Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
De bevestigingspunten A voor de trekhaak
z itt
en aan de onderk
ant van de wagen.
De afstand tussen het midden van de af-
neembare kogelkop en de grond mag nooit
kleiner zijn dan de aangegeven maat, zelfs
met volbeladen wagen, met inbegrip van de
maximale kogeldruk.
Maten voor de bevestiging van de trekhaak:
Maten voor de bevestiging van de trekhaak:
B65 mm (minimum)
C350 mm tot 420 mm (volbeladen wa- gen)
D1,033 mm
E322 mm
F338 mmInbouwen van een trekhaak
●
Het rijden met trekhaak betekent een extra
in s
p
anning voor de wagen. Laat daarom door
een Technische Dienst controleren of het
koelsysteem moet worden aangepast, voor-
dat u een trekhaak laat inbouwen.
● Wettelijke bepalingen (bv. het inbouwen
van een extr
a controlelampje) in uw land op-
volgen.
● Er moeten onderdelen van de wagen, zoals
bij v
oorbeeld de achterbumper, worden uit-
en ingebouwd. Bovendien moeten de beves-
tigingsbouten van de trekhaak met een mo- mentsleutel worden aangetrokken en moet er
een st
opc
ontact op de elektrische installatie
van de wagen worden aangesloten. Hiervoor
zijn speciale vakkennis en gereedschappen
nodig.
● De gegevens in de afbeelding markeren de
afmeting
en en bevestigingspunten, die bij
het naderhand inbouwen van een trekhaak in
elk geval moeten worden aangehouden. ATTENTIE
Het naderhand inbouwen van een trekhaak
bij een g e
specialiseerde werkplaats laten uit-
voeren.
● Als de trekhaak niet goed gemonteerd
wordt, be
staat er gevaar voor ongevallen.
● Let voor uw eigen veiligheid op de gege-
vens
in de erbij geleverde montagebeschrij-
ving van de fabrikant van de trekhaak. VOORZICHTIG
● Wanneer het s
topcontact verkeerd wordt
aangesloten, kan schade aan de elektrische
installatie van de wagen ontstaan. Let op
● SEA T a
dviseert om het naderhand inbou-
wen van een trekhaak bij een gespecialiseer-
de werkplaats te laten uitvoeren. Raadpleeg
uw SEAT-dealer indien bijkomende wijzigin-
gen aan uw wagen vereist zouden zijn. ●
In sommige s por
tuitvoeringen wordt, we-
gens het specifieke design van de uitlaat, de
montage van een conventionele oplossing
van de trekhaak niet aanbevolen. Raadpleeg
uw Technische Dienst. 269
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Aanwijzingen
Na de winter (als er is gestrooid) moet beslist
ook de
onder
z
ijde van de wagen grondig
worden gewassen.
Onderhoudsmiddelen
De benodigde conserveringsmiddelen voor
uw wagen zijn verkrijgbaar bij de Technische
Diensten. Bewaar de verpakking van de con-
serveringsmiddelen tot de conserveringsmid-
delen volledig zijn verbruikt. ATTENTIE
● Con ser
veringsmiddelen van de wagen kun-
nen giftig zijn. Daarom moeten ze gesloten in
de originele verpakking bewaard worden.
Buiten bereik van kinderen bewaren. Anders
bestaat er vergiftigingsgevaar.
● Vóór het gebruik van de onderhoudsmidde-
len de aanw
ijzingen en waarschuwingen op
de verpakking lezen. Bij verkeerd gebruik
kunnen deze producten schadelijk voor de
gezondheid zijn of schade aan de wagen ver-
oorzaken. Het gebruik van producten die
schadelijke dampen kunnen veroorzaken,
dient in goed geventileerde ruimten uitge-
voerd te worden.
● Nooit brandstof, terpentine, motorolie, ace-
ton of ander
e heel vluchtige vloeistoffen ge-
bruiken. Deze zijn giftig en snel ontvlambaar.
Brand- en ontploffingsgevaar!
● Voordat u uw wagen wast of onderhoudt, de
motor afzett
en, handrem aantrekken en con-
tactsleutel uit het contactslot trekken. VOORZICHTIG
Probeer in geen geval om vuil, modder of stof
te v
erwijderen, wanneer het oppervlak van de
wagen droog is. Hiertoe ook geen droge lap
of spons gebruiken, omdat u anders de lak of
de ruiten van uw wagen kunt beschadigen.
Vuil, modder of stof met veel water inweken. Milieu-aanwijzing
● Bij aankoop v
an onderhoudsmiddelen mili-
euvriendelijke producten kiezen.
● Resten van conserveringsmiddelen horen
niet bij het
huisvuil. Let hiertoe op de aanwij-
zingen op de verpakking. Verzorging van de wagen, bui-
t
en
z
ijde
Automatische wasinstallaties De wagenlak is zo sterk dat de wagen nor-
m
aal
g
esproken in automatische wasinstalla-
ties kan worden gewassen. De slijtage die de
lak te lijden heeft, hangt natuurlijk af van het
type installatie en de wasrollen, de toevoer
van het water en de kwaliteit van de schoon-
maak- en conserveringsproducten.
Voordat u de wagen in een automatische
wasinstallatie laat wassen, hoeft u behalve
op de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen (sluiten van ramen en buitenspiegels) verder
op niets spec
iaals te letten.
Zitten er speciale aanbouwdelen aan de wa-
gen - bijvoorbeeld spoilers, een dakdrager-
systeem of een antenne -, dan kunt u het
beste met de verantwoordelijke van de was-
installatie overleggen.
Na het wassen is het mogelijk dat de rem-
men trager reageren omdat de remschijven
en -blokken nat of, in de winter, zelfs bevro-
ren zijn. De remmen moeten eerst worden
"drooggeremd". ATTENTIE
Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminder en de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! Met de hand wassen
Wassen van de wagen
– Eerst het vuil met water inweken en daarna
afs
poel
en.
– De wagen met een zachte spons, een spe-
cial
e washand of een wasborstel met zach-
te druk van boven naar beneden schoon-
maken.
– De spons of de washand vaak in water uit-
spoelen.
– Bij h
ardnekkig vuil shampoo gebruiken.
272
Verzorging en onderhoud
– Met
een tw
eede spons of washand de wie-
len, het onderste gedeelte van de portieren
en dergelijke schoonmaken.
– De wagen grondig met water afspoelen.
– Het oppervlak van de wagen met een zeem
voorz
ichtig drogen.
– Bij een koud klimaat de afdichtingsrubbers
en de cont
actoppervlakken van de afdicht-
rubbers drogen, zodat deze niet vastvrie-
zen. Afdichtrubbers met een siliconenspray
behandelen.
Na het wassen van de wagen – Na het wassen van de wagen abrupte en
plotseling
e remmanoeuvres vermijden. De
remmen moeten eerst worden "droogge-
remd". ATTENTIE
● De w ag
en alleen wassen bij uitgeschakeld
contact.
● De handen en armen beschermen tegen
metal
en delen met scherpe randen, wanneer
u bijvoorbeeld de onderkant of de binnenkant
van de wielkasten schoonmaakt - gevaar voor
verwondingen!
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! VOORZICHTIG
● Pro beer in g
een geval om vuil, modder of
stof te verwijderen, wanneer het oppervlak
van de wagen droog is. Hiertoe ook geen dro-
ge lap of spons gebruiken, omdat u anders op
de lak of de ruiten van uw wagen krassen
kunt veroorzaken.
● Autowassen bij koud weer: wanneer u de
wagen met
een slang afspuit, moet u erop let-
ten de waterstraal niet direct op de sloten of
de naden van de portieren te richten. Anders
is er kans dat deze dichtvriezen. Milieu-aanwijzing
De wagen alleen op speciaal daarvoor be-
doelde w a
splaatsen wassen, opdat het even-
tueel door olie verontreinigde water niet in de
riolering terechtkomt. In bepaalde gebieden
is het wassen van de wagen buiten zulke was-
plaatsen verboden. Let op
De wagen niet in de volle zon wassen. Wassen met een hogedrukreiniger
Let bij het wassen van de wagen met een ho-
g
edruk
r
einiger bijzonder goed op!
– Let op de aanwijzingen voor de hogedruk-
reiniger
, vooral voor de druk en de spuitaf-
stand. –
Vol
doende afstand tot zacht materiaal en
gespoten bumpers houden.
– Het schoonmaken van bevroren of met
sneeuw bedekt
e ruiten met de hogedruk-
reiniger vermijden ››› pag. 275.
– Geen rondstraalsproeikoppen gebruiken
("vuilfr
ezen") ››› .
– Na het wassen van de wagen abrupte en
plotselin
g
e remmanoeuvres vermijden. De
remmen moeten eerst worden "droogge-
remd" ››› pag. 184. ATTENTIE
● Banden mog en nooit
met een rondstraals-
proeikop ("vuilfrees") worden schoonge-
maakt. Zelfs wanneer de spuitafstand betrek-
kelijk groot is en er kort gespoten wordt, kun-
nen de banden hierdoor beschadigd worden.
Gevaar voor ongelukken.
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! VOORZICHTIG
● Het w at
er mag niet warmer dan +60°C
(+140°F) zijn om schade aan de wagen te
voorkomen.
● Ter voorkoming van schade aan de wagen
vol
doende afstand tot kwetsbare materialen
houden, zoals slangen, kunststof delen, ge-
luidswerend materiaal enz. Dit geldt ook voor
het schoonmaken van bumpers die dezelfde » 273
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Aanwijzingen
Om de slotcilinder van het portier te ontdooi-
en w or
dt
geadviseerd een spray met smeren-
de en roestwerende eigenschappen te ge-
bruiken.
Chromen delen schoonmaken 1. Chromen delen met een vochtige doek
schoonm
aken.
2. Chromen delen met een zachte, droge doek polij
sten.
Wanneer dat niet voldoende is, kunt u een
goede chroomreiniger gebruiken. Met deze
chroomreiniger verwijdert u ook vlekken of
aanslag op het oppervlak. VOORZICHTIG
Om ervoor te zorgen dat een chroomopper-
vlak g
een krassen krijgt:
● Bij het onderhoud van het chroom in geen
geva
l een reinigingsmiddel met een schuren-
de werking gebruiken.
● Het oppervlak van de chromen delen niet in
een zanderig
e of stoffige omgeving schoon-
maken of polijsten. stalen velgen
–
De stalen velgen regelmatig met een aparte
spon
s
schoonmaken. Hardnekkig remslijpsel kan met een indu-
striereinig
er worden verwijderd. Beschadigin-
gen aan de lak van de velgen moeten worden
verholpen voordat er roest kan ontstaan. ATTENTIE
● Banden nooit met
rondstraalsproeikoppen
schoonmaken. Zelfs wanneer de spuitafstand
betrekkelijk groot is en er kort gespoten
wordt, kunnen de banden hierdoor bescha-
digd worden. Gevaar voor ongelukken.
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! Na het wassen van de wagen abrup-
te en plotselinge remmanoeuvres vermijden.
De remmen moeten eerst worden "droogge-
remd" ››› pag. 184, Remwerking en remweg. Lichtmetalen velgen
Om de 2 weken
– Strooizout en remslijpsel van de lichtmeta-
len
v
elgen wassen.
– Wielen met een zuurvrij reinigingsmiddel
behandelen.
Om de 3 m
aanden
– Wielen met harde was grondig inwrijven.
Reg
elmatig onderhoud is nodig, opdat de
lichtmetalen velgen er lang goed uit blijven
zien. Als strooizout en remslijpsel niet regel- matig worden afgespoeld, wordt het alumini-
um aanget
ast.
Als reinigingsmiddel een zuurvrij reinigings-
middel voor lichtmetalen velgen gebruiken.
Een lakpolijstmiddel of andere schurende
middelen mogen bij het onderhoud van de
wielen niet worden gebruikt. Als de bescher-
mende laklaag bijv. door steenslag is be-
schadigd, moet de schade zo spoedig moge-
lijk worden hersteld. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ›››
in stalen vel-
gen op p ag. 276
in acht nemen. Bodembescherming
De onderzijde van de wagen is tegen chemi-
s
c
he en mec
hanische invloeden beschermd.
Tijdens het rijden kan de beschermende laag
worden beschadigd. Daarom adviseren wij u
om de beschermende laag aan de onderzijde
van de wagen en van het onderstel vóór en
na het koude jaargetijde te controleren en zo
nodig te laten bijwerken.
Wij adviseren reparatiewerkzaamheden en
extra beschermingsmaatregelen tegen corro-
sie te laten uitvoeren door uw Technische
Dienst.
276
Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Gebruik nooit een bodembeschermingslaag
of c orr
osiewerende middelen voor uitlaten,
katalysatoren of warmtewerende platen. Door
een heet uitlaatsysteem of door hete motor-
delen kunnen deze stoffen vlam vatten.
Brandgevaar! Motorruimte schoonmaken
Neem extra voorzorgsmaatregelen voor het
sc
hoonm
aken van de motorruimte.
Corrosiewerende laag
De motorruimte en het oppervlak van de mo-
tor zijn af fabriek met een corrosiewerende
laag behandeld.
Vooral in de winter, wanneer u vaak op met
zout bestrooide wegen rijdt, is een goede be-
scherming tegen corrosie heel belangrijk.
Opdat het zout geen schade kan aanrichten,
moet de motorruimte voor en na de strooipe-
riode grondig worden schoongemaakt.
De Technische Dienst beschikt over de juiste
schoonmaak- en conserveringsmiddelen en
de benodigde gereedschappen. Daarom ad-
viseren wij u om deze werkzaamheden daar
te laten uitvoeren.
Wanneer de motorruimte met vetoplossende
middelen wordt schoongemaakt of wanneer
de motor wordt gewassen, wordt de corrosie- werende laag bijna altijd verwijderd. Daarna
bes
li
st alle vlakken, groeven, naden en alle
componenten in de motorruimte laten con-
serveren. ATTENTIE
● Let
vóór alle werkzaamheden in het motor-
compartiment op de waarschuwingen ››› pag.
285.
● Motor uitschakelen, handrem aantrekken
en altijd de cont
actsleutel uit het contactslot
trekken, voordat u de motorkap opent.
● Motor laten afkoelen, voordat u de motor-
ruimte sc
hoonmaakt.
● Handen en armen tegen metalen delen met
scherpe k
anten beschermen, als u bijvoor-
beeld de onderkant van de wagen, de binnen-
zijde van de wielkasten of de wieldoppen
schoonmaakt. Gevaar voor verwondingen!
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! Na het wassen van de wagen abrup-
te en plotselinge remmanoeuvres vermijden.
● Nooit het koelsysteem aanraken. Deze
wordt
afhankelijk van de temperatuur gere-
geld en kan automatisch worden ingescha-
keld – ook bij uit het contact getrokken con-
tactsleutel! Milieu-aanwijzing
Omdat bij het wassen van een motor resten
brand s
tof, vet en olie kunnen worden afge-
spoeld, het vervuilde water door een olie-af- scheider schoonmaken. Daarom mag de mo-
tor a
l
leen worden schoongespoten in een ge-
specialiseerde werkplaats of bij een daartoe
uitgerust tankstation. Verzorging van de wagen, bin-
nenz
ijde
Di
splay van de radio/Easy Connect*
en bedieningspaneel* Het display kan worden schoongemaakt met
een in s
pec
i
aalzaken verkrijgbare "LCD-clea-
ner". Om het display schoon te maken, de
doek licht bevochtigen met de reinigings-
vloeistof.
Het bedieningspaneel van het Easy Connect-
systeem* moet eerst met een penseeltje wor-
den ontdaan van vuil, om te voorkomen dat
dit in het apparaat of tussen de toetsen en
de behuizing komt te zitten. Daarna wordt
geadviseerd om het bedieningspaneel van
Easy Connect-systeem* schoon te maken met
een vochtige doek en vaatwasmiddel. VOORZICHTIG
● Om kr a
ssen te voorkomen, mag u het dis-
play niet droog schoonmaken.
● Om schade te voorkomen, moet u erop let-
ten dat
er geen vocht terechtkomt in het be-
dieningspaneel van Easy Connect-systeem*. 277
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Aanwijzingen
Kunststof delen en het dashboard
s c
hoonm
aken–
Een schone, niet-pluizende doek met water
bevoc htig
en en de kunststof delen en het
dashboard schoonmaken.
– Wanneer dat niet voldoende is, gebruikt u
een speci
aal oplossingsvrij kunststofreini-
gings- en onderhoudsmiddel. ATTENTIE
Maak nooit het dashboard en het oppervlak
van de airb agmodu
les schoon met reinigings-
middelen die oplosmiddelen bevatten. Door
schoonmaakmiddelen met oplosmiddelen
wordt het oppervlak poreus. Bij het activeren
van de airbag kan dit tot verwondingen lei-
den als gevolg van losschietende kunststof
deeltjes. VOORZICHTIG
Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel tas-
ten het m
ateriaal aan. Houten decor schoonmaken*
–
Een schone doek met water bevochtigen en
het hout
s
choonmaken.
