het Jeep Servicenetwerk te wenden om
het systeem te laten bijwerken,
aangezien de trekhaak door de middelste
sensoren als eenParkSense®obstakel
gedetecteerd kan worden.
de aanwezigheid van stickers op de
sensoren. Zorg er dus voor dat er geen
stickers op de sensoren worden
aangebracht.
BELANGRIJK
140)De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere mogelijk gevaarlijke
manoeuvres ligt echter altijd bij de
bestuurder. Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen andere
mensen (vooral kinderen) of dieren
aanwezig zijn op het parcours dat u af wilt
leggen. De parkeersensoren dienen als
hulp voor de bestuurder, die echter nooit
zijn aandacht mag laten verslappen
tijdens potentieel gevaarlijke manoeuvres,
ook al worden ze met lage snelheden
verricht.
BELANGRIJK
61)Voor een correcte werking van het
systeem mogen de sensoren nooit bevuild
zijn met modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg
ervoor dat ze tijdens het reinigen niet
gekrast of beschadigd worden. Vermijd het
gebruik van droge, ruwe of harde doeken.
De sensoren moeten met schoon water
worden gewassen, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. Wanneer
speciale reinigingsapparaten worden
gebruikt, zoals stoomreinigers of
hogedrukreinigers, reinig dan de sensoren
zeer snel en houd de straal op minstens
10 cm afstand.
62)Werkzaamheden aan bumper in de
zone van de sensoren mogen uitsluitend
uitgevoerd worden door het Jeep
Servicenetwerk. Werkzaamheden aan de
bumper die niet goed worden uitgevoerd,
kunnen de werking van de sensoren in
gevaar brengen.63)Laat het overspuiten van de bumpers
of eventueel bijwerken van de laklaag in
de zone van de sensoren uitsluitend
uitvoeren door het Jeep Servicenetwerk.
Het verkeerd opbrengen van de lak kan de
werking van de parkeersensoren negatief
beïnvloeden.
177
BELANGRIJK Sommige berichten
worden van een geluidssignaal
vergezeld.
BELANGRIJK
141)De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere gevaarlijke
manoeuvres ligt echter altijd bij de
bestuurder. Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen mensen
(vooral kinderen) of dieren in het
betreffende gebied aanwezig zijn. De
parkeersensoren dienen als hulp voor de
bestuurder, die echter nooit zijn aandacht
mag laten verslappen tijdens potentieel
gevaarlijke manoeuvres, ook al worden ze
met lage snelheden verricht.
142)Het zoeken en inparkeren moet altijd
in overeenstemming met de geldende
voorschriften van de
wegenverkeerswetgeving worden verricht.
143)Als men tijdens een manoeuvre het
stuurwiel met de handen wil stoppen,
wordt geadviseerd het stevig aan de
buitenste rand vast te houden. Steek de
handen niet door het stuurwiel of houd
niet de spaken vast.
BELANGRIJK
64)De werking van het systeem is op
verschillende onderdelen gebaseerd:
parkeersensoren voor en achter, sensoren
aan de zijkant, stuurinrichting, wielen,
remsysteem en instrumentenpaneel. Een
storing van een van deze onderdelen kan
de werking van het systeem in gevaar kan
brengen.
65)Laat het overspuiten van de bumpers
of eventueel bijwerken van de laklaag in
de zone van de sensoren uitsluitend
uitvoeren door het Jeep Servicenetwerk.
Het verkeerd opbrengen van de lak kan de
werking van de parkeersensoren negatief
beïnvloeden.
182
STARTEN EN RIJDEN
WERKING MET EEN AANHANGER
BELANGRIJKE INFORMATIE
De volgende omstandigheden kunnen de
werking van het Side Distance
Warning-systeem:
verminderde gevoeligheid van de
sensoren en vermindering van de
prestaties van het parkeerhulpsysteem
kunnen te wijten zijn aan de
aanwezigheid van ijs, sneeuw, modder,
dikke verf op het oppervlak van de
sensoren;
de sensoren kunnen een
niet-bestaand voorwerp detecteren
("echo-interferentie) dat te wijten is aan
mechanische interferentie, bijvoorbeeld
tijdens het wassen van het voertuig, in
geval van regen (sterke wind), hagel;
de door de sensor verzonden signalen
kunnen ook gewijzigd worden door
ultrasoonsystemen (bijv. pneumatisch
remsysteem van vrachtwagens of
pneumatische hamers) in de buurt van
het voertuig;
De werking van het
parkeerhulpsysteem kan tevens beïnvloed
worden door de plaats van de sensoren,
bijvoorbeeld wegens een verandering in
de geometrie (door slijtage van de
schokdempers, wielophanging) of als de
banden verwisseld worden, de auto te
zwaar beladen is, of speciale afstellingen
worden uitgevoerd die de auto lager
zetten.
de aanwezigheid van een trekhaak
zonder aanhanger, die kan interfereren
met de juiste werking van de
parkeersensoren. Alvorens het
ParkSense-systeem te gebruiken wordt
geadviseerd het afneembare
trekhaaksamenstel en de bijbehorende
bevestiging van het voertuig te
verwijderen wanneer dit niet gebruikt
wordt voor trekwerkzaamheden. Het niet
in acht nemen van dit voorschrift kan
leiden tot persoonlijk letsel of schade
aan voertuigen of obstakels aangezien,
wanneer het permanente geluidssignaal
klinkt, de kogel van de trekhaak zich veel
dichter bij het obstakel bevindt dan de
achterbumper. Als de trekhaak
gemonteerd moet blijven, ook als er geen
aanhanger is, wordt geadviseerd zich tot
het Jeep Servicenetwerk te wenden om
het ParkSense-systeem te laten
bijwerken, aangezien de trekhaak door de
middelste sensoren als een obstakel
gedetecteerd kan worden.
De aanwezigheid van stickers op de
sensoren het correct functioneren van het
systeem hinderen. Zorg er dus voor dat er
geen stickers op de sensoren worden
aangebracht.
BELANGRIJK
66)Voor een correcte werking van het
systeem mogen de sensoren nooit bevuild
zijn met modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg
er tijdens het reinigen van de sensoren
voor dat ze niet gekrast of beschadigd
worden; vermijd het gebruik van droge,
harde of ruwe doeken. De sensoren
moeten met schoon water worden
gewassen, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. Wanneer
speciale reinigingsapparaten worden
gebruikt, zoals stoomreinigers of
hogedrukreinigers, reinig dan de sensoren
zeer snel en houd de straal op minstens
10 cm afstand.
67)Laat het overspuiten van de bumpers
of eventueel bijwerken van de laklaag in
de zone van de sensoren uitsluitend
uitvoeren door het Jeep Servicenetwerk.
Het verkeerd opbrengen van de lak kan de
werking van de parkeersensoren negatief
beïnvloeden.
184
STARTEN EN RIJDEN
Het systeem wordt automatisch
uitgeschakeld zodra de elektrische
stekker van de aanhanger in het
stopcontact van de trekhaak van het
voertuig wordt gestoken. De sensoren
achter worden automatisch weer
ingeschakeld zodra de stekker van de
aanhangerkabel verwijderd wordt.
de begrenzingslijnen van de rijstrook
zijn perfect zichtbaar aan beide zijden
(alleen voor inschakeling van de voelbare
waarschuwing).
OPMERKING Er wordt geen koppel
afgegeven op het stuurwiel telkens als
een veiligheidssysteem wordt
ingeschakeld (remmen, ABS,
ASR-systeem, ESC-systeem, Forward
Collision Warning Plus-systeem, enz.).
BELANGRIJK
68)De camera kan beperkt of niet werken
vanwege weersomstandigheden zoals:
zware regen, hagel, dikke mist, hevige
sneeuw, vorming van ijslagen op de
voorruit.69)De werking van de camera kan ook in
gevaar komen door de aanwezigheid van
stof, condens, vuil of ijs op de voorruit,
door verkeersomstandigheden (bijv.
voertuigen die niet in lijn met uw voertuig
rijden, voertuigen die de weg oversteken of
in de andere richting op dezelfde rijbaan
rijden, in een krappe bocht), door
omstandigheden van het wegdek en
rijomstandigheden (bijv. rijden op
onverharde wegen). Zorg ervoor dat de
voorruit altijd schoon is. Gebruik speciale
reinigingsmiddelen en schone doeken om
te voorkomen dat er krassen op de voorruit
komen. De werking van de camera kan ook
beperkt of afwezig zijn onder sommige rij-,
verkeers- en wegdekomstandigheden.
