135
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
display, enz. van een functie kan
worden geselecteerd. Selecteer, als
het instelscherm wordt weergege-
ven, de instelling of de gewenste
waarde (tijd, enz.) met behulp van
.
3Druk na het wijzigen van de instel-
lingen op van de bedie-
ningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
■“Clock :00” (klok :00) (indien aan-
wezig) (
→Blz. 122, 127)
Hiermee kunt u de klok instellen.
■ LTA (Lane Tracing Assist)
(indien aanwezig) (
→Blz. 330)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
“Lane Center” (midden rijstrook)
Hiermee kunt u de Lane Centering-functie
in- of uitschakelen.
“Steering Assist” (stuurassistentie)
Hiermee kan de stuurassistentie worden
in- of uitgeschakeld.
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
Lane Departure Alert instellen.
“Sway Warning” (waarschuwing
voor slingeren)
Hiermee kunt u de waarschuwing voor slin-
geren in- of uitschakelen.
“Sway Sensitivity” (gevoeligheid
waarschuwing voor slingeren)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
waarschuwing voor slingeren instellen.
■ LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling) (indien aan-
wezig) (
→Blz. 339)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
“Steering Assist” (stuurassistentie)
Hiermee kan de stuurassistentie worden
in- of uitgeschakeld.
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
waarschuwing instellen.
“Sway Warning” (waarschuwing
voor slingeren)
Hiermee kunt u de waarschuwing voor slin-
geren in- of uitschakelen.
“Sway Sensitivity” (gevoeligheid
waarschuwing voor slingeren)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
waarschuwing voor slingeren instellen.
■ PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem) (indien aanwezig)
(
→Blz. 322)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
PCS aan/uit
Hiermee kunt u het Pre-Collision-systeem
in- of uitschakelen.
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u het waarschuwingstijdstip
van het Pre-Crash Safety-systeem wijzi-
gen.
■ BSM (Blind Spot Monitor)
(indien aanwezig) (
→Blz. 380)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
BSM (Blind Spot Monitor) aan/uit
Hiermee kunt u het BSM-systeem in- of uit-
schakelen.
“Brightness” (helderheid)
Hiermee kunt u de helderheid van de indi-
catoren in de buitenspiegels wijzigen.
(
→Blz. 380)
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u de timing van de waar-
schuwing voor een naderend voertuig wijzi-
gen.
■ (Toyota Parking Assist-
sensor) (indien aanwezig)
(
→Blz. 395)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 135 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
137
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
• “Set Pressure” (stel bandenspanning in)
Hiermee kan het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
• “Change Wheel” (wielen wijzigen)
Hiermee kunt u de ingestelde identificatie-
code van de sensor van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem wijzigen. Om
deze functie te kunnen inschakelen moet
een tweede set identificatiecodes van de
sensoren van het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige worden geregis-
treerd. Neem voor meer informatie over het
wijzigen van de geregistreerde identifica-
tiecode contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■ Instellingen
“Language” (taal)
Hiermee kunt u de taal op het multi-infor-
matiedisplay wijzigen.
“Units” (eenheden)
Hiermee kunnen de weergegeven mee-
teenheden worden gewijzigd.
“Meter Type” (type meter) (7 inch
display)
Hiermee kunt u de weergave van de snel-
heidsmeter wijzigen.
(ECO-controlelampje)
(indien aanwezig) (
→Blz. 132)
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in-
en uitschakelen.
(Instellingen weergave rij-infor-
matie)
Hiermee kunt u de weergave van het
brandstofverbruik wijzigen (
→Blz. 131).
(Audio-instellingen) (indien aan-
wezig)
Hiermee kunt u het scherm in- of uit-
schakelen.
(Instellingen weergave voer-
tuiginformatie)
• “Display Contents” (informatie op dis-
play)
Hiermee kunt u de weergave van het AWD-
systeem in- of uitschakelen (
→Blz. 134).
(AWD-uitvoeringen)
• “Drive Info Type” (rij-informatietype)
Hiermee kunt u de weergave van het rij-
informatietype wijzigen tussen de rit en het
totaal. (
→Blz. 133).
• “Drive Info Items” (ri j-informatie-items)
Hiermee kunt u de items instellen op het
bovenste en onderste deel van het rij-infor-
matiescherm. Hierbij kunt u kiezen uit drie
items: gemiddelde rijsnelheid, afstand en
totale tijd.
“Pop-Up Display” (pop-updisplay)
(indien aanwezig)
Hiermee kunt u de volgende pop-updis-
plays in- of uitschakelen. Deze displays
kunnen in bepaalde situaties verschijnen.
• Display van de kruispuntenbegeleiding van het aan het navigatiesysteem
gekoppelde systeem (indien aanwezig)
• Display van binnenkomende oproepen van het handsfree-systeem (indien aan-
wezig)
• Bediening audio (indien aanwezig)
• Bediening volume (indien aanwezig)
• Spraakbediening (indien aanwezig)
• Duur Stop & Start-systeem (indien aan- wezig)
• Status Stop & Start-systeem (indien aan- wezig)
“MID OFF” (MID uit)
Er wordt een leeg scherm weergegeven
“Default Settings” (standaardinstel-
lingen)
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel
worden gereset.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 137 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
1382-1. Instrumentenpaneel
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●In de volgende situaties wordt de bedie-
ning van het instellingendisplay tijdelijk
uitgeschakeld.
• Wanneer er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay verschijnt.
• Wanneer de auto begint te rijden
●Instellingen voor functies waarmee de
auto niet is uitgerust, worden niet weer-
gegeven.
●Als een functie is uitgeschakeld, kunnen
de instellingen voor de desbetreffende
functie niet worden geselecteerd.
Hiermee kunt u waarschuwingsmel-
dingen en te nemen maatregelen
weergegeven als er een storing wordt
gesignaleerd. (
→Blz. 616)
Hiermee worden s uggesties voor de
bestuurder weergegeven in de onder-
staande situaties. U kunt een reactie
op de weergegeven suggestie selecteren met behulp van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel.
■Su gg esti e o m d e k op lam p en i n te
schakelen
Als de lichtschakelaar in een andere
stand dan of staat en de rij-
snelheid 5 km/h of hoger is gedurende
een bepaalde periode wanneer het
donker is, wordt een melding van de
suggestiefuncti
e weergegeven.
■Suggestie om de koplampen uit
te schakelen
Als de koplampen nog enige tijd blijven
ingeschakeld nadat het contact UIT is
gezet, verschijnt een melding van de
suggestiefunctie.
Wanneer de lichtschakelaar in de
stand AUTO staat:
De melding met de vraag of u de kop-
lampen wilt uitschakelen wordt weer-
gegeven. Selecteer “Yes” (ja) om de
koplampen uit te schakelen.
Als het bestuurdersportier wordt geopend
nadat het contact UIT is gezet, wordt deze
melding van de suggestiefunctie niet weer-
gegeven.
■Suggestie om de elektrisch
bedienbare ruiten te sluiten
(gekoppeld aan de werking van
de ruitenwissers)
Als de ruitenwissers worden bediend
terwijl één of meer elektrisch bedien-
bare ruiten zijn geopend, verschijnt
een melding van de suggestiefunctie
met de vraag of u de elektrisch bedien-
bare ruiten wilt sluiten. Selecteer “Yes”
(ja) om alle elektrisch bedienbare rui-
ten te sluiten.
■Persoonlijke voorke ursinstellingen
De suggestiefunctie kan worden in- en uit-
geschakeld. (Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 672)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Aangezien de motor tijdens het instellen
van het display moet draaien, dient de
auto te worden geparkeerd op een
plaats met voldoende ventilatie. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage,
kunnen uitlaatgassen die het schadelijke
koolmonoxide (CO) bevatten, zich opho-
pen en in de auto terechtkomen. Dit kan
zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het displayOm te voorkomen dat de accu leeg raakt,
dient de motor te draaien terwijl de dis-
playinstellingen worden aangepast.
Weergave
waarschuwingsmelding
Suggestiefunctie
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 138 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
143
3
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel
gaat niet branden.
U kunt zelf de batterij vervangen
(→Blz. 578). Aangezien echter de elek-
tronische sleutel beschadigd zou kun-
nen raken, raden wij u aan om de
vervanging te laten uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Houd, om de levensduur van de batte-
rij niet nodeloos te bekorten, de elek-
tronische sleutel op een afstand van
minimaal 1 m van de volgende elektri-
sche apparaten met een magnetisch
veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze tele- foons en batterijladers
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
■Als er een melding met betrekking
tot de status van de elektronische
sleutel of de stand van het contact,
enz. wordt weergegeven (auto's
met Smart entry-s ysteem en start-
knop)
Om te voorkomen dat de elektronische
sleutel in de auto wordt opgesloten, de
auto wordt achter gelaten terwijl u de
elektronische sleutel bij u hebt en het
contact niet UIT is gezet, andere inzit-
tenden per ongeluk de sleutel mee naar
buiten nemen, enz. wo rdt op het multi-
informatiedisplay mogelijk een melding
weergegeven die de gebruiker vraagt de
status van de elektronische sleutel of de
stand van het contact te bevestigen.
Volg in zo'n geval de instructies op het
display onmiddellijk op.
■Als “Key Battery Low Replace Key
Battery” (sleutelbatterij leeg, ver-
vang sleutelbatterij) wordt weerge-
geven op het multi-
informatiedispl ay (auto's met
Smart entry-systeem en startknop)
De batterij v an de elektronische sleutel is (bijna) leeg. Verv
ang de batterij van
de elektronische sleutel. ( →Blz. 578)
■Batterij vervangen
→Blz. 578
■Bevestiging van het aantal geregis-
treerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan
worden bevestigd. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “A New Key has been Registe-
red Contact Your Dealer for
Details” (Er is een nieuwe sleutel
geregistreerd. Neem voor meer
informatie contact op met uw dea-
ler) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay (auto's met
Smart entry-systeem en startknop)
Deze melding wordt weergegeven elke
keer dat het bestuurdersportier wordt
geopend als de portieren van buitenaf
worden ontgrendeld gedurende onge-
veer 10 dagen nadat er een nieuwe
elektronische sleutel is geregistreerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
melding wordt weergegeven, maar u
geen nieuwe elektronische sleutel hebt
geregistreerd, om te controleren of er
een onbekende elektronische sleutel
(anders dan de sleutels die u in uw bezit
hebt) is geregistreerd.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging
van de sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze
niet bloot aan ster ke schokken en
buig ze niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot
aan hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat wor-
den en reinig ze niet in een ultra-
soon reinigingsbad of iets
dergelijks.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 143 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
1703-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Auto's met een alarm: om te voorkomen
dat het alarm onbedoeld wordt geacti-
veerd, moet u de portieren ontgrendelen
met de afstandsbedieni ng en een portier
openen en sluiten als de instellingen een-
maal zijn gewijzigd. (Als er binnen 30
seconden nadat op is gedrukt
geen portier wor dt geopend, worden de
portieren weer vergrendeld en wordt het
alarm automatisch ingeschakeld.)
Zet het alarm onmiddel lijk uit wanneer dit
wordt geactiveerd. (
→Blz. 109)
■Systeem voor crashportierontgren-
deling
Als de auto aan een st erke schok wordt
blootgesteld, worden alle portieren ont-
grendeld. Of het syst eem in werking
treedt, is afhankelijk van de kracht van de
schok of het type ongeval.
■Feedbacksignalen
Portieren: De alarmknipperlichten knippe-
ren om aan te geven dat de portieren zijn
vergrendeld/ontgrendel d met behulp van
de instapfunctie (indi en aanwezig) of de
afstandsbediening. (Vergrendeld: een-
maal; ontgrendeld: tweemaal)
Zijruiten en schuifdak (indien aanwezig) of
panoramadak (indien aanwezig): Er klinkt
een zoemer om aan te geven dat de zijrui-
ten en het schuifdak of panoramadak wor-
den bediend met behulp van de
afstandsbediening.
