Page 57 of 261
Stoelen, veiligheidssystemen55ISOFIX veiligheidssystemen voor
specifieke auto's worden in de tabel
aangeduid met IL.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met een label op de
rugleuning.
Installatie van ISOFIX-kinderzitjes
met vaste geleider
Wellicht is de auto vóór de bevesti‐
gingsbeugels uitgevoerd met gelei‐ ders ter ondersteuning van de
montage van het kinderzitje.
Bij het bevestigen van het kinderzitje
zwenken de kappen van de geleiders automatisch naar achteren.
Bevestigingsriemogen
Al naargelang de landspecifieke
uitrusting kan de auto twee of drie bevestigingsogen hebben.
Bevestigingsriemogen worden
aangeduid met het symbool : voor
een kinderzitje.
Maak voor niet-ISOFIX-kinderzitjes de Top-Tether-gordel vast aan de
bevestigingsriemogen.
Maak voor ISOFIX-kinderzitjes de
Top-Tether-gordel vast aan de
bevestigingsriemogen, in aanvulling
op de ISOFIX-bevestiging.
ISOFIX kinderzitjes uit de universele
categorie worden in de tabel aange‐
duid met IUF.
Page 58 of 261

56Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteemGewichtsklasse
Op passagiersstoelOp buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste zitplaats
achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde airbagGroep 0: tot 10 kgXU 1U 2U2Groep 0+: tot 13 kgXU1U 2U2Groep I: 9 tot 18 kgXU1U2U2Groep II: 15 tot 25 kgXXU2U2Groep III: 22 tot 36 kgXXU 2U21:wanneer u het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel vastzet, moet u de stoelhoogteverstelling in de
hoogste stand zetten en de veiligheidsgordel vóór het bovenste verankeringspunt langs laten lopen. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat de gordel bij de gordelsluiting gespannen is.2:zet de hoofdsteun in de hoogste stand. Verwijder de hoofdsteun als deze een goede montage van het kinderveilig‐heidssysteem belemmert 3 39.U:universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.X:kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan.
Page 59 of 261

Stoelen, veiligheidssystemen57Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteemGewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste zitplaats
achterinGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XIL 1XGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XIL1XDISO/R2XIL1XCISO/R3XIL1XGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XIL1XCISO/R3XIL1XBISO/F2XIL, IUFXB1ISO/F2XXIL, IUFXAISO/F3XIL, IUFXGroep II: 15 tot 25 kgXILXGroep III: 22 tot 36 kgXILX1:zet de passagiersstoel in de voorste stand of zet de rugleuning van de voorstoel zo veel als nodig verticaal, opdat
het kinderveiligheidssysteem en de rugleuning van de voorstoel elkaar niet raken.IL:geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐seel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF:geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasse.X:geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
Page 60 of 261
58Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-maatklasse en zitgelegenheidA - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg
Page 61 of 261

Opbergen59OpbergenOpbergruimten............................. 59
Opbergvakken ........................... 59
Handschoenenkastje .................59
Bekerhouders ............................ 59
Opbergruimte voor ....................60
Opbergvak onder passagiersstoel ........................60
Opbergvak middenconsole ........61
Draagsysteem achterzijde .........61
Bagageruimte .............................. 71
Bagageruimte-afdekking ...........73
Vloerafdekking bagageruimte ....73
Sjorogen .................................... 74
Gevarendriehoek .......................74
Verbanddoos ............................. 74
Dakdragersysteem .......................75
Dakdrager .................................. 75
Beladingsinformatie .....................75Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kan de klep van de
opbergruimte open gaan en
kunnen de inzittenden bij krachtig
remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslinge‐
rende voorwerpen oplopen.
Handschoenenkastje
Om te openen aan de handgreep
trekken.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console en in het achterste gedeelte
van de middenconsole.
Page 62 of 261
60Opbergen
Klap de middenarmsteun van de
achterbank omlaag om de bekerhou‐
ders achterin te gebruiken.
Opbergruimte voor
Naast het stuurwiel zit een opberg‐
vak. Aan de hendel opentrekken.
In de middenconsole zit nog een
opbergruimte.
Druk op de knop om de opbergruimte
te openen.
Onderweg moeten de kleppen van de
opbergvakken gesloten zijn.
Opbergvak onderpassagiersstoel
Til de schuif aan voorrand op en trek
deze eruit. Om te sluiten, de lade
induwen en vastklikken.
Page 63 of 261

Opbergen61Opbergvak middenconsole
Druk de knop omlaag en schuif de
klep naar achteren.
Draagsysteem achterzijde
Draagsysteem achterzijde voor
drie fietsen
Met het draagsysteem aan de achter‐
zijde (Flex-Fix-systeem) is één fiets te bevestigen op een uitschuifbare
drager die geïntegreerd is in de vloer
van de auto. Er kunnen nog twee
andere fietsen op een adapter
worden geplaatst. Vervoer van
andere zaken is niet toegestaan.
De maximale belading van het draag‐ systeem achterzijde is 60 kg bij
gebruik van de adapter en 30 kg zonder adapter. Er is met andere
woorden een elektrisch fiets op het
draagsysteem achterzijde te monte‐
ren. Het maximale gewicht per fiets op de adapter is 20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet groter zijn dan 1,15 m. Anders is een
fiets niet goed vast te zetten.
Het niet-gebruikte draagsysteem
achterzijde moet in de bodemplaat worden teruggeschoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐
werpen bevinden die tijdens het
vervoer los kunnen raken.Voorzichtig
Bij verlenging van het draagsys‐
teem achterzijde en maximale
belading van de auto geldt een
geringere bodemspeling.
Rijd voorzichtig op steile hellingen, oprijlanen en over verkeerdrem‐
pels e.d.
Page 64 of 261

62OpbergenVoorzichtig
Neem contact uw fietshandelaar
alvorens fietsen met koolfiberfra‐
mes te bevestigen. De fietsen
kunnen beschadigd raken.
Let op
De achterlichten van de auto worden
gedeactiveerd als de achterlichten
van het draagsysteem achterzijde worden aangesloten.
Uitschuiven
Open de achterklep.
9 Waarschuwing
Het is niet toegestaan zich binnen
het bereik van de achterdrager tebegeven, kans op letsel.
Trek de ontgrendelingshendel
omhoog. Het draagsysteem achter‐
zijde wordt geactiveerd en schuift vlot
uit de achterbumper.
Trek het draagsysteem volledig uit
totdat u het vast hoort klikken.
Controleren of het draagsysteem niet naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshendel te trekken.9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op
de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.