191
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Wanneer de vergrendelactie is uitge-
voerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar iden-
tificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identif
icatiesignalen gege-
ven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het por-
tier herhaaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de cor-
rectieprocedure hieronder bij het was-
sen van de auto:
• Plaats de elektroni sche sleutel op een
afstand van t en minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te scha-
kelen. (
→Blz. 189)
●Als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt en een portiergreep wordt
nat tijdens het wa ssen van de auto,
wordt er mogelijk een melding weerge-
geven op het multi-inf ormatiedisplay en
klinkt er een zoemer buiten de auto.
Vergrendel alle portieren om het alarm
uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking
komt met ijs, sneeuw, modder, enz.,
werkt deze mogelijk niet goed. Reinig
de vergrendelsensor en raak hem
opnieuw aan of gebruik de vergrendel-
sensor aan de onderzi jde van de por-
tiergreep.
●Bij een plotselinge nadering van het
detectiegebied of de portiergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ont-
grendeld worden. Laat in dat geval de
portiergreep los en c ontroleer of de por-
tieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische
sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ont-
grendelen van de por tieren nadat een
portiergreep is vas tgepakt, mogelijk lan-
ger.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Auto's met instapf unctie: Bewaar, om
diefstal van de auto te voorkomen, de
elektronische sleutel niet binnen een
afstand van 2 mete r van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(
→Blz. 674)
●De energiebespaarmodus kan het ener-
gieverbruik van de elektronische sleu-
tels verlagen. (
→Blz. 189)
■Voor een juiste bediening van het
systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel
bij u hebt als u het systeem bedient. Houd
bij auto's met instapf unctie de elektroni-
sche sleutel niet te di cht bij de auto als u
het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de pos itie en de conditie
waarin de elektroni sche sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet
correct door het systeem gesignaleerd,
waardoor het systeem w ellicht niet juist
functioneert. (Het al arm kan per ongeluk
afgaan of de functie di e voorkomt dat de
portieren per ongeluk worden vergrendeld,
werkt mogelijk niet.)
■Als het Smart entry-systeem met
startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren: Gebruik de mechanische
sleutel. (
→Blz. 643)
●Starten van de motor: →Blz. 643
■Persoonlijke voorkeursinstellingenVerschillende instell ingen (bijv. van het
Smart entry-systeem m et startknop) kun-
nen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelij kheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 674)
Raadpleeg de beschrijv ingen voor de vol-
gende handelingen als het Smart entry-
systeem met startknop is uitgeschakeld
via de persoonlijke v oorkeursinstellingen.
●Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. (
→Blz. 168, 643)
●Starten van de motor en wijzigen van de
standen van het contact:
→Blz. 643●Uitzetten v an de motor: →Blz. 275
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 191 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
2303-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
■Voorkomen van een onjuiste wer-
king van de sensoren (auto's met
binnenspiegel met automatische
antiverblindingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negati eve zin beïnvloed
kan worden.
*: Indien aanwezig
Digitale binnenspiegel*
De digitale binnenspiegel is
een systeem dat gebruikmaakt
van een camera op de achter-
zijde van de auto. Het beeld
van die camera wordt weerge-
geven op het display van de
digitale binnenspiegel.
De digitale binnenspiegel kan
met behulp van de hendel wor-
den gewijzigd tussen de
modus voor de optische spie-
gel en de modus voor de digi-
tale spiegel.
Dankzij de digitale binnenspie-
gel kan de bestuurder het
beeld achter de auto zien,
ondanks obstakels, zoals
hoofdsteunen of bagage. Ook
worden de achterstoelen niet
weergegeven en wordt de pri-
vacy van de passagiers verbe-
terd.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
■Voordat u de digitale binnenspie-
gel gebruikt
●Stel de spiegel af v oordat u gaat rij-
den. ( →Blz. 232)
• Wijzig de modus naar de modus voor de optische spiegel en stel de
positie van de digitale binnenspie-
gel zo af dat het gebied achter uw
auto goed te zien is.
• Wijzig de modus naar de modus voor de digitale spiegel en wijzig de
display-instellingen.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 230 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
231
3
3-4. Verstellen van het
stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
Controlelampje camera
Geeft aan dat de camera normaal
werkt.
Displayzone icoon
Geeft iconen, enz. weer ( →Blz. 232)
Toets menu/invoeren
Druk op deze toets om de iconen weer
te geven of een item te selecteren.
Selectietoets
Druk op deze toets om de cursor te
bewegen of de afbeelding aan te pas-
sen.
Hendel
Bedien de hendel om te schakelen tus-
sen de modus voor de digitale spiegel
en de modus voor de optische spiegel.
Bedien de hendel om te schakelen
tussen de modus voor de digitale spiegel en de modus voor de opti-
sche spiegel.
1
Modus digitale spiegel
Geeft een beeld w eer van het gebied
achter de auto.
gaat branden in deze modus.
2Modus optische spiegel
Hiermee wordt het display van de digi-
tale binnenspiegel uitgeschakeld, waar-
door de spiegel kan worden gebruikt
als optische spiegel.
■Werkingsvoorwaarde modus digi-
tale spiegel
Het contact wordt AAN gezet
Wanneer het contact van AAN UIT of in
stand ACC wordt gez et, verdwijnt het
beeld na enkele seconden.
■Bij gebruik van de digitale binnen-
spiegel in de modus digitale spie-
gel
●Als het weergegeven beeld moeilijk te
zien is doordat licht reflecteert op de
digitale binnenspiegel, de camera vuil
is of doordat u last hebt van de lichten
van een achterligger of het weergege-
ven beeld, schakel dan over naar de
modus optische spiegel.
●Als de achterklep i s geopend, wordt
het beeld van de digitale binnenspie-
gel mogelijk niet goed weergegeven.
Controleer voor het rijden of de ach-
terklep is gesloten.
WAARSCHUWING
●Het bereik van het beeld dat wordt
weergegeven door de digitale bin-
nenspiegel verschilt van dat van de
optische spiegel. Controleer
daarom dit verschil vóór het rijden.
Systeemonderdelen
Wijzigen van de modus
A
B
C
D
E
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 231 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
2323-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
●Als het display moeilijk te zien is door
gereflecteerd licht, sluit dan het zon-
nescherm van het schuifdak (indien
aanwezig) of het elektrisch bedien-
bare zonnescherm van het panorama-
dak (indien aanwezig).
●De volgende verschijnselen kunnen
zich voordoen bij het rijden in het don-
ker, zoals 's nachts. Geen van deze
verschijnselen duidt op een storing.
• De kleuren van de objecten in het
weergegeven beeld verschillen moge-
lijk van de daadwerkelijke kleuren.
• Afhankelijk van de hoogte van de lich-
ten van de achterligger, wordt het
gebied rondom de auto wit en wazig
weergegeven.
• Automatische aanpassing van het beeld voor een helder omgevings-
beeld kan flikkeringen veroorzaken.
Als het weergegeven beeld moeilijk te
zien is of als u last hebt van flikkeringen,
schakel dan over naar de modus opti-
sche spiegel.
●De digitale binnenspiegel wordt
mogelijk heet wanneer de modus digi-
tale spiegel is ingeschakeld.
Dit duidt niet op een storing.
●Afhankelijk van uw fysieke conditie of
leeftijd duurt het mogelijk langer dan
gebruikelijk om op het weergegeven
beeld te focussen. Schakel in dit geval
over naar de modus optische spiegel.
●Laat passagiers tijdens het rijden niet
naar het weergegev en beeld staren,
omdat ze anders wagenziek kunnen
worden.
■Afstellen van de hoogte van de
spiegel
De hoogte van de binnenspiegel
kan worden afgestemd op uw hou-
ding achter het stuur.