■Beveiligingsfunctie
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen v an de auto met de
afstandsbediening een portier wordt
geopend, zorgt de bevei ligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch
wordt vergrendeld.
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen v an de auto met de
instapfunctie (indi en aanwezig) of de
afstandsbediening een portier wordt
geopend, zorgt de bevei ligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch
wordt vergrendeld. (Afhankelijk van de
locatie van de elektronische sleutel wordt
echter mogelijk vastges teld dat de sleutel
in de auto is. In dit geval blijft de auto
mogelijk ontgrendeld.)
■Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsen-
sor aan de bovenzijde van de portier-
greep (auto's met Smart entry-
systeem, startknop en instapfunctie)
Als het portier niet kan worden vergren-
deld, zelfs niet wanneer het sensorgebied
bovenaan wordt aangeraakt, kunt u probe-
ren de sensorgebieden bovenaan en
onderaan tegelijkertijd aan te raken.
Wanneer u handschoenen draagt, trek
deze dan uit.
Multi-informatie- display/
piepsignaal
Ontgrendelfunctie
(auto's met linkse besturing)
(auto's met rechtse besturing)
Exterieur: 3 keer een piepsignaal
Interieur: Eén bel- signaal
Als u de portiergreep
van het bestuurders-
portier vasthoudt,
wordt alleen het
bestuurdersportier
ontgrendeld.
Als u de portiergreep
van het voorpassa-
giersportier vast-
houdt of op de
schakelaar achter-
klep openen drukt,
worden alle portieren
ontgrendeld.
Exterieur: Twee piepsignalen
Interieur: Eén bel- signaal
Als u de portiergreep
van het voorpassa-
giersportier of
bestuurdersportier
vasthoudt of op de
schakelaar achter-
klep openen drukt,
worden alle portieren
ontgrendeld.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 170 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
173
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
centrale waarschuwingslampje knippe-
ren en klinkt er e
en zoemer om aan te
geven dat een portie r of de achterklep
niet goed is gesloten.
Het geopende portier of de openstaande
achterklep wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
■Wanneer alle portieren zijn ver-
grendeld met de instapfunctie
(auto's met Smart entry-systeem,
startknop en instapfunctie),
afstandsbediening of sleutel
●De portieren kunnen niet met de scha-
kelaar centrale vergrendeling worden
ontgrendeld.
●De schakelaar centrale vergrendeling
kan worden gereset door ontgrende-
ling van alle portier en met de instap-
functie (auto's met Smart entry-
systeem, startknop en instapfunctie),
afstandsbediening of sleutel.
Het portier kan niet vanaf de bin-
nenzijde van de auto worden
geopend wanneer het kinderslot is
geactiveerd.
1 Ontgrendelen
2 Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen
per ongeluk de achterportieren openen. Druk de schakelaars op beide achter-
portieren naar beneden om de kinder-
sloten te activeren.
De volgende functies kunnen wor-
den in- of uitgeschakeld:
Raadpleeg Blz. 670 voor instructies
voor het aanpassen aan de persoon-
lijke voorkeur.
Kindersloten
achterportieren
Automatische
vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de
portieren
FunctieHandeling
Functie koppeling
van rijsnelheid aan
portiervergrende-
ling
Alle portieren wor-
den automatisch
vergrendeld wan-
neer de rijsnelheid
ongeveer 20 km/h
of hoger is.
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
vergrendeling
(auto's met automa-
tische transmissie
of Multidrive CVT)Alle portieren wor-
den automatisch
vergrendeld wan-
neer de selectie-
hendel in een
andere stand dan
stand P wordt
gezet.
Functie koppeling
van stand selectie-
hendel aan portier-
ontgrendeling
(auto's met automa-
tische transmissie
of Multidrive CVT)Alle portieren wor-
den automatisch
ontgrendeld wan-
neer de selectie-
hendel in stand P
wordt gezet.
