KENNISMAKING MET DE AUTO
62
KnopAlgemene functiesBedieningswijze
g
On Kort indrukken
Off Kort indrukken
Volume Draai knop rechtsom/linksom
zII Volume on/off (Mute/Pauze) Kort indrukken
N Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Kort indrukken
Doorloop list of stem af op een radiostation
BROWSE ENTER of selecteer volgende/vorige nummers Draai knop rechtsom/linksom
Bevestig optie getoond op display kort indrukken
INFO Kies weergavemodus (Radio, Media Player) Kort indrukken
AUDIO Toegang tot audio-instellingen en aanpassingsfunctie Kort indrukken
MENU toegang Instellingenmenu Kort indrukken
MEDIA Bronselectie: USB of AUX (waar aanwezig) Kort indrukken
Radio Toegang tot Radiomodus Kort indrukken
1-2-3-4-5-6 Sla huidig radiostation op Lang indrukken
Terugroepen opgeslagen radiostation Kort indrukken
A-B-C Selecteer radio vooringestelde groep of
Kort indrukken
selecteer gewenste letter in elke lijst
Zoeken naar vorig radiostation of
” selectie van vorig USB nummer Kort indrukken Scan lagere frequenties totdat tot de toets wordt losgelaten terugspoelen USB nummer Lang indrukken
Zoeken naar volgend radiostation of
» selectie van volgend USB nummer Kort indrukken
Scan hogere frequenties totdat tot de toets wordt losgelaten
vooruitspoelen USB nummer Lang indrukken
Shuffle USB nummers op USB Kort indrukken
Herhaal USB nummer Kort indrukken
Overzichtstabel bedieningselementen frontpaneel
65
Het systeem
in-/uitschakelen
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de g
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
Radio (tuner) modus
Het systeem is voorzien van de
volgende tuners: AM, FM.
Selectie radio-modus
Druk op de RADIO-knop op het
voorpaneel om de radio in te
schakelen.
Keuze golfband
De verschillende tunerfuncties kunnen
gekozen worden door de RADIO-toets
op het voorpaneel in te drukken.
Aanwijzingen op het display
Nadat het gewenste radiostation op
het display is gekozen, wordt de
volgende informatie getoond (INFO-
functie ingeschakeld):In het bovenste deel:
het voorkeuzestation, de tijd en de
overige actieve radio-instellingen
worden aangegeven (bijv. TA).
In het centrale deel:
de naam van het huidige station, de
frequentie en tekstinformatie (indien
aanwezig) worden weergegeven.
Lijst FM-stations
Druk op de toets/knop BROWSE
ENTER om de volledige lijst van de FM-
stations die ontvangen kunnen worden
weer te geven.
Opslaan van
AM/FM-radiostations
De voorkeuzestations zijn in alle
systeemmodi beschikbaar en kunnen
gekozen worden door een van de
voorkeuzetoetsen 1-2-3-4-5-6 op het
frontpaneel aan te raken.
Als op een radiostation is afgestemd
dat opgeslagen moet worden, druk
dan op de betreffende voorkeuzetoets
en houd deze ingedrukt totdat ter
bevestiging een geluidssignaal wordt
afgegeven.AM/FM radiostation selectie
Om het gewenste radiostation te
zoeken, op de toetsen
”of »drukken of aan het wieltje
van de bedieningselementen op het
stuurwiel
NOdraaien, of aan de knop
“BROWSE ENTER” draaien.
Selectie van het
volgende/vorige radiostation
Druk kort op de toets
”of »of
gebruik het wieltje van de
bedieningselementen op het stuurwiel
NO: wanneer de knop wordt
losgelaten, wordt het vorige of
volgende radiostation weergegeven.
Snel vorige/volgende
radiostation zoeken
Houd de toets
”of »ingedrukt om het snel
zoeken te starten: wanneer de toets
wordt losgelaten, hoort men het eerste
radiostation waarop afgestemd kan
worden.
