Page 121 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen119Wanneer er onmiddellijk moet
worden bijgetankt, verschijnt er een
waarschuwingsbericht dat op het
display blijft staan. Daarbij gaat
controlelampje Y op de brandstofme‐
ter knipperen 3 112.Huidig brandstofverbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Resterende levensduur van de olie
Geeft een schatting van de levens‐
duur van de olie. Het getal in % staat
voor de resterende levensduur van
de olie 3 106.
Bandenspanning
Controleert de bandenspanning van
alle banden onderweg 3 273.
Timer
Baselevel-display: tijdklok starten en
stoppen met Å. Zet terug door Å
vast te houden wanneer de tijdklok
niet werkt.
Midlevel- of Uplevel-display: Druk
voor starten of stoppen van de tijdklok
weer op Å en Å. Druk voor terug‐
zetten op Å, kies Resetten en beves‐
tig met Å.
Verkeerstekengeheugen
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 229.
Volgafstand
Geeft de afstand tot een rijdende voorligger weer 3 206. Als de adap‐
tieve cruisecontrol actief is, geeft deze pagina in plaats daarvan de
ingestelde afstand tot voorligger
weer.
Rijhulp
Hier ziet u de status van diverse
bestuurdersondersteuningssyste‐
men:
Adaptieve cruisecontrol 3 192.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 203.
Lane Keep Assist 3 233.
AdBlue niveau
Toont het peil in de AdBlue-tank 3 172.Eco-informatiemenu, @
● Topverbruikers
● Economy trend
● ECO index
Bij een Mid- en Uplevel-display
verschijnen de pagina's
Topverbruikers , Economy trend en
ECO index in het menu Info, zie hier‐
boven.
Topverbruikers
Lijst met grootste momenteel inge‐
schakelde comfortgebruikers
verschijnt in aflopende volgorde. De
mogelijke brandstofbesparing wordt
aangegeven.
In bepaalde omstandigheden acti‐
veert de motor de achterruitverwar‐
ming automatisch om de motor
zwaarder te belasten. In dat geval
wordt de achterruitverwarming
aangeduid als een van de grootste
verbruikers, zonder dat de bestuurder
deze heeft geactiveerd.
Page 122 of 335

120Instrumenten en bedieningsorganenEconomy trend
Toont de ontwikkeling van het gemid‐
delde verbruik over een afstand van
50 km. Gevulde segmenten tonen het
verbruik in stappen van 5 km en tonen de invloed van het terrein of het rijge‐drag op het brandstofverbruik.
ECO index
Het gemiddelde brandstofverbruik
wordt weergegeven op een zuinig‐
heidsschaal. Pas omwille van een
zuinig verbruik de rijstijl zodanig aan
dat de indicator binnen de groene
zone blijft. Hoe dichter de indicator de
rode zone nadert, hoe hoger het
brandstofverbruik. Tegelijkertijd
wordt de gemiddelde verbruiks‐
waarde weergegeven.
Afhankelijk van de autoversie toont
de Eco-index waarden voor dagteller‐ pagina A/1 of de actuele rijcyclus. In
het laatste geval wordt de volgende
keer dat u het contact inschakelt de
indicator gereset.
Audio-menu G
Hier kunt u naar muziek zoeken, uit
favorieten selecteren of van audio‐
bron wisselen.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Telefoon-menu $
Hier kunt u telefoongesprekken behe‐ ren en voeren, door contactpersonenscrollen of handsfree bellen.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Navigatie-menu §
Hiermee schakelt u de routebegelei‐
ding in.Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Menu Voertuiginformatie, ?,
Opties of %
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het Optie‐
menu. Sommige zijn voor uw speci‐
fieke auto mogelijk niet beschikbaar.
Afhankelijk van het display zijn
sommige functies weergegeven als
symbool.
● Eenheden
● Weergave
● Opties info pagina
● Opties home pagina
● Adaptieve cruise control
● Snelheidswaarschuwing
● Draagvermogen banden
● Meters
● Software informatie
● Head-updisplay
● AdBlue niveau
Page 123 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen121Eenheden
Selecteer het displayeenhedenstel‐
sel: Engels of metriek.
Weergave
Druk op é en selecteer de Sport- of
Touringmodus. In de Sportmodus is
er meer boordinformatie, in de Tour‐
modus is er meer media-informatie.
Deze instelling is alleen beschikbaar
bij een Uplevel-display.
Opties info pagina
Er verschijnt een lijst met alle pagina's in het menu Info, zie hierboven.
Selecteer de pagina's die moeten
worden weergegeven in het menu
Info. Geselecteerde pagina's hebben
een 0. Niet zichtbare functies hebben
een leeg aankruisvakje.
Opties home pagina
Selecteer welke waarden op de start‐ pagina van het Driver Information
Center verschijnen, bijv. snelheid of
actieradius.
Adaptieve cruise control
Activeert of deactiveert de intelligente adaptieve cruisecontrol 3 192.Snelheidswaarschuwing
Op de snelheidswaarschuwingspa‐
gina kunt u een snelheid instellen die u niet wilt overschrijden.
U kunt de maximumsnelheid alleen
instellen wanneer de snelheidswaar‐ schuwing is geactiveerd. Na het
instellen van de snelheid kan deze functie worden uitgeschakeld door
tijdens het bekijken van deze pagina
op Å te drukken. Als de geselec‐
teerde maximumsnelheid wordt over‐
schreden, verschijnt er een pop-
upwaarschuwing en klinkt er een
geluidssignaal.
Draagvermogen banden
De categorie bandenspanning
volgens de huidige bandenspanning
kan worden geselecteerd 3 273.Meters
● Olietemperatuur
Geeft de motorolietemperatuur in
graden Celsius weer.
● Accuspanning
Geeft de accuspanning weer. Bij
een draaiende motor kan de
spanning variëren tussen 12 en
15,5 V. Bij een hoge elektrische
belasting is een tijdelijke span‐ ning lager dan 12 V mogelijk.
● Laaddruk
Geeft de vuldruk van de turbo‐
compressor van de motor in %
weer.
Page 124 of 335

122Instrumenten en bedieningsorganen●AdBlue
Geeft het peil in de AdBlue-tank weer 3 172.
● IFE-AFE
Geeft zowel het huidige als het gemiddelde brandstofverbruik weer.
● Rijbereik
Geeft de gemiddelde actieradius
op de resterende hoeveelheid brandstof in de tank weer.
● Lege pagina
Geeft een lege meter weer.
Software-informatie
Geeft informatie over open source- software weer.
Head-Up Display
Hiermee kunt u de weergave van het
head-updisplay draaien 3 124.
Info-Display Het Info-Display zit in het instrumen‐tenpaneel bij de instrumentengroep.Afhankelijk van de voertuigconfigura‐
tie is de auto uitgerust met een van de
volgende Infotainmentsystemen:
● Multimedia
of
● Multimedia Navi
of
● Multimedia Navi Pro
of
Op het Info-Display kan het volgende worden aangegeven:
● tijd 3 94
● buitentemperatuur 3 94
● datum 3 94
● Infotainment-systeem
● instellingen klimaatregeling 3 154
● achteruitkijkcamera 3 225
● panoramazichtsysteem 3 223
● parkeerhulpinstructies 3 213
● kruisend verkeer achter 3 227
● visualisatiemenu Flex Ride 3 187
● navigatie● systeemberichten
● persoonlijke instellingen 3 128
Multimedia Navi Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de
menu's en instellingen.
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op ; om de startpagina weer te
geven.
Tik met een vinger op het gewenste
pictogram op het scherm.
Tik op een pictogram om die functie
te selecteren.
Page 125 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen123Tik op 9 om naar het bovenliggende
menu terug te keren.
Druk op ; om terug te gaan naar de
startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Persoonlijke instellingen 3 128.
Multimedia / Multimedia Navi Pro
Menu's en instellingen selecteren
Het display werkt op drie manieren:
● via toetsen onder het display
● door bediening van het aanraak‐ scherm
● via spraakherkenningBediening met toetsen
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op ; om de startpagina weer te
geven.
Druk op BACK om een menu af te
sluiten zonder een instelling te wijzi‐
gen.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Bediening met aanraakscherm
U schakelt het display in door op X te
drukken. Tik op ; om de startpagina
te selecteren.Tik met een vinger op het gewenste
displaypictogram van het menu of selecteer met de vinger een functie.
Scrol met de vinger omhoog of
omlaag door een langere submenu‐
lijst.
Bevestig een gewenste functie of
selectie door erop te tikken.
Tik op O om een menu af te sluiten
met opslaan van de gewijzigde instel‐ ling.
Tik op & om een menu te verlaten
zonder op te slaan.
Tik op ; om terug te gaan naar de
startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.Spraakherkenning
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor de beschrijving.
Persoonlijke instellingen 3 128.
Page 126 of 335

124Instrumenten en bedieningsorganenValetmodus
Indien geactiveerd gelden er beper‐
kingen voor bepaalde functies van
het Driver Information Center en het
Info-Display. De bagageruimte wordt
vergrendeld en kan niet worden
ontgrendeld.
Head-updisplay
Op het head-updisplay verschijnt
bestuurdersinformatie over de instru‐
mentengroep op de voorruit aan
bestuurderszijde.
De informatie verschijnt als een
geprojecteerd beeld vanuit een lens
in het instrumentenpaneel op de
voorruit recht vooruit in het zicht van
de bestuurder. Het beeld verschijnt
gericht naar buiten naar de voorkant
van de auto toe.
Afhankelijk van de uitrusting kan het
head-updisplay aangeven:
● algemene rij-informatie
● waarschuwingen van rijhulpsys‐ temen
● stand schakelhendel automati‐ sche versnellingsbak● schakelindicatie
● audio- / telefooninformatie
● informatie over turn-by-turn navi‐
gatie mits uitgerust met Infotain‐
ment met navigatie.