Functie koppeling
portierontgrende-
ling aan bestuur-
dersportier
Alle portieren wor-
den automatisch
ontgrendeld wan-
neer het bestuur-
dersportier wordt
geopend.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P
age 173 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
187
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
De instellingen van het systeem
van de elektrisch
bedienbare ach-
terklep kunnen worden gewijzigd
door het scherm “Vehicle Settings”
(voertuiginstelling en) - PBD weer te
geven via het scherm van het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 134)
De gewijzigde instellingen van de elek-
trisch bedienbare achterklep worden
niet gereset door he t UIT zetten van het
contact. Om de oorspronkelijke instel-
lingen te herstellen, moeten deze wor-
den teruggezet op het scherm van
het multi-informatiedisplay.
De geopende positie van de elek-
trisch bedienbare achterklep kan
worden aangepast.
1 Stopt de beweging van de ach-
terklep in de gewenste positie.
(→ Blz. 178)
2 Houd de schakelaar van de
elektrisch bedi enbare achter-
klep op de achterklep gedu-
rende ongeveer 2 seconden
ingedrukt.
Wanneer het instellen is voltooid, klinkt
de zoemer 4 maal.
Wanneer de volgende keer de achter-
klep wordt geopend, stopt deze in die
positie.
■Uitschakeling van de aangepaste
geopende positie van de achterklep
Houd de schakelaar v an de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende ongeveer 7 seconden inge-
drukt.
Nadat de zoemer 4 m aal heeft geklon-
ken, klinkt hij nog eens tweemaal. Wan-
neer de elektrisch bedienbare
achterklep de volgende keer wordt
geopend, wordt de achterklep geopend
tot de oorspronkelijk ingestelde positie.
■Persoonlijke voor keursinstellingen
De openingspositie kan worden inge-
steld met het multi- informatiedisplay.
(→Blz. 134)
Prioriteit voor de stoppositie kan worden
gegeven aan de laatst ingestelde positie
door middel van het zij de schakelaar
elektrisch bedienbare achterklep op de
achterklep hetzij via het multi-informatie-
display.
Wijzigen van instellingen
van de elektrisch
bedienbare achterklep
(auto's met elektrisch
bedienbare achterklep)
Aanpassing van de
geopende positie van de
achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare
achterklep)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 187 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
1883-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
*: Indien aanwezig
■Plaats van antenneAntennes buiten het i nterieur (auto's
met instapfunctie)
Antenne buiten de bagageruimte
(auto's met instapfunctie)
Antennes in het interieur
■Bereik (gebieden waarin de elektro-
nische sleutel wordt gesignaleerd)
Bij het vergrendelen of ontgrende-
len van de portieren
Het systeem werkt als de elektronische
sleutel zich binnen 0,7 m van de voorste
portierhandgreep of de schakelaar ach-
terklep openen bevin dt. (Alleen de por-
tieren die de sleutel signaleren, kunnen
worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in
een andere stand zetten van het
contact
Het systeem werkt als de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt.
■Als er een alarm klinkt of een waar-
schuwingsmelding wordt weergege-
ven
Er gaat een alarm af en op het multi-infor-
matiedisplay wordt een waarschuwings-
melding weergegeven om onverwachte
ongevallen of diefstal van de auto te voor-
komen als gevolg van onjuist gebruik.
Wanneer er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven, neem dan de juiste
maatregelen op basis van de weergege-
ven melding.
In onderstaande tabel worden de omstan-
digheden en de correctieprocedures
beschreven in die gevallen waarin alleen
een alarm klinkt.
Smart entr y-systeem
met star tknop*
De volgende handelingen kun-
nen worden uitgevoerd als u
de elektronische sleutel bij u
hebt, bijvoorbeeld in uw zak.
De bestuurder moet de elektro-
nische sleutel altijd bij zich
hebben.
Vergrendelen en ontgrende-
len van de portieren (auto's
met instapfunctie) ( →Blz. 168)
Vergrendelen en ontgrende-
len van de achterklep (auto's
met instapfunctie) ( →Blz. 175)
Starten van de motor
(→ Blz. 274)
A
B
C
A
B
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 188 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM