Page 57 of 240

55
Als uw auto is voorzien van
airconditioning, bevat het dashboardkastje
een ventilatieopening B die dezelfde
gekoelde lucht aanvoert als de
uitstroomopeningen in het interieur.
Rijd nooit met een geopend
dashboardkastje als er iemand op de
voorpassagiersstoel zit – bij een noodstop
of een aanrijding kan dit leiden tot ernstig
letsel!
12 V-aansluiting
F Open, wanneer u een 12V-apparaat (maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het kapje en sluit een geschikte
adapter aan.
Houd rekening met het maximale
vermogen van de aansluiting (anders is er
kans op beschadiging van uw accessoire). Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
USB-/Jack-aansluiting*
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een USB-
en een Jack-aansluiting*, bevindt zich op de
middenconsole.
Hierop kunt u draagbare apparatuur, zoals een
digitale audiospeler (bijvoorbeeld een iPod
®) of
een USB-stick, aansluiten.
Via deze aansluiting kunt u de audiobestanden
op uw draagbare apparatuur beluisteren via de
luidsprekers van het audiosysteem.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedieningspaneel van
het audiosysteem en deze weergeven op het
display. De USB-aansluiting kan ook worden gebruikt
om een smartphone via MirrorLink
TM, Android
Auto® of CarPlay® te verbinden, zodat u
bepaalde apps van uw smartphone via het
touchscreen kunt gebruiken.
Armsteun vóór
(afhankelijk van de uitvoering)
Om te profiteren van extra comfort kan de
armsteun naar voren worden gekanteld, maar
hij kan ook volledig naar achteren worden
geklapt.
*
a
fhankelijk van de uitvoering Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting
wordt de draagbare apparatuur automatisch
opgeladen.
Tijdens het laden wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van de
draagbare apparatuur hoger is dan de door de
auto geleverde stroomsterkte.
3
Ergonomie en comfort
Page 58 of 240

56
Voorzieningen bagageruimte
1.Bagagenet voor hoge belading
(afhankelijk van de uitvoering)
2. Bagageafdekking
3. Verlichting bagageruimte
4. Bagageriem
5. Sjorogen (afhankelijk van de uitvoering)
6. Opbergnet
Bagagenet voor hoge
belading
Het net, dat aan de bovenste bevestigingen
en de onderste sjorogen of de nokken wordt
vastgemaakt, zorgt er voor dat de auto tot aan
het dak kan worden beladen:
-
a
chter de achterbank (zitrij 2),
-
a
chter de voorstoelen (zitrij 1) wanneer de
achterbank is neergeklapt.
Controleer bij het plaatsen van het net of
de gespen van de riemen zichtbaar zijn
vanuit de bagageruimte; hierdoor is het
makkelijker de riemen te ontspannen of
aan te spannen. Voor gebruik bij zitrij 1:
F
o
pen de kapjes van de bovenste
bevestigingen 1 ,
F
r
ol het bagagenet voor hoge belading uit,
F
p
laats een van de uiteinden van de metalen
stang van het net in de desbetreffende
bovenste bevestiging 1 , en doe ver volgens
hetzelfde met de tweede stang,
F o ntspan de riemen maximaal,
F
b
evestig de musketonhaak van elk van de
riemen aan de desbetreffende nok 3 onder
de zitting van de bank,
F
k
lap de achterbank neer,
F
s
pan de riemen aan zonder de bank weer
op te klappen,
F
c
ontroleer of het net goed is vastgemaakt
en goed gespannen is.
Ergonomie en comfort
Page 59 of 240

57
Voor gebruik bij zitrij 2:
F v ouw de bagageafdekking op of ver wijder
deze,
F
o
pen de kapjes van de bovenste
bevestigingen 2 ,
F
r
ol het bagagenet voor hoge belading uit,
F
p
laats een van de uiteinden van de metalen
stang van het net in de desbetreffende
bovenste bevestiging 2 , en doe ver volgens
hetzelfde met de tweede stang,
F
b
evestig de haak van elk van de riemen van
het net aan het desbetreffende onderste
sjoroog 4 ,
F
span
de riemen aan,
F
c
ontroleer of het net goed is vastgemaakt
en goed gespannen is.
Gebruik nooit de ISOFIX-ring die is
bedoeld voor de bevestiging van de riem
van een kinderzitje met Top Tether.
Bagageafdekking
De bagageafdekking bestaat uit twee
opvouwbare delen.
Vouw de afdekking op en plaats deze achter in
de bagageruimte.
Toegang tot de bagageruimte vanaf de
achterbank:
F
t
il het voorste gedeelte van de
bagageafdekking op met behulp van
handgreep A . Let op: bij hard remmen kunnen op de
bagageafdekking geplaatste voorwerpen
veranderen in gevaarlijke projectielen.
Gevarendriehoek
(opbergen)
Onder de voorstoel of onder de bekleding
van de bagageruimte (afhankelijk van de
uitvoering) is plaats voor een opgevouwen
gevarendriehoek, al dan niet in een koker.
Schakel voordat u uit de auto stapt om
de gevarendriehoek uit te vouwen en te
plaatsen de alarmknipperlichten in en trek
uw reflecterende veiligheidsvest aan.
De opgevouwen gevarendriehoek (of de koker)
moet de volgende afmetingen hebben:
-
A : l
engte = 438 mm,
-
B : h
oogte = 56 mm,
-
C : b
reedte = 38 mm.
3
Ergonomie en comfort
Page 60 of 240

58
Raadpleeg voor het gebruiken van de
gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
F Plaats de gevarendriehoek achter de auto en houd u aan de ter plaatse geldende
wettelijke voorschriften.
De gevarendriehoek is als accessoire
leverbaar. Neem hier voor contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Plafonniers
1. Plafonniers voor/achter
2. Kaartleeslampjes
In deze stand gaat de
interieurverlichting geleidelijk
branden: -
a
ls de auto wordt ontgrendeld,
-
a
ls de sleutel uit het contact wordt
verwijderd,
-
b
ij het openen van een portier,
-
a
ls op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de
auto te lokaliseren.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-
a
ls de auto wordt vergrendeld,
-
a
ls het contact wordt aangezet,
-
3
0 seconden na het sluiten van het laatste
portier.
Permanent uit.
Permanent aan.
Als de interieurverlichting permanent is
ingeschakeld, blijft deze gedurende een
bepaalde tijd branden:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer
10
minuten,
-
i
n de eco-mode: ongeveer
30
seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
Kaartleeslampjes
F Druk bij aangezet contact op de
desbetreffende schakelaar.
Let op dat u nergens mee tegen de
plafonniers stoot.
Sfeerverlichting interieur
De gedempte interieurverlichting verbetert het
zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Inschakelen
* Volgens uitvoering. Als het buiten donker is, gaan de leds
van de sfeer verlichting (plafonnier,
instrumentenpaneel, beenruimte,
hemelbekleding, panoramadak*, ...)
automatisch branden als de parkeerlichten
worden ingeschakeld.
Uitschakelen
De sfeer verlichting gaat automatisch uit als de
parkeerlichten worden uitgeschakeld.
Ergonomie en comfort
Page 61 of 240

59
De follow me home-verlichting kan
in het menu Rijden / Auto worden
geconfigureerd.
Sfeerverlichting van het
instrumentenpaneel
Uitschakelen
Druk bij ingeschakelde verlichting op
deze toets om de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel uit te schakelen.
Inschakelen
Druk bij ingeschakelde verlichting nogmaals
op deze toets om de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel weer in te schakelen.
Glazen panoramadak
U hebt de beschikking over een panoramadak
met regelbare sfeer verlichting en getint glas,
waardoor de lichtinval en het zicht in het
interieur worden vergroot.
Voor een aangenaam thermisch comfort en
om geluiden te dempen is het dak voorzien van
een elektrisch bedienbaar zonnescherm.
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm
Openen
F Beweeg de schakelaar A naar achteren.
Zodra u de schakelaar loslaat, houdt het zonnescherm op te bewegen. Als er iets of iemand bekneld raakt tijdens
de beweging van het zonnescherm,
moet u de bewegingsrichting van het
scherm omdraaien. Druk daar voor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder het scherm
bedient, moet deze er van verzekerd zijn
dat niets het correcte sluiten van het
scherm verhindert.
De bestuurder moet er van verzekerd zijn
dat de passagiers op de juiste manier
gebruik maken van het zonnescherm.
Zorg er met name voor dat kinderen zich
tijdens het bedienen van het scherm niet
kunnen bezeren.
Sluiten
F Beweeg de schakelaar A naar voren.
Zodra u de schakelaar loslaat, houdt het
zonnescherm op te bewegen.
3
Ergonomie en comfort
Page 62 of 240

60
Lichtschakelaar
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Reizen naar het buitenland
Wanneer u uw auto gaat gebruiken in een
land waarin het verkeer aan de andere
kant van de weg rijdt, moet de afstelling
van de dimlichten worden gewijzigd om te
voorkomen dat tegemoetkomend verkeer
wordt verblind. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Zonder automatische verlichting
Met automatische verlichting
Selecteren van de stand
van de hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de
gewenste stand tegenover het merkteken te
zetten.Lichten uit (afgezet contact) /
dagrijverlichting vóór (draaiende
motor).
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Automatische verlichting.
Grootlichtschakelaar
Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Weergave
Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Mistverlichting
De mistverlichting werkt in combinatie met het
dimlicht of het grootlicht.
Alleen mistachterlicht
F Draai de ring naar voren om het mistachterlicht in te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoering met automatische
verlichting), blijven het mistachterlicht en het
dimlicht branden.
F
D
raai de ring naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verlichting en zicht
Page 63 of 240

61
Mistlampen vóór en
mistachterlicht
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en het
parkeerlicht branden.
F
D
raai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen;
de parkeerlichten worden dan ook
uitgeschakeld. Bij helder of regenachtig weer, zowel
overdag als 's nachts, is het gebruik
van de mistlampen vóór en de
mistachterlichten niet toegestaan. Ze zijn
onder deze omstandigheden namelijk
verblindend voor medeweggebruikers.
Gebruik de mistlampen vóór en de
mistachterlichten uitsluitend bij mist of
sneeuwval.
Onder deze weersomstandigheden
dient u
de mistlampen en het dimlicht
handmatig in te schakelen, omdat
de lichtsensor voldoende licht kan
waarnemen.
Vergeet niet de mistlampen vóór en de
mistachterlichten uit te zetten zodra ze
niet meer nodig zijn.
Draai de ring en laat deze los:
F
é
én keer naar voren om de mistlampen vóór
in te schakelen,
F
t
wee keer naar voren om ook het
mistachterlicht in te schakelen,
F
é
én keer naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen,
F
t
wee keer naar achteren om ook de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Uitschakelen van de verlichting bij het
afzetten van het contact
Als u het contact afzet, worden alle lichten
automatisch uitgeschakeld, behalve als de
automatische "follow me home"-verlichting
is geactiveerd.Inschakelen van de verlichting na het
afzetten van het contact
Draai om de lichtschakelaar weer te
activeren ter wijl de verlichting uit is, de
ring in de stand 0 en ver volgens in de
stand van uw keuze.
Als het bestuurdersportier wordt geopend,
klinkt er een geluidssignaal om aan te
geven dat de verlichting nog brandt.
De verlichting, met uitzondering van
het parkeerlicht, wordt na maximaal
30
minuten automatisch uitgeschakeld om
het ontladen van de accu te voorkomen.
Kijk nooit van dichtbij in de lichtstraal van
de "Full led"-koplampen. U kunt daarbij
ernstig oogletsel oplopen.Richtingaanwijzers
F Bocht naar links: duw de lichtschakelaar helemaal omlaag.
4
Verlichting en zicht
Page 64 of 240

62
Deze functie kunt u bij elke snelheid
gebruiken, maar komt vooral van pas bij
het wisselen van rijstrook op wegen met
meerdere rijstroken per rijbaan.
Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door
het inschakelen van de parkeerlichten aan de
kant van het verkeer.
F
D
uw de lichtschakelaar binnen één minuut
na het afzetten van het contact omhoog of
omlaag om de parkeerlichten aan de kant
van het verkeer in te schakelen (voorbeeld:
rechts van de weg parkeren: lichtschakelaar
omlaag duwen; parkeerlichten links gaan
branden).
Het inschakelen wordt bevestigd door een
geluidssignaal en het branden van het lampje
van de desbetreffende richtingaanwijzer op het
instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen de
lichtschakelaar in de middenstand of zet het
contact aan.
LED-verlichting
* Deze functie kan via het configuratiemenu van de auto worden ingesteld.
Deze wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Afhankelijk van het land van bestemming doet
deze verlichting dienst als:
-
d
agrijverlichting* en als parkeerlicht 's
nachts (bij dagrijverlichting is de lichtsterkte
groter),
of
-
p
arkeerlicht overdag en 's nachts.
Dagrijverlichting
De dagrijverlichting is verplicht in sommige
landen en wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart zodat de auto
overdag beter zichtbaar is voor de overige
weggebruikers.
Wanneer de richtingaanwijzers na
meer dan 20 seconden nog niet zijn
uitgeschakeld, wordt bij een snelheid
van meer dan 60 km/h automatisch het
knippergeluid versterkt.
Drie keer knipperen
Beweeg de hendel iets omhoog of omlaag,
zonder het zware punt te passeren; de
desbetreffende richtingaanwijzers knipperen
vervolgens 3 keer. F
B
ocht naar rechts: duw de lichtschakelaar
helemaal omhoog.
De dagrijverlichting is beschikbaar:
-
i
n landen waar deze volgens de wetgeving
verplicht is;
het dimlicht brandt in combinatie met de parkeerlichten en de
kentekenplaatverlichting; deze functie kan
niet worden uitgeschakeld.
-
i
n overige landen;
er branden speciale lichtunits (leds); deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via
het configuratiemenu van de auto.
De lichtschakelaar moet in de stand 0 of AUTO
(dagstand) staan.
Verlichting en zicht