsvond,
kunnen
verschillende
delen
van
de
video
worden
geselecteerd.
Instellingen Algemeen
Er
kunnen
verschillende
instellingen
worden
gej configureerd.
Opnametype
1.Apps2.Drive
Recorder3.Instellingen4.OPNAMETYPE5.Gewenste
instelling
selecteren.
Opnameduur
1.Apps2.Drive
Recorder3.Instellingen4.Gewenste
instelling
selecteren.
Camera's
1.Apps2.Drive
Recorder3.Instellingen4.Camera
selecteren5.De
gewenste
camera
selecteren.
In
het
geval
van
een
ongeval
schakelt
het
sysj
teem
automatisch
over
naar
Alle
camerass.
Seite
241VeiligheidBEDIENING241
Online
Edition
for
Part
no.
01405A37B59
-
VI/21

Als
er
rijhulpsystemen
actief
zijn,
worden
uw
caj
mera-aanzichten
automatisch
geselecteerd.
Grenzen
van
het
systeem Bij
ernstige
ongevallen
kunnen
evt.
geen
opnajmes
worden
opgeslagen
als
de
beschadigingaan
de
auto
te
groot
is
of
als
de
stroomvoorziejning
werd
onderbroken.
PostCrash
-
iBrake
Principe
PostCrash
kan
de
auto
in
bepaalde
ongevalsituaj
ties
zonder
ingreep
van
de
bestuurder
automaj
tisch
tot
stilstand
brengen.
Algemeen
PostCrash
kan
het
risico
van
nog
een
botsing
en
de
gevolgen
verminderen.
Bij
stilstand
Na
het
bereiken
van
de
stilstand
wordt
de
rem
automatisch
gelost.
Auto
sterker
afremmen In
bepaalde
situaties
kan
het
nodig
zijn
om
deauto
sneller
tot
stilstand
te
brengen
dan
door
de
automatische
remming.
Daarvoor
snel
en
krachtig
remmen.
De
remdruk
wordt
gedurende
een
korte
tijd
hoger
dan
de
remdruk
die
door
de
automatische
remdruk wordt
bereikt.
De
automatische
remming
wordt
afgebroken.
Automatisch
remmen
afbreken In
bepaalde
situaties
kan
het
nodig
zijn
het
autojmatisch
remmen
af
te
breken,
bijvoorbeeld
voor
een
uitwijkmanoeuvre.
Automatisch
remmen
afbreken:
'xDoor
het
intrappen
van
het
rempedaal.'xDoor
het
intrappen
van
het
rijpedaal.Waakzaamheidshulp
Principe
De
waakzaamheidshulp
kan
nalatende
opmerkjzaamheid
of
vermoeidheid
van
de
bestuurder
bij lange
monotone
ritten,
bijv.
snelwegen,
herkenjnen.
Het
systeem
stelt
voor
te
pauzeren.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het
systeem
ontlast
u
niet
van
de
persoonlijke
verantwoordelijkheid
om
uw
lichamelijke
gej
steldheid
juist
in
te
schatten.
Toenemende
onj oplettendheid
of
vermoeidheid
worden
mogejlijk
niet
of
niet
op
tijd
herkend.
Er
bestaat
gevaar
voor
ongevallen.
Erop
letten
dat
de
bej
stuurder
uitgerust
en
oplettend
is.
Rijstijl
aan
de
verkeerssituatie
aanpassen.
Functie
Het
systeem
wordt
elke
keer
bij
het
inschakelen
van
rijden-stand-by
geactiveerd.
Na
begin
van
het
rijden
wordt
het
systeem
op
de
bestuurder
afgestemd,
zodat
een
toenemende
onoplettendheid
of
vermoeidheid
herkend
kan
worden.
Deze
procedure
houdt
rekening
met
de
volj
gende
criteria:
'xPersoonlijke
rijstijl,
bijvoorbeeld
stuurgedrag.'xRijomstandigheden,
bijvoorbeeld
tijdstip,
duur van
de
rit.'xNaargelang
de
uitrusting:
opmerkzaamheid
van
de
bestuurder
door
de
Driver
Attention Camera.
Het
systeem
is
vanaf
ongeveer
70
km/h
actief
en
kan
een
aanbeveling
voor
pauze
weergeven.
Seite
242BEDIENINGVeiligheid242
Online
Edition
for
Part
no.
01405A37B59
-
VI/21

Aanbeveling
voor
pauzeInstellen
De
waakzaamheidshulp
wordt
elke
keer
bij
het
inschakelen
van
rijden-stand-by
automatisch
gej
activeerd
en
kan
daarmee
een
aanbeveling
voor
pauze
weergeven.
De
aanbeveling
voor
pauze
kan
ook
via
iDrive
in- of
uitgeschakeld
en
ingesteld
worden.1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Aandachtassistent5.Gewenste
instelling
selecteren.
Weergave
Bij
toenemende
onoplettendheid
of
vermoeidj
heid
van
de
bestuurder
wordt
een
melding
op het
Control
Display
met
de
aanbeveling
weergej
geven,
een
pauze
in
te
lassen.
Tijdens
de
weergave
kunnen
verschillende
inj
stellingen
worden
geselecteerd.
Na
een
pauze
kan
op
z'n
vroegst
na
circa
45
mij
nuten
weer
een
aanbeveling
voor
pauze
worden weergegeven.
Grenzen
van
het
systeem
De
werking
kan
bijvoorbeeld
in
de
volgende
situj
aties
beperkt
zijn
en
wordt
er
geen
of
een
verj keerde
waarschuwing
gegeven:
'xAls
de
tijd
verkeerd
is
ingesteld.'xAls
de
gereden
snelheid
overwegend
ondercirca
70
km/h
ligt.'xBij
sportieve
rijstijl,
bijvoorbeeld
bij
sterke
acj
celeratie
of
snel
rijden
door
bochten.'xIn
actieve
rijsituaties,
bijvoorbeeld
vaak
veranj
deren
van
rijbaan.'xBij
slechte
toestand
van
het
wegdek.'xBij
sterke
zijwind.Het
systeem
wordt
circa
45
minuten
na
het
afj
zetten
van
de
auto
teruggezet,
bijvoorbeeld
bij een
pauze
op
een
langere
snelwegrit.Seite
243VeiligheidBEDIENING243
Online
Edition
for
Part
no.
01405A37B59
-
VI/21

RijstabiliteitsregelsystemenUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Daarom
worden
er
ook
uitrustingen
en
functies
beschrej ven
die
niet
in
een
voertuig
beschikbaar
zijn,
bijv.omwille
van
de
geselecteerde
speciale
opties
of
landuitvoering.
Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelej vante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en
systemen
moeten
de
geldende
wetj
ten
en
voorschriften
worden
nageleefd.
Antiblokkeersysteem
ABS
Het
anti-blokkeersysteem
ABS
voorkomt
het
blokkeren
van
de
wielen
tijdens
het
remmen.
De
bestuurbaarheid
blijft
ook
bij
noodstops
bej
houden
waardoor
de
actieve
veiligheid
wordt
verj
hoogd.
Het
ABS
is
na
het
starten
van
de
motor
bedrijfsj
klaar.
Remassistent
De
remassistent
zorgt
ervoor
dat
bij
snel
intrapj pen
van
de
rem
een
mogelijk
grote
remkrachtj
versterking
wordt
bereikt.
De
remweg
wordt
bij
noodstops
derhalve
zo
kort
mogelijk
gehouden.
Daarbij
worden
ook
de
voordelen
van
het
antij blokkeersysteem
ABS
gebruikt.
Het
rempedaal
ingetrapt
houden
zolang
remmen noodzakelijk
is.
Adaptieve
remassistent
In
combinatie
met
de
Active
Cruise
Control
ACCzorgt
het
systeem
ervoor
dat
de
rem
bij
het
afj
remmen
in
kritieke
situaties
nog
sneller
reageert.
Wegrijassistent
Principe
Het
wegrijassistent
ondersteunt
bij
het
hellingopj
waarts
wegrijden.
Wegrijden
1.Auto
met
rempedaal
op
zijn
plaats
houden.2.Rempedaal
loslaten
en
vlot
wegrijden.
Na
het
loslaten
van
het
rempedaal
wordt
de
auto
gedurende
circa
2
seconden
op
zijn
plaats
gej
houden.
Naargelang
de
belading
kan
de
auto
een
klein
stukje
achteruitrollen.
M-menu
Principe Via
de
toets
M1
of
M2
op
het
stuur
kunnen
indij
viduele
instellingen
voor
de
auto
worden
opgej slagen
en
indien
nodig
opnieuw
worden
opgejroepen.
Algemeen
De
toetsen
zijn
bezet
met
een
configuratie
die
bij de
auto
past
en
kunnen
individueel
worden
aanjgepast.
Als
rijden-stand-by
na
de
ruststand
wordt
ingej schakeld,
is
er
standaard
een
efficiënte
autotoej stand
actief.
De
configuratie
via
de
toetsen
is
gej
deactiveerd.
Seite
244BEDIENINGRijstabiliteitsregelsystemen244
Online
Edition
for
Part
no.
01405A37B59
-
VI/21

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Afhankelijk
van
de
instelling
kan
DSC
bij
een
geactiveerde
toets
M1
of
M2
slechts
beperkt
of
niet
beschikbaar
zijn.
Er
bestaat
kans
op
een
ongeval
of
schade.
De
instellingen
voor
DSC
in
iDrive
in
acht
nemen
en
evt.
actief
reageren.
De
rijstijl
aanpassen
en
zo
nodig
zelf
reageren.
Instellingen
De
instellingen
van
de
volgende
systemen
kunj
nen
aan
de
toetsen
M1
of
M2
worden
toegewej zen:
Symj
boolBetekenis
Motor:
programma's
van
de
M
Moj tordynamiekcontrole,
zie
pagina
165.
Transmissie:
schakelmodi
en
Drivej
logic-programmass.
Drivelogic,
zie
pagina
163.
Onderstel:
programmass
van
het
adaptieve
M
onderstel,
zie
paj
gina
306.
Stuurinrichting:
programma's
van
Servotronic,
zie
pagina
248.
Rem:
programmass
van
de
remmen,
zie
pagina
249.
DSC:
dynamische
stabiliteitsregej
ling,
DSC,
zie
pagina
250,
en
M
Dynaj
mic
Mode,
MDM,
zie
pagina
251.
M
xDrive:
programma's
van
M
xDrive,
zie
pagina
252.
Start/stop:
automatische
start-stop-
functie,
zie
pagina
149.
Sound
Control:
Sound
Control,
zie
pagina
166.Overzicht
Toetsen
op
stuurwielToetsFunctieM1M2
Toets
op
de
middenconsole
SETUP
Configureren
Via
iDrive
1.CAR2.

M
menu3.M1
configureren
of
M2
configureren4.Gewenste
instelling
selecteren.5.Gewenst
programma
selecteren.
De
individuele
instellingen
worden
voor
de
moj
menteel
gebruikte
configuratie
opgeslagen.
Bij
een
geactiveerde
M1
of
M2
wordt
een
veranj dering
van
de
instelling
onmiddellijk
overgenoj
men.
Seite
245RijstabiliteitsregelsystemenBEDIENING245
Online
Edition
for
Part
no.
01405A37B59
-
VI/21

Met
toetsen
Een
beperkt
aantal
systemen
en
functies
kan
dij rect
worden
aangepast.1.

Toets
indrukken.2.De
gewenste
instelling
selecteren
door
de controller
te
draaien.3.Het
gewenste
programma
veranderen
door
de
controller
in
te
drukken.
Activeren
Overeenkomstige
toets
op
het
stuurwiel
indrukj ken:
'xM1
activeren.'xM2
activeren.
Als
onder
M1
configureren
of
M2
configureren
DSC
OFF
of
MDM
is
ingesteld,
verschijnt
er
een
melding
op
het
instrumentenj
paneel.
Deze
melding
door
opnieuw
indrukken van
de
toets
bevestigen.
Deactiveren
Overeenkomstige
toets
op
het
stuurwiel
opj
nieuw
indrukken.
Configuratie
resetten Individuele
instellingen
kunnen
naar
standaard
waarden
gereset
worden.
1.CAR2.

M
menu3.M1
configureren
of
M2
configureren4.Terugzetten5.Ja
Om
het
resetten
af
te
breken:
Nee
Weergave
in
het
instrumentenpaneelSymboolBeschrijvingHet
symbool
brandt:
de
overj
eenkomstige
configuratie
is
gej
activeerd.Het
symbool
brandt
en
het
aanj
vullende
opschrift
niet
activeerbaar
verschijnt:
de
conj
figuratie
kan
door
de
huidige
rijsj
ituatie
niet
worden
geactiveerd.
De
configuratie
opnieuw
activej
ren
wanneer
het
opschrift
verj
dwijnt.
M-MODUS
Principe
Via
verschillende
programmass
kan
de
rijbeleving
afhankelijk
van
de
situatie
worden
aangepast.
Algemeen
De
volgende
programmass
staan
ter
beschikking:
'xROAD'xSPORT'xAfhankelijk
van
de
uitrusting:
TRACK
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het
systeem
ontlast
u
niet
van
persoonlijke
verj
antwoordelijkheid
om
de
zichtomstandigheden en
de
verkeerssituatie
juist
in
te
schatten.
Erbestaat
gevaar
voor
ongevallen.
Rijstijl
aan
de
verkeerssituatie
aanpassen.
Verkeerssituatie
Seite
246BEDIENINGRijstabiliteitsregelsystemen246
Online
Edition
for
Part
no.
01405A37B59
-
VI/21

