178
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Ga naar ...
Selecteer "Ga naar" om de gewenste bestemming
op verschillende manieren te kunnen instellen, niet
alleen met het adres.
Kaart weergeven
Geef de routekaart weer voor een overzicht met de
navigatiefunctie van de kaart.
Een route plannen
Gebruik het navigatiesysteem om van tevoren
een route te plannen door het beginpunt en de
bestemming te kiezen.
Diensten
Gebruik verkeersinformatie voor een route met zo
weinig mogelijk vertragingen.
Instellingen
Verander het uiterlijk en het gedrag van het
navigatiesysteem.
De meeste systeeminstellingen zijn toegankelijk
door "Instellingen" in het hoofdmenu aan te raken.
Help
Toegang tot de informatie over de Assistance-
diensten en andere gespecialiseerde diensten.
Afsluiten
Bevestig de instellingen.
Limiet
Snelheidsbegrenzing (wanneer bekend).
Het verschil tussen de gewenste aankomsttijd en de
geschatte aankomsttijd.
Wissel tussen ene kaart in 3D en 2D.
Ga naar..., Kaart weergeven, Een route plannen,
Diensten, Instellingen, Help, Afsluiten.Als het navigatiesysteem voor de eerste keer
opstart, worden de "Rijmodus" en uitgebreide
informatie over de huidige locatie weergegeven.
Raak het midden van het scherm aan om het
hoofdmenu te openen.
Detail
Het routeoverzicht geeft een overzicht van de route,
de resterende afstand en de geschatte resterende
reistijd.
Met RDS-TMC-gegevens toont het routeoverzicht
ook verkeersinformatie over vertragingen op de
route.
Route wijzigen
Het navigatiesysteem helpt u om zo snel mogelijk
op uw bestemming te komen door een snellere,
alternatieve route weer te geven, wanneer die er is.
Afsluiten
Bevestig de instellingen.
Instructies
Navigatie-aanwijzingen voor het volgende deel van
de rit en de afstand tot de volgende aanwijzing. Als
de tweede aanwijzing op minder dan 150 meter van
de eerste aanwijzing ligt, dan wordt deze meteen
weergegeven in plaats van de afstand.
Raak dit deel van de statusbalk aan om de laatste
gesproken aanwijzing te herhalen.
Kaarten bijwerken
Ga als volgt te werk om kaarten bij te werken:
–
Gegarandeerd bijwerken van kaarten:
als er binnen 90 dagen nadat het systeem
voor het eerst is gebruikt een nieuwe kaart
beschikbaar komt, kunt u de kaart één keer gratis
downloaden.
–
Kaart bijwerken: u kunt een nieuwe versie van
de kaart in het systeem kopen.
Voer de volgende vier stappen uit om de kaarten in
het systeem bij te werken:
–
Bereid een USB-apparaat voor
.
–
Installeer TomTom HOME en maak een
MyTomTom-account aan.
–
Download de kaart.
–
Installeer de nieuwe kaart.
Gebruik een USB-apparaat en geen externe geluidsdragers (telefoon of mediaspeler).
Gebruik geen USB-hub om beschadiging van het systeem te voorkomen.
Een USB-apparaat voorbereiden
Het USB-apparaat moet worden voorbereid terwijl de motor draait en het
voertuig stilstaat.
U kunt de kaart alleen bijwerken met een USB-
apparaat dat aan de volgende vereisten voldoet:
–
Het USB-apparaat moet leeg zijn.
–
Het USB-apparaat moet 16 GB vrije ruimte
hebben.
–
Gebruik uitsluitend USB-apparaten met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
179
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12– Vergrendel het USB-apparaat niet en controleer of
er bestanden op kunnen worden opgeslagen.
Bereid het USB-apparaat als volgt voor:
►
Zorg ervoor dat de kaart die wordt bijgewerkt
actief is in het navigatiesysteem van het voertuig.
Als het navigatiesysteem beschikt over verschillende
kaarten en u een kaart wilt bijwerken die op dit
moment niet is geactiveerd, activeer deze dan.
►
Selecteer "
Kaart wijzigen" in het menu
" Instellingen" van de navigatie-applicatie.
►
Selecteer "
Navigatie-updates" in het menu
" Instellingen".
►
Geef aan of u een USB-apparaat wilt
voorbereiden voor het downloaden van updates.
►
Selecteer "
Ja".
►
Plaats het USB-apparaat in de USB-aansluiting
in het middelste opbergvak, speciaal voor
gegevensoverdracht.
Het systeem begint met het voorbereiden van het
USB-apparaat.
– Als het systeem blijft vragen om het
plaatsen van een USB-apparaat, zorg dan
dat het USB-apparaat voldoet aan de
bovenstaande voorwaarden en probeer het
opnieuw.
–
Als u meerdere USB-apparaten aansluit,
vraagt het systeem de apparaten te verwijderen,
zodat alleen het apparaat dat moet worden
voorbereid is verbonden.
–
Als er onvoldoende ruimte op het USB-
apparaat aanwezig is, vraagt het systeem een
ander USB-apparaat te gebruiken.
– Als u een USB-apparaat aansluit waarop
bestanden staan, waarschuwt het systeem u
dat de bestanden op het USB-apparaat mogelijk
worden verwijderd.
Als het USB-apparaat klaar is, wordt de
onderstaande melding weergegeven:
" Navigatie-updates"
Het USB-apparaat is voorbereid.
U kunt nu het USB-apparaat veilig verwijderen.
►
V
erwijder het USB-apparaat. U kunt de nieuwe
kaart nu naar het USB-apparaat downloaden.
Installeer TomTom HOME
Voer de volgende stappen uit om "TomTom HOME"
te installeren en een "MyTomTom"-account aan te
maken:
►
Download en installeer de
TomTom HOME-app
op uw computer met behulp van deze link:
tomtom.com/getstarted
►
Selecteer en download
TomTom HOME en volg
daarna de instructies op het scherm.
Gebruik een veilig wifinetwerk en geen 3G/4G-netwerk om de app op een computer
te downloaden.
►
Sluit het USB-apparaat aan op de computer
.
"TomTomHome" wordt automatisch gestart.
►
Selecteer "
Inloggen" in de hoek rechtsboven
van "TomTom HOME".
►
Selecteer "
Een account aanmaken" en voer
vervolgens uw gegevens in om een "MyTomTom"
account aan te maken.
U hebt een "MyTomTom"-account nodig om kaartupdates te ontvangen.
Wanneer u een account hebt aangemaakt, moet
u aangeven of u uw systeem aan uw account wilt
koppelen. Het voorbereide USB-apparaat is uw
systeem.
►
Selecteer "
Apparaat koppelen” en daarna
" Afsluiten".
U kunt nu een nieuwe kaart naar het USB-apparaat
downloaden.
Een kaart downloaden
Sluit het USB-apparaat aan op de computer.
Een kaart selecteren om te downloaden
–
U kunt controleren of u gratis een kaart kunt
downloaden met behulp van de garantie verversen
van kaart door "Gereedschappen" en vervolgens
" Garantie verversen van kaart" in "TomTom
HOME" te selecteren.
–
W
anneer u een kaartupdate wilt kopen, selecteer
" Kaarten kopen" in "TomTom HOME".
–
Als u al een update hebt aangeschaft, selecteert u
" Mijn apparaat bijwerken" in "TomTom HOME".
Een kaart downloaden
Als er een kaartupdate beschikbaar is voor uw
systeem, wordt dit als een beschikbare update
weergegeven.
Als de meeste recente kaart al op uw systeem is gedownload, zijn er geen
updates beschikbaar.
180
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
► Selecteer de kaart die u wilt downloaden en
selecteer vervolgens "Bijwerken en installeren";
de kaart wordt gedownload en geïnstalleerd op uw
USB-apparaat.
►
Selecteer "
Voltooid” wanneer het proces is
afgerond.
De kaart installeren
De nieuwe kaart moet worden gedownload terwijl de motor draait en
het voertuig stilstaat.
Wanneer u een kaart naar uw USB-apparaat
hebt gedownload, kunt u de kaart op uw systeem
downloaden.
►
Sluit het USB-apparaat met de nieuwe kaart aan
op de voor gegevensoverdracht naar het systeem
bedoelde USB-aansluiting in het middelste
opbergvak.
Het systeem detecteert dat er een nieuwe kaart op
het USB-apparaat staat. Er kan ook een update van
de navigatiesoftware op staan als die nodig is voor
de nieuwe kaart.
►
U moet aangeven of u het systeem wilt
bijwerken.
►
Selecteer "
Start”.
Als het USB-apparaat nieuwe software bevat,
begint het systeem met het bijwerken van de
navigatiesoftware. Wanneer de software is
bijgewerkt, moet het systeem opnieuw worden
gestart.
►
Selecteer "
OK".
Voordat het systeem met een update van de kaart
begint, waarschuwt het systeem dat het installeren
van de kaart minimaal 30 minuten duurt.
Verwijder het USB-apparaat niet en schakel het systeem niet uit zolang de update niet is
voltooid. U kunt het systeem pas weer gebruiken
als de update is voltooid. Als de update wordt
onderbroken, wordt de systeemupdate opnieuw
gestart.
Als de kaart is bijgewerkt, wordt de onderstaande
melding weergegeven:
" Update voltooid"
U kunt nu het USB-apparaat veilig verwijderen.
►
Klik op "
Sluiten".
De nieuwe kaart is nu beschikbaar in het systeem.
Problemen oplossen
Tijdens een update kunnen de volgende problemen
zich voordoen:
–
De kaart op het USB-apparaat is ongeldig.
Als dat
het geval is, downloadt u de kaart nog een keer naar
het USB-apparaat via "TomTom HOME".
Misschien moet het USB-apparaat opnieuw
voorbereiden.
–
De versie van de kaart op het USB-apparaat is
hetzelfde als de versie op het systeem of ouder. Als
dat het geval is, downloadt u de kaart nog een keer
naar het USB-apparaat via "TomTom HOME".
Misschien moet het USB-apparaat opnieuw
voorbereiden.
Telefoon
Druk op "TELEFOON" om de telefoonmenu's weer te geven:
– Mobiele telefoon .
– Geef de contactgegevens in het telefoonboek van
de mobiele telefoon weer en bel ze.
–
Druk op de toets
5 of 6 om door de
contactpersonen te bladeren.
–
Ga direct naar de gewenste letter in de lijst.
Recente oproepen
–
Alle oproepen, In, Uit, Gemist
.
–
Geef contactpersonen van
recente oproepen weer
en bel ze.
Het systeemgeheugen bevat vooraf ingestelde
tekstberichten die kunnen worden verstuurd als
antwoord op een ontvangen bericht of als een nieuw
bericht.
Na ontvangst van een tekstbericht (afhankelijk van
de uitvoering van de telefoon) stuurt het systeem het
betreffende bericht ook naar u.
Instellingen
–
V
erbonden telefoons. Apparaat toevoegen,
Verbonden audio.
–
Combineer maximaal 10 telefonen/audio-
apparaten voor snellere en eenvoudigere toegang
en verbinding.
181
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12
Kies het telefoonnummer met het virtueel
toetsenbord op het scherm.
Overbrengen.
–
Overbrengen.
–
Breng oproepen over van het systeem naar de
mobiele telefoon en omgekeerd.
–
Gedempt
.
–
Schakel het geluid van de microfoon van het
systeem uit voor privégesprekken.
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan
de handsfree set mag om
veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze
handeling de volledige aandacht van de
bestuurder vraagt uitsluitend worden uitgevoerd
als het voertuig stilstaat.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en
zorg ervoor dat deze "zichtbaar is voor iedereen"
(configuratie van de telefoon).
Druk op "PHONE". Als er nog geen mobiele telefoon aan het
systeem is gekoppeld, wordt een speciale pagina op
het scherm weergegeven.
Selecteer "Ja" om het apparaat te koppelen en zoek
daarna de naam van het systeem op de mobiele
telefoon (als u "Nee" kiest, wordt het hoofdscherm
van de telefoon weergegeven).
