2844-2. Rijprocedures
Houd, terwijl het contact
AAN staat, het rempedaal ingetrapt
*
en zet de selectiehendel in een
andere stand terwijl u de ontgrendel-
knop van de schakelblokkering inge-
drukt houdt.
Zet de selectiehendel in een
andere stand terwijl u de ontgrendel-
knop van de schakelblokkering inge-
drukt houdt.
Zet de selectiehendel in een
andere stand, zoals u normaliter
doet.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stil-
stand voordat u schak elt tussen stand P
en D.
*: Om de selectiehendel vanuit stand P in een andere stand te zetten, moet u het
rempedaal intrappen v oordat u de ont-
grendelknop van de schakelblokkering
indrukt. Als de ontgrendelknop van de
schakelblokkering eerst wordt inge-
drukt, wordt de schak elblokkering niet
gedeblokkeerd.
■Schakelblokkeersysteem
Het schakelblokkeersysteem is een sys-
teem dat voorkomt dat de selectiehendel
tijdens het starten per ongeluk in een
andere stand gezet wordt.
De selectiehendel kan alleen uit stand P
worden gezet wanneer het contact AAN
staat, het rempedaal wor dt ingetrapt en de
ontgrendelknop van de selectiehendel
wordt ingedrukt.
■Als de selectiehendel niet in een
andere stand dan P kan worden gezet
Controleer eerst o f het rempedaal is inge-
trapt.
Als de selectiehendel n iet in een andere
stand gezet kan worden terwijl u het rem-
pedaal ingetrapt hebt en de ontgrendel-
knop van de selectiehendel indrukt, kan er
een probleem aanwezig zijn in het scha-
kelblokkeersysteem. Laat de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Met de volgende proc edure kan in nood-
gevallen de blokkering van de selectiehen-
del ongedaan worden gemaakt.
Uitschakelen van de schakelblokkering:
1Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem is
geactiveerd. (
→Blz. 291)
2Zet het contact UIT.
3Trap het rempedaal in.4Wrik het afdekplaatje omhoog met een
sleufkopschroevendraaier o.i.d.
Omwikkel het uiteinde van de schroe-
vendraaier met een doek om schade
aan het afdekplaatje te voorkomen.
5Houd de deblokkeerschakelaar inge-
drukt en druk de knop van de selectie-
hendelknop in. De selectiehendel kan
worden verplaatst als beide knoppen
ingedrukt zijn.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 284 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
295
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
■Wanneer de parkeerrem automa-
tisch geactiveerd wordt terwijl het
systeem de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen
uit om de parkeerrem te deactiveren:
●Trap het gaspedaal in. (De parkeer-
rem zal niet automatisch gedeacti-
veerd worden als de veiligheidsgordel
niet is vastgemaakt.)
●Bedien de parkeerremschakelaar ter-
wijl u het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje
van de parkeerrem uitgaat. ( →Blz. 291)
■Wanneer een controle door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige nodig is
Als het controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem (groen) niet brandt
terwijl de Brake Hold -schakelaar wordt
ingedrukt en aan de werkingsvoorwaar-
den van het Brake Ho ld-systeem is vol-
daan, is het syst eem mogelijk defect.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Brake Hold M alfunction Press
Brake to Deactivate Visit Your Dea-
ler” (Storing in Brake Hold-functie.
Trap rempedaal in om te deactive-
ren. Ga naar uw dealer) of “Brake
Hold Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in Brake Hold-functie. Ga
naar uw dealer) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoe-
mers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
worden gebruikt om een systeemstoring
aan te geven of om de bestuurder te
informeren dat hij ex tra moet opletten.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding
en volg de aanwijzingen op.
■Als het controlelampje Brake Hold-
systeem in werking knippert
→Blz. 613
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling
staat
Wees voorzichtig wanneer u het
Brake Hold-systeem gebruikt op een
steile helling. De Brake Hold-functie
kan de auto in een dergelijke situatie
mogelijk niet stilhouden.
■Wanneer u stilhoudt op een glad
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhou-
den wanneer de banden hun grip
hebben verloren. Gebruik het sys-
teem niet wanneer u stilhoudt op een
glad wegdek.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-syst eem is niet ont-
worpen voor langdurig gebruik bij het
parkeren van de aut o. Als u het con-
tact UIT zet terwijl het systeem de
remmen vasthoudt, worden de rem-
men mogelijk gelost, waardoor de
auto in beweging komt. Trap het rem-
pedaal in, zet de selectiehendel in
stand P (auto's met automatische
transmissie of Multidrive CVT) of de
neutraalstand (handgeschakelde
transmissie) en activeer de parkeer-
rem wanneer u de startknop bedient.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 295 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
2964-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De parkeerlichten voor,
achterlichten, kentekenplaat- en
dashboardverlichting gaan bran-
den.
2 De koplampen en alle ver-
lichting die hierboven genoemd
is, gaan branden.
