Page 129 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen127Neem als het beeld van het head-
updisplay om andere redenen niet
juist is contact op met een werkplaats.
De voorruit is onderdeel van het
head-updisplay.
Vervanging van voorruit 3 40.Boordinformatie
Meldingen worden weergegeven op
het Driver Information Center, in
sommige gevallen samen met een
geluidssignaal.
Druk op Å om een bericht te beves‐
tigen.
Boord- en onderhoudsinformatie
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Berichten op het Info-Display
Sommige belangrijke gegevens
kunnen tevens op het Info-Display
worden weergegeven. Sommige
berichten verschijnen slechts enkele
seconden als pop-up.
Geluidssignalen Als er diverse waarschuwingen tege‐
lijkertijd verschijnen, klinkt er slechts
één waarschuwingssignaal.
Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden
Het waarschuwingssignaal voor
veiligheidsgordels die niet zijn omge‐
daan, heeft voorrang boven alle
andere geluidssignalen.
● Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
● Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklep
niet goed gesloten is.
● Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheidoverschrijdt.
Page 130 of 335

128Instrumenten en bedieningsorganen● Wanneer de adaptieve cruisecontrol automatisch uitschakelt.
● Wanneer de afstand tot de voor‐ ligger te klein is.
● Als u een voetganger vóór de auto te dicht nadert.
● Wanneer een geprogrammeerde
snelheid of snelheidslimiet wordt
overschreden.
● Wanneer er een waarschuwings‐
bericht verschijnt op het Driver
Information Centre.
● Als de elektronische sleutel zich niet in het interieur bevindt.
● Wanneer de parkeerhulp een obstakel herkent.
● Bij een onbedoelde rijstrookwis‐ sel.
● Als het uitlaatfilter de maximale verzadigingsgraad bereikt.
Bij het parkeren van de auto en/of het openen van het
bestuurdersportier
● Bij ingeschakelde rijverlichting.
● Wanneer de trekhaak niet is vast‐
geklikt.Tijdens een Autostop
● Als het bestuurdersportier geopend is.
● Als een voorwaarde voor een Autostop niet is vervuld.Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto naar
wens afstemmen door de instellingen
in het Info-Display aan te passen.
Sommige persoonlijke instellingen
kunnen voor verschillende bestuur‐
ders in elke autosleutel afzonderlijk
worden opgeslagen.
Opgeslagen instellingen 3 24.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen
weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Multimedia Navi
Druk op ;, selecteer Instellingen en
vervolgens Auto op het aanraak‐
scherm.
Page 131 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen129
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Auto ● Klimaat en luchtkwaliteit
Auto. max. ventilatorsnelheid :
Verandert het niveau van het
luchtdebiet van de klimaatrege‐
ling in het interieur in automati‐
sche modus.
Automatisch verwarmde stoelen :
De stoelverwarming wordt auto‐
matisch geactiveerd.
Automatische ontwaseming :
Maakt ontwaseming van de voor‐
ruit mogelijk door automatische
selectie van de vereiste instellin‐
gen en de automatische aircomo‐ dus.
Autom. achterruitontwaseming :
De achterruitverwarming wordt
automatisch geactiveerd.
● Bots-/detectiesystemen
Richtlijnen camera achterzijde :
Activeert of deactiveert de hulp‐
lijnen voor de achteruitkijkca‐
mera op het Info-Display.
Waarschuwing frontale botsing :
De frontaanrijdingswaarschu‐ wing wordt geactiveerd of
gedeactiveerd.
Automatische botsvoorberei‐
ding : Activeert of deactiveert de
automatische remwerking van de auto bij dreigend aanrijdingsge‐
vaar. Het volgende kan worden
geselecteerd: het systeem neemt
de remregeling over, waarschuwt alleen door middel van geluids‐
signalen of wordt volledig
gedeactiveerd.
Botswaarschuwingssysteem :
Activeert of deactiveert geluids‐
signalen of de automatischeremwerking bij dreigend aanrij‐
dingsgevaar.
Voetgangerdetectie voorzijde :
Activeert of deactiveert geluids‐
signalen of de automatische
remwerking van het voetgan‐
gersdetectiesysteem.
Waarschuwing verkeer achter :
Activeert of deactiveert de waar‐
schuwing kruisend verkeer
achter.
Parkeerhulp : Activeert of deacti‐
veert de parkeerhulp. Activering kan worden geselecteerd met of
zonder de aanhangerkoppeling bevestigd.
"Vrij rijden"-aankondiging : Acti‐
veert of deactiveert het herinne‐
ringsbericht om weg te rijden
wanneer de adaptieve cruisecon‐ trol de auto op zijn plaats houdt.
Waarschuwing dode hoek : Acti‐
veert of deactiveert het dode‐
hoeksysteem.
● Comfort en gemak
Auto geheugen opvragen :
Verandert de instellingen voor
het oproepen van de opgeslagen
Page 132 of 335

130Instrumenten en bedieningsorganeninstellingen voor de elektrische
stoelverstelling.
Bestuurdersstoel m.
gemakkelijke uitstap : Activeert of
deactiveert de uitstaphulp van de elektrische stoelverstelling.
Volume geluidssignaal : Veran‐
dert het volume van geluidssig‐
nalen.
Bij achteruit kantelende spiegel :
Activeert of deactiveert de parkeerhulp via de buitenspie‐
gels.
Automatisch inklappen spiegels :
Activeert of deactiveert het
inklappen van de buitenspiegels
via de handzender.
Aanpassing door bestuurder :
Activeert of deactiveert de
persoonlijke instellingen.
Wissers met regensensor : Acti‐
veert of deactiveert automatisch wissen met regensensor.
Automatisch wissen bij achteruit :
Activeert of deactiveert automa‐ tische inschakeling achterruitwis‐
ser bij inschakelen achteruitver‐
snelling.Uitgebreide wegrijhulp op
hellingen : Wisselt tussen helling‐
rem en verlengde hellingrem
● Verlichting
Buitenverlichting bij
ontgrendelen : Activeert of deac‐
tiveert de instapverlichting.
Uitstapverlichting : Activeert of
deactiveert en verandert de duur
van de uitstapverlichting.
Links- of rechtsrijdend verkeer :
Wisselt tussen verlichting voor
links- of rechtsrijdend verkeer.
Adaptief rijlicht (AFL) : Verandert
de instellingen van de functies
voor de led-koplampen.
● Elektrische portiersloten
Geen vergrendeling bij open
deur : Activeert of deactiveert de
portiervergrendeling wanneer
een portier openstaat.
Automatische portiervergrende‐
ling : Activeert of deactiveert de
automatische portiervergrende‐
ling na inschakeling van het
contact.Vertraagde deurvergrendeling :
Activeert of deactiveert de vertraagde portiervergrendeling.
Deze functie vertraagt de daad‐
werkelijke vergrendeling van de
portieren totdat alle portieren
dichtstaan.
● Op afstand vergr., ontgr., starten
Op afst. ontgrendelen lamp
feedback : Activeert of deacti‐
veert het alarmknipperlichtsig‐
naal bij het ontgrendelen.
Melding vergrendeling op
afstand : Wijzigt het type terug‐
melding bij het vergrendelen van de auto.
Portierontgrendeling op afstand :
Verandert de configuratie om
alleen het bestuurdersportier of
de hele auto te ontgrendelen.
Opn. vergrendelen op afst. vergr. deuren : Activeert of deactiveert
de automatische hervergrende‐
ling na het ontgrendelen zonder
de auto te openen.
Ruiten met afstandsbediening :
Activeert of deactiveert de
werking van de elektrisch
Page 133 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen131bediende ruiten met de elektroni‐sche sleutel.
Passieve portierontgrendeling :
Wijzigt de configuratie om alleen het bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Passieve portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
passieve vergrendelingsfunctie.
Met deze functie wordt de auto
na enkele seconden automatisch vergrendeld als alle portieren zijn gesloten en een elektronische
sleutel uit de auto is verwijderd.
Melding afstandsbed. nog in
voertuig : Activeert of deactiveert
de waarschuwingsgeluid
wanneer de elektronische sleutel
in de auto blijft.