Selecteer de naam van het systeem en voer
vervolgens, afhankelijk van de telefoon, via het
toetsenbord van uw telefoon de pincode op
het scherm van het systeem in of bevestig de
weergegeven pincode op de mobiele telefoon.
Tijdens het koppelen wordt er een pagina
weergegeven waarop de voortgang wordt
weergegeven.
Als het koppelen niet is gelukt, is het raadzaam de Bluetooth-functie van uw
telefoon even uit te zetten en opnieuw te activeren.
Als de koppelprocedure succesvol is voltooid, wordt een schermpagina
weergegeven:
–
Antwoord "Ja" op de vraag; de mobiele telefoon
wordt als favoriet opgeslagen (de mobiele telefoon
heeft prioriteit over andere mobiele telefoons die
later kunnen worden gekoppeld).
–
Als er geen ander apparaat is gekoppeld, ziet het
systeem het eerste apparaat dat is gekoppeld als
favoriet.
Bij mobiele telefoons die niet als favoriet zijn ingesteld, wordt de prioriteit bepaald door de
volgorde van koppelen. De laatst gekoppelde
telefoon heeft de hoogste prioriteit.
De beschikbaarheid van de diensten is afhankelijk
van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit
van de gebruikte Bluetooth-apparaten. Raadpleeg
de handleiding van uw telefoon en uw provider om
te zien welke diensten u kunt gebruiken.
Wanneer u weer in het voertuig stapt, maakt de
laatst gekoppelde telefoon automatisch verbinding,
binnen ongeveer 30 seconden na het aanzetten van
het contact (met
Bluetooth
® geactiveerd).
Als u het profiel voor automatische koppeling wilt
aanpassen, selecteert u de telefoon in de lijst en
selecteert u de gewenste parameters.
Het systeem is compatibel met de volgende
profielen: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP.
Automatisch opnieuw verbinden
Bij het aanzetten van het contact wordt de telefoon
die bij het afzetten van het contact met het systeem
was verbonden automatisch opnieuw verbonden.
Voorwaarde is dat deze verbindingswijze tijdens
de koppelingsprocedure is geactiveerd (zie vorige
pagina's).
De verbinding wordt bevestigd door de weergave
van een melding en de naam van de telefoon.
Beheer van
telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een apparaat met het systeem worden
verbonden of de verbinding worden verbroken,
en kan een koppeling ongedaan worden
gemaakt.
Druk op "Instellingen".
182
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Selecteer "Telefoon/Bluetooth®" en selecteer
vervolgens de telefoon in de lijst van gekoppelde
apparaten.
Selecteer "Verbinden" of "Verbinding verbreken",
" Apparaat verwijderen" of "Apparaat toevoegen",
" Opslaan onder favorieten", "Tekstberichten
Aan", "Downloaden" in de lijst van opties.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt
een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op deze stuurwieltoets om het gesprek aan te nemen.
of
Druk op de toets "Aannemen" die op het scherm
wordt weergegeven.
Wanneer u een telefoongesprek voert terwijl
een ander gesprek in de wacht staat, kunt u
overschakelen van het ene naar het andere gesprek
met de toets "Schak. tussen gesprekken" of kunt u
beide gesprekken samenvoegen in een "conference
call" met de toets "Confer.".
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuurwieltoets om een gesprek te weigeren.
of
Druk op de toets "Negeren" die op het scherm wordt
weergegeven.
Bellen
Een nieuw nummer bellen
Het is raadzaam de telefoon NIET tijdens het rijden te gebruiken. Stop op een veilige
plaats of gebruik bij voorkeur de
stuurkolomschakelaars.
Druk op "PHONE".
Druk op de toets Toetsenbord.
Toets het telefoonnummer in op het toetsenbord
en druk vervolgens op de toets "Bellen" om het
nummer te bellen.
Een contact bellen
Druk op "PHONE".
Druk op de toets "Telefoonboek" of op de
toets "Recente oproepen".
Selecteer het contact in de weergegeven lijst om het
desbetreffende nummer te bellen.
Gegevens auto
Druk op "MEER" om menu's met informatie over het voertuig weer te geven:
Buitentemperatuur
Toont de buitentemperatuur.
Klok
Toont de klok. Kompas
Toont de richting waarin u rijdt.
Traject
–
Huidige informatie, T
raject A, Traject B.
Toont de boordcomputer.
Houd de toets "Traject A" of "Traject B" ingedrukt om
de gegevens van het betreffende traject te resetten.
Configuratie
Druk op deze toets om het menu Instellingen weer te geven:
Display (Weergave)
–
Brightness
(Helderheid).
–
Stel de lichtsterkte van het scherm in.
–
Display mode
(Weergavemodus).
–
Stel de weergavemodus in.
–
Language
(Taal).
–
Kies de taal voor het display
.
–
Unit of measurement
(Maateenheid).
–
Stel de meeteenheden voor het verbruik, afstand
en temperatuur in.
–
T
ouch screen beep (Pieptoon touchscreen).
–
Activeer of deactiveer het geluidssignaal wanneer
er een toets op het scherm wordt aangeraakt.
–
Display T
rip B (Weergave traject B).
–
Geef
Traject B op het scherm voor de bestuurder
weer.
Voice commands (Gesproken commando's)
–
V
oice response time (Reactietijd systeem
gesproken commando's).
–
Stel de lengte van de reactie van het
spraaksysteem in.
183
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12– Display list of commands (Een lijst met
commando's weergeven).
–
Geef suggesties voor verschillende opties weer
tijdens een spraaksessie.
Clock and Date (Tijd en datum)
–
T
ime setting and format (Tijd en formaat
instellen).
–
De tijd instellen.
–
Display time mode
(Tijd weergeven).
–
Activeer of deactiveer de weergave van de digitale
klok op de statusbalk.
–
Synchro time
(Tijd synchroniseren).
–
Activeer of deactiveer de automatische
tijdweergave.
–
Date setting
(Datum instellen).
–
De datum instellen.
Safety/Assistance
(Veiligheid / Assistentie)
–
Reversing camera
(Achteruitrijcamera).
–
T
oont de achteruitrijcamera in de
achteruitversnelling.
–
Camera delay
(Vertraging camera).
–
Laat het beeld van de achteruitrijcamera
maximaal 10 seconden of tot een snelheid van 18
km/h zien.
Lighting (Verlichting)
–
Daytime running lamps
(Dagrijverlichting).
–
Activeer of deactiveer de automatische verlichting
van de koplampen bij het starten.
Doors & locking (Portieren en vergrendeling)
–
Autoclose
(Automatisch sluiten).
–
Activeer of deactiveer het automatisch
vergrendelen van de portieren wanneer het voertuig
rijdt. Audio
–
Equalizer .
–
Stel de lage, middelhoge en hoge tonen in.
–
Balance/Fade
(Balans/fader).
–
Stel de balans van de luidsprekers voor en achter
,
en links en rechts in.
–
Druk op de toets in het midden van de pijlen voor
een evenwichtige instelling.
–
V
olume/Speed (Volume/Snelheid).
–
Selecteer de gewenste parameter; de optie wordt
gemarkeerd weergegeven.
–
V
olume.
–
Optimaliseer de kwaliteit van de audio bij laag
volume.
–
Automatic radio
(Automatische radio).
–
Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de
laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
–
Radio switch-off delay
(Vertraging uitschakeling
radio).
–
Stel de parameter in.
–
AUX vol. Setting
(Volume-instelling AUX).
–
Stel de parameters in.
T
elephone (Telefoon)/Bluetooth
®
– Connected tels (Verbonden telefoons).
– Start de Bluetooth®-verbinding van het
geselecteerde mobiele apparaat.
–
V
erwijder het geselecteerde apparaat.
–
Sla het geselecteerde mobiele apparaat op in de
favorieten.
–
Stel de parameters in.
–
Apparaat toevoegen
.
–
V
oeg een nieuw mobiel apparaat toe.
– Verbonden audio.
– Maak alleen verbinding met het mobiele apparaat
voor audio.
Radio-instelling
–
DAB-meldingen
.
–
Activeer of deactiveer meldingen.
–
Activeer of deactiveer de opties:
Alarm,
Aankondiging evenement, Nieuws aandelenmarkt,
Nieuws, Programma-informatie, Speciaal
evenement, Sportberichten, Info over openbaar
vervoer. Alarmmeldingen, Weerbericht.
Instellingen herstellen
Herstel de standaardinstellingen van het scherm, de
klok, het geluid en de radio.
Persoonsgegevens verwijderen
Verwijder persoonsgegevens, Bluetooth
®-apparaten
en vooraf ingestelde instellingen.
Gesproken commando's
Informatie - het systeem
gebruiken
U kunt het systeem in plaats van met de toetsen van het scherm ook bedienen via
gesproken commando's.
Neem de volgende aanwijzingen in acht om ervoor te zorgen dat het systeem uw
gesproken commando's altijd herkent:
–
spreek op een normale manier
,
184
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
– wacht voordat u spreekt altijd op de "piep"
(geluidssignaal),
–
het systeem kan gesproken commando's
herkennen ongeacht of ze worden uitgesproken
door een man of een vrouw en ongeacht de toon
en de klankkleur van de stem,
–
beperk zo veel mogelijk de bijgeluiden in het
interieur,
–
vraag alvorens een commando uit te
spreken of de andere passagiers een moment
willen zwijgen. Het systeem herkent namelijk
commando's ongeacht door wie ze worden
uitgesproken; als meerdere personen gelijktijdig
praten, kan het systeem andere of meerdere,
niet-bedoelde commando's herkennen,
–
voor een optimale werking is het raadzaam
de ruiten en eventueel het schuif-/kanteldak
(indien aanwezig) te sluiten om verstoringen van
buitenaf te voorkomen.
Schakelflippers aan de
stuurkolom
Met deze toets kan de spraakherkenningsmodus "Telefoon" worden
geactiveerd waarmee u kunt bellen, recente/
ontvangen/verstuurde oproepen kunt laten
weergeven, het telefoonboek kunt bekijken enz.
Met deze toets kan de spraakherkenningsmodus "Radio/media"
worden geactiveerd waarmee u kunt afstemmen op
een specifieke radiozender of een specifieke AF/
FM-frequentie, en waarmee u een track of een
album op een USB-stick/iPod/MP3-CD kunt laten
afspelen.
De communicatie kan versneld plaatsvinden door deze toetsen tijdens een gesproken
bericht van het systeem ingedrukt te houden. U
kunt dan direct een gesproken commando
geven.
Bijvoorbeeld: als het systeem bezig is een
hulpbericht uit te spreken en u weet welk
commando u het systeem wilt geven, dan kunt
u door op deze toetsen te drukken het bericht
onderbreken en direct het commando uitspreken
(om te voorkomen dat u het volledige hulpbericht
moet beluisteren).
Als het systeem wacht op een gesproken
commando van de gebruiker, kunt u door
op deze toetsen te drukken de sessie van
gesproken commando's afsluiten.
Elke keer dat een toets wordt ingedrukt, klinkt er een geluidssignaal en wordt een
schermpagina met suggesties voor gesproken
commando's weergegeven.
Algemene gesproken commando's
Deze commando's kunnen vanaf elke
schermpagina worden gegeven
nadat er op de stuurwieltoets "Spraakherkenning" of
"Telefoon" wordt gedrukt, behalve als er een
telefoongesprek bezig is.
Help
Geeft algemene ondersteuning aan de gebruiker
door een aantal beschikbare commando's te geven.
Cancel
Sluit de huidige reeks gesproken commando's af.
Repeat
Herhaal het laatst gesproken bericht voor de
gebruiker.
Voice tutorial
Geeft een gedetailleerde beschrijving aan de
gebruiker over het gebruik van het spraaksysteem.
Gesproken commando's
"Telefoon"
Als er een telefoon is verbonden met het systeem, kunnen deze gesproken
commando's vanaf elke pagina van het hoofdscherm
worden gegeven nadat er op de stuurwieltoets
Telefoon wordt gedrukt, behalve als er een
telefoongesprek bezig is.
Als er geen telefoon is verbonden, zegt een
besproken bericht: "No telephone is connected.
Connect a phone and try again" (Geen telefoon
verbonden. Verbind een telefoon en probeer het nog
een keer); de spraaksessie wordt afgesloten.
U kunt het label "Mobiele telefoon" vervangen door drie andere labels: "Thuis",
"Kantoor" of "Overig".
185
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12Bel* > Henk Jansen
Kies het telefoonnummer dat bij contactpersoon
Henk Jansen hoort.
Call* > Henk Jansen > Mobile phone
Kies het telefoonnummer met het label "Mobiele
telefoon" van het contact met de naam Henk
Jansen.
Call number > 0123456789
Bel nummer 0123456789.
Redial
Bel het nummer of de contactpersoon van de laatst
gemaakte oproep.
Call back
Bel het nummer of de contactpersoon van de laatst
ontvangen oproep.
Recent calls*
Bekijk de volledige lijst met de laatste oproepen:
uitgaand, gemist en ontvangen.
Outgoing calls*
Bekijk de lijst met uitgaande oproepen.
Missed calls*
Bekijk de lijst met gemiste oproepen.
Incoming calls*
Bekijk de lijst met inkomende oproepen.
Directory*
Bekijk het telefoonboek van de verbonden telefoon.
Search* > Henk Jansen
* Deze functie is alleen beschikbaar als de telefoon die met het systeem is verbonden geschikt is voor het downloaden van contacten en de lijst met recente
oproepen, en als deze gegevens werkelijk zijn gedownload.
**
Deze functie is alleen beschikbaar als de telefoon die met het
systeem is verbonden de leesfunctie voor tekstberichten ondersteunt.
***
U kunt "Magic" door de naam van elke andere FM-zender vervangen
die door de radio wordt ontvangen. Maar niet alle radiozenders leveren deze dienst.
****
U kunt "Absolute radio" door de naam van elke andere DAB-zender
vervangen die door de radio wordt ontvangen. Niet alle DAB-zenders leveren deze dienst.
Bekijk de contactgegevens van Henk Jansen in het
telefoonboek met alle opgeslagen nummers.
Search* > Henk Jansen > Mobile phone
Bekijk het telefoonnummer met het label "Mobiele
telefoon" van de contactpersoon met de naam Henk
Jansen.
View messages**
Bekijk de lijst met tekstberichten die door de
verbonden telefoon zijn ontvangen.
Als de telefoon de voornaam (Henk) en achternaam (Jansen) in twee aparte velden
ondersteunt, geef de volgende gesproken
commando's:
–
"Call" > "Henk" > "Jansen" of "Call" > "Jansen"
> "Henk".
–
"Search" > "Henk" > "Jansen" of "Search" >
"Jansen" > "Henk".
Gesproken commando's voor
Autoradio AM/FM/DAB
Deze commando's kunnen vanaf elke pagina van het hoofdscherm worden gegeven door
op de stuurwieltoets "Gesproken commando's" te
drukken, behalve als er een telefoongesprek bezig
is. Stem af op > 105,5 > FM
Stem de radio af op de frequentie van 105,5 van de
FM-band.
Stem af op > 940 > AM
Stem de radio af op de frequentie van 940 van de
AM-band.
Stem af op*** > Magic > FM
Stem de radio af op de zender Magic.
Stem af op een DAB-zender**** > Absolute Radio
Stem de DAB-radio af op de zender Absolute Radio.
Gesproken commando's
"Multimedia"
Deze commando's kunnen vanaf elke pagina
van het hoofdscherm worden gegeven door
op de stuurwieltoets "Gesproken commando's" te
drukken, behalve als er een telefoongesprek bezig
is.
Listen to track > "Track 1" (Luister naar nummer >
"Nummer 1")
Speel Nummer 1 af.
Listen to album > "Album 1" (Luister naar album >
"Album 1")
Speel de nummers van "Album 1" af.
Listen to artist > "Artist 1" (Luister naar artiest >
"Artiest 1")