3 De koplampen, dagrijver-
lichting ( →Blz. 296) en alle ver-
lichting die hierboven genoemd
is, worden automatisch in- en
uitgeschakeld.
■De AUTO-modus kan worden
gebruikt als
Het contact AAN staat.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart
en de parkeerrem wordt gedeactiveerd
met de lichtschakel aar in de stand .
(Brandt helderder dan de parkeerlichten
voor.) Dagrijverlichting is niet ontworpen
voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets
over de sensor heen geplaatst wordt of
als er iets op de ruit wordt aangebracht
waardoor de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelij k onjuist functi-
oneert.
■Automatisch uitschakelsysteem
verlichting
Ty p e A
De verlichting wordt automatisch uitge-
schakeld als het contact in stand ACC of
UIT wordt gezet en het bestuurderspor-
tier wordt geopend.
Zet om de verlichting weer in te schake-
len het contact AAN o f zet de lichtscha-
kelaar een keer in stand en daarna
weer in stand of .
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen hand-
matig of automatisch worden
bediend.
Inschakelen van de
koplampen
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 296 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
297
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Ty p e B
●Als de lichtschakelaar in de stand
of staat: De koplampen en de
mistlampen voor worden automatisch
uitgeschakeld als het contact in stand
ACC of UIT wordt gezet.
●Als de lichtschakelaar in de stand
staat: De koplampen en alle overige
verlichting worden automatisch uitge-
schakeld als het contact in stand ACC
of UIT wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schake-
len het contact AAN of zet de lichtscha-
kelaar een keer in stand en daarna
weer in stand of .
■Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Er klinkt een zoemer wanneer het con-
tact in stand ACC of UIT wordt gezet, de
sleutel wordt verwijderd en het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de ver-
lichting is ingeschakeld.
Auto's met Smart e ntry-systeem en
startknop
Er klinkt een zoemer als het contact in
stand ACC of UIT w ordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl
de verlichting is ingeschakeld.
■Automatische verticale koplamp-
verstelling
De koplamphoogte wordt automatisch
geregeld op basis van het aantal passa-
giers in de auto en de mate van bela-
ding om verblinding van andere
weggebruikers door de koplampen te
voorkomen.
■Energiebesparende functie
Ty p e A
Om te voorkomen dat de accu van de
auto ontladen raakt wanneer de koplam-
pen en/of de achterli chten aan zijn ter-
wijl het contact UIT wordt gezet, schakelt de energiebesparende functie
van de accu alle verlichting na ongeveer
20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden
wordt de energiebesparende functie van
de accu eenmaal uitgeschakeld en ver-
volgens weer geactiveerd. Alle verlich-
ting gaat 20 minuten nadat de
energiebesparende fun
ctie van de accu
weer is geactiveer d automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt
bediend
●Wanneer een portier wordt geopend
of gesloten
Ty p e B
Om te voorkomen dat de accu van de
auto ontladen raakt wanneer de licht-
schakelaar in de stand staat terwijl
het contact UIT wordt gezet, schakelt de
energiebesparende fun ctie van de accu
alle verlichting na ongeveer 20 minuten
automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden
wordt de energiebesparende functie van
de accu eenmaal uitgeschakeld en ver-
volgens weer geactiveerd. Alle verlich-
ting gaat 20 minuten nadat de
energiebesparende fun ctie van de accu
weer is geactiveer d automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt
bediend
●Wanneer een portier wordt geopend
of gesloten
■Als “Headlight System Malfunction
Visit Your Dealer” (Storing in kop-
lampsysteem. Ga naar uw dealer)
op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 297 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
329
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als een voetganger of fietser breed val-
lende kleding (regenjas, lange rok, enz.)
draagt, waardoor zijn of haar silhouet
onduidelijk wordt
*2
• Als een voetganger vooroverbuigt of
gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt*2
• Als een voetganger of fietser zich snel
voortbeweegt*2
• Als een voetgangers een wandelwagen-tje, rolstoel, fiets of ander voertuig voort-
duwt
*2
• Bij slecht weer zoal s bij hevige regen,
mist, sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in
een tunnel, waardoor een signaleerbaar
object bijna dezelf de kleur lijkt te heb-
ben als zijn omgeving
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het om gevingslicht plot-
seling verandert, zoals bij het in- of uitrij-
den van een tunnel
• Nadat de motor gestart is, is er gedu-
rende een bepaalde tijd niet met de auto
gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en
gedurende een paar seconden na het
afslaan naar links/rechts
• Bij het rijden in een bocht en een paar
seconden na het rijden in een bocht
• Als uw auto in een slip raakt
• Wanneer de voorzijde van de auto is verhoogd of verlaagd
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera
voor niet goed is uitgelijnd
●In sommige situaties, zoals de onder-
staande, kan wellicht onvoldoende rem-
kracht worden gerealiseerd, waardoor
het systeem mogelijk niet goed werkt:
• Als de remfuncties niet optimaal kunnen functioneren, bijvoorbeeld doordat
onderdelen van het remsysteem
extreem koud of warm, of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhou-
den (extreem versleten remdelen of
banden, onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op
grind of een andere gladde ondergrond
*1: Van toepassing op uitvoeringen voor
landen waar geen fietsers kunnen wor-
den gesignaleerd (
→Blz. 322)*2: Van toepassing op uitvoeringen voor landen waar voetgangers en/of fietsers
kunnen worden gesignaleerd
(
→Blz. 322)
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
(→Blz. 436), worden ook de Pre-
Crash Brake Assist -functie en de Pre-
Crash Brake-functi e uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat
branden en “VSC Turned Off Pre-Col-
lision Brake System Unavailable”
(VSC uitgeschakeld, Pre-Crash
Brake-systeem niet beschikbaar)
wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 329 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
335
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Druk op de toets LTA om het LTA-
systeem in te schakelen.