70)Uitstekende ladingen op het dak van
het voertuig kunnen interfereren met de
goede werking van de camera. Controleer,
voor het wegrijden, of de lading goed
geplaatst is en of het werkingsbereik van
de camera niet afgedekt wordt.
71)Als de voorruit vervangen moet worden
vanwege krassen, steenslag of breuk,
neem dan uitsluitend contact op met het
Jeep Servicenetwerk. Vervang de voorruit
niet zelf, gevaar van storingen! Het wordt
aanbevolen de voorruit te laten vervangen
als deze in de buurt van de camera
beschadigd is.72)Knoei niet me de camera en voer er
geen werkzaamheden aan uit. Dek de
openingen in het sierdeksel onder de
achteruitkijkspiegel niet af. Neem contact
op met het Jeep Servicenetwerk als een
storing in de camera optreedt.
73)Dek het werkingsbereik van de camera
niet af met stickers of andere voorwerpen.
Let ook op andere voorwerpen op de
motorkap (bijv. een laag sneeuw) en zorg
ervoor dat die de werking van de camera
niet belemmeren
186
STARTEN EN RIJDEN
146)Breng geen open vuur of brandende
sigaretten in de buurt van de vulopening
van de tank: brandgevaar. Kom niet te
dicht met het gezicht bij de vulopening,
om geen schadelijke dampen in te
ademen.
147)Maak geen gebruik van een mobiele
telefoon in de buurt van de benzinepomp:
brandgevaar.
BELANGRIJK
75)Gebruik voor dieselmotoren uitsluitend
dieselbrandstof voor motorvoertuigen
conform de Europese norm EN 590. Het
gebruik van andere producten of mengsels
kan de motor onherstelbaar beschadigen
en derhalve de garantie, door de
veroorzaakte schade, ongeldig maken. Als
per ongeluk andere brandstofsoorten
worden getankt, mag de motor niet gestart
worden. Ledig de tank. Als de motor ook
maar heel kort heeft gewerkt, moet
behalve de tank het complete
brandstoftoevoercircuit geledigd worden.
AANHANGERS TREKKEN
MONTAGE TREKHAAK
148) 149)
Aanwijzingen voor het gebruik van de
verwijderbare trekstang met kogelkop
BELANGRIJKControleer, vóór het
wegrijden, als volgt of de verwijderbare
trekstang met kogelkop correct
vergrendeldis:
het groene merkteken van de knop
moet samenvallen met het groene
merkteken op de trekstang.
de knop staat in de stopstand op de
trekhaak (zonder opening);
vergrendeld slot en sleutel verwijderd.
De knop kan niet verwijderd worden.
kogelkop stevig bevestigd in de
zittingbuis. Controleer dit door er met de
hand aan te schudden.
De montageprocedure moet herhaald
worden als aan een van de vereisten niet
is voldaan.
Zelfs als maar aan één van de vereisten
niet is voldaan, danmag de trekhaak niet
gebruikt worden, aangezien er risico
bestaat van het veroorzaken van
ongevallen. Neem contact op met het
Jeep Servicenetwerk.De trekstang met kogelkop kan met de
hand gemonteerd/verwijderd worden, er
zijn geen gereedschappen nodig.
BELANGRIJK Gebruik nooit voertuigen
of gereedschappen: het mechanisme
kan beschadigd raken.
BELANGRIJK Nooit ontgrendelen
indien er een aanhanger is
aangekoppeld of als er een rek
gemonteerd is.
BELANGRIJK Wanneer gereden wordt
zonder aanhanger (of zonder rek), moet
de trekstang met kogelkop verwijderd
worden en moet de afsluitplug altijd in
de zittingbuis geplaatst zijn. Dit is met
name van toepassing als, vanwege de
trekstang, de gegevens op de
kentekenplaat of onderdelen van het
verlichtingssysteem minder goed
zichtbaar zijn.
