227
PEUGEOT Connect Nav
12seconden of soms enkele minuten duren nadat het
apparaat voor de eerste keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en het
aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer wanneer het contact wordt ingeschakeld of
wanneer er een USB-geheugenstick wordt ingestoken,
worden de afspeellijsten bijgewerkt. Het audiosysteem
slaat deze lijsten op, zodat deze sneller worden
geladen wanneer ze niet gewijzigd zijn.
AUX-aansluiting (AUX)
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-speler, enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd)
aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar als "Extra
ingang" in de audio-instellingen is geselecteerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat
af (op een hoog geluidsniveau). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
De bediening vindt plaats via het draagbare apparaat.
Geluidsbron selecteren
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN".
Selecteer de geluidsbron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering/afhankelijk van het land.
Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort.
De video kan alleen via het touchscreen worden bediend.
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN".
Selecteer Video om de video te starten.
Druk om de USB-geheugenstick te verwijderen
op de pauzetoets om de video te stoppen en
verwijder de geheugenstick.
Het systeem kan videobestanden met de indelingen
MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1, H.264, H.263,
VP8, WMV en RealVideo afspelen.
Streaming via Bluetooth®
Met streaming kunt u via uw smartphone naar audio
luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden geactiveerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af
(op een hoog geluidsniveau).
Stel dan het geluidsvolume van het audiosysteem in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het zijn
dat u het afspelen van de audio moet starten via de
smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of via de
aanraaktoetsen van het systeem.
Als streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een geschikte
kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audioboeken / podcasts).
De standaardindeling is de indeling per artiest.
Om dit te veranderen moet u terug naar het eerste
niveau in de structuur en kiest u een andere indeling
(bijvoorbeeld afspeellijsten). Bevestig uw keuze
voordat u in de structuur weer afzakt naar het
gewenste nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten en Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel wordt
niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de bedieningstoetsen van
het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet door het
systeem worden herkend, moeten met een kabel (niet
meegeleverd) op de jack-plug worden aangesloten
of via Bluetooth-streaming worden gekoppeld (indien
compatibel).
228
PEUGEOT Connect Nav
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het laatst
verbinding is gemaakt, terugkomt in uw auto wordt
deze automatisch herkend en wordt er binnen
ongeveer 30 seconden na het inschakelen van het
contact automatisch verbinding gemaakt met de
telefoon (indien Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten of
ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te
geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling ongedaan te
maken.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden af met
de bestandsextensie ".wma", ".aac", ".flac", ".ogg" en
".mp3" met een bitrate tussen 32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.) kunnen
niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties (sampling
rates) zijn 32, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te voorkomen,
raden wij aan om bestandsnamen te kiezen van
maximaal 20 tekens die geen speciale tekens bevatten
(zoals, " ? .
; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel voor het draagbare apparaat te gebruiken.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de
compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-
apparaten. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de telefoon om te kijken welke diensten
beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn ingeschakeld, en de telefoon moet zijn ingesteld op
"zichtbaar voor alle apparaten" (in de
telefooninstellingen).
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit vanaf de
telefoon of het systeem wordt gedaan: controleer of de
door de telefoon en het systeem weergegeven code
identiek zijn.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de telefoon de functie Bluetooth uit
te schakelen en weer in te schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om verbinding
met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken". Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos audiobestanden
via de telefoon afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet" moet worden geactiveerd voor online navigatie
nadat eerst verbinding delen via de smartphone is
geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon, wordt u gevraagd om
de overdracht van uw contacten en berichten goed te
keuren.
De mogelijkheid van het systeem om maar één profiel te koppelen hangt af van de
telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle drie
de verbindingsprofielen geselecteerd.
Profielen die compatibel zijn met het systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP en
PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer informatie
(compatibiliteit, aanvullende instructies, enz.).
230
PEUGEOT Connect Nav
Selecteer vervolgens "Equalizer", "Verdeling",
"Geluid", "Spraak" of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te slaan.
De balans/verdeling (of spatialisatie met het
Arkamys©-systeem) verwerkt audio zodanig
dat de geluidskwaliteit wordt afgestemd op het
aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling voor Equalizer (keus uit 6 sferen) en ook voor Bass, Medium en Treble zijn
verschillend en apart in te stellen voor elke
geluidsbron.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen "Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.
Schakel "Geluiden touchscreen",
" Snelheidsafhankelijke volumeregeling", en
" Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging©
optimaliseert de verdeling van geluid in het
passagiersgedeelte.
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "Contact".
Selecteer "Aanmaken"om een nieuw contact toe te voegen.
Druk op het tabblad "Telefoon" om het telefoonnummer (de telefoonnummers) van het
contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Adres" om het adres (de adressen) van het contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Email" om het e-mailadres (de e-mailadressen) van het
contact in te voeren.
Druk op "OK" om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten op
achternaam + voornaam, of voornaam +
achternaam te sorteren.
Met de functie "Email" kunt u e-mailadressen van uw contacten invoeren, maar u kunt met
het systeem geen e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Berichten" om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Alle", "Ontvangen", of " Verzonden".
Selecteer de details van het bericht dat u in een
van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beantwoorden" om een in het systeem opgeslagen snelbericht te versturen.
Druk op "Bellen" om het nummer te bellen.
Druk op "Beluisteren" om het bericht te beluisteren.
De toegang tot "Berichten" is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met het
systeem in de auto.
Sommige smartphones halen berichten of
e-mailberichten langzamer op dan andere.
Snelberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "SMS-berichten" om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Te laat", " Aangekomen", "Niet beschikbaar", of
" Overig"om nieuwe berichten aan te maken.
Druk op "Aanmaken" om een nieuw bericht te
schrijven.
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Overbrengen" om een of meerdere ontvangers te selecteren.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af te spelen.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Email" om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Ontvangen", " Verzonden", of "Ongelezen".
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt
geselecteerd.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af te spelen.
De toegang tot e-mailberichten is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met
het systeem in de auto.
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "Audio-instellingen".
236
Event Data Recorders (EDR)
Event Data Recorders (EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden in uw auto
gemonteerd. Regeleenheden verwerken gegeven die,
bijvoorbeeld, afkomstig zijn van autosensoren of die de
regeleenheden zelf aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist voor een veilige
werking van uw auto, andere bieden ondersteuning
tijdens het rijden (bestuurdersondersteuningssystemen)
of verzorgen comfort- of infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie over
gegevensverwerking in de auto. U vindt extra informatie
over welke specifieke gegevens worden geüpload,
opgeslagen en doorgegeven aan derden en voor
welke doeleinden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld aan de verwijzingen
voor de desbetreffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershandleiding of in de
algemene verkoopvoorwaarden. U kunt deze ook
online inzien.
Bedieningsgegevens in de auto
Regeleenheden verwerken gegevens voor bediening
van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten, bijvoorbeeld:
–
statusinformatie over de auto (bijv
.snelheid,
vertraging, dwarsversnelling, onderling verwisselen van
wielen, schermpje "veiligheidsgordels omgedaan")
–
omgevingsomstandigheden (bijv
. temperatuur,
regensensor, afstandssensor)
In de regel zijn dergelijke gegevens van voorbijgaande
aard en worden ze niet langer dan een bedrijfscyclus
opgeslagen en alleen aan boord van de auto zelf verwerkt. Vaak maken regeleenheden gebruik van
gegevensopslag (zo ook de autosleutel). Dit om
tijdelijke of permanente opslag mogelijk te maken
met betrekking tot de autoconditie, de belasting van
componenten, de onderhoudsvereisten en technische
gebeurtenissen en storingen.
Afhankelijk van de technische uitrustingsniveaus
worden de volgende gegevens opgeslagen:
–
bedieningsstatus van systeemcomponenten (bijv
.
vloeistofpeil, bandenspanning, accustatus)
–
storingen en gebreken in belangrijke
systeemcomponenten (bijv. verlichting, remmen)
–
systeemreacties in bepaalde rijsituaties (bijv
.
triggering van een airbag, activering van de
stabiliteitsregelingen)
–
informatie over gebeurtenissen die tot schade aan de
auto hebben geleid
–
bij elektrische voertuigen het oplaadniveau in de
hoogspanningsaccu, geschatte actieradius
In speciale gevallen (bijv. als de auto een storing heeft
gedetecteerd), moeten mogelijk gegevens worden
opgeslagen die anders vluchtig van aard zijn.
Wanneer u gebruikmaakt van diensten (bijv.
reparatie, onderhoud), zijn de bedieningsgegevens
samen met het chassisnummer uit te lezen en
waar nodig te gebruiken. Personeel werkzaam
binnen het servicenetwerk (bijv. garages,
fabrikanten) of derden (bijv. pechhulpverleners)
kunnen de gegevens uitlezen aan de auto.
Hetzelfde geldt voor garantiewerkzaamheden en
kwaliteitsborgingsmaatregelen.
Gegevens worden doorgaans uitgelezen in de auto
via de OBD-aansluiting (On-Board Diagnostics) zoals wettelijk voorgeschreven. De uitgelezen
bedieningsgegevens documenteren de technische
conditie van de auto of afzonderlijke componenten
en helpen om storingen op te sporen, te voldoen aan
garantievoorwaarden en de kwaliteit te verhogen. Deze
gegevens, in het bijzonder informatie over de belasting
van componenten, technische gebeurtenissen,
bedieningsfouten en andere storingen, worden
samen met het chassisnummer doorgegeven aan
de fabrikant, als dat nodig mocht zijn. De fabrikant is
tevens onderworpen aan productaansprakelijkheid. De
fabrikant gebruikt mogelijk ook bedieningsgegevens
van auto's nodig voor terugroepacties. Deze gegevens
kunnen ook worden gebruikt ter controle van
garantieclaims van klanten.
Storingscodegeheugens in de auto kunnen worden
gereset door een servicebedrijf in het kader van
onderhoud of reparatie of op uw verzoek.
Comfort- en
infotainmentfuncties
Comfortinstellingen en persoonlijke instellingen kunnen
worden opgeslagen in de auto en te allen tijde worden
gewijzigd of gereset.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau,
zijn dergelijke gegevens:
–
instellingen voor de positie van stoelen en stuurwiel
–
instelling van het chassis en de airconditioning
–
persoonlijke instellingen zoals die voor de
interieurverlichting
U kunt uw eigen gegevens invoeren in de
infotainmentfuncties van uw auto bij het gebruik van
bepaalde functies.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau,
zijn dergelijke gegevens:
– multimediagegevens zoals weer te geven tracks,
video's of foto's in een geïntegreerd multimediasysteem
– adresboekgegevens voor gebruik in combinatie
met een handsfree-systeem of een geïntegreerd
navigatiesysteem
– ingevoerde bestemmingen
– gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en infotainmentfuncties
worden mogelijk lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de
auto (bijv. een smartphone, USB-stick of mp3speler).
Gegevens die u zelf hebt ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.
Deze gegevens zijn alleen op uw verzoek door te
geven tot buiten het bereik van de auto, in het bijzonder
bij het gebruik van online services afhankelijk van de
door u geselecteerde instellingen.
Integratie met smartphones,
bijv. Android Auto of Apple
CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van de genoemde
systemen, kunt uw smartphone of een andere
mobiele telefoon verbinden met de auto waarna u
de smartphone of het apparaat kunt bedienen via
de bedieningselementen in de auto. De beelden en
het geluid van de smartphone zijn in het gegeven
237
Event Data Recorders (EDR)
13U kunt uw eigen gegevens invoeren in de
infotainmentfuncties van uw auto bij het gebruik van
bepaalde functies.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau,
zijn dergelijke gegevens:
–
multimediagegevens zoals weer te geven tracks,
video's of foto's in een geïntegreerd multimediasysteem
–
adresboekgegevens voor gebruik in combinatie
met een handsfree-systeem of een geïntegreerd
navigatiesysteem
–
ingevoerde bestemmingen
–
gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en infotainmentfuncties
worden mogelijk lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de
auto (bijv. een smartphone, USB-stick of mp3speler).
Gegevens die u zelf hebt ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.
Deze gegevens zijn alleen op uw verzoek door te
geven tot buiten het bereik van de auto, in het bijzonder
bij het gebruik van online services afhankelijk van de
door u geselecteerde instellingen.
Integratie met smartphones,
bijv. Android Auto of Apple
CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van de genoemde
systemen, kunt uw smartphone of een andere
mobiele telefoon verbinden met de auto waarna u
de smartphone of het apparaat kunt bedienen via
de bedieningselementen in de auto. De beelden en
het geluid van de smartphone zijn in het gegeven geval weer te geven via het multimediasysteem in
de auto. Er wordt tegelijkertijd specifieke informatie
naar uw smartphone gestuurd. Afhankelijk van
het type integratie, bestaat dergelijke informatie
uit positiegegevens, dag-/nachtmodus en andere
algemene informatie over de auto. Zie voor meer
informatie de bedieningsinstructies van de auto
/ het
Infotainmentsysteem.
De integratie maakt het gebruik van bepaalde
smartphone-apps mogelijk, zoals navigatie of het
spelen van muziek. Er is geen verdere integratie
mogelijk tussen een smartphone en de auto, in het
bijzonder geen actieve toegang tot autogegevens. De
aard van verdere gegevensverwerking hangt af van
de aanbieder van de gebruikte app. Of u instellingen
kunt verrichten, en zo ja, welke, hangt af van de
desbetreffende app en van het besturingssysteem van
uw smartphone.
Online services
Als uw auto een verbinding heeft met een radionetwerk,
kunnen gegevens uitgewisseld worden tussen uw
auto en andere systemen. De verbinding met het
radionetwerk wordt mogelijk gemaakt door een zender
in uw auto of door een van uw mobiele telefoons
(bijv. een smartphone). Via deze verbinding met
het radionetwerk zijn online functies te gebruiken.
Dergelijke functies omvatten online services en
applicaties / apps die u zijn geleverd door de fabrikant
of andere aanbieders.
Merkgebonden services
Wat de online services van de fabrikant betreft worden
de relevante functies beschreven door de fabrikant
op een geëigende locatie (bijv. gebruikershandleiding,
internetsite van de fabrikant) en de desbetreffende
informatie met betrekking tot gegevensbescherming
worden verstrekt. Er worden mogelijk persoonlijke
gegevens gebruikt voor het aanbieden van online
services. Uitwisseling van gegevens voor dit doel
vindt plaats via een beveiligde verbinding, bijv.
gebruikmakend van de specifieke IT-systemen van
de fabrikant. Het vergaren, verwerken en gebruiken
van persoonlijke gegevens ter voorbereiding op het
aanbieden van services vindt uitsluitend plaats op basis
van wettelijke toestemming, bijv. in het geval van een
wettelijk voorgeschreven noodoproepsysteem of een
contractuele verplichting of op basis van toestemming.
U kunt de services en functies (waarvoor tot op zekere
hoogte kosten in rekening worden gebracht) en, in
sommige gevallen, de complete autoverbinding met het
radionetwerk activeren of deactiveren. Dit omvat niet
de wettelijk verplichte functies en services zoals een
noodoproepsysteem.
Services van derde partijen
Indien u gebruikmaakt van online services van
andere aanbieders (derde partijen), zijn deze services
onderworpen aan de voorwaarden met betrekking tot
aansprakelijkheid en gegevensbescherming en gebruik
van de desbetreffende aanbieder. De fabrikant heeft
wat dat betreft veelal geen invloed op de uitgewisselde
gegevens.
243
Trefwoordenregister
Park Assist 133
Parkeerhulp achter
130
Parkeerhulp achter met grafische weergave en
geluidssignalen
129
Parkeerhulpsystemen (algemene adviezen)
105
Parkeerhulp vóór
130
Parkeerhulp zijkant
130
Parkeerlichten
58, 173, 175
Persoonlijke instellingen
11
Plafonniers
54–55
Plafonnier voor
54
Portieren
37
Portieren sluiten
33, 37
Profielen
208, 231
Programmeerbare verwarming
28, 51
Proximity Keyless Entry and Start
32
Pyrotechnische gordelspanners
71
R
Radar (waarschuwingen) 105
Radio
190–192, 201–202, 225
Radiozender
190–191, 201–202, 225–226
RDS
191, 202, 225
Recuperatief remmen (vertragen door remmen
op de motor)
99–100
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager, regeling
48–49
Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling
48–49
Regelmatige controles ~ Controles
158–160
Regelmatig onderhoud
106, 158, 160
Regeneratie roetfilter
159
Registratie van voertuigdata en privacy
236
Reinigen (adviezen) 140, 163–164
Rembekrachtigingsysteem
68
Remblokken
160
Remlichten
175
Remmen
160
Remmen
100
Remschijven
160
Remvloeistof
158
Reservewiel
160, 165–167, 169–170
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir
158
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem
104–105
Resetten van het traject
24
Richtingaanwijzers
58, 173–175, 174
Rijadviezen
7, 85–86
Rijden
85–86
Rijhulpcamera (waarschuwingen)
105
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)
105
Rijstanden
100
Rijstrookcontrolesystemen
68
Rijverlichting
57, 60
Roetfilter
159
Ruitensproeier achter
62
Ruitensproeiers
62
Ruitensproeiers vóór
62
Ruitenwisser achter
62
Ruitenwisserbladen (vervangen)
63
Ruitenwisserbladen vervangen
63
Ruitenwissers
61, 64
Ruitenwisserschakelaar
61–62, 64
Ruitenwissers vóór
62, 64S
Schakelaar 87–88
Schakelaars stoelverwarming ~ Stoelverwarming,
schakelaars
43
SCR (Selective Catalytic Reduction)
21, 160
SCR-systeem
21, 160
Selectiehendel
96–98
Selectiehendel (elektrische auto)
99
Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak ~
Schakelen elektronisch bediende
versnellingsbak
93–94
Sensoren (waarschuwingen)
106
Serienummer auto
187
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
165–167, 169
Sfeerverlichting
55
Signalering onoplettendheid
128–129
Slepen
179–181
Slepen van de auto
179–180
Slepen van een auto
179, 181
Sleutel
30–31, 35
Sleutel met afstandsbediening
30, 87
Sleutel niet herkend
90
Smartphone
29, 53
SMS
230
Sneeuwkettingen
104, 152–153
Sneeuwscherm
153
Sneeuwschermen
153
Snelheidsbegrenzer
108–111
Snelheidslimietherkenning
106, 108
Snelheidsregelaar
108–109, 111–113