observeren
en
in
de
betreffende
situaties
actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergaven
en
waarschuwingen
ontslaan
u
niet van
uw
eigen
verantwoording.
Door
systeemjbeperkingen
kunnen
waarschuwingen
of
reacj
ties
van
het
systeem
niet,
te
laat,
onjuist
of
onj
gegrond
worden
afgegeven.
Er
bestaat
gevaar
voor
ongevallen.
Rijstijl
aan
de
verkeerssituatie
aanpassen.
Verkeerssituatie
observeren
en
in de
betreffende
situaties
actief
ingrijpen.
Overzicht
Toets
in
de
auto
M-MODUS
Programma
ROAD
'xAlle
Intelligent
Safety-systemen
worden
ingej schakeld.'xAlle
rijhulpsystemen
zijn
beschikbaar.
SPORT
De
Intelligent
Safety-systemen
worden
overeenj komstig
de
individuele
instellingen
ingeschakeld.
De
volgende
systemen
worden
afhankelijk
van
de
uitvoering
gedeactiveerd:
'xHandmatige
snelheidsbegrenzer.'xSnelheidsregeling.'xActive
Cruise
Control
met
Stop
&
Go-functie
ACC.'xSpeed
Limit
Assist.'xSpeed
Limit
Info
met
vooruitblik.'xSteering
&
Lane
Control
Assistant.'xTraffic
Jam
Assistant.'xLane
Change
Assistant.
Bij
het
activeren
van
een
systeem
wordt
automaj
tisch
naar
het
programma
ROAD
gewisseld.
Afhankelijk
van
de
uitvoering:
TRACK
De
Intelligent
Safety-systemen
worden
uitgej schakeld.
Naast
de
gedeactiveerde
systemen
in
het
proj gramma
SPORT
worden
afhankelijk
van
de
uitj
voering
de
volgende
systemen
gedeactiveerd:
'xSpeed
Limit
Info
met
weergave
van
inhaalverj
boden.'xCollision
Warning
met
remfunctie.'xUitwijkhulp.'xRear
Collision
Prevention.'xDe
alarmlichtinstallatie
bij
sterk
remmen
kort
voor
de
stilstand
wordt
gedeactiveerd.'xDe
controledisplay
wordt
uitgeschakeld.'xDe
functies
van
het
entertainmentsysteem
worden
uitgeschakeld.
Programma
selecteren
De
toets
indrukken
om
tussen
ROAD
en
SPORT
te
wisselen.
Afhankelijk
van
de
uitrusting:
Voor
de
wissel
naar
het
programma
TRACK
de
toets
ingedrukt
houden
tot
er
een
melding
op
het
Control
Display
verschijnt.
De
melding
bej vestigen.
Een
nieuwe
druk
op
de
toets
wisselt
opnieuw
naar
het
programma
ROAD.
Seite
247RijstabiliteitsregelsystemenBEDIENING247
Online
Edition
for
Part
no.
01405A37B59
-
VI/21

Weergave
De
weergave
op
het
instrumentenpaneel
en
het
aanzicht
van
het
Head-Up
Display
wijzigen
als
volgt
met
het
geselecteerde
programma:ProgrammaWeergaveROADStandaardaanzicht.SPORTM-aanzicht:
individueel
ingej
stelde
widgets
worden
weerj
gegeven.Afhankelijk
van
de
uitrusting:
TRACKM-aanzicht:
individueel
ingej
stelde
widgets
worden
weerj
gegeven.
Extra
opschrift
TRACK
op
het
instrumentenpaneel.
Servotronic
Principe
De
servotronic
is
een
snelheidsafhankelijke
stuurbekrachtiging.
Bij
lage
snelheden
wordt
de
stuurkracht
meer
ondersteund
dan
bij
hogere
snelheden.
Daardoor wordt
bijv.
het
inparkeren
vereenvoudigd
enwordt
de
besturing
directer
bij
sneller
rijden.
Bovendien
wordt
de
stuurkracht
aangepast
aan
het
programma
zodat
een
sportief-direct
of
comj
fortabel
stuurgedrag
wordt
overgebracht.
Algemeen
Het
systeem
biedt
verschillende
stuurkrachtafj
stemmingen.
ProgrammaStuurkrachtafstemmingCOMFORTLage
stuurkracht,
goede
feedj
back
van
rijweg.SPORTGrote
stuurkracht,
maximale feedback
van
rijweg.Overzicht
Toets
in
de
auto
SETUP
Programma
selecteren Met
toetsen De
toets
indrukken
en
het
gewensteprogramma
op
het
Control
Display
sej
lecteren.
Via
iDrive Het
gewenste
programma
kan
voor
de
toetsenM1
of
M2
worden
geconfigureerd.
1.CAR2.

M
menu3.M1
configureren
of
M2
configureren4.

Stuurinrichting5.Gewenst
programma
selecteren.
De
instelling
wordt
bij
een
actieve
M1-
of
M2-
configuratie
onmiddellijk
overgenomen.
Om
de
gewenste
configuratie
met
de
geselecj teerde
instellingen
te
activeren,
de
overeenkomjstige
toets
op
het
stuur
indrukken:
'x'xSeite
248BEDIENINGRijstabiliteitsregelsystemen248
Online
Edition
for
Part
no.
01405A37B59
-
VI/21