Schakel de modus optische spiegel
in en stel de hoog te van de binnen- spiegel af door de spiegel omhoog
of omlaag te
bewegen.
■Display-instellingen (modus
digitale spiegel)
De instellingen van het display in
de modus digitale spiegel, het aan-
/uitzetten van de automatische anti-
verblindingsstand, enz. kunnen
worden gewijzigd.
1 Druk op de toets menu/invoe-
ren.
De iconen worden weergegeven.
2Druk op / van de
selectietoetsen om het
gewenste icoon te selecteren en
druk op de toets menu/invoeren.
3 Druk op / van de
selectietoetsen om de instelling
te wijzigen en dr uk op de toets
menu/invoeren.Afstellen van de spiegel
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 232 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
233
3
3-4. Verstellen van het
stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
Wanneer u of inschakelt/uit-
schakelt, druk dan op
/ van de selectietoet-
sen om (aan) of (uit) te selec-
teren en druk op de toets
menu/invoeren.
4 Druk op / van de
selectietoetsen om te selec-
teren en druk op de toets
menu/invoeren.
De iconen verdwijnen.
*: Dit is een functie voor de modus opti-
sche spiegel. De instelling kan echter
ook worden gewijzigd terwijl de
modus digitale spiegel in gebruik is.
■In-/uitschakelen van de auto-
matische antiverblindings-
stand (modus optische
spiegel)
De automatische antiverblindings-
stand in de modus optische spiegel
kan worden in-/uitgeschakeld. De
instelling kan worden gewijzigd in
zowel de modus digitale spiegel als
de modus optische spiegel.
Bij gebruik van de modus digitale
spiegel
→ Blz. 232
Ico-
nenInstellingen
Hiermee kunt u de automati-
sche antiverblindingsstand in-
/uitschakelen.
*
De hoeveelheid gereflecteerd
licht wordt automatisch aange-
past op basis van de helderheid
van de koplampen van achter-
opkomend verkeer.
De automatische antiverblin-
dingsstand wordt iedere keer
wanneer het contact AAN wordt
gezet ingeschakeld.
Hiermee kunt u de helderheid
van het display afstellen.
Hiermee kunt u het weergege-
ven gebied omhoog/omlaag
verplaatsen.
Hiermee kunt u het weergege-
ven gebied naar links/rechts
verplaatsen.
Hiermee kunt u de hoek van het
weergegeven beeld afstellen.
Hiermee kunt u op de weerge-
geven afbeelding inzoomen/uit-
zoomen.
Hiermee kunt u de PLS-modus
(point light source, puntlicht-
bron) in-/uitschakelen.
De verblinding door de koplam-
pen van achterliggers wordt
gereduceerd zodat in de modus
digitale spiegel een beeld kan
worden weergegeven op het
display.
Wanneer de PLS-modus is
ingeschakeld, wordt weer-
gegeven in de linker bovenhoek
van het display.
Ico-
nenInstellingen
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 233 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
2343-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Bij gebruik van de modus opti-
sche spiegel
1 Druk op de toets menu/invoe-
ren.
Het instellingenscherm wordt weerge-
geven.
2Druk op / van de
selectietoetsen om (aan) of
(uit) te selecteren en druk
op de toets menu/invoeren.
De iconen verdwijnen.
■Instellen van het display (modus
digitale spiegel)
●De iconen verdwijnen als gedurende
ten minste 10 seco nden geen toets
wordt bediend.
●Als het weergegeven beeld is inge-
steld, lijkt het mo gelijk vervormd. Dit
duidt niet op een storing.
●Als de helderheid van de digitale bin-
nenspiegel te hoog is ingesteld, kun-
nen uw ogen vermoe id raken. Stel de
digitale binnenspiegel in op een
geschikte helderheid. Als uw ogen
vermoeid raken, schakel dan over
naar de modus optische spiegel.
●De helderheid van de digitale binnen-
spiegel wordt automatisch aangepast
overeenkomstig de helderheid van het
gebied voor uw auto.
