Plaats geen zware voorwerpen met scherpe
uitsteeksels op de zitting en er geen
naalden of spelden in steken:
Dit kan tot gevolg hebben dat de zitting
overmatig verhit raakt en dat door een
kleine brandwond letsel veroorzaakt
wordt.
2 3 * ( / ( 7
¾Alvorens de rugleuning van een
achterzitting neer te klappen, er voor
zorgen dat de
stoelverwarmingsschakelaar van de
achterzitting uit staat. Als de rugleuning
van een achterzitting wordt neergeklapt
terwijl de stoelverwarming van de
achterzitting is ingeschakeld, kan de
zitting oververhit raken waardoor de
buitenzijde van de zitting beschadigd
wordt.
¾Gebruik geen organische oplosmiddelen
voor het reinigen van de zitting. Dit kan
schade aan het zittingoppervlak en de
verwarming veroorzaken.
OPMERKING
•Gebruik de stoelverwarming wanneer de
motor draait. Als de stoelverwarming
gedurende langere tijd ingeschakeld
blijft terwijl de motor niet draait, kan de
accu uitgeput raken.
•(Achter)
Wanneer de motor wordt stopgezet
terwijl de stoelverwarmingen in werking
zijn en vervolgens het contact op ON
wordt gezet, zullen de
stoelverwarmingen niet automatisch
terug ingeschakeld worden. Bovendien
wordt de werking van de
stoelverwarming automatisch stopgezet
nadat de stoelverwarmingen gedurende
ongeveer 90 minuten hebben
gefunctioneerd.
Druk de schakelaar in om de
stoelverwarming weer in te schakelen.
•De temperatuur van de stoelverwarming
kan niet verder worden afgesteld dan
Hoog, Midden en Laag, omdat de
stoelverwarming geregeld wordt door
een thermostaat.
% H O D Q J U L M N H Y H L O L J K H L G V X L W U X V W L Q J
6 W R H O Y H U Z D U P L Q J 6 W R H O Y H Q W L O D W L H 9 H U Z D U P G V W X X U Z L H O