
9
PARKSENSE PARKEERSENSOREN VOOR EN 
ACHTER — INDIEN AANWEZIG .............. 176
ParkSense sensoren ...................... 176
ParkSense waarschuwingsscherm ... 176
ParkSense display ........................ 177
ParkSense in- en uitschakelen ....... 179
Onderhoud van ParkSense 
parkeerhulpsysteem ...................... 179 ParkSense systeem reinigen........... 179
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van 
ParkSense ................................... 180
PARKVIEW ACHTERUITRIJCAMERA — 
INDIEN AANWEZIG ............................... 181 BRANDSTOF TANKEN ........................... 182
Brandstofvuldop ........................... 182
Bericht brandstofvuldop los  .......... 184
BRANDSTOF TANKEN — DIESEL  ........... 184
AdBlue® (UREUM) — indien 
aanwezig ..................................... 185
BELADING VAN DE AUTO ...................... 187
Gewichtslabel............................... 187
TREKKEN VAN EEN AANHANGER  .......... 189
Trekgewichten (maximale 
aanhangergewichten)  ................... 189
DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN 
CAMPER  ............................................ 190
Slepen van deze auto achter een ander 
voertuig ....................................... 190 Slepen — modellen met 
vierwielaandrijving ........................ 191
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN .....193
GLOEILAMPEN VERVANGEN ..................193
Vervangingslampen....................... 193
Lampen vervangen ....................... 195
ZEKERINGEN .......................................197
Algemene informatie .................... 198
Stroomverdeelkast (PDC) .............. 198
WIELEN VERWISSELEN EN GEBRUIK VAN 
DE KRIK ..............................................207
Bergplaats krik  ............................ 207
Reservewiel verwijderen ................ 208
Voorbereidingen voor het 
opkrikken  ................................... 208 Instructies bij opkrikken ............... 209
Origineel wiel monteren ................ 211
Verklaring van conformiteit ............ 212
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik 
van de krik .................................. 213
STARTEN MET STARTKABELS  ..............214
Voorbereiding voor het starten met 
startkabels................................... 215 Starten met startkabels ................. 215
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR  ........217
HANDMATIGE 
PARKEERONTGRENDELING  ...................218
EEN VASTZITTENDE AUTO WEER VRIJ 
KRIJGEN  .............................................219 SLEPEN VAN EEN AUTO MET PECH .......220
Uitvoeringen met 
vierwielaandrijving ........................221 Zonder sleutelhouder.....................221
Gebruik van sleepogen...................221
UITGEBREID 
ONGELUKKENRESPONSSYSTEEM 
(EARS)  ...............................................223 EVENT DATA RECORDER (EDR) ..............223
SERVICE EN ONDERHOUD
GEPLAND ONDERHOUD  ........................224
Gepland onderhoud — 
benzinemotor ...............................224 Gepland onderhoud — 
dieselmotor ..................................230
MOTORCOMPARTIMENT........................235
2.0-liter benzinemotor  ..................235
3.6-liter benzinemotor  ..................236
2.2-liter dieselmotor .....................237
Oliepeil controleren — 
benzinemotor  ..............................238 Ruitensproeiervloeistof bijvullen .....238
Onderhoudsvrije accu ....................239
Wassen met hogedrukspuit ............240
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 9   

69
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
MELDING OMSCHRIJVING
Waarschuwing  laag  peil  diesele-
missieadditief AdBlue® De eerste laagpeilwaarschuwing wordt gegeven bij een actieradius van ongeveer 1490 mijl (2.400 km)
en  wordt  bepaald  in  overeenstemming  met  het  huidige  verbruik.  Het  waarschuwingslampje  "AdBlue®
Low  Level"  (laag  AdBlue®-peil)  en  een  bericht  worden  op  het  instrumentenpaneel  weergegeven.  Het
waarschuwingslampje laag AdBlue®-peil blijft branden totdat de AdBlue®-tank wordt bijgevuld met ten
minste 5 liter (1,32 gallon) AdBlue®.
Indien  het  peil  wordt  bijgevuld,  verschijnt  er  een  specifieke  melding  wanneer  een  bepaalde  drempel
-
waarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te starten.
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding op het
instrumentenpaneel en klinkt  er een geluidssignaal. Wanneer het bereik 0 is, wordt op het display een
speciale melding weergegeven (indien aanwezig). In dit geval zal de motor niet starten.
De motor kan weer worden gestart zodra  AdBlue® is toegevoegd;  de minimaal vereiste hoeveelheid is 5 liter
(1,32  gallon).  Vul  de  AdBlue®-tank  zo  snel  mogelijk  bij  met  ten  minste  5  liter  (1,32  gallon)  AdBlue®.  Als
het vullen is voltooid terwijl de autonomie van de AdBlue®-tank op nul stond, moet u mogelijk twee minuten
wachten voordat u het voertuig kunt starten.
OPMERKING:
Wanneer de AdBlue®-tank leeg is en het voertuig stilstaat, is het niet meer mogelijk het voertuig opnieuw
te starten totdat minimaal 5 liter (1,32 gallon) AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is.
Engine  Will  Not  Restart  Service
AdBlue®  System  See  Dealer
(Motor  kan  niet  meer  worden  her -
start  Onderhoud  AdBlue®-systeem
Raadpleeg dealer) Deze melding verschijnt wanneer een gedetecteerd probleem met het AdBlue®-systeem niet binnen de
toegestane periode wordt verholpen. De motor kan niet meer worden gestart tenzij u uw voertuig bij een
erkende  dealer  laat  controleren.  Indien  het  peil  wordt  bijgevuld,  verschijnt  er  een  specifieke  melding
wanneer  een  bepaalde  drempelwaarde  wordt  bereikt  totdat  het  niet  meer  mogelijk  is  om  de  motor  te
starten. Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding
op het instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 69   

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
70
Engine  Will  Not  Start  Service
AdBlue®  System  See  Dealer
(Motor  kan  niet  starten  Onderhoud
AdBlue®-systeem  Raadpleeg  dea-
ler) OPMERKING:
Het  kan  tot  vijf  seconden  duren  voordat  het  display  actueel  is  nadat  7,5  liter  (2  gallon)  of  meer
AdBlue®  aan  de  AdBlue®-tank  toegevoegd  is.  Als  u  een  storing  met  betrekking  tot  het
AdBlue®-systeem heeft, kan het zijn dat het display het nieuwe peil niet bijwerkt. Bezoek uw erkende
dealer voor onderhoud.
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan 12°F (-11°C). Als de auto langere tijd bij deze tempera
-
tuur  stilstaat,  kan  bijvullen  moeilijk  zijn.  Daarom  wordt aangeraden  om  de  auto  in  een  garage  en/of
verwarmde omgeving te parkeren en te wachten totdat de AdBlue® weer vloeibaar geworden is, alvo -
rens bij te vullen.
Systeemberichten van de benzinedeeltjesfilter (GPF) — indien aanwezig:
Exhaust  System  Service  Required
(onderhoud uitlaatsysteem vereist) De motorregeleenheid heeft een probleem met het systeem van de  benzinedeeltjesfilter  gedetecteerd  .
Neem contact op met een erkende dealer.
Exhaust  System  Regeneration  in
Process  Continue  Driving  (Uit -
laatsysteem Regeneratie bezig Blijf
rijden) De  regeneratieprocedure  wordt  automatisch  geregeld  door  de  motorregeleenheid  in  overeenstemming
met de filtervoorwaarden en gebruikscondities van de auto. Het volgende kan plaatsvinden tijdens rege
-
neratie:  hogere  niveaus van  geluid, trillingen  en ruwheid  (NVH)  en  lagere motorprestaties.  De bestuur -
der moet normaal verder rijden. Dit bericht wordt weergegeven totdat de regeneratie is voltooid.
Exhaust System Regeneration Com -
pleted  (regeratie  uitlaatsysteem
voltooid) De regeneratie van de uitlaatgasfilter is voltooid. Dit bericht wordt kort weergegeven.
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
MELDING OMSCHRIJVING
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 70   

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
76
Bij een draaiende motor kan het storingsindi-
catielampje  gaan  knipperen  als  er  sprake  is
van  ernstige  storingen  die  ertoe  kunnen
leiden  dat  het  motorvermogen  onmiddellijk
wegvalt of dat de katalysator ernstig bescha -
digd raakt. Als dit gebeurt, moet het voertuig
zo  snel  mogelijk  door  een  erkende  dealer
worden gecontroleerd. — Waarschuwingslampje AdBlue® 
(UREUM)-inspuitsysteem defect — indien 
aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden,
samen  met  een  speciale  melding  op  het
display  (indien  aanwezig)  als  er  een  onbe -
kende  vloeistof  die  niet  voldoet  aan
aanvaardbare  eigenschappen  is  gebruikt,  of
als  een  gemiddeld  verbruik  van  AdBlue®
(UREUM) van meer dan 50% wordt gedetec -
teerd. Neem dan zo snel mogelijk contact op
met een erkende dealer.
Als het probleem niet is opgelost, wordt een
specifiek bericht weergegeven op het display
van  de  instrumentengroep  wanneer  een
bepaalde  drempelwaarde  wordt  bereikt
totdat het niet meer mogelijk is om de motor
te starten.
Wanneer  ongeveer  125 mijl  (200 km)
resteren voordat de AdBlue® (UREUM)-tank
leeg  is,  verschijnt  er  een  continu  speciaal
bericht  op  het  instrumentenpaneel,  verge -
zeld van een geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje onderhoud 
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden  om
aan te geven dat er sprake is van een storing van het vierwielaandrijvingssysteem. Als  het
lampje  blijft  branden  of  tijdens  het  rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel
-
aandrijving  niet  correct  werkt  en  moet
worden nagekeken. Wij raden u aan naar het
dichtstbijzijnde service center te rijden en de
auto onmiddellijk te laten repareren.
— Lampje Service Forward Collision 
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden  om
aan te geven dat er een storing aanwezig is in
het  Forward  Collision  Warning-systeem.
Neem  contact  op  met  een  erkende  dealer
voor onderhoud.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Forward  Collision
Warning (FCW)" in het hoofdstuk "Veiligheid"
voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje onderhoud 
Stop/Start-systeem — indien aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden
wanneer het Stop/Start-systeem  niet  correct
werkt  en  onderhoud  noodzakelijk  is.  Neem
contact  op  met  een  erkende  dealer  voor
onderhoud.
 WAARSCHUWING!
Een  niet  goed  werkende  katalysator,  zoals
hierboven beschreven, kan warmer worden
dan  een  katalysator  die  wel  goed  werkt.
Hierdoor  kan  brand  ontstaan  als  u
langzaam  rijdt  of  de  auto  op  brandbaar
materiaal  parkeert,  zoals  droge  planten,
hout,  karton  enz.  Dit  ernstig  of  zelfs
dodelijk  letsel  tot  gevolg  hebben  voor  de
bestuurder, de passagiers of anderen.
 LET OP!
Als  u  lange  tijd  blijft  rijden  met  een
brandend  storingslampje,  kan  het
voertuigregelsysteem  beschadigd  raken.
Het  kan  ook  van  invloed  zijn  op  het
brandstofverbruik en het  rijgedrag. Als het
lampje knippert, zal de katalysator vrij snel
ernstig  defect  raken  en  zal  het
motorvermogen  afnemen.  Raadpleeg  dan
onmiddellijk uw dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 76   

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
80
 — Controlelampje Laag niveau 
AdBlue®-additief (UREUM) — indien 
aanwezig
Het  controlelampje  Laag  niveau
AdBlue®-additief  (UREUM)  gaat  branden
wanneer het AdBlue®-niveau (UREUM) laag
is.
Vul de AdBlue®-tank (UREUM) zo snel moge -
lijk  bij  met  ten  minste  5  liter  (1,3  gallon)
AdBlue® (UREUM).
Als het bijvullen is uitgevoerd met een bijna
lege AdBlue® (UREUM)-tank, moet u moge -
lijk  twee  minuten  wachten  voordat  u  de
motor start.
Raadpleeg  "Starten  en  rijden"  voor  meer
informatie hierover.
 Controlelampje water in brandstof — 
indien aanwezig
De  indicator "Water in brandstof" brandt  als
water  wordt  gedetecteerd  in  het  brandstof -
filter. Als dit lampje blijft branden, mag u de
auto NIET starten voordat u het water uit het
brandstoffilter hebt afgetapt om schade aan
de  motor  te  voorkomen.  Raadpleeg  tevens
een geautoriseerde dealer.
Groene controlelampjes
— Lampje Adaptieve cruisecontrol (ACC) 
ingesteld met geen doel gedetecteerd — 
indien aanwezig
Dit  lampje  gaat  branden  wanneer  de  adap -
tieve  cruisecontrol  is  ingesteld  zonder  dat
een doelvoertuig is gedetecteerd. Raadpleeg
de paragraaf "Adaptieve cruisecontrol (ACC)"
in  het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  voor
meer informatie.
 — Lampje adaptieve cruisecontrol (ACC) 
ingesteld met doel — indien aanwezig
Dit  wordt  weergegeven  wanneer  de  ACC  is
ingeschakeld en een doelvoertuig is gedetec -
teerd.  Raadpleeg  de  paragraaf  "Adaptieve
cruisecontrol  (ACC)  —  indien  aanwezig"  in
het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  voor  meer
informatie.
— Controlelampje 4WD Auto — indien 
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig  in  de  modus  Auto  van  de  vierwiel -
aandrijving  staat.  Het  systeem  levert
vermogen aan alle vier de wielen en schakelt
indien  nodig  het  vermogen  tussen  de  voor-
en  achteras.  Dit  zorgt  voor  maximale tractie
bij droge en gladde omstandigheden.
— Controlelampje actieve 
snelheidsbegrenzer INGESTELD — indien 
uitgerust met een premium 
instrumentengroep
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
actieve  snelheidsbegrenzer  is  ingeschakeld
en is ingesteld op een specifieke snelheid.
 LET OP!
De  aanwezigheid  van  water  in  het
brandstofsysteemcircuit  kan  leiden  tot
ernstige schade aan het inspuitsysteem en
onregelmatige  werking  van  de  motor.  Als
het controlelampje brandt, neemt u dan zo
snel  mogelijk  contact  op  met  een  erkende
dealer  om  het  systeem  te  ontluchten.  Als
de  bovenstaande  aanwijzingen  direct  na
het  tanken  verschijnen,  is  waarschijnlijk
water in de tank gegoten: schakel de motor
onmiddellijk  uit  en  neem  contact  op  met
een erkende dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 80   

STARTEN EN RIJDEN
184
Bericht brandstofvuldop los 
Na het tanken kan het diagnosesysteem van
de  auto  vaststellen  of  de  brandstofvuldop
loszit,  onjuist  is  aangebracht  of  is  bescha-
digd. Wanneer het systeem een storing waar -
neemt,  verschijnt  de  melding  “gASCAP”
(brandstofvuldop) op het display van de kilo -
meterteller.  Draai  de  brandstofvuldop  vast
tot u een "klikgeluid" hoort. De klik geeft aan
dat de brandstofvuldop goed is vastgedraaid.
Druk op  de resetknop van  de kilometerteller
om  de  melding  te  wissen.  Als  het  probleem
zich opnieuw voordoet, verschijnt de melding
de  volgende  keer  dat  de  auto  wordt  gestart
opnieuw.  Dit  kan  op  een  defecte  vuldop
duiden.  Als  het  probleem  tweemaal
achtereen wordt vastgesteld, zal het systeem
het storingslampje laten branden. Nadat het
probleem  is  verholpen,  gaat  het  storings -
lampje uit.
BRANDSTOF TANKEN — 
DIESEL 
De  brandstofvuldop  bevindt  zich  aan  de
bestuurderszijde  van  het  voertuig.  Als  de
brandstofvuldop  zoekgeraakt  of  beschadigd
is,  moet  de  vervangende  dop  geschikt  zijn
voor dit voertuig. Brandstofvulklep
Vulopening brandstof en AdBlue® (UREUM)
1 — Vulopening dieselbrandstof
2 — Vulopening AdBlue® (UREUM)
 WAARSCHUWING!
Houd  brandende  sigaretten  en  vuur  uit
de buurt van de auto wanneer de vulklep
is geopend of tijdens het tanken.
Vul nooit brandstof bij wanneer de motor
draait.  Dit  is  in  strijd  met  de  richtlijnen
in de meeste landen en kan ertoe leiden
dat het storingslampje gaat branden.
Breng  geen  object/dop  dat/die  niet
specifiek voor de auto is geleverd aan op
het  uiteinde  van  de  vulleiding.  Het
gebruik  van  niet-compatibele  objecten/
doppen kan leiden tot een drukverhoging
in de tank, waardoor gevaarlijke situaties
kunnen ontstaan.
Er kan brand ontstaan als u een jerrycan
die in een auto staat met brandstof vult.
Dit  kan  leiden  tot  brandwonden.  Plaats
een  jerrycan  altijd  op  de  grond  alvorens
deze te vullen.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 184   

185
OPMERKING:
Wanneer  het  mondstuk  aan  de  vulslang
klikt of afsluit, is de brandstoftank vol.
Draai  de  brandstofvuldop  ongeveer  een
kwartslag  vast  totdat  u  één  klik  hoort.  De
klik  geeft  aan  dat  de  dop  goed  is  vastge-
draaid.
Als de brandstofvuldop niet goed is dicht-
gedraaid,  gaat  het  storingslampje
branden.  Zorg  ervoor  dat  de  dop  iedere
keer  dat  u  bijtankt,  goed  wordt  dichtge-
draaid.
AdBlue® (UREUM) — indien aanwezig
De  auto  is  uitgerust  met  een  AdBlue®
UREUM-inspuitsysteem en selectieve kataly -
tische  reductie  om  te  voldoen  aan  de  emis -
sienormen. Deze twee systemen zorgen voor
naleving  van  de  diesel-emissie-eisen;  zij
zorgen tegelijkertijd voor efficiënt brandstof -
verbruik,  rijgedrag,  koppel  en  vermogen.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Waarschuwings -
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk "Uw
Instrumentenpaneel  leren  kennen",  voor
berichten  en  systeemwaarschuwingen.
AdBlue® is een zeer stabiel product met een lange  houdbaarheid.  Als  het  bewaard  wordt
bij  temperaturen  LAGER  dan  90°F  (32°C),
heeft  het  een  houdbaarheid  van  minstens
één  jaar.  Voor  meer  informatie  over  de
AdBlue®-vloeistof,  zie  de  paragraaf  "Vloei
-
stoffen en smeermiddelen"  in  het hoofdstuk
"Technische specificaties". De auto is uitge -
rust  met  een  automatisch  AdBlue®-verwar -
mingssysteem  zodra  de  motor  aanslaat,
hetgeen maakt dat systeem correct werkt bij
temperaturen lager dan 12°F (-11°C).
OPMERKING:
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
12°F (-11°C).
AdBlue®-opslag
AdBlue®  wordt  beschouwd  als  een  zeer
stabiel product met een lange houdbaarheid.
Als  AdBlue®  wordt  bewaard  bij  tempera -
turen tussen -12 °C en 32 °C (10 ° en 90 °F)
is het ten minste één jaar houdbaar.
AdBlue®  kan  bij  lage  temperaturen
bevriezen.  AdBlue®  kan  bijvoorbeeld
bevriezen  bij  een  temperatuur  van  of  onder
-11  °C  (12  °F).  Het  systeem  is  ontworpen
voor gebruik in deze omgeving.
 LET OP!
Bij  gebruik  van  een  ongeschikte  brand -
stofvuldop  kan  schade  aan  het  brand -
stofsysteem  of  aan  het
emissieregelsysteem  ontstaan.  Door  een
slecht  passende  dop  kan  vuil  in  het
brandstofsysteem  terechtkomen.  Door
een  slecht  passende,  achteraf  aange-
schafte  brandstofvuldop  kan  het
storingslampje  gaan  branden,  omdat  er
brandstofdampen  uit  het  systeem
ontsnappen.
Voorkom  morsen  en  overlopen  van
brandstof.
 LET OP!
Gebruik  voor  dieselmotoren  uitsluitend
diesel  voor  motorvoertuigen  conform  de
EN  590  Europese  specificaties.  Het
gebruik van andere producten of mengsels
kan  onherstelbare  schade  toebrengen  aan
de motor en daarmee de garantie ongeldig
maken  vanwege  de  veroorzaakte  schade.
Als u per ongeluk andere soorten brandstof
in de tank stopt, start de motor niet. Maak
de tank leeg. Ook als de motor slechts zeer
kort  heeft  gedraaid,  moet  behalve  de
brandstoftank  ook  het  gehele
brandstofcircuit worden afgetapt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 185   

STARTEN EN RIJDEN
186
OPMERKING:
Bij het werken met AdBlue® is het belangrijk
te weten dat: 
Alle  containers  of  onderdelen  die  in
contact  komen  met  AdBlue®,  moeten
AdBlue®  compatibel  (kunststof  of  roest-
vrij  staal)  zijn.  Koper,  messing,  alumi -
nium,  ijzer  of  niet-roestvrij  staal  moet
worden  vermeden,  omdat  ze  onderhevig
zijn aan corrosie door AdBlue®.
Als  AdBlue®  wordt  gemorst,  moet  het
volledig worden opgeveegd.
AdBlue® bijvullen
Randvoorwaarden
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
12°F  (-11°C).  Als  de  auto  langere  tijd  bij
deze  temperatuur  stilstaat,  kan  bijvullen
moeilijk  zijn.  Daarom  wordt  aangeraden  om
de auto in een garage en/of verwarmde omge -
ving  te  parkeren  en  te  wachten  totdat  het
UREUM weer vloeibaar geworden is alvorens
bij te vullen. Ga als volgt te werk:
Parkeer de auto op een vlakke ondergrond
en  stop  de  motor  door  de  contactschake-
laar in de OFF-stand te draaien.
Open  de  brandstofvulklep,  draai  de
(blauwe) dop van de AdBlue®-vulopening
los en verwijder die.
Bijvullen met mondstukken
U  kunt  bij  elke  AdBlue®-leverancier
bijvullen.
Ga als volgt te werk:
Steek  het  AdBlue®-mondstuk  in  de  vulo-
pening,  start  met  bijvullen  en  stop  met
bijvullen  bij  de  eerste  afschakeling  (de
afschakeling  geeft  aan  dat  de
AdBlue®-tank  vol  is).  Ga  niet  verder  met
vullen,  om  morsen  van  AdBlue®  te  voor -
komen.
Verwijder het mondstuk. Bijvullen met een jerrycan
Ga als volgt te werk:
Controleer de vervaldatum.
Lees  de  gebruiksinstructies  op  het  label
voordat u de inhoud van de jerrycan in de
AdBlue®-tank giet.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Waarschuwings
-
lampjes  en  meldingen"  in  het  hoofdstuk
"Uw  instrumentenpaneel  leren  kennen"
voor meer informatie, als systemen voor het
bijvullen  gebruikt  worden,  die  niet  vastge -
schroefd  kunnen  worden  (bijv.  vaten),
nadat de indicatie verschijnt op het display
van  het  instrumentenpaneel,  vul  de
AdBlue®-tank met niet meer  dan 2 gallon
(8 liter).
Als een jerrycan wordt gebruikt, die op de
vulopening kan worden geschroefd, dan is
het  reservoir  vol  wanneer  de  AdBlue®  in
de  jerrycan  niet  meer  eruit  stroomt.  Ga
dan niet meer verder.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 186