■Voorkomen van storingen in de
lichtsensoren
Raak de lichtsensoren niet aan en
bedek ze niet, om te voorkomen dat er
storingen in ontstaan.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
■Tijdens het rijden
●Verstel de digitale binnenspiegel
niet tijdens het rijden en pas ook de
display-instellingen niet aan.
Breng de auto to t stilstand en
bedien de bedieni ngstoetsen van
de digitale binnenspiegel.
Als u dat niet doet, kunt u een
stuurfout maken, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
●Let altijd op de omgeving van de
auto.
Het formaat van de voertuigen en
andere objecten lijkt mogelijk anders
in de modus digitale spiegel en de
modus optische spiegel.
Let bij het achteruitrijden recht-
streeks op de vei ligheid van het
gebied rondom de auto, met name
achter de auto.
Bovendien lijkt de omgeving mogelijk
schemerig wanneer een voertuig in
het donker, zoals 's nachts, van ach-
teren nadert.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 234 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
235
3
3-4. Verstellen van het
stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■Schoonmaken van het spiege-
loppervlak
Als het spiegeloppervlak vuil is, is
het beeld op het display mogelijk
moeilijk te zien.
Reinig het spiegeloppervlak voor-
zichtig met een zachte, droge doek.
■Schoonmaken van de camera
Als de cameralens vuil is, is het
weergegeven beel d mogelijk niet
helder. Reinig in dat geval de lens
met een zachte, vochtige doek.
■De camera
De camera van de digitale binnenspie-
gel bevindt zich op de in de afbeelding
aangegeven plaats.
Schoonmaken van de
digitale binnenspiegel
OPMERKING
■Voorkomen van storingen in de
digitale binnenspiegel
Verwijder, demonteer of wijzig de
spiegel niet.
■Voorkomen van storingen in de
camera
●Neem de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht, anders werkt de
digitale binnenspiegel mogelijk niet
goed.
• Sla niet tegen de camera en onder- werp deze niet aan hevige schok-
ken, omdat dit de montagepositie
en de hoek van de camera kan ver-
anderen.
• Verwijder, demonteer of wijzig de camera niet.
• Maak de cameralens schoon met een vochtige zachte doek.
Wrijf niet te hard over de camera-
lens, anders kunne n er krassen op
komen en kan er geen helder beeld
meer worden weergegeven.
• Wanneer u een gekleurde folie (inclusief doorzichtige folie) op de
achterruit aanbrengt, doe dit dan
niet op het gebied voor de camera.
Als er folie wordt aangebracht op
het gebied voor de camera, wordt
het beeld van de camera mogelijk
niet goed weergegeven.
●Stel de camera niet bloot aan een
krachtige schok, omdat anders een
storing kan optreden.
Laat, als dit gebeurt, de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar beho ren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 235 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
237
3
3-4. Verstellen van het
stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
Het beeld is niet goed te
zien.
De achterruit is beslagen.
Schakel over naar de
modus optische spiegel.
Gebruik na het ontwase-
men van de achterruit met
behulp van de achterruit-
verwarming (→Blz. 501,
507) de modus digitale
spiegel weer.
De buitenzijde van de ach-
terruit is vuil.Gebruik de achterruitenwis-
ser om het vuil te verwijde-
ren.
De binnenzijde van de ach-
terruit is vuil.Veeg de binnenzijde van de
achterruit schoon met een
vochtige, zachte doek.
Het beeld is niet recht.
De achterklep is niet geheel
gesloten.Sluit de achterklep volledig.
De camera of de omgeving
ervan is aan ee n krachtige
schok blootgesteld.
Schakel over naar de
modus optische spiegel en
laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Het display is schemerig
en wordt weergege-
ven.
Er is mogelijk een storing in
het systeem aanwezig.
Schakel over naar de
modus optische spiegel en
laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
dooft.
SymptoomWaarschijnlijke oorzaakOplossing
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 237 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM