1923-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 192 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
219
3
3-3. Verstellen
van de stoelen
Voordat u gaat rijden
3-3.Verstellen van de stoelen
Handmatig verstelbare stoel
1 Hendel stoelpositieverstelling
2 Hendel rugleuningverstelling
3 Hendel hoogteverstelling (alleen
bestuurderszijde)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking
tot beïnvloeding van elektroni-
sche apparatuur
●Mensen met geïmplanteerde pace-
makers, CRT-pacemakers of geïm-
planteerde hartdefibrillatoren
moeten voldoende afstand bewa-
ren tot de anten nes van het Smart
entry-systeem met startknop.
(→Blz. 188)
Radiogolven kunnen de werking
van dergelijke apparatuur beïnvloe-
den. Indien nodig kan de instap-
functie worden uitgeschakeld.
Neem voor meer informatie over
bijvoorbeeld de frequentie van de
radiogolven en de momenten
waarop deze worden uitgezonden,
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige. Raadpleeg vervolgens uw
arts om na te gaan of de instap-
functie moet worden uitgeschakeld.
●Gebruikers van elektrische medi-
sche apparatuur anders dan geïm-
planteerde pacemakers, CRT-
pacemakers en geïmplanteerde
hartdefibrillatoren moeten contact
opnemen met de fabrikant van
deze producten om te informeren of
radiosignalen invloed uitoefenen op
de werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte
effecten hebben op de werking van
dergelijke medisc he apparatuur.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een ande re naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor meer informatie over het uit-
schakelen van de instapfunctie.
Voorstoelen
De stoelen kunnen worden ver-
steld (in lengterichting, in
hoogte, enz.). Verstel de stoel
zodanig dat u de juiste hou-
ding achter het stuur hebt.
Procedure voor het
verstellen
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 219 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
225
3
3-3. Verstellen
van de stoelen
Voordat u gaat rijden
■Procedure voor oproepen
Controleer of de portieren zijn ver-
grendeld alvorens de rijpositie op te
roepen. Gebruik de elektronische
sleutel met de opgeslagen rijposi-
tie en ontgrendel en open het
bestuurdersportier met het Smart
entry-systeem met startknop of de
afstandsbediening.
De stoel wordt in de opgeslagen rijposi-
tie gezet.
Als de rijpositie een positie is die al is
opgeslagen, zal de stoel niet bewegen.
■Procedure voor annuleren
Draag alleen de sleutel bij u die u
wilt annuleren en sluit het bestuur-
dersportier.
Als zich 2 of meer sleutels in de
auto bevinden, kan de koppeling
aan de rijpositie niet goed worden
geannuleerd.
1 Controleer of de selectiehendel
in stand P (automatische trans-
missie of Multidrive CVT) of in
de neutraalstand (handgescha-
kelde transmissie) staat.
2 Zet het contact AAN.
3 Houd de toets SET ingedrukt en
druk op de schakelaar voor de
centrale vergrendeling (vergren-
delen of ontgrendelen) totdat de
zoemer tweemaal klinkt.
Als de toets niet kan worden geannu-
leerd, klinkt de zoemer continu gedu-
rende ongeveer 3 seconden.
■Oproepen van de rijpositie met
behulp van de geheugenoproep-
functie
●In elke elektronische sleutel kunnen
verschillende rijposities worden opge-
slagen. Daarom kan de rijpositie die
wordt opgeroepen per sleutel anders
zijn.
●Wanneer een ander portier dan het
bestuurdersportier w ordt ontgrendeld
via het Smart entry-systeem met start-
knop, wordt de rijpos itie niet opgeroe-
pen. Druk in dat geval op de toets van
de rijpositie die is ingesteld.
■Persoonlijke voor keursinstellingen
Instellingen (bijv. de ontgrendelingsin-
stellingen van de geheugenoproepfunc-
tie) kunnen aan de persoonlijke
voorkeur worden aangepast. (Syste-
men met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeursinstellingen: →Blz. 677)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 225 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
2423-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
de schakelaar, nadat de zijruit volle-
dig is gesloten, n og eens ten minste
1 seconde in die positie vasthouden.
Herhaal de procedure vanaf het begin
als u de schakelaar hebt losgelaten ter-
wijl de zijruit nog in beweging was.
Als de zijruit in de tegengestelde richting
beweegt en niet volledig kan worden
gesloten of geopend, laat dan de auto
nakijken door een e rkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Aan portierslot gekoppelde wer-
king elektrisch bedienbare ruiten
●De elektrisch bedienbare ruiten kun-
nen worden geopend en gesloten met
de sleutel (auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop) of de mechani-
sche sleutel (auto's met Smart entry-
systeem en startknop).
* ( → Blz. 169,
643)
●De elektrisch bedienbare ruiten kun-
nen worden geopend en gesloten met
behulp van de afstandsbediening.
*
(→Blz. 168)
●Auto's met een alarm: Het alarm kan
worden geactiveerd als het alarm is
ingeschakeld en een elektrisch
bedienbare ruit wordt gesloten met de
aan het portierslot gekoppelde wer-
king van de elektrisch bedienbare ruit.
(→Blz. 109)
*: Deze instellingen moeten aan de per-
soonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwa lificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Waarschuwingsfunctie elektrisch
bedienbare ruit open
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
De zoemer klinkt en er verschijnt een
melding op het multi-informatiedisplay
wanneer de sleutel uit het contact is ver-
wijderd en het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de elektrisch bedienbare
ruiten geopend zijn.
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
De zoemer klinkt en er verschijnt een
melding op het multi-informatiedisplay
wanneer het contact UIT wordt gezet en
het bestuurdersportier wordt geopend
terwijl de elektrisch bedienbare ruiten
geopend zijn.
■Persoonlijke voor keursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de
koppeling aan de portiervergrendeling)
kunnen worden gewijzigd. (Systemen
met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: →Blz. 677)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Anders kan er ernstig letsel ontstaan.
■Sluiten van de elektrisch bedien-
bare ruiten
●De bestuurder is verantwoordelijk
voor de bediening van de elektrisch
bedienbare ruiten, ook voor die van
de passagiers. Laat, om onbe-
doelde bediening, met name door
kinderen, te voorkomen, de elek-
trisch bedienbare ruiten niet door
kinderen bedienen. Het kan gebeu-
ren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem
komt te zitten tussen de elektrisch
bedienbare ruit. Wanneer er een
kind in de auto zit, verdient het aan-
beveling om de blokkeerschake-
laar voor de ruitbediening te
gebruiken. (→Blz. 243)
●Controleer of geen van de inzitten-
den een lichaamsdeel naar buiten
steekt dat bekneld zou kunnen
raken als de elekt risch bedienbare
ruiten worden bediend.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 242 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
4
251
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ........... 253
Lading en bagage ............. 260
Rijden met een aanhangwagen (Armenië, Azerbeidzjan,
Georgië, Tadzjikistan en Turk-
menistan) ........................ 262
Rijden met een aanhangwagen (behalve Armenië, Azerbei-
dzjan, Georgië, Tadzjikistan
en Turkmenistan) ............ 262
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en start-
knop) .............................. 272
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop) .................. 274
Automatische transmissie ..................... 278
Multidrive CVT .................. 282
Handgeschakelde transmissie ..................... 287
Richtingaanwijzer- schakelaar ...................... 290
Parkeerrem ....................... 291
Brake Hold ........................ 2944-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar ................. 296
Automatic High Beam ....... 299
Schakelaar mistlampen ....302
Ruitenwissers en -sproeiers........................ 303
Achterruitenwisser en -sproeier ......................... 306
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ...308
4-5. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense ......... 310
PCS (Pre-Crash Safety-systeem).............. 322
LTA (Lane Tracing Assist) . 330
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) .. 339
RSA (Road Sign Assist) ....347
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik............... 352
Dynamic Radar Cruise Control ............................ 364
Cruise control.................... 375
Snelheidsbegrenzer .......... 378
BSM (Blind Spot Monitor) . 380
Toyota Parking Assist-sensor .................. 395
PKSB (Parking Support Brake) ............... 403
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 251 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
252
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)....... 407
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die
achterlangs rijden) .......... 413
Stop & Start-systeem........ 417
Rijmodusselectie- schakelaar ...................... 425
Multi-terrain Select (AWD-uitvoeringen) ........ 427
Schakelaar SNOW-modus ................ 430
Downhill Assist Control ..... 431
Uitlaatgasfiltersysteem ..... 433
Ondersteunende systemen ........................ 434
4-6. Rijtips Rijden in de winter ............ 441
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's ............... 444
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 252 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
253
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van de motor
→ Blz. 272, 274
■Rijden
Automatische transmissie of
Multidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
( → Blz. 278, 282)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→ Blz. 291)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem
automatisch gedeactiveerd wanneer de
selectiehendel in een andere stand dan
P wordt gezet. ( →Blz. 291)
3Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het
gaspedaal in om de auto in
beweging te brengen.