Persoonlijke instellingen
Multimedia / Multimedia Navi Pro
Druk op ;, selecteer vervolgens het
pictogram %.
Het menu Instellingen bevat de
volgende submenu's, die te selecte‐
ren zijn op de bovenste menubalk:
● Systeem
● Apps
● Voertuig
● Persoonlijk
Systeem
Om te wijzigen Tijd/datum, zie Klok
3 94.
Selecteer Taal (Language) om een
lijst met beschikbare talen te openen
voor het Info-Display en het Driver
Information Center. Kies de gewenste taal.
Apps
Zie de handleiding Infotainment.
Voertuig ● Aanpassen sportmodus /
Aanpassen auto modus
Hiermee wijzigt u de instellingen
van de modi van het interactieve
rijsysteem 3 187.
● Klimaat en luchtkwaliteit
Automatische ventilatorsnelheid :
Verandert het niveau van het
luchtdebiet van de klimaatrege‐
ling in het interieur in automati‐ sche modus.
Automatische stoelverwarming :
De stoelverwarming wordt auto‐ matisch geactiveerd.
Automatische ontwaseming :
Maakt ontwaseming van de voor‐ ruit mogelijk door automatische
selectie van de vereiste instellin‐ gen en de automatische aircomo‐
dus.
Automatische achterruitverwar‐
ming : De achterruitverwarming
wordt automatisch geactiveerd.
Page 134 of 335

132Instrumenten en bedieningsorganen●Aanrijdingspreventie/detectie‐
systemen
Forward Collision System : Deac‐
tiveert het systeem compleet,
activeert alleen geluidssignalen
of geluidssignalen in combinatie
met de automatische remwer‐
king.
Voetgangersdetectie voorzijde :
Activeert alleen geluidssignalen
of geluidssignalen in combinatie
met de automatische remwerking
of deactiveert het systeem
compleet.
Meldingen adaptieve
cruisecontrol : Activeert of deacti‐
veert het herinneringsbericht om
weg te rijden wanneer de adap‐
tieve cruisecontrol de auto op zijn
plaats houdt.
Lane Change Alert : Activeert of
deactiveert het dodehoeksys‐
teem.
Parkeerhulp : Activeert of deacti‐
veert de parkeerhulp. Activering kan worden geselecteerd met of
zonder de aanhangerkoppeling
bevestigd.Rear Cross Traffic Alert : Acti‐
veert of deactiveert de waarschu‐
wing kruisend verkeer achter.
● Comfort en gebruiksgemak
Automatische geheugenoproep :
Verandert de instellingen voor
het oproepen van de opgeslagen instellingen voor de elektrische
stoelverstelling.
Makkelijk uitstappen van de
bestuurder : Activeert of deacti‐
veert de uitstaphulp van de elek‐
trische stoelverstelling.
Volume geluidssignaal : Veran‐
dert het volume van geluidssig‐
nalen.
Handsfree bediening laadklep/ kofferdeksel : Wijzigt de instellin‐
gen voor contactloze bediening
van de elektrisch bediende
achterklep.
Spiegel kantelen bij achteruit :
Wijzigt de parkeerhulp via de
buitenspiegels.
Automatisch inklappen spiegels :
Activeert of deactiveert het
inklappen van de buitenspiegels
via de handzender.Personaliseren door bestuurder :
Activeert of deactiveert de functie
Persoonlijke instellingen, afhan‐ kelijk van welke sleutel er wordtgebruikt.
Regendetectie ruitenwissers :
Activeert of deactiveert automa‐
tisch wissen met regensensor.
Automatisch wissen bij achteruit :
Activeert of deactiveert automa‐
tische inschakeling achterruitwis‐
ser bij inschakelen achteruitver‐
snelling.
Verlengde hellingrem : Wisselt
tussen hellingrem en verlengde
hellingrem
● Verlichting
Voertuig-lokaliseerverlichting :
Activeert of deactiveert de instap‐ verlichting.
Uitstapverlichting : Activeert of
deactiveert en verandert de duur
van de uitstapverlichting.
Links of rechts rijdend verkeer :
Wisselt tussen verlichting voor links- of rechtsrijdend verkeer.
Page 135 of 335

Instrumenten en bedieningsorganen133Adaptief rijlicht (AFL): Verandert
de instellingen van de led-
koplampen.
● Portiervergrendeling
Anti-buitensluitfunctie bij open
deur : Activeert of deactiveert de
portiervergrendeling wanneer
een portier openstaat.
Automatische portiervergrende‐
ling : Activeert of deactiveert de
automatische portiervergrende‐
ling na inschakeling van het
contact.
Vertraagde portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
vertraagde portiervergrendeling.
Deze functie vertraagt de daad‐ werkelijke vergrendeling van de
portieren totdat alle portieren
dichtstaan.
● Ver-/Ont-grendelen en starten op
afstand
Terugkoppeling licht
ontgrendelen op afstand : Acti‐
veert of deactiveert het alarm‐
knipperlichtsignaal bij het
ontgrendelen.Terugkoppeling van
vergrendelen op afstand : Wijzigt
het type terugmelding bij het vergrendelen van de auto.
Portierontgrendeling op afstand :
Verandert de configuratie om
alleen het bestuurdersportier of
de hele auto te ontgrendelen.
Op afstand portier vergrendelen :
Activeert of deactiveert de auto‐
matische hervergrendeling na
het ontgrendelen zonder de auto
te openen.
Ruitbediening op afstand : Acti‐
veert of deactiveert de werking van de elektrisch bediende ruiten met de elektronische sleutel.
Passieve portierontgrendeling :
Verandert de configuratie om
alleen het bestuurdersportier of
de hele auto te ontgrendelen.
Passief deurslot : Activeert of
deactiveert de passieve vergren‐
delingsfunctie. Met deze functie wordt de auto na enkele secon‐
den automatisch vergrendeld als alle portieren zijn gesloten en
een elektronische sleutel uit de
auto is verwijderd.Waarschuwing sleutel in
voertuig : Activeert of deactiveert
de waarschuwingsgeluid
wanneer de elektronische sleutel in de auto blijft.
Persoonlijk
Zie de handleiding Infotainment.
Page 136 of 335

134Instrumenten en bedieningsorganenTelematicaserviceOnStar
OnStar is een persoonlijke connecti‐
viteits- en servicehulp met een geïn‐
tegreerde Wi-Fi Hotspot. De OnStar-
service is 24 uur per dag, 7 dagen per
week beschikbaar.
Let op
OnStar is niet op alle markten
verkrijgbaar. Neem contact op met
uw werkplaats voor meer informatie.
Let op
Om OnStar beschikbaar en bedrijfs‐
gereed te kunnen laten zijn, hebt u
een geldig OnStar-abonnement, een werkend elektrisch systeem van de auto, mobiele service en eenGPS-satellietverbinding nodig.
U activeert de OnStar-services en
stelt een account in door op Z te druk‐
ken en met een adviseur te spreken.Afhankelijk van de uitrusting in de
auto, zijn de volgende services
beschikbaar:
● Noodhulpdiensten en ondersteu‐
ning bij pech onderweg
● Wi-Fi Hotspot
● Smartphone app
● Bediening op afstand, d.w.z. locatie van de auto, inschakeling
van claxon en lichten, aansturing van centrale vergrendeling
● Hulp bij gestolen voertuig
● Voertuigdiagnose
● Bestemming downloaden
Let op
Na tien dagen zonder een contact‐
cyclus wordt de OnStar-module van
de auto uitgeschakeld. Functies
waarvoor een dataverbinding vereist is, zijn na het inschakelen van het
contact weer beschikbaar.OnStar knoppen
Privacyknop
Houd j ingedrukt tot u een bericht
hoort om het doorgeven van de voer‐ tuiglocatie te activeren of deactive‐
ren.
Druk op j om een oproep met een
adviseur te beantwoorden of beëindi‐
gen.
Druk op j om de Wi-Fi-instellingen te
openen.
Serviceknop
Druk op Z om contact met een advi‐
seur te leggen.