Page 97 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen95Automatisch
Selecteer Automatisch om aan te
geven of de datum en tijd automatisch
of handmatig worden ingesteld.
Selecteer Aan - RDS om de datum en
tijd automatisch in te stellen.
Selecteer Uit - Handbediend om de
datum en tijd handmatig in te stellen. Als Automatisch op Uit -
Handbediend wordt ingesteld, zijn de
submenu-opties Tijd instellen en
Datum instellen beschikbaar.
Tijd en datum instellen
Selecteer Tijd instellen of Datum
instellen om de tijd en datum in te
stellen.
Tik op + en - om de instellingen te
wijzigen.
Multimedia / Multimedia Navi Pro
Druk op ! en selecteer Instellingen.
Kies Tijd/datum .
De tijdzone, de tijd en datum verschij‐ nen automatisch standaard.
Alle waarden kunnen ook handmatig
worden ingesteld. Daarom moeten de
automatische instelfuncties wordengedeactiveerd door de schakelpicto‐
grammen naast Automatische tijd en
datum en Automatische tijdzone op
"O" te zetten.
Tijd of datum instellen
Selecteer Tijd instellen of Datum
instellen om het desbetreffende
submenu te openen. Stel de waarden
af door n of o aan te raken.
Druk op O om het submenu af te slui‐
ten en de nieuwe waarde op te slaan.
Druk op "x" om af te sluiten zonder
opslaan.
Tijdzone instellen
Selecteer Tijdzone selecteren om het
desbetreffende submenu te openen.
Blader door de lijst door n of o aan
te raken. Selecteer de gewenste tijd‐
zone door de lijstvermelding aan te
raken.
Druk op O om het submenu af te slui‐
ten en de nieuwe waarde op te slaan.
Druk op "x" om af te sluiten zonder
opslaan.Tijdweergave instellen
Standaard verschijnt de tijd in 24-
uursindeling. Zet voor de 12-uursin‐
deling het schakelpictogram naast
24-uursnotatie op "O".
Elektrische aansluitingen
Er zit een 12V-aansluiting in de
middenconsole. Wanneer het contact is uitgeschakeld, is deze aansluiting
gedeactiveerd.
Page 98 of 335

96Instrumenten en bedieningsorganen
Sports Tourer, Country Tourer: Er zit
een 12V-aansluiting op de linker
zijwand van de bagageruimte.
Wanneer het contact is uitgescha‐
keld, blijft deze aansluiting geacti‐
veerd.
Het maximaal opgenomen vermogen mag niet meer bedragen dan 120 W.
Aangesloten elektrische accessoires moeten wat betreft de elektromagne‐
tische compatibiliteit voldoen aan de
DIN-norm VDE 40 839.
Sluit geen accessoires aan die
stroom leveren, zoals laders of
accu's.
Beschadig aansluitingen niet door het
gebruik van ongeschikte stekkers.
Stop/Start-systeem 3 167.
USB-poort
Onder de opklapbare armsteun zitten twee USB-poorten voor het opladen
van apparaten. Deze poorten hebben
tevens een gegevensverbinding met
het Infotainmentsysteem.
USB-laadpoort
Aan de achterkant van de midden‐
console zitten twee USB-poorten die
speciaal zijn bestemd voor oplaadap‐ paraten.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
Inductief opladen
9 Waarschuwing
Inductief opladen kan de werking
van geïmplanteerde pacemakers
of andere medische apparaten
Page 99 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen97nadelig kunnen beïnvloeden.
Raadpleeg vóór gebruik van een
inductieve oplader zo nodig een
arts.9 Waarschuwing
Neem vóór het opladen van een
mobiel apparaat alle metalen
voorwerpen van de oplader,
omdat deze voorwerpen zeer heet
kunnen worden.
Voor het opladen van een toestelmoet het contact ingeschakeld zijn.
De oplaadsleuf zit onder de voorste
armsteun.
Een mobiel apparaat opladen: 1. Haal alle voorwerpen van de oplaadsleuf, omdat het systeem
anders niet oplaadt.
2. Steek het mobiele apparaat met het display naar achteren in de
oplaadsleuf. De oplaadstatus
verschijnt op het Info-Display 0
en toont of het mobiele apparaat
goed geplaatst is.
Haal als 0 niet verschijnt het mobiele
apparaat uit de sleuf. Draai het
mobiele apparaat 180 graden en
wacht drie seconden voordat u het
mobiele apparaat er weer in steekt.
Met PMA, Qi en A4WP compatibele
mobiele apparaten kunnen inductief
worden opgeladen.
Voor het inductief opladen van
bepaalde mobiele telefoons is moge‐
lijk een slede met een geïntegreerde
spoel of een aansluiting vereist.
Om in de oplader te kunnen passen
mag het mobiele apparaat niet breder
dan 8 cm en niet langer dan 15 cm
zijn.Een beschermcover voor het mobiele
apparaat kan het inductief opladen
bemoeilijken.
AsbakkenVoorzichtig
Alleen voor as en niet voor brand‐baar afval.
Een verplaatsbare asbak kan in de
bekerhouders worden geplaatst.
Page 100 of 335
98Instrumenten en bedieningsorganenWaarschuwingslamp‐
jes, meters en
controlelampjes
Instrumentengroep
Afhankelijk van de versie zijn er drie
instrumentengroepen verkrijgbaar:
● Baselevel
● Midlevel
● Uplevel
Instrumentengroep Uplevel kan
worden weergegeven als Sportmo‐
dus of Tourmodus.
Page 101 of 335
Instrumenten en bedieningsorganen99Instrumentengroep Baselevel
Page 102 of 335
100Instrumenten en bedieningsorganenInstrumentengroep Midlevel
Page 103 of 335
Instrumenten en bedieningsorganen101Instrumentengroep Uplevel, Sportmodus
Page 104 of 335
102Instrumenten en bedieningsorganenInstrumentengroep Uplevel, Touringmodus