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt koppelingspe-
daal de selectiehendel in de 1e
versnelling. ( →Blz. 287)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→ Blz. 291)
3 Laat het koppelingspedaal gelei-
delijk opkomen. Trap tegelijker-
tijd het gaspedaal in om de auto
in beweging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de
auto
Automatische transmissie of
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de par-
keerrem. ( →Blz. 291)
Zet de selectiehendel in stand P als er
gedurende langere tijd wordt gestopt.
(→Blz. 278, 282)
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelings-
pedaal het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de par-
keerrem. ( →Blz. 291)
Als de auto gedurende langere tijd stil-
staat, zet dan de sel ectiehendel in de
neutraalstand. ( →Blz. 287)
■Parkeren van de auto
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2Activeer de parkeerrem
(
→Blz. 291) en zet de selectie-
hendel in stand P (
→Blz. 278,
282).
3Zet het contact UIT om de motor
uit te zetten.
4Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling
indien nodig wielblokken.
Handgeschakelde transmissie
1Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand. (
→Blz. 287)
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden
de onderstaande procedures:
Rijprocedure
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 253 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
2544-1. Voordat u gaat rijden
3Activeer de parkeerrem.
(
→Blz. 291)
Zet de selectiehendel bij het parkeren op
een helling indien nodig in stand 1 of R.
4Zet het contact UIT om de motor
uit te zetten.
5Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling
indien nodig wielblokken.
■Wegrijden op een helling
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(
→Blz. 278, 282)
2Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. (
→Blz. 291)
3Laat het rempedaal opkomen en
trap langzaam het gaspedaal in
om de auto in beweging te bren-
gen.
4Druk de parkeerremschakelaar in
om de parkeerrem handmatig te
deactiveren. (
→Blz. 291)
Handgeschakelde transmissie
1Houd het rempedaal en het kop-
pelingspedaal volledig ingetrapt
en zet de selectiehendel in de 1e
versnelling. (
→Blz. 287)
2Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. (
→Blz. 291)
3Trap het gaspedaal een beetje in
en laat tegelijkertijd het koppe-
lingspedaal geleidelijk opkomen.
4Druk de parkeerremschakelaar in
om de parkeerrem handmatig te
deactiveren. (
→Blz. 291)
■Als u wegrijdt op een helling
omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geacti-
veerd. (→Blz. 434)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat
het zicht dan minder is, de ruiten besla-
gen kunnen zijn en de weg glad kan
zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het
begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er
zich dan immers een waterfilm vormen
die het sturen en remmen kan bemoei-
lijken.
■Motortoerental tijdens het rijden
(behalve handgeschakelde trans-
missie)
In de volgende gevallen kan het motor-
toerental tijdens het rijden te hoog oplo-
pen. Dit is het gevolg van automatisch
op- of terugschakelen, al naar gelang de
rijomstandigheden. Het duidt niet op plot-
seling accelereren.
●Het systeem signaleert dat de auto een
helling op of af rijdt
●Als het gaspedaal wordt losgelaten
●Als het rempedaal is ingetrapt en de
sportmodus is geselecteerd
■Beperken van het motorvermogen
(Brake Override-systeem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het
motorvermogen mogelijk beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding
weergegeven op het multi-informatie-
display terwijl het systeem in werking
is.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book Page 254 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM