3
Inhoudsopgave
Visiopark 1 131
Park Assist 133
7Praktische informatieCompatibiliteit van brandstoffen 138
Tanken 138
Tankbeveiliging (diesel) 139
Laadsysteem (elektrisch) 139
De tractiebatterij laden (elektrisch) 145
Trekhaak 148
Trekhaak met afneembare kogel 149
Dakdragers 152
Sneeuwkettingen 152
Sneeuwschermen 153
Eco-stand 154
Motorkap 155
Onder de motorkap 156
Niveaus controleren 157
Controles 158
AdBlue® (BlueHDi) 160
Vrijloop 162
Onderhoudstips 163
8In geval van pechGevarendriehoek 165
Brandstoftank leeg (diesel) 165
Boordgereedschap 165
Bandenreparatieset 167
Reservewiel 169
Een lamp vervangen 172
Zekeringen 176
Accu van 12 V / Hulpaccu 176
De auto slepen 179
9Technische gegevensTechnische gegevens motoren en
aanhangergewichten 182
Benzinemotoren 183
Dieselmotoren 185
Elektromotor 186
Afmetingen 187
Identificatie 187
10Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteemDe eerste stappen 188
Stuurkolomschakelaars 188
Menu's 189
Radio 190
Digitale radio (DAB, Digital Audio Broadcasting) 191
Media 192
Telefoon 193
Configuratie 195
Veelgestelde vragen 195
11PEUGEOT Connect RadioDe eerste stappen 198
Stuurkolomschakelaars 199
Menu's 200
Applicaties 201
Radio 201
Digitale radio (DAB, Digital Audio Broadcasting) 203
Media 203
Telefoon 205
Configuratie 208
Veelgestelde vragen 209
12PEUGEOT Connect NavDe eerste stappen 2 11
Stuurkolomschakelaars 212
Menu's 212
Gesproken commando's 214
Navigatie 217
Online navigatie 220
Applicaties 222
Radio 225
Digitale radio (DAB, Digital Audio Broadcasting) 226
Media 226
Telefoon 228
Configuratie 230
Veelgestelde vragen 232
13Event Data Recorders (EDR)
■
Trefwoordenregister
bit.ly/helpPSA
Toegang tot aanvullende video's
23
Instrumentenpaneel
1Deze systemen kunnen worden gebruikt:
– Als de auto niet wordt opgeladen, wanneer het
lampje READY brandt.
–
Als de auto wordt opgeladen, wanneer het contact is
aangezet (stand "Lounge").
Wanneer de ECO-modus is geselecteerd, worden
de prestaties van bepaalde uitrustingselementen
beperkt. De naald of cursor van de verbruiksmeter van
de thermisch-comfortfuncties gaat dan naar de zone
" ECO".
Als u het interieur snel wilt verwarmen of
koelen, dan kunt u tijdelijk de maximale stand
van de verwarming of airconditioning selecteren.
Wanneer de verwarming op de hoogste stand
staat, bevindt de verbruiksmeter van de thermisch-
comfortfuncties zich in de zone MAX. Wanneer de
airconditioning op de hoogste stand staat, blijft de
meter in de zone ECO.
Bij overmatig gebruik van de thermisch-
comfortfuncties, vooral bij lage snelheden, kan de
actieradius van de auto aanzienlijk afnemen.
Optimaliseer de instellingen van de
uitrustingselementen zodra het gewenste
comfortniveau is bereikt en stel ze indien nodig af
wanneer u de auto start.
Wanneer de verwarming langere tijd niet is gebruikt,
kunt u een bepaalde geur ruiken gedurende
de eerste minuten dat de verwarming weer is
ingeschakeld.
Handmatige controle
Met deze functie kunnen bepaalde indicatoren worden
gecontroleerd en kan het logboek met waarschuwingen
worden weergegeven.
Deze is toegankelijk via de toets "Check" in het menu Rijverlichting / Auto
van het
touchscreen.
De volgende gegevens worden op het
instrumentenpaneel weergegeven:
–
Motorolieniveau.
–
Onderhoudsinterval.
–
Bandenspanning.
–
Actieradius met de
AdBlue® voor het SCR-systeem
(BlueHDi-dieselmotor).
–
Actuele waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook automatisch elke keer wanneer u het contact aanzet.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale kilometerstand van de
auto aan.
Als het contact is aangezet, wordt altijd de totale
afstand weergegeven. Deze waarde wordt nog
30 seconden na het afzetten van het contact
weergegeven. Ook wordt deze waarde weergegeven
als het bestuurdersportier wordt geopend, en als de
auto wordt vergrendeld of ontgrendeld.
Voor reizen in het buitenland kan de eenheid van de afstand (km of mijl) worden aangepast:
de snelheid moet namelijk worden weergegeven in
de officiële eenheid van het land (km/h of mph).
U kunt bij stilstaande auto deze eenheid wijzigen via
het configuratiemenu van het scherm.
Dimmer verlichting
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen aan het
licht van de omgeving.
Met touchscreen met
Bluetooth-audiosysteem
► Druk op het menu Instellingen.
► Selecteer "Display".
► Stel de helderheid in met de
toetsen.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Selecteer " Scherm uit".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
►
Druk nog een keer op het scherm (op een
willekeurig gedeelte) om het weer in te schakelen.
Met PEUGEOT Connect Radio
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen" te selecteren.
► Selecteer " Lichtsterkte".
188
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
Multimedia audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De functies en de instellingen die worden
beschreven, verschillen afhankelijk van de
uitvoering van de auto en de configuratie.
Om veiligheidsredenen en omdat deze handelingen de aandacht van de bestuurder
vereisen, moeten deze handelingen worden
uitgevoerd wanneer de auto stilstaat en het contact
is ingeschakeld:
–
De smartphone in de Bluetooth-modus koppelen
met het systeem.
–
De smartphone gebruiken.
–
De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het uitsluitend in de auto functioneert.
De melding Eco-modus wordt weergegeven
wanneer het systeem in de betreffende modus
wordt gezet.
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de knop drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de knop drukt, wordt het
systeem ingeschakeld.
Verhogen of verlagen van het volume met de rolknop aan de linkerkant.
Druk op deze toets op het touchscreen om toegang tot de menu's te krijgen.
Druk op de pijl Terug om één niveau terug te gaan.
Gebruik voor het schoonmaken van het scherm een niet-schurende zachte doek
(bijvoorbeeld een brillendoekje), zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte vingers.
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven in
de bovenste balk van het touchscreen:
–
Informatie over de airconditioning (afhankelijk van de
uitvoering).
–
Bluetooth-verbinding
–
Indicatie van het delen van locatiegegevens.
Selecteer de audiobron:
– FM/AM/DAB-radiozenders (afhankelijk van de
uitrusting).
–
T
elefoon verbonden via Bluetooth en multimedia-
uitzending via Bluetooth (streaming).
–
USB-stick.
–
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten mediaspeler
(afhankelijk van de uitrusting).
Als het zeer warm is, kan het geluidsvolume worden beperkt om het systeem te
beschermen. Het systeem kan gedurende ten
minste 5 minuten stand-by (scherm en geluid
uitgeschakeld) worden gezet.
Zodra de temperatuur in het interieur is gezakt,
werkt het systeem weer normaal.
Stuurkolomschakelaars
Bedieningselementen op het
stuurwiel - Type 1
Radio: Vorige/volgende voorkeuzezender selecteren.
Vorige/volgende item van een menu of lijst selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item van een menu of lijst selecteren.
Radio: Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bijwerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden weergeven.
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen (radio, USB-aansluiting, AUX-ingang indien draagbaar
apparaat is aangesloten, CD-speler, audiostreaming).
Lang indrukken: weergave van de gesprekkenlijst.
Kort indrukken tijdens een inkomende oproep: oproep
aannemen.
Kort indrukken tijdens een gesprek: het gesprek
beëindigen.
Een selectie bevestigen.
Geluidsvolume verhogen.
Geluidsvolume verlagen.
Geluid onderbreken/weer inschakelen door het
gelijktijdig indrukken van de volumetoetsen.
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 2
Gesproken commando's:Deze toets bevindt zich op het stuurwiel of op
het uiteinde van de lichtschakelaar (afhankelijk van de
uitvoering).
Kort indrukken: gesproken commando’s voor de
smartphone via het systeem.
189
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
10Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden weergeven.
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen (radio, USB-aansluiting, AUX-ingang indien draagbaar
apparaat is aangesloten, CD-speler, audiostreaming).
Lang indrukken: weergave van de gesprekkenlijst.
Kort indrukken tijdens een inkomende oproep: oproep
aannemen.
Kort indrukken tijdens een gesprek: het gesprek
beëindigen.
Een selectie bevestigen.
Geluidsvolume verhogen.
Geluidsvolume verlagen.
Geluid onderbreken/weer inschakelen door het
gelijktijdig indrukken van de volumetoetsen.
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 2
Gesproken commando's:Deze toets bevindt zich op het stuurwiel of op
het uiteinde van de lichtschakelaar (afhankelijk van de
uitvoering).
Kort indrukken: gesproken commando’s voor de
smartphone via het systeem.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken door tegelijkertijd op
de toetsen voor het verhogen en verlagen van
het geluidsvolume te drukken (afhankelijk van de
uitrusting).
Geluidsweergave weer inschakelen door op één van de
twee volumetoetsen te drukken.
Veranderen van multimediabron.
Kort indrukken: weergave van de
gesprekkenlijst.
Kort indrukken tijdens inkomend gesprek: gesprek
aannemen.
Lang indrukken tijdens inkomend gesprek: gesprek
weigeren.
Kort indrukken tijdens een gesprek: het gesprek
beëindigen.
Radio (draaien): vorige/volgende voorkeuzezender.
Media (draaien): vorige/volgende nummer, scrollen
door lijsten.
Kort indrukken: bevestigen van een selectie. Indien
niets geselecteerd: toegang tot voorkeuzezenders.
Radio: weergeven van de zenderlijst. Media: weergeven van de tracklijst.
Menu's
Radio
Selecteer een radiozender.
Media
Selecteer een audiobron.
190
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
Telefoon
Verbind een mobiele telefoon via Bluetooth®.
Rijden
Schakel bepaalde voertuigfuncties in of uit, of configureer deze (afhankelijk van de uitrusting/
uitvoering).
Instellingen
Stel de geluidsinstellingen (balans, sfeer, enz.), de weergave (taal, eenheden, datum, tijd, enz.)
in of configureer het systeem (privacy).
Airconditioning/verwarming
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering.
Stel de instellingen voor temperatuur en de luchtstroom in.
Radio
Selecteren van de
frequentieband
Druk op het menu "Radio".
Druk op de toets “SOURCE”.
Selecteer de frequentieband: Selecteer, afhankelijk van
de uitvoering, FM, AM of DAB.
Een radiozender selecteren
Druk op een van de toetsen voor automatisch
zoeken naar een radiozender.
Of
Druk op de weergegeven frequentie.
Voer de waarden van de FM- en AM-band in
met het virtuele toetsenbord.
Of
Druk op deze toets voor een lijst met de te ontvangen en beschikbare zenders op de band.
De radio-ontvangst kan worden verstoord door het gebruik van elektrische apparatuur die niet
door het merk is goedgekeurd, zoals een op de
12V-aansluiting aangesloten USB-lader.
Door omgevingsfactoren (bergen, gebouwen,
tunnels, parkeergarages enz.) kunnen storingen
in de ontvangst optreden, ook als de RDS-functie
is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel bij
radiogolven en kan in geen enkel opzicht worden
gezien als een defect van het audiosysteem.
Een zender opslaan
Selecteer een zender of een frequentie.Druk op de toets "Voorkeuzezenders".
Houd de toets waaronder u de zender wilt opslaan
lang ingedrukt. Een geluidssignaal bevestigt dat de
voorkeuzezender is opgeslagen.
U kunt 16 voorkeuzezenders opslaan.
Om een in het geheugen opgeslagen zender te vervangen door een andere zender, dient u
lang op de opgeslagen zender te drukken.
RDS inschakelen/uitschakelen
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio
steeds naar de sterkste frequentie van een zender,
zodat u ernaar kunt blijven luisteren zonder dat u zelf
de frequentie hoeft te wijzigen.
Onder sommige omstandigheden kan de ontvangst in het hele land niet worden
gewaarborgd, omdat de frequenties van de zender
niet het hele land dekken. Daardoor kan de zender
tijdens het rijden wegvallen.
Druk op de toets "Radio-instellingen".
Activeer/deactiveer "RDS-opties".
191
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
10Een zender opslaan
Selecteer een zender of een frequentie.Druk op de toets "Voorkeuzezenders".
