Page 297 of 662

2964-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat bran-
den.
Druk nogmaals op de toets om het
Stop & Start-systeem weer in te
schakelen.
■
Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-sys-
teem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zelfs als het Stop
& Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets van het
Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT
is gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zelfs als het Stop &
Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden inge-
schakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is
gezet.
■Als op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
●Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.
●Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 296 Friday, September 15, 2017 11:12 AM
Page 298 of 662

2974-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
■Werkingsvoorwaarden
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
• Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
• De selectiehendel staat in stand N.
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
• De extra verwarming is uitgeschakeld.
• De parkeerrem is niet geactiveerd. (→Blz. 230)
• De motorkap is gesloten. (→Blz. 298)
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
●Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het
Stop & Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur
hoog of laag is.
• De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• De auto wordt op een helling stilgezet.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvuldig
tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet door
het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
• Op grote hoogte.
• De koelvloeistoftemperatuur is extreem hoog of laag.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem hoog of laag.
• De accu is kortgeleden vervangen of de accupolen zijn kortgeleden los-
genomen geweest.
Als de bovenstaande omstandigheden zich niet meer voordoen, zal het
Stop & Start-systeem de volgende keer dat de auto tot stilstand komt de
motor weer uitzetten en starten.
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 297 Friday, September 15, 2017 11:12 AM
Page 299 of 662

2984-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)■Automatische startfunctie
●Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd een-
maal met de auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop &
Start-systeem wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingeschakeld.
• De extra verwarming wordt ingeschakeld.
• De parkeerremschakelaar wordt omhooggetrokken. (→Blz. 230)
• Het stuurwiel wordt bediend.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt ingedrukt.
• De auto begint te rollen op een helling.
●Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk automatisch
herstart wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd
eenmaal met de auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop
& Start-systeem wordt uitgeschakeld.)
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
■Parkeerrem
●Ook als aan de voorwaarden voor het automatisch herstarten van de motor
wordt voldaan terwijl de parkeerrem is geactiveerd, wordt de motor niet
direct herstart. De motor wordt herstart wanneer de parkeerrem wordt geac-
tiveerd.
●Als de parkeerremschakelaar wordt ingedrukt terwijl de motor wordt her-
start, wordt het herstarten van de motor mogelijk geannuleerd. Als de bedie-
ning is geannuleerd, wordt de motor herstart wanneer de parkeerrem wordt
geactiveerd.
■Motorkap
●Als de motor is uitgezet door het Stop en Start-systeem en de motorkap
wordt geopend, kan de motor niet worden gestart door het Stop en Start-
systeem of de automatische startfunctie van de motor. Zet de selectiehendel
in stand N en herstart de motor terwijl de startknop wordt bediend. (→Blz.
209, 212)
●Ook als de motorkap wordt gesloten nadat de motor is gestart terwijl de
motorkap was geopend, werkt het Stop & Start-systeem niet. Sluit de motor-
kap, zet het contact UIT, wacht enige tijd en start vervolgens de motor.
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 298 Friday, September 15, 2017 11:12 AM
Page 300 of 662

2994-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)■Gebruik van het Stop & Start-systeem
●Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem en de selectie-
hendel in een andere stand dan N wordt gezet terwijl het koppelingspedaal
niet is ingetrapt, klinkt er een zoemer en gaat het controlelampje van het
Stop & Start-systeem knipperen. Dit geeft aan dat de motor alleen is uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem en niet helemaal is uitgezet.
●Gebruik het Stop & Start-systeem wanneer de auto tijdelijk wordt stilgezet,
bijvoorbeeld bij verkeerslichten of kruispunten. Zet de motor volledig uit
wanneer de auto voor langere tijd wordt stilgezet.
●Wanneer het systeem niet kan werken, wordt geannuleerd of een storing
heeft, worden waarschuwingsmeldingen en een waarschuwingszoemer toe-
gepast om de bestuurder te informeren. (→Blz. 539)
●Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Ook als de startknop wordt
ingedrukt terwijl de motor is uitgeschakeld, wordt de motor niet herstart.
Start de motor door de selectiehendel in stand N te zetten en een normale
motorstartprocedure uit te voeren.
●Wanneer de motor wordt herstart nadat deze is uitgeschakeld door het Stop
& Start-systeem, is de accessoireaansluiting mogelijk tijdelijk niet bruikbaar.
Dit duidt echter niet op een storing.
●Het plaatsen en verwijderen van elektrische onderdelen en draadloze appa-
raten is mogelijk van invloed op het Stop & Start-systeem. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
Schakel de voorruitverwarming in. (De motor wordt gestart door de automati-
sche startfunctie van de motor.) (→Blz. 394, 401)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.
■Airconditioning terwijl de motor door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld (auto's met airconditioning)
Wanneer de motor is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem, wordt de
airconditioning (koelen, verwarmen en ontvochtigen) tijdelijk uitgeschakeld en
wordt er alleen nog lucht geblazen of stopt het systeem met lucht blazen.
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen, zodat wordt voorkomen dat het airconditioningsys-
teem tijdelijk wordt uitgeschakeld.
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 299 Friday, September 15, 2017 11:12 AM
Page 301 of 662

3004-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)■
Wijzigen van de instelling via het multi-informatiedisplay
Monochroomdisplay:
Selecteer STOP & START op het instelscherm en houd de scha-
kelaar DISP ingedrukt. (→Blz. 108)
Selecteer de gewenste
instelling en houd de schake-
laar DISP ingedrukt.
Kleurendisplay:
Gebruik de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel om
“ Instellingen” te selecteren en druk op . (→Blz. 112)
Selecteer de gewenste
instelling en druk op .
■Wijzigen van de instelling via de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem
Telkens wanneer de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem
gedurende ten minste 3 seconden ingedrukt wordt gehouden,
schakelt het systeem tussen normaal en verlengd. De systeemsta-
tus kan worden gecontroleerd op het instelscherm op het multi-
informatiedisplay. (→B l z . 1 0 8 , 111 )
Wijzigen van de tijd voor uitschakeling bij stilstand bij ingescha-
kelde airconditioning
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 300 Friday, September 15, 2017 11:12 AM
Page 302 of 662

3014-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
■Beveiliging van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Als het volume van het
audiosysteem hoog staat, wordt het audiosysteem mogelijk automatisch uit-
geschakeld om het stroomverbruik te beperken.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als het volume van het audio-
systeem hoog staat, wordt het audiosysteem mogelijk automatisch uitgescha-
keld om het stroomverbruik te beperken.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
■Vervangen van de batterij
→Blz. 597
■Weergeven van de status van het Stop & Start-systeem
●Alleen kleurendisplay: De bedrijfsstatus van het Stop & Start-systeem wordt
op het multi-informatiedisplay weergegeven.
●De bedrijfsstatus van het Stop & Start-systeem kan op het multi-informatie-
display worden weergegeven.
Monochroomdisplay:
Druk op de toets ODO/TRIP op het stuurwiel. (→Blz. 107)
Kleurendisplay:
Selecteer (rij-informatie) in de menu-iconen (→Blz. 111) Geeft de actuele tijd dat de motor niet
draait weer. (De tijd die de motor door het
Stop & Start-systeem is uitgeschakeld.)
Status A:
(Monochroomdisplay)
(Kleurendisplay)Geeft de totale tijd weer die de motor
door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld vanaf het moment dat de motor
werd gestart tot de motor werd uitge-
schakeld.
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 301 Friday, September 15, 2017 11:12 AM
Page 303 of 662

3024-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)De weergave van status B kan worden gereset.
Monochroomdisplay:
Houd de toets ODO/TRIP op het stuurwiel ingedrukt wanneer de totale ECO-
tijd op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.
Kleurendisplay:
Houd op het stuurwiel ingedrukt wanneer de status van het Stop & Start-
systeem op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven.
■
Meldingen multi-informatiedisplay
Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem, wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uitgescha-
keld door het Stop & Start-systeem en wanneer de motor is uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem en de selectiehendel in een andere stand dan
N wordt gezet terwijl het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, worden de
volgende meldingen op het multi-informatiedisplay weergegeven.
●Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem (kleurendisplay) Status B:
(Monochroomdisplay)
(Kleurendisplay)Geeft de totale tijd weer die de motor
door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld vanaf de laatste keer resetten
totdat het systeem weer wordt gereset.
MeldingDetails/handelingen
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de
omgevingstemperatuur hoog of laag is.
→Treedt direct in werking wanneer het verschil
tussen de ingestelde temperatuur en de tem-
peratuur in het interieur te klein is.
• De voorruitverwarming wordt ingeschakeld.
• De extra verwarming wordt ingeschakeld.“For climate
control” (voor
klimaatregeling)
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 302 Friday, September 15, 2017 11:12 AM
Page 304 of 662

3034-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE)
“Battery charging”
(accu aan het
opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→Het uitschakelen van de motor is tijdelijk niet
mogelijk om voorrang te geven aan het laden
van de accu, maar als de motor kortstondig
draait, wordt het uitschakelen van de motor
toegestaan.
• Mogelijk wordt een onderhoudslaadprocedure uit-
gevoerd (Voorbeeld: kort na het vervangen van de
accu of het verwijderen van de accupolen, enz.)
→Wanneer de onderhoudslaadprocedure na
ongeveer 5 - 40 minuten is voltooid, kan het
systeem worden bediend.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap
was geopend.
→Sluit de motorkap, zet het contact UIT, wacht
enige tijd en start vervolgens de motor.
• De accu is mogelijk koud.
→Wanneer de motor kortstondig draait, kan het
systeem herstellen doordat de temperatuur in
de motorruimte stijgt.
• De accu is mogelijk zeer heet.
→Als de motor is uitgeschakeld en u de motor-
ruimte voldoende laat afkoelen, herstelt het
systeem.
MeldingDetails/handelingen
AVENSIS_OM_OM20C79E_(EE).book Page 303 Friday, September 15, 2017 11:12 AM