Page 35 of 690
341-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheidsgordels
●Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en
niet van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo rech top mogelijk in de stoel zitten met
uw rug stevig tegen de leuning.
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelslui-
ting te drukken totdat u een klik
hoort.
De veiligheidsgordel kan wor-
den losgemaakt door de ont-
grendelknop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eer st of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veilig heidsgordel (behalve middelste
achterstoel)
Ontgrendelknop
1
2
Page 36 of 690
351-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Druk gesp B in om hem los te
maken. Trek vervolgens de vei-
ligheidsgordel naar beneden
richting de achterstoelzitting.
Steek gesp A in gordelsluiting A
tot u een klik hoort.
Steek gesp B in gordelsluiting B
tot u een klik hoort.
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel (middelste achter-
stoel)
Gesp B1
Gesp A
Gordelsluiting A
O
Gordelsluiting B
Gesp BP
Page 37 of 690
361-1. Voor een veilig gebruik
Gesp B kan worden losge-
maakt door de ontgrendelknop
in te drukken.
Steek om gesp A los te maken
gesp B of de mechanische
sleutel (→Blz. 134) in de ope-
ning van de gordelsluiting.
Maak de veiligheidsgordel los en
laat deze langzaam oprollen.
Berg de gespen op in de hou-
der.
Plaats gesp A en B op elkaar
en berg deze op in de hou-
der.
Steek de gespen er volledig
in.
Duw de gesp omlaag totdat u
een klik hoort.
Losmaken en opbergen van de veil igheidsgordel (middelste ach-
terstoel)
Ontgrendelknop
1
2
3
1
2
3
Page 41 of 690

401-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
■Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doo rdat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het por tier en de
carrosserie.
● Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op besc hadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogel ijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.
● Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de go rdel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
● Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare
schade.
● Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijdere n, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat eventueel noodzakelijke repara ties uit-
voeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. E en
onjuiste behandeling van de gordelspanner kan de werking in neg atieve
zin beïnvloeden, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
■ Gebruik van de middelste veiligheidsgordel achter
Gebruik de middelste gordel achter niet
als één van de gespen niet in de sluiting
is vergrendeld. Het gebruik van slechts
één van de gespen kan bij plotseling
remmen, uitwijken of een ongeval leiden
tot ernstig letsel.
Page 67 of 690
661-1. Voor een veilig gebruik
■Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitjeZet de rugleuning in de 3e
vergrendelstand vanaf de
meest rechte stand.
(→ Blz. 265)
Helemaal rechtop
3e vergrendelstand
Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje. ( →Blz. 270)
Plaats het zitje zodanig, dat
het kind naar achteren kijkt.
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.
Plaatsen van baby- en kinderzitje s met behulp van een veilig-
heidsgordel
1
1
2
2
3
Page 68 of 690
671-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.
■In de rijrichting geplaatst kinderzitjeZet de rugleuning in de 3e
vergrendelstand vanaf de
meest rechte stand.
(→ Blz. 265)
Helemaal rechtop
3e vergrendelstand
Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje. ( →Blz. 270)
Plaats het baby- of kinder-
zitje zodanig op de stoel dat
het kind in de rijrichting kijkt.
4
1
1
2
2
Page 69 of 690
681-1. Voor een veilig gebruik
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.
Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.
■ZitkussenZet de rugleuning in de 3e
vergrendelstand vanaf de
meest rechte stand.
(→ Blz. 265)
Helemaal rechtop
3e vergrendelstand
Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje. ( →Blz. 270)
3
4
1
1
2
Page 70 of 690
691-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Plaats het baby- of kinderzitje zodanig op de stoel dat het kin d in
de rijrichting kijkt.
Plaats het kind in het baby-
of kinderzitje. Zet het kind
vast met de veiligheidsgordel
volgens de aanwijzingen van
de fabrikant en steek de
gesp in de gordelsluiting.
Controleer of de gordel niet
gedraaid is.
Controleer of de schoudergordel goed over de schouder van het k ind
loopt en het heupgedeelte zo laag mogelijk ligt. ( →Blz. 34)
Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.
2
ZittingverhogingMet hoge rugleuning
3
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met e en
veiligheidsgordel