Het controlelampje LTA gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LTA om
het LTA-systeem uit te schakelen.
Als het LTA-systeem wordt in- of uitge-
schakeld, blijft de st
atus van het LTA-sys-
teem de volgende keer dat de motor
wordt gestart ongewijzigd.
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verl ichtingsstatus
van de indicator wordt de bestuurder
geïnformeerd over de bedrijfsstatus van
het systeem.
Brandt wit: LTA-syst eem is in werking.
Brandt groen: De stuurassistentie van de
stuurassistentiefunc tie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-
functie is in werking.
Display werking van ondersteu-
ning stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-
informatiedisplay wordt overgeschakeld
op het informatiesc herm voor ondersteu-
nende systemen.
Geeft aan dat de stuur assistentie van de
stuurassistentiefunc tie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking is.
Beide buitenkanten v an de rijstrook wor-
den weergegeven: Geeft aan dat de
stuurwielassistent ie van de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt
weergegeven: Geeft aan dat de stuurwiel-
assistentie van de st uurassistentiefunctie
in werking is.
Beide buitenkanten v an de rijstrook knip-
peren: Waarschuwt de bestuurder dat hij
in actie moet kom en om in het midden
Inschakelen van het
LTA-systeem
Meldingen op het multi-
informatiedisplay
A
B
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 335 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
343
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
waarschuwing weergegeven op het
multi-informatiedisplay en wordt de
functie tijdelijk uitgeschakeld.
Auto's met Blind Spot Monitor: Wan-
neer het systeem vaststelt dat de auto
de rijstrook dreigt te
verlaten en dat de
kans op een aanrijding met een inha-
lende auto in de naastgelegen rijstrook
groot is, treedt de stuurassistentie in
werking, zelfs wanneer de richtingaan-
wijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een
stoeprand
■Waarschuwingsfunctie slinge-
ren auto
Wanneer de auto in een rijstrook
slingert, klinkt er een zoemer en
wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
om de bestuurder te waarschuwen. Druk op de toets LDA om het LDA-
systeem in te schakelen.
Het controlelampje LDA gaat branden
en er wordt een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LDA om het
LDA-systeem uit te schakelen.
Als het LDA-systeem wo
rdt in- of uitge-
schakeld, blijft de status van het LDA-
systeem de volgende keer dat de motor
wordt gestart ongewijzigd.
Inschakelen van het
LDA-systeem
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 343 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
379
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1
Als u op de uitschakeltoets
drukt, wordt de snelheidsbe-
grenzer uitgeschakeld.
2 Door op de schakelaar +RES te
drukken wordt de snelheidsbe-
grenzer opnieuw ingeschakeld.
■Instellen van de rijsnelheid
Als de schakelaar -SET wordt ingedrukt
terwijl de auto stilstaat of wanneer de rij-
snelheid 30 km/h of lager is, wordt de
snelheid ingesteld op 30 km/h.
■Overschrijden van de ingestelde
snelheid
In de volgende situaties overschrijdt de
rijsnelheid de ingestelde snelheid en
gaat het multi-informatiedisplay bran-
den:
●Wanneer u het gaspedaal volledig
intrapt
●Wanneer u bergaf rijdt (er klinkt ook
een zoemer)
■Automatische uits chakeling snel-
heidsbegrenzer
De ingestelde snelheid wordt automa-
tisch uitgeschakeld wanneer de cruise
control geactiveerd wordt.
■Als het controlelampje van de snel-
heidsbegrenzer dooft en “Speed
Limiter Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing in snelheidsbegrenzer.
Ga naar uw dealer) wordt weerge-
geven
Zet de motor af en start de motor weer.
Stel na het weer starten van de motor
de snelheidsbegrenzer in.
Als de snelheidsbegre nzer niet kan wor-
den ingesteld, is er mogelijk een storing
aanwezig in het snelh eidsbegrenzersys-
teem. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Uitschakelen en hervatten
van de snelheidsbegrenzer
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 379 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM