Page 201 of 305

Rijden en bediening199Sluit de klep en klik hem vast.
LPG tanken
Bij het tanken de gebruiks- en veilig‐
heidsvoorschriften van het tanksta‐
tion in acht nemen.
De vulklep voor LPG bevindt zich
achter de tankdop.
Schroef de tankdop van de vulpijp.
Schroef de vereiste adapter handvast op de vulpijp.
ACME-adapter: Schroef de moer van
het vulmondstuk op de adapter. Druk de vergrendelhefboom op het
vulmondstuk omlaag.
DISH-vulpijp: Plaats het vulmondstuk
in de adapter. Druk de vergrendelhef‐ boom op het vulmondstuk omlaag.
Bajonetvulpijp: Plaats het vulmond‐
stuk op de adapter en draai het een
kwartslag links- of rechtsom. Trek de
vergrendelhefboom van het vulmond‐
stuk geheel omhoog.
EURO-vulpijp: Druk het vulmondstuk
op de adapter totdat het vastklikt.
Druk op de knop van de LPG-pomp. Het vulsysteem stopt of gaat lang‐
zaam werken als de tank voor 80%
gevuld is (maximumpeil).
Laat de knop op het vulsysteem los
om het bijtanken te stoppen. Ontgren‐
del de vergrendelhefboom en verwij‐
der het vulmondstuk. Hierbij kan er
iets LPG vrijkomen.
Verwijder de adapter en leg deze in
de auto.
Breng de tankdop aan, opdat er geen vreemde voorwerpen in de vulope‐
ning en het systeem komen.
Page 202 of 305
200Rijden en bediening9Waarschuwing
Vanwege het ontwerp van het
systeem is het ontsnappen van
vloeibaar gas na het vrijgeven van de vergrendelingshendel onver‐
mijdelijk. Niet inademen.
9 Waarschuwing
Om veiligheidsredenen mag de
vloeibaar-gastank maar tot 80%
worden gevuld.
De combiklep op de LPG-tank beperkt de vulhoeveelheid automa‐
tisch. Bij meer bijtanken raden wij aan
de auto niet in de zon te zetten totdat het overschot verbruikt is.
Vuladapter
Aangezien vulsystemen niet gestan‐
daardiseerd zijn, hebt u verschillende adapters nodig. Deze zijn verkrijg‐
baar bij Opel Partners en Opel
Service Partners.
ACME-adapter: België, Duitsland,
Ierland, Luxemburg, Zwitserland
Bajonetadapter: Nederland, Noorwe‐
gen, Spanje, Verenigd Koninkrijk
EURO-adapter: Spanje
DISH-adapter: Bosnië-Herzegovina,
Bulgarije, Denemarken, Estland,
Frankrijk, Griekenland, Italië, Kroatië,
Page 203 of 305

Rijden en bediening201Letland, Litouwen, Macedonië,
Oostenrijk, Polen, Portugal, Roeme‐
nië, Zweden, Zwitserland, Servië,
Slowakije, Slovenië, Tsjechische
Republiek, Turkije, Oekraïne, Honga‐
rije
Tankdop
Gebruik uitsluitend originele tankdop‐ pen. Auto's met een dieselmotor
hebben een speciale tankdop.
Brandstofverbruik -CO 2-uitstoot
Het brandstofverbruik (gecombi‐
neerd) van het model Opel Astra vari‐
eert tussen 7,8 en 3,6 l/100 km.
De CO 2-emissie (gecombineerd) ligt
binnen een bereik van 184 tot
94 g/km.
Raadpleeg voor de waarden die
specifiek voor uw voertuig gelden het
'EEC Certificate of Conformity' dat bij uw voertuig werd geleverd of de
andere nationale autopapieren.Algemene informatie
Het officiële brandstofverbruik en de
specifieke cijfers voor de CO 2-emis‐
sie zoals vermeld zijn conform het
EU-basismodel met standaarduitrus‐
ting.
Brandstofverbruikgegevens en CO 2-
emissiegegevens worden bepaald
volgens verordening
R (EG) nr. 715/2007 (in de meest
recente van toepassing zijnde
versie), waarbij rekening wordt
gehouden met het gewicht van de
auto in bedrijfstoestand, zoals voor‐
geschreven door de verordening.
De cijfers dienen uitsluitend ter verge‐
lijking van de diverse modelvarianten
en bieden geen garantie voor het
werkelijke brandstofverbruik van een
specifiek model. De vermelde cijfers
voor het verbruik en de CO 2-emissie
kunnen door accessoires iets hoger
uitvallen. Het brandstofverbruik hangt
bovendien af van de persoonlijke
rijstijl, de staat van het wegdek en de
verkeersomstandigheden.Trekhaak
Algemene informatie Alleen trekhaken gebruiken die voor
uw auto zijn goedgekeurd. Het
achteraf monteren van een trekhaak
door een werkplaats laten uitvoeren.
Zo nodig wijzigingen in de auto
aanbrengen, zoals in het koelsys‐
teem, de hitteschilden of andere uitrusting.
De lamp-uitvaldetectie van het
aanhangerremlicht constateert geen individueel uitgevallen lampen. Bij
bijv. 4x 5 W wordt er pas uitval gecon‐
stateerd als alleen een lamp van
5 W of geen lampen aan blijven.
Door montage van een trekhaak
wordt de opening voor het sleepoog
mogelijk afgedekt. Maak in dat geval
gebruik van een kogelstang. De trek‐
haakstang na gebruik altijd in de auto
bewaren.
Rijgedrag en aanhangertips Alvorens een aanhangwagen aan te
koppelen, de kogel van de trekhaak
smeren. Bij gebruik van een
Page 204 of 305

202Rijden en bedieningtrillingsdemper die slingerbewegin‐gen dempt en op de koppelingskogelinwerkt, mag de kogel niet worden
gesmeerd.
Wanneer u een instabiele aanhanger of een caravan met een max. toelaat‐
baar totaalgewicht van meer dan
1300 kg trekt, is het uiterst raadzaam
een stabilisator te gebruiken wanneer u sneller rijdt dan 80 km/u.
Als de aanhanger begint te slingeren,
langzamer gaan rijden, niet tegenstu‐ ren en zo nodig krachtig remmen.
Bergafwaarts dezelfde versnelling
inschakelen als bergopwaarts en
ongeveer dezelfde snelheid aanhou‐
den.
Bandenspanning instellen op de
waarde voor maximale belading
3 281.
Aanhanger trekken
Trekgewicht
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht hangt af van de auto en de
motor en mag niet worden overschre‐ den. Het werkelijke trekgewicht is hetverschilt tussen het werkelijke totaal‐
gewicht van de aanhanger en het
werkelijke kogelgewicht in aangekop‐
pelde toestand.
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht staat in de autopapieren
vermeld. Het geldt normaal bij
hellingspercentages tot maximaal
12%.
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht geldt tot aan het aangegeven
hellingspercentage en tot een hoogte van 1000 meter boven de zeespiegel.
Omdat het motorvermogen bij toene‐
mende hoogte door de lagere lucht‐
dichtheid daalt en het klimvermogen daardoor afneemt, moet het maxi‐
maal toelaatbare treingewicht voor
elke 1000 meter hoogtetoename met
10 % worden verminderd. Bij het
rijden op wegen met een gering
hellingspercentage (minder dan 8%,
bijv. snelwegen) hoeft het maximaal
toelaatbare treingewicht niet te
worden verminderd.Het maximaal toelaatbare treinge‐
wicht mag niet worden overschreden.
Het maximaal toelaatbare treinge‐
wicht staat op het typeplaatje 3 267
vermeld.
Kogeldruk De kogeldruk is de kracht waarmee
de aanhanger op de koppelingskogel drukt. De gewichtsverdeling bij het
laden van de aanhanger is van
invloed op de kogeldruk.
De maximaal toelaatbare kogeldruk
(75 kg) staat op het typeplaatje van de
trekhaak en in de autopapieren
vermeld. Altijd de maximale kogeld‐
ruk nastreven, vooral bij zware
aanhangers. Nooit rijden met een
kogeldruk lager dan 25 kg.
Page 205 of 305
Rijden en bediening203AchterasbelastingBij een aangekoppelde aanhanger en een maximale belading van de auto,mag de toelaatbare achterasbelas‐
ting (zie typeplaatje of autopapieren)
met 60 kg overschreden worden en
ook het toelaatbare totaalgewicht
mag met 60 kg worden overschreden.
Wordt de toelaatbare achterasbelas‐
ting overschreden, dan geldt een
maximumsnelheid van 100 km/u.
TrekhaakVoorzichtig
Bij het rijden zonder aanhanger,de kogelstang demonteren.
Opbergen kogelstang
De zak met de kogelstang is opge‐
borgen op de vloer van het achterste
bergvak.
Plaats de band door het sjoroog,
wikkel deze twee keer eromheen en
trek de band strak om de zak te
borgen.
Bevestiging van de kogelstang
Alle versies behalve 3-deurs hatch‐
back: Druk de bevestigingen naar
binnen en klap de afdekking vooraan
omlaag. Haal de afdekking weg.
Page 206 of 305
204Rijden en bediening
Klik de aansluiting los en klap deze
omlaag. Verwijder de dop van de
opening voor de kogelstang en berg
de dop op.
Controleren spanning kogelstang
● De rode markering op de draai‐ knop moet naar de groene
markering op de kogelstang
wijzen.
● De opening tussen de draaiknop en de kogelstang moet ca.
6 mm bedragen.
● De sleutel moet in stand c staan.
Zo niet, dan moet de kogelstang vóór
plaatsing op spanning worden
gebracht:
● Ontgrendel de kogelstang door de sleutel naar stand c te
draaien.
● Trek de draaiknop uit en draai deze zo ver mogelijk naar rechts.
Plaatsing van de kogelstang
Page 207 of 305

Rijden en bediening205Plaats de gespannen kogelstang in
de opening en druk de stang krachtig
omhoog totdat deze hoorbaar vast‐
klikt.
De draaiknop schiet terug naar zijn oorspronkelijke stand en rust recht‐
streeks op de kogelstang.9 Waarschuwing
Draaiknop bij het monteren niet
aanraken.
Vergrendel de kogelstang door de
sleutel naar stand e te draaien.
Verwijder de sleutel en sluit de beschermende klep.
Oog voor veiligheidskabel
Veiligheidskabel aan oog vasthaken.
Controleren of de kogelstang correct
gemonteerd is
● De groene markering op de draaiknop moet naar de groene
markering op de kogelstang
wijzen.
● Tussen de draaiknop en de kogelstang mag geen ruimtezitten.
● De kogelstang moet stevig in de opening vastzitten.
● De kogelstang moet vergrendeld zijn en de sleutel verwijderd.
9Waarschuwing
Rijden met een aanhanger is
alleen toegestaan bij een correct
gemonteerde kogelstang. Als u de kogelstang niet correct gemon‐
teerd krijgt, de hulp van een werk‐ plaats inroepen.
Demontage van de kogelstang
Open de beschermende klep en draai
de sleutel naar stand c om de kogel‐
stang te ontgrendelen.
Trek de draaiknop uit en draai deze
zo ver mogelijk naar rechts. Trek de
kogelstang er naar beneden toe uit.
Page 208 of 305
206Rijden en bedieningPlaats de dop in de opening. Klap de
aansluiting weg.
Alle versies behalve 3-deurs hatch‐
back: Leg de achterkant van de
afdekking in de uitsparing van de
bumper en klap de voorkant omhoog.
Druk de bevestigingen naar buiten.
Aanhangerstabilisatie
Als het systeem een sterke slinger‐
beweging registreert, dan wordt het
motorvermogen verlaagd en de auto/
aanhangercombinatie afgeremd
totdat de slingerbeweging stopt.
Wanneer het systeem actief is, moet
u het stuurwiel zo stil mogelijk
houden.
Aanhangerstabilisatie (TSA) maakt
deel uit van de elektronische stabili‐
teitsregeling 3 160.