Page 377 of 648
3774-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
sec_04-05.fm Page 377 Thursday, March 5, 2020 2:40 PM
Page 378 of 648
3784-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
sec_04-05.fm Page 378 Thursday, March 5, 2020 2:40 PM
Page 379 of 648
3794-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
sec_04-05.fm Page 379 Thursday, March 5, 2020 2:40 PM
Page 380 of 648

3804-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
WAARSCHUWING
■Omgaan met de radarsensor
In de linker- en rechterzijde van de achterbumper van de auto w ordt respectievelijk
één Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het volgende om ervoor te zor-
gen dat de Blind Spot Monitor goed werkt.
● Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet blo ot aan krachtige
schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesignale erd.
Laat in de volgende gevallen uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een ande re naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
• Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor aanwe zig zijn of als
een deel van de sensoren is losgekomen.
● Neem de sensor niet uit elkaar.
● Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de bumper
en plak er geen stickers op.
● Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied op de bumper
aan.
● Breng geen andere kleur lak dan een officiële Toyota-kleur aan op de achterbum-
per.
● Houd de sensor en het omliggende gebied
op de bumper te allen tijde schoon. Als een
sensor of de omgeving ervan op de achter-
bumper vuil is of bedekt is met sneeuw,
werkt de Blind Spot Monitor mogelijk niet en
wordt er een waarschuwingsmelding weer-
gegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw weg
en rijd gedurende ongeveer 60 minuten met
de auto terwijl aan de bedrijfscondities voor
de BSM-functie wordt voldaan. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige wanneer de waarschuwingsmelding
niet verdwijnt.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 380 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
Page 381 of 648

3814-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
De BSM maakt gebruik van radarsensoren om auto's te signaleren die in een
aangrenzende rijstrook rijden in het gebied dat meestal niet in de buitenspie-
gel is te zien (de dode hoek) en brengt de bestuurder hiervan o p de hoogte
via de indicator in de buitenspiegel.
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen wor den
gesignaleerd.
Het detectiegebied reikt tot:
Ongeveer 3,5 m vanaf de zijkant
van de auto
De eerste 0,5 m vanaf de zijkant van
de auto bevindt zich buiten het detec-
tiegebied
Ongeveer 3 m achter de achter-
bumper
Ongeveer 1 m vóór de achterbum-
per
BSM-functie
Detectiegebieden BSM-functie
1
2
3
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met b etrekking tot het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De BSM-functie is een aanvullend systeem dat de bestuurder waar schuwt voor een
auto in de dode hoek. Vertrouw niet alleen op de BSM-functie. D e functie kan niet
beoordelen of u veilig van rijstrook kunt wisselen. Wanneer u a lleen op de functie
vertrouwt, kunnen zich ongevallen voordoen die tot ernstig lets el kunnen leiden.
Afhankelijk van de omstandigheden werkt het systeem mogelijk ni et goed. Daarom
dient de bestuurder altijd zelf visueel de veiligheid te controleren.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 381 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
Page 382 of 648

3824-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
■De BSM-functie werkt wanneer
●De BSM-functie is ingeschakeld.
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h.
■ De BSM-functie signale ert een auto wanneer
● Een auto in een aangrenzende rijstrook uw auto inhaalt.
● Een andere auto binnen het detectiegebied komt wanneer deze van rijstrook wisselt.
■ Omstandigheden waaronder de BSM -functie een auto niet signaleert
De BSM-functie is niet ontworpen om de volgende typen voertuige n en/of objecten te
signaleren:
● Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.
*
●Tegemoetkomende auto's
● Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbar e stilstaande objec-
ten
*
● Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rijden*
●Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwijderd zijn*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto e n/of object gesigna-
leerd.
■ Omstandigheden waaronder de BSM -functie mogelijk niet goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden signaleert de BSM-functie auto 's mogelijk niet
correct:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Onder slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist en
sneeuw
• Wanneer er ijs of modder e.d. op de achterbumper zit
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van regen, plassen op de weg, sneeuw, enz.
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de auto die binnen het detectiegebied komt
• Wanneer een auto zich bij stilstand in het detectiegebied bevi ndt en in dat gebied
blijft wanneer uw auto accelereert
• Bij het op- of afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zo als heuvels, een
daling in de weg, enz.
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende bochten of oneffen- heden
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tuss en elke auto
• Wanneer de rijstroken breed zijn en de auto in de volgende rij strook te ver van uw
auto vandaan is
• Wanneer de auto die binnen het detectiegebied komt met ongevee r dezelfde snel-
heid rijdt als uw auto
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het
detectiegebied komt
• Direct nadat de BSM-functie is ingeschakeld
● Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de BSM-functie onnodig een
auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 382 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
Page 383 of 648
3834-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een vangrail, muur, enz.
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een aut o achter u
• Wanneer rijstroken smal zijn en een auto die 2 rijstroken van uw auto verwijderd is
binnen het detectiegebied komt
• Wanneer voorwerpen zoals een fietsendrager op de achterzijde v an de auto zijn
gemonteerd
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 383 Monday, October 7, 2019 12:19 PM
Page 384 of 648
3844-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
De RCTA werkt wanneer de achteruitversnelling is ingeschakeld. Hij kan
andere auto's signaleren die van rechts of links achter naderen . Hij maakt
gebruik van radarsensoren om de bes tuurder te waarschuwen voor de aan-
wezigheid van andere auto's: de indicatoren in de buitenspiegel s gaan knip-
peren en er klinkt een zoemer.
■Weergave RCTA-icoon
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links ach ter
nadert, wordt het volgende weergegeven op het scherm van het au diosys-
teem.
: Er is een storing aanwezig in de RCTA ( →Blz. 371)
RCTA
Naderende auto'sDetectiegebieden12
Toyota Parking Assist
MonitorInhoud
Er nadert een voertuig van links of rechts achter
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33E11E .book Page 384 Monday, October 7, 2019 12:19 PM