192
STARTEN EN RIJDEN
leg de trekstang op zodanige wijze in
de bagageruimte dat hij niet vuil en/of
beschadigd kan raken door andere
voorwerpen die vervoerd worden.
plaats tenslotte de speciale plug in de
montagepijp.
Belangrijk
Breng de plaat op een uiterst zichtbare
plaats van het voertuig aan, in de buurt
van de montagepijp of in de
bagageruimte.
Om correcte werking van het systeem te
garanderen, regelmatig alle vuilaanslag
verwijderen die zich op de kogelkop, de
trekstang en de montagebuis kan hebben
verzameld. Het slot mag alleen
behandeld worden met grafiet.
Smeer de koppelingen, de glijvlakken en
de kogels regelmatig met vet zonder hars
of olie. Smering vormt ook een betere
bescherming tegen corrosie.
als het voertuig gewassen wordt met
waterstralen onder hoge druk, dan moet
de trekstang met kogelkop verwijderd
worden en moet de speciale plug
gemonteerd zijn. De trekstang met
kogelkop mag niet behandeld worden
met waterstralen op hoge druk.
Bij de verwijderbare trekstang met
kogelkop worden twee sleutels geleverd.
Noteer het viercijferige nummer van de
sleutel en bewaar dit op een veiligeplaats. Dit nummer moet gebruikt
worden om duplicaatsleutels te kunnen
bestellen die nodig zouden kunnen zijn.BELANGRIJK Neem contact op met
het Jeep Servicenetwerk voor de
montage van de trekhaak.
BELANGRIJK
148)Het ABS waarmee de auto is
uitgerust heeft geen controle over het
remsysteem van de aanhanger. Wees dus
bijzonder voorzichtig op gladde wegen.
149)Probeer nooit de remwerking van de
aanhanger te beïnvloeden door wijzigingen
aan het remsysteem van het voertuig uit te
voeren. Het remsysteem van de aanhanger
moet volledig onafhankelijk zijn van het
hydraulisch systeem van de auto.
196
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
Een lekke band of een doorgebrand
lampje?
Soms kan een probleem uw reis in gevaar
brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen u
helpen om op zelfstandige en kalme
wijze kritieke situaties op te lossen.
Wij adviseren u om in een noodsituatie
het gratis telefoonnummer te bellen dat
in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis landelijke of
internationale universele telefoonnummer
bellen om het dichtstbijzijnde
Servicepunt te vinden.ALARMKNIPPERLICHTEN.......198
EEN LAMP VERVANGEN........199
ZEKERINGEN VERVANGEN......208
EEN WIEL VERVANGEN........217
TIREKIT (BANDENKIT).........224
STARTEN MET HULPACCU......227
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER.........229
ONTGRENDELING
VERSNELLINGSPOOK AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK..........230
ONTGRENDELING KEUZEHENDEL
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK
MET DUBBELE KOPPELING.....232
SLEPEN VAN VOERTUIG MET
PECH....................234
SLEPEN VAN HET VOERTUIG.....235
197
LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Lichtunit voorzijde boven (halogeen
grootlicht/dimlicht)
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
ga te werk vanuit de motorruimte,
verwijder deksel A fig. 140, met behulp
van het speciale lipje;
draai de lamp en de lamphouder B
fig. 141 linksom en trek deze naar
buiten;
verwijder, door deze naar buiten te
schuiven, de lamp en de lamphouder C
fig. 142, door deze los te koppelen van
stekker D;
monteer de nieuwe lamp en de
lamphouder, controleer of deze goed
vergrendeld is;
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in zijn zitting en draai deze
rechtsom, verzeker u ervan dat hij goed
vergrendeld is.
Lichtunit voorzijde boven (Xenon
gasontladingslampen grootlicht/dimlicht)
Wend u voor de vervanging tot het Jeep
Servicenetwerk.
Onderste koplampunit
Parkeerlichten/dagrijlichten (D.R.L.) en
richtingaanwijzers voor
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
draai de wielen volledig;draai, met behulp van de
schroevendraaier, de schroeven A
fig. 143 los en verwijder klepje B;
140J0A0260C
141J0A0261C
142J0A0414C
202
NOODGEVALLEN