Page 65 of 261
Opbergen63Kentekenplaathouder uitklappen
Til de kentekenplaathouder op en
klap deze naar achteren toe.
Bevestig de kentekenplaat voordat u
het draagsysteem aan de achterzijde
voor het eerst gebruikt.
Achterlichten uitklappen
Verwijder beide pennen ( 1) om de
achterlichten te monteren. Trek de
achterlichten naar voren toe ( 2) uit de
houder en omlaag en klap ze opzij.
Duw de achterlichten in de houder
( 1 ) en duw de pennen ( 2) helemaal
naar binnen om de lichten te monte‐
ren.
Page 66 of 261
64OpbergenWielhouder uitklappen
Verwijder de spanband en klap de
wielhouder uit.
Draagsysteem achterzijde
vergrendelen
Verwijder de spanband en draai
beide spanhendels zover mogelijk
opzij.
Anders kan een veilige werking niet
worden gegarandeerd.
Fietsendrager ineenzetten
Til de drager aan de achterzijde ( 1) op
en trek hem naar achteren.
Klap de drager ( 2) omhoog.
Page 67 of 261
Opbergen65Duw de drager omlaag (1) en draai de
draaihandgreep ( 2) naar achteren,
zodat deze ingrijpt.
Druk knop ( 1) in en neem het linker
gedeelte van de drager ( 2) eraf.
Druk knop 1 in en steek het linker
gedeelte van de drager in het rechter gedeelte ( 2).
Een fiets bevestigen
1. Draai de pedalen in positie, zoals
afgebeeld, en plaats de fiets in de
wielhouder.
Erop letten dat de fiets in het
midden van de wielhouders staat.
2. De korte bevestigingsbeugel aan het fietsframe bevestigen. De
knop rechtsom vastdraaien.
Page 68 of 261

66Opbergen3. Beide fietswielen met de span‐banden aan de wielhouders vast‐
maken.
4. Controleer of de fiets goed vast staat.Voorzichtig
Zorg dat de ruimte tussen de fiets
en de auto minstens 5 cm is.
Stuurstang zo nodig losdraaien en opzij zwenken.
Adapter bevestigen
Breng voor het vervoeren van meer dan één fiets de adapter aan.
1. Plaats de adapter, zoals in illu‐ stratie, op het draagsysteem
achterzijde.
2. Draai de hendel ( 1) naar voren en
houd deze vast. Haal vervolgens
de adapter ( 2) aan de achterzijde
omlaag.
3. Hendel losmaken en controleren of de adapter goed vastzit.
4. Haal de band aan de adapter bij het terugklappen van het draag‐
systeem achterzijde onder de
hendel door. Spanband vastzet‐
ten.
Meer fietsen bevestigen
Het bevestigen van de resterende
fietsen verloopt op dezelfde manier
als dat van de eerste fiets. Houd
echter rekening met de volgende
aanvullende stappen:
1. Alvorens de fiets te plaatsen altijd
eventuele de wielhouders voor de volgende fiets uitklappen.
Page 69 of 261

Opbergen672. Pedalen altijd in de juiste standdraaien alvorens de fiets te plaat‐
sen.
3. Fietsen om en om op het draag‐ systeem achterzijde plaatsen.
4. Fietsen uitlijnen ten opzichte van de eerder geplaatste fiets. De
wielnaven van de fietsen mogen
elkaar niet raken.
5. Fietsen plaatsen met bevestigin‐ gen en spanbanden zoals
beschreven voor de eerste fiets.
Bevestigingen evenwijdig aan
elkaar bevestigen.
Lange bevestigingsbeugel gebruiken om de tweede fiets aan
de houder te bevestigen.
Korte, extra bevestigingsbeugel
gebruiken om de derde fiets te
bevestigen. De beugel dient te
worden aangebracht tussen de
frames van de tweede en de
derde fiets.
6. Maak ook beide fietswielen van de derde fiets met de spanbanden
aan de wielhouders vast.
Het wordt geadviseerd een waar‐
schuwingsteken op de achterste fiets
aan te brengen om de zichtbaarheid
te verhogen.
Draagsysteem achterzijde naar
achteren klappen
Het draagsysteem achterzijde kan
naar achteren worden geklapt om
toegang te krijgen tot de bagage‐
ruimte.
Page 70 of 261

68Opbergen● Zonder bevestigde adapter:
Duw de hendel (1) in voor
ontgrendeling en houd deze vast.
Trek de houder ( 2) naar achteren
om het draagsysteem achterzijde
om te klappen.
● Met bevestigde adapter:
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het ontgren‐
delen van het draagsysteem
achterzijde, omdat het achterover‐
kantelt. Kans op letsel.
Pak het frame ( 1) van achterste
fiets met één hand vast en trek
voor ontgrendeling aan de lus ( 2 ).
Achterste fiets met beide handen vastpakken en het draagsysteem
achterzijde naar achteren klap‐
pen.
Ter verbetering van de zichtbaarheid
worden de achterlichten van de auto
geactiveerd, wanneer het draagsys‐
teem achterzijde naar achteren
geklapt is.
9 Waarschuwing
Let er bij het naar voren klappen
van het draagsysteem achterzijde
op dat het systeem goed vergren‐
delt.
Fietsen verwijderen
Maak de spanbandhouders van beide fietsbanden los.
Knop linksom draaien en de bevesti‐
gingen verwijderen.
Adapter losmaken
Adapter losmaken alvorens de fiets
van het draagsysteem achterzijde te
halen.
1. Wielhouders inklappen.
Page 71 of 261
Opbergen69
2. Druksluiting spanband losmaken.
3.Draai de hendel ( 1) naar voren en
houd deze vast.
4. Til de adapter ( 2) aan de achter‐
zijde op en verwijder deze.
Fietsendrager uiteennemen
Druk knop ( 1) in en neem het boven‐
gedeelte van de drager ( 2) eraf.
Druk knop ( 1) in en monteer de drager
( 2 ) weer.
Bevestigingen plaatsen zoals afge‐
beeld.
Hendel ( 1) opzij draaien om de
houder ( 2) te ontgrendelen en te
heffen.
Page 72 of 261
70Opbergen
Klap de houder naar achteren en duw
hem vervolgens tot aan de aanslag
naar voren ( 1).
Duw de houder aan de achterzijde omlaag ( 2).
Wielhouder inklappen Wielhouder inklappen. Spanband
vastzetten.Spanbanden op de juiste manier
opbergen.
Draagsysteem achterzijde
ontgrendelen
Beide spanhendels zover mogelijk
naar binnen draaien. Spanband vast‐ zetten.
Achterlichten inklappen
Verwijder beide pennen. Trek de
achterlichten uit de houder en plaats
ze in de opslagpositie.
Duw de achterlichten in de houder
(1). Plaats pennen in de beoogde
gaten in de houder en de achterlich‐
ten (2).
Let op
Controleer of de achterlichten van
de auto goed werken.