Er zitten drie knoppen boven de licht‐ schakelaar voor bedienen van het
head-updisplay.
Inschakelen
Til de toets & even op.
Displayschermen
Op het head-updisplay kunt u
verschillende schermen selecteren door op de toets / te drukken. Bij
elke druk verandert het display‐
scherm.
Scherm Snelheid
Geeft aan
● snelheidsmeter: digitale snel‐ heidsaanduiding
● verkeersborden: aanduiding van maximumsnelheden
Page 127 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen125Scherm Prestaties
Geeft aan
● snelheidsmeter: digitale snel‐ heidsaanduiding
● toerenteller: motortoerental in omwentelingen per minuut
● automatische versnellingsbak: stand schakelhendel
● handgeschakelde / automatische
versnellingsbak: Schakelindica‐
tie
Scherm Audio
Geeft aan
● snelheidsmeter: digitale snel‐ heidsaanduiding
● informatie over momenteel beluisterde audio
Scherm Navigatie
Geeft aan
● snelheidsmeter: digitale snel‐ heidsaanduiding
● informatie over turn-by-turn navi‐
gatieControlelampjes actieve veiligheid
Op alle schermen verschijnen contro‐
lelampjes van de volgende rijhulpsys‐
temen op de bovenste regel van het
display
● voorligger gedetecteerd A: voer‐
tuigherkenning
● lane keep assist a: status en
waarschuwing
● adaptieve cruisecontrol Õ:
ingestelde snelheid en status
● voetganger vóór gedetecteerd 7:
voetgangersherkenning
Pop-upwaarschuwingen
De volgende lijst bevat maar enkele
van de mogelijke waarschuwingen.
Sommige zijn mogelijk niet beschik‐
baar voor uw specifieke auto, andere
kunnen afhankelijk van de boordcon‐
figuratie verschijnen.
Zo nodig verschijnen er waarschu‐
wingen op elke pagina
● voetgangersbeschermingswaar‐ schuwing
● frontaanrijdingswaarschuwing● waarschuwing op-/terugschake‐ len
● inkomend gesprek
Waarschuwingen met een lagere
prioriteit kunnen worden teruggezet
door op G te drukken, waarschuwin‐
gen met een hoge prioriteit verschij‐
nen zo lang als het gevaar aanhoudt. Bij systeemberichten of boordwaar‐schuwingen is mogelijk onmiddellijke
actie vereist. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
De stand van het beeld van het
head-updisplay aanpassen
1. De bestuurdersstoel verstellen.
2. Start de motor.
3. Knop indrukken of optillen . om
het beeld te centreren. Het kan
alleen omhoog en omlaag worden bijgesteld, niet zijwaarts.9 Waarschuwing
Als het scherm van het head-
updisplay te helder is of te hoog in uw gezichtsveld staat, kan dit uw
Page 128 of 335

126Instrumenten en bedieningsorganenzicht belemmeren als het buiten
donker is. Houd het scherm van het head-updisplay gedimd en
laag in uw gezichtsveld geplaatst.
Helderheid aanpassen
Het beeld van het head-updisplay zal
ter compensatie van de omgevings‐
verlichting automatisch dimmen en
helderder worden. Zo nodig kunt u de helderheid ook handmatig aanpas‐
sen:
Til & op en houd vast om het display
helderder te maken. Druk omlaag en
houd vast om het display te dimmen.
Afhankelijk van de hoek en de stand
van het zonlicht licht het beeld moge‐ lijk even op.
Rotatie aanpassen
Selecteer Opties/% in het hoofdmenu
van het Driver Information Center.
Selecteer de submenupagina
Head-Up Display . Druk op é op het
stuurwiel om het aanpassingsdia‐
loogvenster te openen. Druk op ä of
å om de weergave rechtsom of
linksom te draaien. Druk op è om het
aanpassingsdialoogvenster af te slui‐
ten.
Uitschakelen
Houd & omlaag om het head-updis‐
play uit te schakelen.
TaalU stelt de voorkeurstaal in het menuPersoonlijke instellingen in 3 128.
Eenheden U wijzigt de eenheden in het instellin‐genmenu van het Driver InformationCenter 3 114.Verzorging van head-updisplay
Reinig zo nodig de binnenkant van de
voorruit om deze te ontdoen van
eventueel vuil of laagjes waarvoor het beeld van het head-updisplay moge‐
lijk minder scherp of helder wordt.
Reinig de lens van het head-updis‐
play op het instrumentenpaneel met
een zachte doek met daarop glasrei‐
niger. Wrijf de lens voorzichtig af en
droog deze.
Systeembeperkingen
Het head-updisplay werkt mogelijk
niet goed wanneer:
● De lens op het instrumentenpa‐ neel wordt afgedekt door objec‐
ten of de voorruit en de lens niet
schoon zijn.
● Het display te veel gedimd of te helder is.
● Het beeld niet op de juiste hoogte
afgesteld is.
● De bestuurder een zonnebril met
gepolariseerde glazen draagt.