Houd de toets waaronder u de zender wilt opslaan
lang ingedrukt. Een geluidssignaal bevestigt dat de
voorkeuzezender is opgeslagen.
U kunt 16 voorkeuzezenders opslaan.
Om een in het geheugen opgeslagen zender te vervangen door een andere zender, dient u
lang op de opgeslagen zender te drukken.
RDS inschakelen/uitschakelen
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio
steeds naar de sterkste frequentie van een zender,
zodat u ernaar kunt blijven luisteren zonder dat u zelf
de frequentie hoeft te wijzigen.
Onder sommige omstandigheden kan de ontvangst in het hele land niet worden
gewaarborgd, omdat de frequenties van de zender
niet het hele land dekken. Daardoor kan de zender
tijdens het rijden wegvallen.
Druk op de toets "Radio-instellingen".
Activeer/deactiveer "RDS-opties".
Verkeersinformatie (TA)
beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement) geeft voorrang
aan het luisteren naar de TA-verkeersinformatie.
Voor een correcte werking van deze functie
is een goede ontvangst van een radiozender
nodig die deze berichten uitzendt. Zodra een
verkeersinformatiebericht wordt uitgezonden, wordt de
geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven
automatisch onderbroken voor de weergave van het
TA-verkeersinformatiebericht. Zodra dit bericht is
afgelopen, wordt de weergave van de oorspronkelijke
geluidsbron hervat.
Druk op de toets "Radio-instellingen".
Activeer/deactiveer "Verkeersinformatie (TA)".
Audio-instellingen
Druk op de toets "Radio-instellingen".
Selecteer in de lijst "Radio-instellingen".
Activeer/deactiveer en configureer de beschikbare
opties (balans, sferen, enz.).
Met de balans en de verdeling van het geluid kan de geluidskwaliteit worden aangepast
afhankelijk van het aantal inzittenden in de auto.
Digitale radio (DAB, Digital
Audio Broadcasting)
Digitale radio
Selecteer DAB-radio
De digitale radio (DAB) zorgt voor een betere
geluidskwaliteit.
Via "multiplex/bundels" kunt u kiezen uit radiozenders
die op alfabetische volgorde zijn gerangschikt.
Druk op het menu "Radio".
Druk op de toets “SOURCE”.
Selecteer in de lijst met beschikbare audiobronnen
" DAB-radio".
Inschakelen Volgen FM-DAB.
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal zwak is, kunt u met "Volgen
FM-DAB" dezelfde zender blijven beluisteren
doordat het systeem automatisch overschakelt op
de desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Druk op de toets "Radio-instellingen".
Activeer "DAB-FM”.
Als "Volgen FM-DAB" is geactiveerd, kan er
sprake zijn van een vertraging van enkele
seconden als het systeem overschakelt op de
192
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
analoge "FM"-radiozender en kan het
geluidsvolume soms veranderen.
Als de kwaliteit van het digitale signaal weer goed
is, schakelt het systeem automatisch weer over op
"DAB".
Als de DAB-zender waarnaar u luistert niet beschikbaar is als FM-zender, of als "Volgen
FM-DAB" niet is geactiveerd, wordt het geluid
onderbroken als het digitale signaal te zwak wordt.
Media
Geluidsbron selecteren
Druk op het menu "Media".
Druk op de toets " SOURCE".
Selecteer de bron (USB, Bluetooth of AUX, afhankelijk
van de uitrusting).
USB-poort
Steek de USB-geheugenstick in de USB-poort, of sluit het USB-apparaat via een kabel (niet
meegeleverd) op de USB-poort aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om beschadiging van het systeem te voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het tijdelijke
geheugen). Het aanmaken van deze lijsten kan enkele
seconden of soms enkele minuten duren nadat het
apparaat voor de eerste keer is aangesloten. De afspeellijsten worden bijgewerkt wanneer een USB-
geheugenstick wordt ingestoken, of wanneer de inhoud
van een bepaalde USB-geheugenstick is gewijzigd. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als deze
niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
Externe (AUX)-jackaansluiting
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-speler,
enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd)
aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar als
" Externe versterking" in de audio-instellingen is
geselecteerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat
af (op een hoog geluidsniveau). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
De bediening vindt plaats via het draagbare apparaat.
Bluetooth Streaming®
Met Streaming kunt u via uw smartphone naar audio
luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden geactiveerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat
af (op een hoog geluidsniveau). Stel dan het
geluidsvolume van het systeem in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het zijn
dat u het afspelen van de audio moet starten via de
smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of via de
aanraaktoetsen van het systeem.
Als de Streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een geschikte
kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audioboeken / podcasts). U kunt
ook een gestructureerde indeling in bibliotheekvorm
gebruiken.
De standaardindeling is de indeling per artiest.
Om dit te veranderen moet u terug naar het eerste
niveau in de structuur en kiest u een andere indeling
(bijvoorbeeld afspeellijsten). Bevestig uw keuze
voordat u in de structuur weer afzakt naar het
gewenste nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Media-instellingen
Druk op de toets "Media-instellingen".
Activeer/deactiveer de afspeelopties voor het nummer
en open de audio-instellingen.
De audio-instellingen zijn hetzelfde als de audio-instellingen voor de radio. Raadpleeg de
desbetreffende rubriek voor meer informatie over de
audio-instellingen.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten of Apple®-spelers
via de USB-poorten. De adapterkabel wordt niet
meegeleverd.
U beheert de apparaten met de bedieningstoetsen van
het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet door het
systeem worden herkend, moeten met een kabel (niet
meegeleverd) op de jack-plug worden aangesloten
of via Bluetooth-streaming worden gekoppeld (indien
compatibel).
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om beschadiging van het systeem te voorkomen.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden af met
de bestandsextensie ".wav", ".wma", ".aac", ".mp3",
".mp4", ".m4a", ".flac", ".ogg" en met een bitrate van
32 Kbps tot 320 Kbps (maximaal 300 Kbps voor
".flac"-bestanden).
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties (sampling
rates) zijn 11, 22, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te voorkomen,
raden wij aan om bestandsnamen te kiezen van
193
Touchscreen met BLUETOOTH-audiosysteem
10desbetreffende rubriek voor meer informatie over de
audio-instellingen.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten of Apple®-spelers
via de USB-poorten. De adapterkabel wordt niet
meegeleverd.
U beheert de apparaten met de bedieningstoetsen van
het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet door het
systeem worden herkend, moeten met een kabel (niet
meegeleverd) op de jack-plug worden aangesloten
of via Bluetooth-streaming worden gekoppeld (indien
compatibel).
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om beschadiging van het systeem te voorkomen.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden af met
de bestandsextensie ".wav", ".wma", ".aac", ".mp3",
".mp4", ".m4a", ".flac", ".ogg" en met een bitrate van
32 Kbps tot 320 Kbps (maximaal 300 Kbps voor
".flac"-bestanden).
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties (sampling
rates) zijn 11, 22, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te voorkomen,
raden wij aan om bestandsnamen te kiezen van
maximaal 20 tekens die geen speciale tekens bevatten
(zoals, " ? . ; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT of FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel voor het draagbare apparaat te gebruiken.
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth
®-telefoon
Er kunnen 10 telefoons aan het systeem worden
gekoppeld.
Activeer vooraf de Bluetooth-functie van uw telefoon
en zorg ervoor dat deze "zichtbaar is voor iedereen"
(configuratie van de telefoon).
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit vanaf de
telefoon of het systeem wordt gedaan: controleer of de
in de telefoon en het systeem ingevoerde code identiek
zijn.
De beschikbaarheid van de diensten is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de
compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-
apparaten. Zie de handleiding van de telefoon of
neem contact op met uw provider voor meer
informatie over de beschikbaarheid van diensten.
Profielen die compatibel zijn met het systeem: HFP, OPP, PBAP, DID, A2DP, AVRCP, SPP en
PAN.
Kijk op de website van het merk voor meer informatie
(compatibiliteit, aanvullende instructies, enz.).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op de toets Home om de menu’s weer te geven.
Selecteer het menu "Telefoon".
Druk op "Verbindingen beheren".
Er wordt een lijst van waargenomen telefoons
weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Het systeem stelt twee verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
–
als "
Telefoon": handsfree set, uitsluitend telefoon.
–
als "
Streaming": draadloos afspelen van
audiobestanden op de telefoon.
Het systeem kan niet met hetzelfde profiel met meerdere telefoons worden verbonden.
Er kunnen niet meer dan 2 telefoons tegelijk worden
verbonden (1 per profiel).