Page 217 of 305

Verzorging van de auto215● Zie de gebruikershandleidingvoor meer informatie.
● Er kan explosief gas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
Na het leegrijden van de tank moet
het dieselbrandstofsysteem worden ontlucht. Schakel het contact drie‐
maal in gedurende 15 seconden per keer. Motor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Herhaal deze
procedure na minstens vijf seconden.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.Wisserblad vervangen
Til de ruitenwisserarm op tot hij
omhoog blijft staan, druk op de knop
om het wisserblad los te maken en
verwijder het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐ arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Wisserblad achterruit
Til de ruitenwisser op. Maak het
wisserblad los zoals getoond in de
illustratie en verwijder het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐ arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Page 218 of 305
216Verzorging van de autoGloeilamp vervangenOntsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de
koplampen vanuit de motorruimte.
LampcontroleSchakel het contact in na het vervan‐
gen van een lamp en bedien en
controleer de lichten.Halogeenkoplampen
4-deurs notchback
Halogeenkoplampen met aparte
gloeilampen voor dimlicht en groot‐
licht.
Dimlicht (1) buitenste gloeilamp.
Grootlicht (2) binnenste gloeilamp.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (3) .
Dimlicht (1)
1. Draai de kap (1) naar links en
verwijder.
Page 219 of 305
Verzorging van de auto2172. De lamphouder naar linkslosdraaien. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen van
het reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
5. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Grootlicht (2)
1. Draai de kap (2) naar links enverwijder.
2. De lamphouder naar links losdraaien. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen van
het reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
5. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslichten/dagrijlicht (3)
1. Draai de kap (3) naar links enverwijder. Gebruik een schroe‐
vendraaier om de kap te draaien.
Page 220 of 305
218Verzorging van de auto2. Duw de borglippen bij elkaar entrek de lamphouder uit de reflec‐
tor.
3. Verwijder de gloeilamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
4. Plaats de lamphouder in de reflec‐
tor. Breng de kap aan en draai
deze rechtsom.
3-deurs hatchback
Bi-halogeenkoplamp (1) met één
lamp voor dim- en grootlicht.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2) .
Dimlicht/grootlicht (1)
1. Draai de kap (1) naar links en
verwijder.
Page 221 of 305

Verzorging van de auto2192. De lamphouder naar linkslosdraaien. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
3. Klik de lamphouder los van de stekker door op de borgnok te
drukken.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2)
1. Lampfitting (2) linksom losdraaien. Lampfitting met lamp
uit het reflectorhuis nemen.
2. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
3. Plaats een nieuwe lamp in de fitting.
4. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
Adaptief rijlicht (AFL)9 Gevaar
Het adaptieve rijlicht (AFL) is
uitgerust met Xenonkoplampen.
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
Zijmarkeringslicht/dagrijlichten zijn
uitgevoerd met led's en kunnen niet
worden vervangen.
Lampen voor afslagverlichting zijn
vervangbaar.
Page 222 of 305
220Verzorging van de autoAfslagverlichting
1. Draai de kap naar links en verwij‐der deze.
2. De lamphouder naar links losdraaien. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
3. Trek de lamp uit de stekker.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Mistlampen
3-deurs hatchback
1. Maak de afdekking los met een schroevendraaier in de uitsparing
en verwijder de afdekking.
Page 223 of 305
Verzorging van de auto221
2. Schroef beide schroeven los enhaal het licht compleet van de
bumper.
3. Draai de lampfitting naar links en verwijder deze uit het reflector‐
huis.
4. Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
5. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
6. Plaats de lampfitting in het reflec‐ torhuis door deze rechtsom te
draaien en zet deze vast.
7. Monteer de lamp door beide schroeven vast te draaien.
8. Monteer en vergrendel de afdek‐ king.4-deurs notchback
1.Maak beide doppen bij de gemar‐
keerde zone met een schroeven‐
draaier los.
Page 224 of 305
222Verzorging van de auto2. Schroef beide schroeven los enhaal de richtingaanwijzer
compleet van de bumper.
3. Schroef drie schroeven los en haal de mistlamp compleet van de
bumper.
4. Draai de lampfitting naar links en verwijder deze uit het reflector‐
huis.
5. Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
6. Steek de lampfitting weer in het reflectorhuis, draai de fitting
rechtsom en sluit de stekker aan.
7. Bevestig de mistlamp compleet in
de bumper en bevestig deze met
drie schroeven.
8. Bevestig de richtingaanwijzer compleet in de bumper en beves‐tig deze met twee schroeven.
9. Klik beide doppen vast.
Richtingaanwijzers vooraan
3-deurs hatchback
1. Draai kap (1) naar links en verwij‐
der deze.