23
RECHTER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzerhendel omhoog wordt verplaatst of, samen met de linker
richtingaanwijzer, wanneer de drukknop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
DE
INSCHAKELEN CRUISE CONTROL
Het lampje gaat branden wanneer de cruise control ingeschakeld is.
DE SPEED LIMITER INSCHAKELEN
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de speed limiter wordt geactiveerd.
INSCHAKELING ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE”
De indicatie CITY gaat aan wanneer de elektrische stuurbekrachtiging “Dualdrive” wordt ingeschakeld door op de “CITY”-
knop op het dashboard te drukken. Druk nogmaals op de knop om de functie uit te schakelen. CITY
SPORT
ECO
DUALOGIC
VERSNEL-
LINGSBAK
BERICHTEN
11
GROOTLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld.
SPORTFUNCTIE AAN
De indicatie SPORT verschijnt op het display wanneer de “SPORT”-functie wordt geselecteerd door te drukken op de
bijbehorende knop op het dashboard. De indicatie SPORT verdwijnt wanneer er nogmaals op de knop wordt gedrukt.
Bij sommige versies wordt in plaats van de indicatie “SPORT” een scherm weergegeven.
ECO FUNCTIE AAN
De indicatie ECO verschijnt op het display wanneer de “ECO”-functie wordt geselecteerd door te drukken op de
bijbehorende knop op het dashboard. De indicatie ECO verdwijnt wanneer er nogmaals op de knop wordt gedrukt.
Op sommige versies wordt in plaats van de indicatie “ECO” een scherm weergegeven.
Bij versies uitgerust met “Dualogic” versnellingsbak, kunnen de volgende berichten worden weergegeven:
Versnelingen verminderen – Manuele modus niet beschikbaar – Automatische modus niet beschikbaar – Te hoge
temperatuur koppeling – Rempedaal indrukken – Rempedaal indrukken - Vertraagde start – Versnelling niet beschikbaar
Manoeuvre niet toegestaan – Rempedaal indrukken en manoeuvre herhalen – Schakelen naar vrijstand.
KENNISMAKING MET DE AUTO
24
DISPLAY
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
Het standaardscherm fig. 4 toont de
volgende informatie:
1 Kilometerteller (weergave aantal gereden
kilometers/mijlen)
2 Cruise Control/Speed Limiter
3 Indicatie van mogelijk ijs op de weg
4 Digitale brandstofmeter
5 Datum en tijd
6 Aanduiding ingeschakelde versnelling
(Dualogic versies)
7 Schakelindicator
8 Buitentemperatuurmeter
9 Stand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht)
4DVDF0S0225c
10 SPORT rijmodusaanduiding / ECO
rijmodusaanduiding
11 Elektrische stuurbekrachtiging
"Dualdrive” ingeschakeld
12 Digitale motorkoelvloeistofthermometer
13 Ingestelde snelheid Speed Limiter
14 Aanduiding auto-onderhoud
KLEURENDISPLAY
Het standaardscherm fig. 5 toont de
volgende informatie:
1 Kilometerteller (weergave aantal
gereden kilometers/mijlen)
2 Digitale koelvloeistoftemperatuurmeter
3 Digitale toerenteller (tachometer)
4 Schakelindicator
5 Datum
6 Buitentemperatuurmeter
7 Inschakeling Dualdrive elektrische
stuurbekrachtiging
8 Aanduiding voertuigsnelheid
9 Stand hoogteregeling koplampen
(alleen bij ingeschakeld dimlicht)
10 Tijd
11 eco Index
12 Digitale brandstofmeter
13 Aanduiding ingeschakelde versnelling
(alleen versies met Dualogic
versnellingsbak)SET-UP-MENU
5DVDF0S172c
6DVDF0S0226c
Het setup-menu bestaat uit een aantal
functies die “cyclisch” worden
weergegeven.
Het menu wordt geactiveerd door de
knop MENU fig. 6 kort in te drukken.
25
U kunt langs de instelmenulijst lopen
door een keer te drukken op de
+ of – knoppen. De bedieningswijzen
verschillen afhankelijk van de gekozen
optie. Het menu biedt de volgende
functies:
❒ DIMMER
❒ PIEP SNELHEID
❒ INSCHAKELING/GEGEVENS
TRIP B
❒ TIJD INSTELLEN
❒ DATUM INSTELLEN
❒ AUTOCLOSE
❒ UNITS
❒ TAAL
❒ VOLUME ZOEMER
❒ VOLUME TOETSEN
❒ ZOEMER VEILIGHEIDSGORDEL
❒ SERVICE
❒ AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒ STADSLICHT
❒ RESET ITPMS
❒ RADIO HERHALING
(voor bepaalde markten/versies)
❒ ZIE TELEFOON
(voor bepaalde markten/versies)
❒ ZIE NAVIGATIE
(voor bepaalde markten/versies)
❒ MENU AFSLUITENTRIP COMPUTER
De Trip-computer geeft informatie over
de werking van de auto weer op het
display, wanneer de contactsleutel in
de stand MAR staat. Deze functie
bestaat uit “Trip A” en “Trip B”.
Beide functies kunnen gereset worden
(reset – begin van een nieuwe reis).