69
KnopFunctiesModus
g
On Kort indrukke
Off Kort indrukken
Volume aanpassen Knop rechtsom/linksom draaien
z Volume on/off (Mute/Pauze) Kort indrukken
Display on/off Kort indrukken
N
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Kort indrukken
Instellingen Kort indrukken
BROWSE ENTER Loop door lijst of stem af op radiostation draai knop rechtsom/linksom Bevestig optie getoond op display kort indrukken
Toegang tot extra functies (bijv. Klok,
APPS Kompas, Temperatuur, Media Radio en Uconnect™ Kort indrukken
LIVE services (waar voorzien)
TELEFOON Toon telefoongegevens Kort indrukken
TRIP (Uconnect™5”
Toegang tot Trip menu Kort indrukken
RADIO LIVEversies)
NAV (Uconnect™5”
Toegang tot Navigatiemenu Kort indrukken
RADIO NAV LIVEversies)
MEDIA Bronselectie: USB, AUX (waar aanwezig), Bluetooth® Kort indrukken
Radio Toegang tot Radiomodus Kort indrukken
Overzichtstabel bedieningselementen frontpaneel
71
KnopBediening (drukken/draaien)
❒Inkomend gesprek beantwoorde
❒Antwoord tweede inkomend gesprek en zet het in gang zijnde gesprek in de wacht
❒Weergave van de 10 laatste oproepen op het instrumentenpaneel
(alleen met bladeren door oproepen actief en de telefoon klaar)
❒Inkomend gesprek weigeren
❒In gang zijnd gesprek afbreken
❒Laatste oproepdisplay op instrumentenpaneel verlaten (alleen met bladeren door oproepen actief)
❒Microfoon tijdens een telefoongesprek uitschakelen/inschakelen
z ❒Inschakelen/uitschakelen USB, Bluetooth® bron Pauze
❒Inschakelen/uitschakelen radio Mute functie
+/– Kort indrukken: zet volume hoog/laag in afzonderlijke stappen
Lang indrukken:zet volume hoog/laag ononderbroken totdat de knop wordt losgelaten
❒Spraakherkenning activeren
} ❒Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
❒Spraakherkenning onderbreken
Rechter wieltje naar boven of beneden draaien:
❒Kort indrukken: (Radiomodus): selectie van volgende/vorige radiostation
NO ❒Lang indrukken (Radiomodus): scannen van hogere/lagere frequenties tot de knop wordt losgelaten
❒Kort indrukken (USB, Bluetooth® modus): selectie van vorige/volgende nummer
❒Ingedrukt houden (USB, Bluetooth®-modus): snel vooruit-/terugspoelen tot de toets wordt losgelaten.
❒Kort indrukken (telefoonmodus): selectie van volgende/vorige oproep of SMS (alleen met bladeren door oproepen actief)
£
£
Overzichtstabel bedieningselementen frontpaneel
KENNISMAKING MET DE AUTO
72
Het systeem
in-/uitschakelen
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de g
toets/knop (ON/OFF).
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen.
Radiomodus
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(voorkeuzes) radiostations wordt
weergegeven; het station dat
momenteel beluisterd wordt, is
gemarkeerd.
In het midden: weergave van de
naam van het huidige radiostation en
de toetsen om het vorige of het
volgende radiostation te selecteren.
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
❒ “Browse”: lijst van beschikbare
radiostations;
❒ “AM/FM”, “AM/DAB”, “FM/DAB”:
selectie van de gewenste golfband
(herconfigureerbare toets al naargelang de geselecteerde golfband:
AM, FM of DAB);
❒ “Afstem.”: handmatige afstemming
op het radiostation (niet beschikbaar
voor DAB-radio’s);
❒ “Info”: aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
❒ “Audio”: toegang tot het scherm
“Audio-instellingen”.
Audiomenu
Via het menu “Audio” kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
❒ “Equalizer” (voor bepaalde
versies/markten);
❒ “Balance” (audiobalans links/rechts);
❒ “Volume / Snelheid” (automatische
snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
❒ “Loudness” (voor bepaalde
versies/markten);
❒ “Auto-On Radio”;
❒ “Vertrag. uitsch. radio”
Druk op de toets
/ Gereed om het
menu “Audio” af te sluiten.
Media-modus
Audiobron selecteren
Druk op de toets "Bron" om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
AUX (waar aanwezig), USB of
Bluetooth®.
OPMERKING Applicaties die gebruikt
worden op draagbare apparaten
kunnen mogelijk niet compatibel zijn
met het Uconnect™-systeem.
Nummer kiezen (Browse)
Bij ingeschakelde Media-modus, de
knoppen
”/ »kort indrukken om
het vorige/volgende nummer af te
spelen of de knoppen
”/ »
ingedrukt houden om het nummer snel
vooruit/achteruit te spoelen.
OPMERKING Het toetsenbord is niet
beschikbaar voor talen met speciale
tekens (bijv. Grieks) die niet door het
systeem worden ondersteund, is het
toetsenbord niet beschikbaar. In deze
gevallen is bovenstaande functie
beperkt.
73
Bluetooth® bron
Een Bluetooth® Audioapparaat
koppelen
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth® audioapparaat te
koppelen:
❒ activeer de Bluetooth® functie op
het apparaat;
❒ druk op de toets MEDIA op het
voorpaneel;
❒ als de “Media”-bron actief is, druk
dan op de knop “Bron”;
❒ selecteer de Bluetooth®
Mediabron;
❒ druk op de knop
“Toestel toev.”;
❒ zoek Uconnect™ op het
Bluetooth® audioapparaat (tijdens
de koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het
proces);
❒ wanneer gevraagd door het audio-
apparaat, voer de PIN-code in die
getoond werd op het
systeemdisplay of bevestig op het
apparaat de getoonde PIN;❒ als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een
scherm getoond. Als “Ja” op de
vraag wordt geselecteerd, wordt het
Bluetooth®audioapparaat als
favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als “Nee” wordt
geselecteerd, wordt de prioriteit op
basis van de volgorde van
verbinding bepaald. Het laatst
verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
❒ een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken
op de toets PHONE op het
frontpaneel en door “Instellingen” te
selecteren of, vanuit het menu
“Instellingen”, “Telefoon /Bluetooth”
te selecteren.
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele
telefoon als de Bluetooth® verbinding
tussen mobiele telefoon en systeem
wordt verbroken.
OPMERKING De radio kan het nummer
dat wordt gespeeld veranderen door
het wijzigen van het naam-apparaat in
de Bluetoothinstellingen van de
telefoon (waar voorzien(, als het
apparaat is aangesloten via USB na de
bluetoothverbinding.
Telefoonmodus
Activering telefoonmodus
Druk op de toets PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in
te schakelen.
Met de knoppen op het display kan
men:
❒ het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische
toetsenbord op het display);
❒ de contacten in het telefoonboek
weergeven en bellen;
❒ de contacten uit de registers van
recente gesprekken weergeven en
bellen;
❒ een maximum van 10
telefoons/audioapparaten koppelen
om de toegang en de verbinding
eenvoudiger en sneller te maken;
❒ gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van de
auto uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.
KENNISMAKING MET DE AUTO
74
OPMERKING Ga, om de lijst met
mobiele telefoons en ondersteunde
functies te raadplegen, naar de website
www.driveuconnect.eu
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
❒ Schakel de Bluetooth® functie in
op de mobiele telefoon;
❒ druk op de toets PHONE op het
voorpaneel;
❒ als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het
display een speciaal scherm;
❒ selecteer “Ja” om de
koppelingsprocedure te starten en
zoek vervolgens het Uconnect™
apparaat op de mobiele telefoon (als
“Nee” wordt geselecteerd, wordt
het hoofdscherm van de Telefoon
getoond);
❒ wanneer u gevraagd wordt door de
mobiele Telefoon, gebruik het
toetsenbord om de PIN-code in te
voeren die getoond wordt op het
systeemdisplay of bevestig de
weergegeven PIN op de mobiele
telefoon;❒ vanuit het scherm “Telefoon” kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop “Instelling”
te drukken: druk op de knop
“Toestel toev.” en ga verder zoals
hierboven beschreven;
❒ tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont.