– Wanneer dat niet voldoende is, mild zeep-
sop ge
bruiken. VOORZICHTIG
Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel tas-
ten het m
ateriaal aan. Schoonmaken textiel en stoffen be-
kl
edin
g Textiel en textiele bekledingen (stoelen, por-
tierpanel
en en
z.) moeten regelmatig met een
stofzuiger worden schoon gezogen. Hierdoor
worden vuildeeltjes van het oppervlak verwij-
derd die anders bij het gebruik in de stof ge-
wreven kunnen worden. Stoomreinigers mo-
gen niet worden gebruikt, omdat door de
stoom de verontreiniging dieper in het textiel
dringt en wordt vastgezet.
Normaal schoonmaken
In het algemeen raden wij aan voor het
schoonmaken een zachte spons of een uni-
versele niet-pluizende microvezeldoek te ge-
bruiken. Alleen vloerbedekking en vloermat-
ten mogen met borstels worden gereinigd
aangezien andere textiele oppervlakken door
de borstel kunnen worden beschadigd.
Bij oppervlakkige algemene verontreinigin-
gen kan met een universeel schuimschoon-
maakmiddel worden schoongemaakt. Het
schuim wordt met een zachte spons op het
oppervlak van textiel verdeeld en licht inge-
wreven. Het doornat maken van het textiel moet echter worden voorkomen. Aansluitend
wor
dt
het schuim met absorberende, droge
doeken (bijv. microvezeldoeken) afgedept en
nadat het schuim volledig is gedroogd, weg-
gezogen.
Vlekken verwijderen
Vlekken van dranken (koffie, vruchtensap
enz.) kunnen met een fijnwasmiddel-oplos-
sing worden behandeld. Deze oplossing
wordt aangebracht met een spons. Bij hard-
nekkige vlekken kan een waspasta direct op
de plaats van de vlek worden aangebracht en
ingewreven. Daarna is een nabehandeling
met schoon water noodzakelijk om de was-
middelresten te verwijderen. Daartoe wordt
water met een vochtige doek of een spons
aangebracht en met absorberende droge
doeken afgedept.
Vlekken van chocolade of make-up worden
met een waspasta (bijv. ossengalzeep) inge-
wreven. Daarna wordt de zeep met water
(vochtige spons) verwijderd.
Voor de behandeling van vet, olie, lippenstift
of balpeninkt kan spiritus worden gebruikt.
Opgeloste vet- of kleurstofdeeltjes moeten
met absorberend materiaal worden afgedept.
Eventueel kan een nabehandeling met een
waspasta en water noodzakelijk zijn.
Bij sterke vervuiling van de bekleding advise-
ren wij u een gespecialiseerd bedrijf in te
278
Verzorging en onderhoud
schakelen om de bekleding en delen van tex-
tiel t
e l
aten reinigen met shampoo en be-
sproeiing. Let op
Open klittenbandsluitingen aan uw kleding
ku nnen de s
toelbekleding beschadigen. Zorg
ervoor dat ze gesloten zijn. Leer schoonmaken*
Normaal schoonmaken
– Verontreinigd leer met een licht vochtige
kat
oenen of
wollen doek schoonmaken.
Hardnekkige vlekken verwijderen
– Sterk vervuilde plekken schoonmaken met
een doek en een mil
de zeepoplossing
(twee eetlepels neutrale zeep op een liter
water).
– Let erop dat het leer nergens te nat wordt
en dat er g
een water in de naden sijpelt.
– Vervolgens met een zachte, droge lap
droogwrij
ven.
Onderhoud van het leer – Het leer elk half jaar met een bij de techni-
sche dien
st verkrijgbaar leeronderhouds-
middel behandelen. –
Leeronderhoud
smiddel uiterst dun aan-
brengen.
– Met een zachte lap droogwrijven.
SEAT s
treeft ernaar de bijzondere eigen-
schappen van dit natuurproduct intact te
houden. Vanwege de exclusiviteit van de ge-
bruikte leersoorten en de karakteristieke ei-
genschappen (zoals gevoeligheid voor olie,
vet en vervuiling) moet het leer voorzichtig
worden behandeld, zowel bij het dagelijks
gebruik als bij het uitvoeren van onder-
houdswerkzaamheden.
Stof en vuildeeltjes in poriën, plooien en na-
den kunnen schuren en het oppervlak be-
schadigen. Als de wagen lang in de zon
staat, het leer tegen direct zonlicht bescher-
men om verbleken te voorkomen. Lichte
kleurwijzigingen door het gebruik van het
hoogwaardige natuurleer zijn normaal. VOORZICHTIG
● Het l eer m
ag in geen geval met oplosmid-
delen, boenwas, schoenpoets, vlekkenverwij-
deraar en dergelijke worden behandeld.
