Page 41 of 344

39
Draai de schakelaar tot het cijfer overeen-
komstig de in de volgende tabel weergegeven
belading tegenover het controlelampje op de
schakelaar staat.
RUITENWISSERS EN
-SPROEIERS
De bedieningshendel voor de ruitenwissers/
-sproeiers bevindt zich op de rechterkant van
de stuurkolom. De voorruitenwissers worden
bediend door een schakelaar te bedienen op
het uiteinde van de hendel. Raadpleeg "Achterruitwisser/-sproeier" voor
meer informatie over het gebruik van de
achterruitwisser/-sproeier.
Bedieningshendel ruitenwissers/-sproeier
Bediening van de ruitenwissers
Draai voor langzame wisbewegingen het
uiteinde van de hendel naar boven tot de
tweede klikstand voorbij de intervalstand.
Draai voor snelle wisbewegingen het uiteinde
van de hendel naar boven tot de derde
klikstand voorbij de intervalstand. OPMERKING:
Bedien de ruitenwissers niet wanneer de
bladen van de voorruit zijn opgeheven.
Intervalstand
Gebruik de intervalstand wanneer het door
de weersomstandigheden wenselijk is om de
ruitenwissers met een variabel interval te
laten wissen. Draai het uiteinde van de
hendel naar de eerste klikstand voor een van
de vier intervalstanden. De intervalcyclus
kan variabel worden ingesteld tussen 1 en
18 seconden.
OPMERKING:
De intervaltijd tussen wisslagen is afhanke
-
lijk van de voertuigsnelheid. Als de rijsnel -
heid lager is dan 16 km/u (10 mph), worden
de intervaltijden verdubbeld.
0 /1 Alleen bestuurder, of bestuur
-
der en voorpassagier.
2 Alle zitplaatsen bezet, en een gelijkmatig verdeelde lading in de bagageruimte. Het totale gewicht van passagiers plus
lading blijft onder het maxi -
male laadgewicht van de auto.
3 Bestuurder, en een gelijkmatig verdeelde lading in de bagage -
ruimte. Het totale gewicht van bestuurder plus lading blijft
beneden het maximale laadge -
wicht van de auto.
LET OP!
Laat bij winters weer de ruitenwissers eerst
in hun beginstand terugkeren voordat u de
motor afzet en zorg dat de ruitenwissers
zijn uitgeschakeld. Als de ruitenwissers
ingeschakeld blijven, vriezen de
ruitenwissers aan de voorruit vast en kan
de ruitenwissermotor beschadigd raken
wanneer de motor weer wordt gestart.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 39
Page 42 of 344

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
40
Ruitensproeiers
Als u de ruitensproeier wilt inschakelen,
trekt u de hendel naar u toe en houdt u de
hendel ingedrukt zolang het sproeien nodig
is. Als u aan de hendel trekt terwijl deze in
de intervalstand staat, wordt de wisser inge-
schakeld en zal nog twee of drie wiscycli
uitvoeren nadat u de hendel hebt losgelaten.
Vervolgens wordt het eerder geselecteerde
interval hervat.
Als u aan de hendel trekt terwijl de wisser
niet is ingeschakeld, zal de wisser twee of
drie wiscycli uitvoeren. Daarna stoppen de
ruitenwissers.
MIST-functie
Druk de ruitenwisserhendel omhoog om de
ruitenwissers één wisbeweging te laten maken om opspattend water afkomstig van
de weg of een passerende auto te verwij
-
deren. De ruitenwissers blijven ingeschakeld
zolang de hendel omhoog wordt gehouden.
OPMERKING:
De MIST-functie schakelt de sproeierpomp
niet in. Er wordt daarom geen ruitensproeier -
vloeistof op de voorruit gesproeid. De
wisfunctie moet worden gebruikt om ruiten -
sproeiervloeistof op de voorruit te sproeien.
Achterruitwisser/-sproeier — indien
aanwezig
Met een draaiknop op het middendeel van de
bedieningshendel van de ruitenwissers/
sproeiers bedient u de achterruitwisser/
-sproeier.
Achterruitwisser/-sproeier bedienen Draai de hendel naar boven in de eerste
klikstand voor intervalbedrijf en in de tweede
klikstand voor continu bedrijf van de achter
-
ruitwisser.
Druk de hendel van de ruitenwisser in de
richting van het instrumentenpaneel om de
achterruitwisser in te schakelen. De ruiten -
sproeierpomp en de wisser blijven werken
zolang u de hendel in deze stand houd.
Als de achterruitwisser is ingeschakeld en de
contactschakelaar in de stand UIT is gezet,
keert de ruitenwisser automatisch in de rust -
stand terug. Wanneer u de motor weer wordt
gestart, zal de wisser weer gaan werken
volgens de stand van de schakelaar.
KLIMAATREGELING
Met behulp van de klimaatregeling kunt u de
temperatuur, de luchtstroom en de verdeling
ervan in het voertuig nauwkeurig regelen. De
bedieningselementen bevinden zich op het
aanraakscherm (indien aanwezig) en op het
instrumentenpaneel, onder de radio.
WAARSCHUWING!
Een plotselinge verslechtering van het
zicht door de voorruit kan tot aanrijdingen
leiden. Mogelijk ziet u andere voertuigen
of obstakels over het hoofd. Voorkom
plotselinge ijsvorming op de voorruit door
de voorruit eerst te verwarmen met de
ontdooi-inrichting voordat u de
ruitensproeier gebruikt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 40
Page 43 of 344
41
Overzicht automatische klimaatregeling
Bedieningselementen automatische klimaatregeling Uconnect 4 met 7-inch display
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 41
Page 44 of 344
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
42
Bedieningselementen automatische klimaatregeling Uconnect 4C/4C NAV met 8,4-inch display
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 42
Page 45 of 344

43
Beschrijvingen van automatische regeling
PictogramOmschrijving
Knop MAX A/C
Druk kort op de schermtoets MAX A/C om de huidige instelling in te stellen op de koudste stand. Het controle -
lampje MAX A/C gaat branden wanneer MAX A/C is ingeschakeld. Wanneer u nogmaals op de knop drukt, wordt de
werking van MAX A/C beëindigd.
OPMERKING:
De MAX A/C-toets is alleen beschikbaar op het touchscreen.
A/C-knop
Kies kort deze schermtoets of druk op de toets op het front om de huidige instelling te wijzigen. Het A/C-indicatie -
lampje gaat branden wanneer A/C is ingeschakeld.
Recirculatieknop
Kies kort deze schermtoets of druk op de toets op het front om te wisselen tussen recirculatie- en buitenluchtmo -
dus. De recirculatie-indicator en het A/C-controlelampje gaan branden wanneer de recirculatieknop is ingedrukt.
Recirculatie kan worden gebruikt om te voorkomen dat rook, vieze luchtjes, stof of vocht van buitenaf binnendrin -
gen. Recirculatie kan worden gebruikt in alle modi. Recirculatie is mogelijk niet beschikbaar (schermtoets grijs
weergegeven) bij omstandigheden waarin de voorruit aan de binnenkant kan beslaan. De airco kan handmatig wor -
den afgezet zonder dat de functiekeuze wordt verstoord. Langdurig gebruik van de recirculatiestand maakt de inte -
rieurlucht benauwd en daardoor kunnen de ruiten gaan beslaan. Langdurig gebruik van deze stand is niet
verstandig.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 43
Page 46 of 344

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
44
Drukknop AUTO op front
Drukknop AUTO op aanraakscherm Toets AUTO
Stel de gewenste temperatuur in en druk op AUTO. AUTO bereikt en handhaaft de gewenste temperatuur door de
aanjagersnelheid en de luchtverdeling automatisch aan te passen. De modus AUTO wordt ten zeerste aanbevolen
voor efficiëntie. Kies kort deze schermtoets of druk op de toets op het front om AUTO in te schakelen. Het indica
-
tielampje AUTO gaat branden wanneer AUTO is ingeschakeld. Door het inschakelen van deze functie, wordt tussen
de automatische werking en de handmatige modus geschakeld.
Raadpleeg "Automatische werking" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Knop Ontdooien vóór
Druk kort op de schermtoets Ontdooien vóór of druk kort op de toets op het front om de huidige ingestelde
luchtstroom te wijzigen in de modus Ontdooien. Het controlelampje Ontdooien vóór brandt wanneer Ontdooien vóór
is ingeschakeld. De lucht stroomt via de roosters voor ontwaseming van de voorruit en zijramen. Wanneer de toets
Ontdooien wordt geselecteerd, zal het aanjagertoerental toenemen. Gebruik de ontdooistand in combinatie met de
hoogste temperatuurinstelling om zo snel mogelijk de voorruit en de zijramen te ontdooien. Als de ontdooistand
vóór wordt uitgeschakeld, wordt de vorige instelling van de klimaatregeling opnieuw actief.
Knop Ontdooien achter
Druk kort op de schermtoets Ontdooien achter of druk kort op de toets op het front om de achterruitverwarming en
de verwarmde buitenspiegels in te schakelen (indien aanwezig). Het controlelampje Ontdooien achter brandt wan -
neer de achterruitverwarming is ingeschakeld. De achterruitverwarming wordt na ongeveer 15 minuten automatisch
uitgeschakeld.
Pictogram Omschrijving
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 44
Page 47 of 344

45
Toetsen temperatuur omhoog en omlaag voor bestuurderszijde en passagierszijde
Biedt de bestuurder en de passagier een onafhankelijke temperatuurregeling. Druk op de rode toets op het front of
de rode schermtoets of druk op de temperatuurbalk en schuif deze naar de schermtoets met de rode pijl om de
ingestelde temperatuur te verhogen. Druk op de blauwe toets op het front of de blauwe schermtoets of druk op de
temperatuurbalk en schuif deze naar de schermtoets met de blauwe pijl om de ingestelde temperatuur te verlagen.
Knop SYNC
Kies de schermtoets SYNC (synchroniseren) om de stand SYNC in of uit te schakelen. Het indicatielampje SYNC
gaat branden wanneer SYNC is ingeschakeld. Met SYNC wordt de temperatuurinstelling aan passagierszijde gesyn-
chroniseerd met die aan bestuurderszijde. Als de temperatuurinstelling aan passagierszijde wordt gewijzigd terwijl
de functie SYNC actief is, zal deze functie automatisch worden uitgeschakeld.
OPMERKING:
De SYNC-toets is alleen beschikbaar op het touchscreen.
Aanjagerknop op front
Schermtoetsen voor aanjager Aanjagerschakelaar
De aanjagerregeling regelt de hoeveelheid lucht die door het klimaatsysteem stroomt. Er zijn zeven aanjagerstan
-
den. De toerentallen kunnen worden geselecteerd met behulp van de aanjagerknop op het front of met de scherm -
toetsen.
Front: Het aanjagertoerental neemt toe wanneer u de aanjagerknop vanuit de laagste stand rechtsom draait. Het
aanjagertoerental neemt af wanneer u de aanjagerknop linksom draait.
Aanraakscherm: Gebruik het kleine aanjagerpictogram om het aanjagertoerental te verlagen en het grote pictogram
om dit toerental te verhogen. De aanjager kan ook worden geselecteerd door op de aanjagerbalk tussen de picto -
grammen te drukken.
Pictogram Omschrijving
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 45
Page 48 of 344

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
46
Modusregeling
Selecteer een van de schermtoetsen voor de modus of druk op de toets Mode op het front om de luchtverdeling aan
te passen. De luchtverdeling kan zo worden ingesteld dat lucht vanuit de luchtroosters in het instrumentenpaneel,
de vloerroosters, ontdooiroosters en de ontwasemingsroosters stroomt.
De volgende standen zijn beschikbaar:
Ventilatie instrumen -
tenpaneel Ventilatie instrumentenpaneel
Er komt lucht naar binnen via de roosters in het instrumentenpaneel. U kunt deze roosters afzonderlijk verstellen
om zo de luchtstroming te regelen. De lamellen van de uitblaasopeningen in het midden en in de zijpanelen kun
-
nen omhoog en omlaag en naar links en naar rechts worden bewogen om zo de richting van de luchtstroom te rege -
len. Onder de lamellen bevindt zich een stelwiel waarmee de uitblaasopening kan worden afgesloten of aangepast
om zo de uitstromende hoeveelheid lucht te regelen.
Stand Twee niveaus Stand Twee niveaus Lucht stroomt uit de luchtroosters in het instrumentenpaneel en de roosters in de vloer. Een geringe hoeveelheid
lucht stroomt via de openingen voor voorruitontdooiing en zijraamontwaseming.
OPMERKING:
De stand Twee niveaus is bedoeld om comfort te bieden door koele lucht uit de luchtroosters in het instrumenten -
paneel en warme lucht uit de vloerroosters te laten stromen.
Vloerstand Vloerstand Lucht stroomt uit de luchtroosters in de vloer. Een geringe hoeveelheid lucht stroomt via de openingen voor voor -
ruitontdooiing en zijraamontwaseming.
Pictogram Omschrijving
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 46