❒ als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een
scherm getoond: als “Ja” op de
vraag wordt geselecteerd, wordt de
mobiele telefoon als favoriet
gekoppeld (de mobiele telefoon
heeft voorrang op alle andere
mobiele telefoons die later worden
gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware wordt het voor een
correcte werking aanbevolen de
telefoon te verwijderen uit de lijst
apparaten gelinkt aan de radio en ook
de koppeling van het vorige systeem uit
de lijst met Bluetooth®-apparaten op
de telefoon te verwijderen en een
nieuwe koppeling te maken.Bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door
de gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Raadpleeg de handleiding van de
mobiele telefoon om alle beschikbare
functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
❒ het icoon selecteren
(telefoonboek);
❒ selectie van “Recente oproep”;
❒ het icoon selecteren ;
❒ drukken op de “Opnieuw bellen”
knop.
Berichtenlezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt
voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet de
mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS via Bluetooth® ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, wordt de grafische
knop uitgeschakeld
(grijs gemaakt).
75
Bij ontvangst van een tekstbericht,
toont het display een scherm waarop
de opties “Luisteren”, “Bellen” of
“Negeer” gekozen kunnen worden.
Druk op de toets voor toegang tot
de lijst van SMS-berichten die door de
mobiele telefoon zijn ontvangen
(de lijst toont een maximum van 60
ontvangen berichten).
OPMERKING Op sommige mobiele
telefoons moet de
tekstberichtennotificatie-optie worden
geactiveerd, om tekstbericht
spraaklezing beschikbaar te maken.
Deze optie is normaalgesproken
beschikbaar op de telefoon, in het
Bluetooth® connecties-menu voor
een apparaad gekoppeld als
Uconnect™. Na het inschakelen van
deze functie op de mobiele telefoon,
moet deze uit- en weer ingeschakeld
worden met het Uconnect™ systeem
om de functie te laten werken.
SMS-berichtopties
Er zijn standaard tekstberichten in het
systeemgeheugen opgeslagen die als
antwoord op een ontvangen bericht of
als nieuw bericht verzonden kunnen
worden:
❒ Ja.
❒ Nr.❒ OK.
❒ Ik kan nu niet praten.
❒ Bel me.
❒ Ik bel je straks.
❒ Ik ben onderweg.
❒ Bedankt.
❒ Ik kom te laat.
❒ Zit vast in verkeer.
❒ Begin maar vast.
❒ Waar ben je?
❒ Ben je er al?
❒ Ik heb uitleg nodig.
❒ Ik ben de weg kwijt.
❒ Tot straks.
❒ Ik kom 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60)* minuten later.
❒ Tot over 5 (of 10, 15, 20, 25, 30,
45, 60)* minuten.
* Gebruik alleen de kiesbare getallen,
anders neemt het systeem het
bericht niet aan.
OPMERKING Zie het betreffende
gedeelte voor informatie over het
versturen van een tekstbericht met
spraakopdrachten.APPS-modus
Inleiding
Druk op knop APPS op het frontpaneel
om de volgende werkinstellingen weer
te geven:
❒ Buitentemp
❒ Klok
❒ Kompas
❒ Trip
❒ Uconnect™ LIVE
Uconnect™
LIVE-Services
Druk op de APPS-toets om het menu
met alle applicatiefuncties van het
systeem te openen, zoals:
Trip computer, Instellingen, kompas
(voor bepaalde versies/markten),
Uconnect™ LIVE toepassingen.
Als er een pictogram Uconnect™-
icoon aanwezig is, dan is het systeem
voorbereid voor de aangesloten
services en kunnen de toepassingen
direct worden gebruikt vanaf de radio
voor een efficiënter en geavanceerd
gebruik van het voertuig.
De applicatiefuncties zijn beschikbaar
volgens de voertuigconfiguratie en de
markt.