● Hardnekkige vlekken door een gespeciali-
seerde werkp
laats laten verwijderen om be-
schadigingen te vermijden. Alcantara bekleding reinigen*
Stof en vuil verwijderen
– Een doek licht
bevochtigen en de bekle-
ding schoonmaken.
Vlekken verwijderen
– Een doek met lauw water of verdunde spiri-
tu
s vochtig maken.
– De vlek naar het midden toe deppen.
– Schoongemaakte plek met een zachte doek
droogmak
en.
Geen leerverzorgingsmiddel op bekleding
van Alcantara gebruiken.
Bij stof en vuil kunt u ook een verzorgende
shampoo gebruiken.
Stof en vuildeeltjes in poriën, plooien en na-
den kunnen schuren en het oppervlak be-
schadigen. Als de wagen lang in de zon stil-
staat, de Alcantara-bekleding tegen direct
zonlicht beschermen om verbleken te voorko-
men. Lichte verkleuringen door het gebruik
zijn normaal. VOORZICHTIG
● Alc ant
ara mag niet met oplosmiddelen,
boenwas, schoenpoets, vlekkenverwijderaar,
leeronderhoudsmiddel en dergelijke worden
behandeld. » 279
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Aanwijzingen
●
Laat h ar
dnekkige vlekken in een gespecia-
liseerde werkplaats verwijderen om bescha-
digingen te voorkomen.
● Voor het schoonmaken in geen geval bor-
stel
s, harde sponzen, enz., gebruiken. Veiligheidsgordels schoonmaken
Een vervuilde veiligheidsgordel kan de werk-
ing
v
an de veiligheidsgordel negatief beïn-
vloeden. Houd veiligheidsgordels schoon en
controleer regelmatig de toestand van alle
gordels.
Veiligheidsgordels schoonmaken
– De vervuilde veiligheidsgordel volledig uit-
trekk en en de g
ordelband uitgerold laten.
– Vervuilde veiligheidsgordels met mild
zeepsop s
choonmaken.
– Het behandelde gordelweefsel laten dro-
gen.
– Vei
ligheidsgordel pas oprollen, wanneer
deze droog i
s.
Als er grote vlekken in de gordel komen, zal
de oprolautomaat niet meer correct werken. ATTENTIE
● De v
eiligheidsgordels mogen niet chemisch
worden gereinigd, omdat zulke reinigings- middelen de sterkte van het weefsel kunnen
aanta
s
ten. De veiligheidsgordels mogen ook
niet met etsende vloeistoffen in aanraking
komen.
● Regelmatig de toestand van alle veilig-
heidsgor
dels controleren. Als beschadigin-
gen van het weefsel, de gordelverbindingen,
de gordelautomaat of het slotgedeelte wor-
den vastgesteld, moet de betreffende veilig-
heidsgordel door een gespecialiseerde werk-
plaats worden vervangen.
● Nooit proberen om de veiligheidsgordels
zelf t
e repareren. De veiligheidsgordels mo-
gen nooit op een of andere wijze worden ver-
anderd of door u worden uitgebouwd. VOORZICHTIG
Schoongemaakte veiligheidsgordels moeten
vóór het opr o
llen volledig droog zijn, omdat
vocht de gordeloprolautomaat kan beschadi-
gen. Controleren en bijvullen
T ank
en
T
anken Lees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›
pag. 57
Zodra het volgens de voorschriften bediende
vulpistool voor de eerste keer is uitgescha-
keld, is de brandstoftank "vol". Er dient niet
verder te worden getankt, omdat anders de
expansieruimte in de tank ook gevuld wordt.
Bij verhitting zou er brandstof uit kunnen lo-
pen.
De juiste brandstofsoort voor de wagen staat
op een sticker aan de binnenzijde van de
tankklep. ATTENTIE
● Brand s
tof is gemakkelijk ontvlambaar en
kan tot zware verbrandingen en andere ver-
wondingen leiden.
–Bij het vullen van de tank of van een jer-
rycan met brandstof mag niet worden ge-
rookt en mag er geen contact zijn met
vonken. Brandgevaar!
– De wettelijke voorschriften over het ge-
bruik van jerrycans in acht nemen. 280