2 11
PEUGEOT Connect Nav
12PEUGEOT Connect Nav
GPS-navigatie - Apps -
Multimedia-audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De beschreven functies en instellingen zijn afhankelijk van de uitvoering van de auto en
het land waar de auto is verkocht.
Om veiligheidsredenen en omdat deze handelingen de aandacht van de bestuurder
vereisen, moeten deze handelingen worden
uitgevoerd wanneer de auto stilstaat en het contact
is ingeschakeld:
–
De smartphone via Bluetooth met het systeem
koppelen.
–
De smartphone gebruiken.
–
V
erbinding maken met de apps CarPlay
® of
Android Auto (bepaalde apps worden niet meer
weergegeven als de auto rijdt).
– Een video bekijken (het afspelen van de video
stopt wanneer de auto weer begint te rijden).
–
De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
AM- en DAB-radio zijn niet beschikbaar bij hybrideauto's.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het uitsluitend in uw auto functioneert.
De melding Eco-mode wordt weergegeven
wanneer het systeem in stand-by wordt gezet.
Via de website van het merk kunt u updates voor het systeem en de kaartgegevens
downloaden.
De updateprocedure is hier ook te vinden.
De broncodes van Open Source Software (OSS) van het systeem zijn op de volgende
sites beschikbaar:
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets drukt, wordt het
systeem ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje of de
toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de uitvoering).
Gebruik de menutoetsen aan weerszijden van of onder
het touchscreen om de menu's te openen en druk
vervolgens op de virtuele toetsen op het touchscreen.
Gebruik afhankelijk van de uitvoering de toetsen "Bron"
of "Menu" om de menu's te openen en druk vervolgens
op de op het touchscreen weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu oproepen
door het scherm kort met drie vingers aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Druk op de pijl Terug om één niveau terug te gaan.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief scherm. Voor het schoonmaken van het scherm is het
raadzaam gebruik te maken van een niet schurende
zachte doek (bijvoorbeeld een brillendoekje), zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
op de zijbalken of op de bovenste balk van het
touchscreen (afhankelijk van de uitrusting):
–
Statusinformatie van de airconditioning (afhankelijk
van de uitvoering) en rechtstreeks toegang tot het
desbetreffende menu.
–
Rechtstreeks toegang tot de keuze van de audiobron
om de lijst met radiozenders (of titels, afhankelijk van
de geluidsbron) te bekijken.
–
T
oegang tot de "Berichten" van meldingen,
e-mailberichten, updates van kaarten en aanwijzingen
van het navigatiesysteem (afhankelijk van de diensten).
212
PEUGEOT Connect Nav
Apps
Voer bepaalde apps uit via uw smartphone, via CarPlay® of Android Auto.
Controleer de status van de verbindingen
van Bluetooth
® en Wi-Fi.
Radio Media
FM 87.5 MHz
Selecteer een geluidsbron of radiozender, of laat foto's weergeven.
– Toegang tot de instellingen van het touchscreen en
het digitale instrumentenpaneel.
Audiobronnen selecteren (afhankelijk van de uitrusting):
–
FM/DAB/AM-radiozenders (afhankelijk van de
uitrusting).
–
T
elefoon verbonden via Bluetooth en multimedia-
uitzending Bluetooth (streaming).
–
USB-geheugenstick.
–
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten mediaspeler
(afhankelijk van de uitrusting).
–
V
ideo (afhankelijk van de uitrusting).
In het menu "Instellingen" kunt u een individueel profiel of een profiel voor een groep
mensen met gedeelde interesses aanmaken, en
een groot aantal instellingen (voorkeuzezenders,
audio-instellingen, navigatiegeschiedenis, favoriete
contacten, enz.) configureren. De instellingen
worden automatisch toegepast.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het voorkomen dat het geluidsvolume lager wordt
gezet om het systeem te beschermen. Het systeem
kan dan gedurende 5 minuten of langer in de
standby-modus (scherm en geluid worden
uitgeschakeld) staan.
Het systeem werkt weer normaal wanneer de
temperatuur in het passagiersgedeelte is gezakt.
Stuurkolomschakelaars
Spraakbedieningssysteem: Deze toets bevindt zich op het stuurwiel of op
het uiteinde van de lichtschakelaar (afhankelijk van de
uitvoering).
Kort indrukken: spraakbediening van het systeem.
Lang indrukken, gesproken commando's van een
smartphone of CarPlay
®, Android Auto via het systeem.Het geluidsvolume verhogen.
Het geluidsvolume verlagen.
Geluid onderbreken door tegelijkertijd op
de toetsen voor het verhogen en verlagen van
het geluidsvolume te drukken (afhankelijk van de
uitrusting).
Geluidsweergave weer inschakelen door op één van de
twee volumetoetsen te drukken.
Media (kort indrukken): veranderen van multimediabron.
Telefoon (kort indrukken): telefoongesprek starten.
Tijdens telefoongesprek (kort indrukken): toegang tot
het telefoonmenu. Telefoon (lang indrukken) : inkomend gesprek
weigeren, gesprek beëindigen; als de telefoon niet
wordt gebruikt, toegang tot het telefoonmenu.
Radio (draaien): automatisch zoeken naar
vorige/volgende zender.
Media (draaien): vorige / volgende nummer, bladeren
door lijsten.
Kort indrukken: bevestigen van een selectie.
Wanneer er niets wordt geselecteerd, toegang tot
voorkeuzezenders.
Radio: weergeven van de zenderlijst. Media: weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): bijwerken van de lijst met
beschikbare radiozenders.
Menu's
Online navigatie
Voer de instellingen voor het navigatiesysteem in, en kies een bestemming.
Gebruik realtime diensten, afhankelijk van de uitrusting.
213
PEUGEOT Connect Nav
12Apps
Voer bepaalde apps uit via uw smartphone, via CarPlay® of Android Auto.
Controleer de status van de verbindingen
van
Bluetooth
® en Wi-Fi.
Radio Media
FM 87.5 MHz
Selecteer een geluidsbron of radiozender, of laat foto's weergeven.
Telefoon
Verbind een telefoon via Bluetooth®, lees
berichten en e-mails en verzend snelberichten.
Instellingen
Configureer een persoonlijk profiel en/of configureer het geluid (balans, sfeer enz.) en
de weergave (taal, eenheden, datum, tijd, enz.).
Auto
Schakel bepaalde voertuigfuncties in of uit, of configureer deze.
Airconditioning
21,518,5
Stel de instellingen voor temperatuur en de luchtstroom in.
219
PEUGEOT Connect Nav
12Druk op "OK" om de route te berekenen.
Of
Intuïtieve methode:
Wanneer u deze dienst wilt gebruiken, kunt u deze methode alleen selecteren wanneer er
een netwerkverbinding aanwezig is. Deze
verbinding kan een "netwerkverbinding via de auto"
wanneer u de Peugeot Connect Packs gebruikt of
een "netwerkverbinding van de gebruiker" via een
smartphone zijn.
In beide gevallen wordt het systeem automatisch
met het internet verbonden wanneer er
netwerkdekking is.
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Zoeken".
Druk op de modus die rechtsonder op het scherm wordt
weergegeven (Lokaal of Verbonden) om "Database"
te wijzigen.
Selecteer de "Database" in de "Lokaal"-modus (geïntegreerd in de kaart), of in de
"Verbonden"-modus (verbonden met internet).
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Voer een adres of trefwoorden in voor uw
bestemming (POI).
Druk op "OK" om het zoeken te starten.
Selecteer het tabblad "Op de route", "Rondom
de auto" of "Op bestemming" om uw
zoekopdracht te verfijnen.
Selecteer het gewenste adres om de route te
berekenen.
Naar een punt op de kaart
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Verken de kaart door er met uw vinger over heen te
gaan.
Selecteer de bestemming door op de kaart te drukken.
Tik op het scherm om een markeerpunt te plaatsen en een submenu weer te geven.
Druk op deze toets om de geleide navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.
Wanneer u lang op een punt drukt, wordt een lijst met POIs geopend.
Naar GPS-coördinaten
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Verken de kaart door er met uw vinger over heen te
gaan.
Raak het scherm met een vinger aan om naar het
volgende afbeelding te gaan.
Druk op deze toets om de wereldkaart weer te geven. Selecteer, met behulp van het raster, het gewenste land
of de gewenste regio door hierop in te zoomen.
Druk op deze toets om de GPS-coördinaten
weer te geven of in te voeren.
Er wordt een markeerpunt weergegeven in het midden van het scherm, met de coördinaten
" Breedtegraad" en "Lengtegraad".
Selecteer de soort coördinaten:
GMS voor: Graden, Minuten, Seconden.
GD voor: Graden, Decimalen.
Druk op deze toets om de geleide navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.
OF
Druk op deze toets om de "Breedtegraad"- gegevens via het virtuele toetsenbord in te
voeren.
En
Druk op deze toets om de "Lengtegraad"- gegevens via het virtuele toetsenbord in te
voeren.
TMC (Traffic Message Channel)
In bepaalde landen beschikbaar.
TMC (Traffic Message Channel)-berichten worden
gebaseerd op een Europese standaard voor het
uitzenden van verkeersinformatie via het RDS-systeem
op FM-radio, waarbij verkeersinformatie in realtime
wordt uitgezonden.
De door deze TMC-berichten doorgegeven
locaties worden vervolgens weergegeven op een
220
PEUGEOT Connect Nav
Selecteer "Systeemconfiguratie".
Selecteer het tabblad "Stand privégesprek".
OF
Druk op "Berichten".
Druk op "Stand privégesprek".
VERVOLGENS
Schakel het volgende in of uit:
– "Gegevens worden niet gedeeld, behalve bij
bedrijfswagens".
– "Alleen gegevens delen"
– "Gegevens en voertuigpositie delen"
Specifieke instellingen voor
online navigatie
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Instellingen".
Selecteer het tabblad "Kaart".
Schakel het volgende in of uit:
– "Waarschuwingen voor risicozones
toestaan".
– "Adviesroute om eindbestemming te voet te
bereiken".
GPS-navigatiekaart, en onmiddellijk verwerkt in
de aanwijzingen van het navigatiesysteem zodat
ongevallen, files en wegafsluitingen vermeden kunnen
worden.
Waarschuwingen voor gevarenzones kunnen al dan niet worden weergegeven, afhankelijk
van de betreffende wetgeving en op het hebben van
een abonnement op de betreffende dienst.
Online navigatie
Verbinding voor online navigatie
Afwerkingsniveau en abonnement op online diensten en opties, afhankelijk van de uitvoering.
Netwerkverbinding via het systeem van de
auto
Met de Peugeot Connect Packs wordt het systeem automatisch verbonden met het
internet en de aangesloten diensten. In dat geval hoeft
er geen verbinding via een smartphone te worden
gemaakt.
OF
Netwerkverbinding via de mobiele telefoon
van de gebruiker
Ga naar de landelijke website van het merk van uw auto om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Schakel het toestel in en voer de instellingen in voor het
delen van de internetverbinding van de smartphone.
De technologie staat niet stil en daarom raden wij aan om het besturingssysteem van de
smartphone, en de datum en tijd van de
smartphone en van het systeem up-to-date te
houden. Op deze manier zorgt u ervoor dat de
communicatie tussen de smartphone en het
systeem goed verloopt.
USB-verbinding
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via
een USB-kabel is aangesloten.
Bluetooth-verbinding
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon in en maak deze zichtbaar voor alle apparaten
(zie het gedeelte "Connect-App").
Wi-Fi-verbinding
Selecteer een Wi-Fi-netwerk dat door het systeem wordt gedetecteerd en maak hiermee
verbinding.
Deze functie is alleen beschikbaar als deze is ingeschakeld via de "Notificaties" of via het
menu "Connect-App".
Druk op "Berichten".
Selecteer Wi-Fi om deze in te schakelen.
OF
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer via het virtuele toetsenbord de "Sleutel"
van het Wi-Fi -netwerk en het "Wachtwoord"
in.
Druk op "OK" om verbinding tot stand te brengen tussen de smartphone en het systeem
van de auto.
Beperkingen in gebruik: Met CarPlay® is het delen van een verbinding
alleen beschikbaar bij een Wi-Fi-verbinding.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk van de
kwaliteit van de netwerkverbinding.
Versturen van gegevens
toestaan.
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
222
PEUGEOT Connect Nav
Wanneer de USB-kabel wordt aangesloten, schakelt de functie CarPlay® de Bluetooth®-
modus van het systeem uit.
De functie "CarPlay" werkt alleen in combinatie met
een compatibele smartphone en compatibele apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is
aangesloten.
Druk op "Telefoon" om de CarPlay®-interface
weer te geven.
Of
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is
aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op " Connect-App" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "CarPlay
®"-functie te
openen.
Druk op "CarPlay" om de CarPlay®-interface
weer te geven.
Wanneer de USB-kabel wordt ontkoppeld en het contact uit en weer in wordt geschakeld,
schakelt het systeem niet automatisch naar de RAD
MEDIA-modus. De bron moet handmatig worden
gewijzigd.
Android Auto-verbinding voor smartphones
Verschilt per land.
Druk op "POI op kaart" om de lijst met
nuttige plaatsen weer te geven.
Druk op een van de toetsen om naar " Tankstations" te zoeken.
Schakel "Tankstations" in of uit.
Druk op de toets om het vervolgscherm weer te
geven.
Selecteer het tabblad "Parameters".
Selecteer de gewenste brandstof.
Druk op "OK" om op te slaan.
Informatie over laadstations
weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te
geven.
Druk op deze toets om de lijst van beschikbare diensten weer te geven.
Druk op "POI op kaart" om de lijst met nuttige plaatsen weer te geven.
Druk op een van de toetsen om naar " Tankstations" te zoeken.
Schakel "Tankstations" in of uit.
Druk op de toets om het vervolgscherm weer te
geven.
Selecteer het tabblad "Parameters".
Selecteer het gewenste stekkertype.
Druk op "OK" om op te slaan.
Het weerbericht weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te
geven.
Druk op deze toets om de lijst van beschikbare diensten weer te geven.
Selecteer "Kaart raadplegen".
Selecteer "Weer".
Druk op deze toets om standaardinformatie
weer te geven.
Druk op deze toets om een uitgebreid weerbericht weer te geven.
De temperatuur die om 6 uur 's ochtends wordt weergegeven, is de maximumtemperatuur van
de dag.
De temperatuur die om 6 uur 's avonds wordt
weergegeven, is de minimumtemperatuur van de
nacht.
Applicaties
USB-aansluitingen
Deze hangen af van de uitrusting. Zie het gedeelte
"Ergonomie en comfort" voor meer informatie over de
USB-aansluitingen die compatibel zijn met de apps
CarPlay® of Android Auto.
Ga naar de website voor uw land van de fabrikant om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Gebruikers kunnen een smartphone synchroniseren zodat ze apps op het scherm
van de auto zien die de CarPlay
®- of Android
Auto-technologie van de smartphone ondersteunen.
Om CarPlay
®-technologie te kunnen gebruiken,
moet de functie CarPlay® eerst op de smartphone
worden geactiveerd.
Ontgrendel de smartphone om het
communicatieproces tussen de smartphone en het
systeem te starten.
De technologie staat niet stil en daarom raden
wij aan om het besturingssysteem van de
smartphone, en de datum en de tijd op de
smartphone en van het systeem up-to-date te
houden.
Connectiviteit
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functies CarPlay
® of
Android Auto
te openen.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Verschilt per land.
223
PEUGEOT Connect Nav
12Wanneer de USB-kabel wordt aangesloten, schakelt de functie CarPlay® de Bluetooth®-
modus van het systeem uit.
De functie "CarPlay" werkt alleen in combinatie met
een compatibele smartphone en compatibele apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is
aangesloten.
Druk op "Telefoon" om de CarPlay®-interface
weer te geven.
Of
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is
aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op " Connect-App" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "CarPlay
®"-functie te
openen.
Druk op "CarPlay" om de CarPlay®-interface
weer te geven.
Wanneer de USB-kabel wordt ontkoppeld en het contact uit en weer in wordt geschakeld,
schakelt het systeem niet automatisch naar de RAD
MEDIA-modus. De bron moet handmatig worden
gewijzigd.
Android Auto-verbinding voor smartphones
Verschilt per land.
Installeer via "Google Play" de app "Android
Auto" op de smartphone.
De functie "Android Auto" werkt alleen in
combinatie met een compatibele smartphone en
compatibele apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is
aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op " Connect-App" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "Android Auto"-functie
te openen.
Druk op "Android Auto" om de app in het systeem te starten.
Tijdens de procedure worden er verschillende schermen voor bepaalde functies
weergegeven.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te brengen
en te voltooien.
Tijdens de Android Auto-weergave kunt u de
verschillende audiobronnen met de aanraaktoetsen in
de bovenste balk van het scherm gebruiken.
De menu's van het systeem kunnen op elk moment met
de menutoetsen worden geopend.
In de Android Auto-modus wordt de functie die uitklapmenu's weergeeft door met drie vingers
op het scherm te drukken, uitgeschakeld.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het zijn dat het even duurt voordat de apps
beschikbaar zijn.
Voertuig-apps
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Voertuig-apps" om de startpagina van de
apps te openen.
Internet-browser
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functie "Connected-
apps" te openen.
Druk op "Connected-apps" om de startpagina van de
browser te openen.
Selecteer het land waar u woont.
Druk op "OK" om uw keuze op te slaan en de
browser te starten.
De internetverbinding komt tot stand via een van de netwerkverbindingen van de auto of
van de gebruiker.
Bluetooth-verbinding®
De beschikbaarheid van de diensten is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de
compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-
apparaten. Raadpleeg de gebruikershandleiding
224
PEUGEOT Connect Nav
Druk op "OK" om te bevestigen.
Om alle systemen te beschermen tegen
niet-geautoriseerde toegang en om deze zo
goed mogelijk te beveiligen, wordt het gebruik van
een complexe beveiligingscode of een wachtwoord
aanbevolen.
Verbindingen beheren
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Verbinding beheren".
Via deze functie kunt u zien welke online diensten
u gebruikt en welke beschikbaar zijn, en kunt u de
verbindingsmethode wijzigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Frequentie".
Druk op een van de toetsen om automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig naar andere frequenties te zoeken.
Of
van de smartphone om te kijken welke diensten
beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn ingeschakeld, en de smartphone moet zijn ingesteld op
"zichtbaar voor alle apparaten".
Controleer of de door de smartphone en het systeem
weergegeven code identiek zijn om het koppelen, met
wat voor methode dan ook (via de smartphone of via
het systeem), te voltooien.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de smartphone de functie Bluetooth
uit te schakelen en weer in te schakelen.
Procedure via de smartphone
Selecteer de naam van het systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om verbinding
met de smartphone te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Druk op "Bluetooth-verbinding".
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
smartphones weergegeven.
Selecteer in de lijst de naam van de gekozen smartphone.
Afhankelijk van het type smartphone, wordt u gevraagd om de overdracht van uw contacten
en berichten goed te keuren.
Verbinding delen
De smartphone kan via 3 verschillende profielen via het
systeem worden verbonden:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos audiobestanden
via de smartphone afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet" moet worden geactiveerd voor online navigatie
(wanneer voor de auto geen "noodoproep of
pechhulpoproep"-diensten beschikbaar zijn), nadat
eerst het delen van de verbinding van de
smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor het
netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
" Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand te
brengen.
De Wi-Fi-verbinding en Wi-Fi-verbinding delen kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Wi-Fi-verbinding delen
Afhankelijk van de uitvoering.
Een lokaal Wi-Fi-netwerk aanmaken via het systeem.
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Wifi-verbinding delen".
Selecteer het tabblad "Activering" om Wi-Fi-verbinding
delen in- of uit te schakelen.
En/of
Selecteer het tabblad "Instellingen" om de
netwerknaam en het wachtwoord van het systeem te
wijzigen.