“Trip A” kan worden gebruikt om
waarden weer te geven met betrekking
tot: bereik (voor bepaalde
markten/versies), reisafstand,
gemiddeld brandstofverbruik (voor
bepaalde markten/versies), huidig
verbruik (voor bepaalde
markten/versies), gemiddelde snelheid,
reisduur.
In "Best gemiddeld verbruik" wordt in
de ECO-modus een scherm
weergegeven waarin het beste
gemiddelde verbruik wordt
samengevat (waar aanwezig).
Het symbool geeft de beste
prestaties weer. Deze informatie kan
worden gereset door Trip A te
resetten.
“Trip B” kan worden gebruikt om
waarden weer te geven: bereik,
reisafstand B, gemiddeld
brandstofverbruik B (voor bepaalde
markten/versies), gemiddelde snelheid
B, reisduur B.
TIJD INSTELLEN (KLOK
INSTELLEN)
De tijd wordt ingesteld met het
multifunctionele display.
❒ Druk op de MENU -knop; de
volgende twee submenu’s worden
op het display getoond: “Tijd” en
“Formaat”.
❒ Druk op de knop + of – om tussen
de twee submenu’s te wisselen.
❒ Selecteer de gewenste optie en
druk op de knop MENU .
❒ wanneer het submenu “Klok” wordt
gekozen, kort op de MENU
knop drukken om het “uur” op het
display te doen knipperen;
❒ Druk op de knop + of – om de
instelling uit te voeren.
❒ Druk kortstondig op de knop MENU
: nu beginnen de “minuten” op
de display te knipperen. Stel de
minuten op dezelfde wijze als de
uren in.
❒ Houd de knop MENU
ingedrukt zodra de tijd is ingesteld.
–
–
–
–
–
KENNISMAKING MET DE AUTO
26
UITSCHAKELING
VOORSTE
PASSAGIERSAIRBAG EN
ZIJAIRBAG
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de zijairbag aan
passagierszijde in-/uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
❒ druk kort op MENU
Nknop en na
de weergave van het bericht
(Passagiersairbag: Uit)
(om uit te schakelen) of het bericht
(Passagiersairbag: Aan) (om in te
schakelen) door te drukken op de +
en – knoppen, druk opnieuw op de
MENU
Nknop;
❒ op het display verschijnt de melding
om de instelling te bevestigen;
❒ druk op de knop
+ of – om (Ja) (om het
inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of (Nee) (om te
annuleren) te selecteren;
❒ druk kort op MENU om instelling te
bevestigen en ga terug naar het
menuscherm of houd de knop
ingedrukt om terug te gaan naar het
standaardscherm zonder op te
slaan.Met Passagiersbescherming niet
actief, gaat de LED “op het
instrumentenpaneel vast branden.
ONDERHOUD
(GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD)
Met deze functie kan de informatie
over de kilometerstand of, voor
bepaalde versies/markten, de nog
resterende tijd tot de volgende
onderhoudsbeurt van het voertuig
worden weergege ven.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
– druk op de knop MENU
N: op het
display verschijnen de resterende
kilometers/mijlen tot de volgende
servicebeurt (waar voorzien) op grond
van wat eerder is ingesteld (zie
paragraaf “Meeteenheden”);
– druk kortstondig op de MENU
Nknop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
standaardscherm.
BELANGRIJK In het
“Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” zijn de
onderhoudsbeurten van de auto op
vaste intervallen vermeld, zie het
hoofdstuk “Onderhoud en zorg”.Dit wordt automatisch weergegeven,
met de contactsleutel op MAR, 2000
km (of het equivalent in mijlen) vóór de
onderhoudsbeurt of, indien aanwezig,
30 dagen vóór de onderhoudsbeurt.
Het wordt ook elke keer weergegeven
wanneer de sleutel op MAR wordt
gedraaid of, voor bepaalde
versies/markten, om de 200 km (of het
equivalent in mijlen). Onder deze
drempel wordt dit bericht met kortere
intervallen weergegeven.
Het bericht verschijnt in kilometers of
mijlen, afhankelijk van de meeteenheid
die is ingesteld. Wanneer het volgende
onderhoudsinterval bijna is vervallen en
de sleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, verschijnt het woord “Service”
op het display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers/mijlen of het aantal
resterende dagen (indien aanwezig).
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de werkzaamheden
van het “Geprogrammeerd
onderhoudsschema” te laten verrichten
en het bericht te resetten.
Wanneer het interval voor de
onderhoudsbeurt is vervallen en
daarna voor ongeveer 1000 km/600
mijl of 30 dagen, wordt een bericht
hierover weergegeven.
27
HOOGTEREGELING
KOPLAMPEN
Druk, met de contactsleutel in de stand
MAR en ingeschakeld dimlicht, op de
knop + om de koplampen omhoog te
verstellen of op de knop – om de
koplampen omlaag te verstellen.
BANDEN RESETTEN
(ITPMS RESETTEN)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het iTPMS
gereset worden (zie paragraaf
“iTPMS”). Ga als volgt te werk om de
Resetprocedure uit te voeren:
❒ druk kort op de knop MENU
N: op
het display wordt “Reset”
weergegeven;
❒ druk op knop + of – om (“Ja” or
“Nee”) te selecteren; er verschijnt
een speciaal
resetbevestigingsbericht;
❒ druk kort op de knop MENU
N:
op het display wordt “Bevestigen”
weergegeven;
DE SLEUTELS
1) 1) 1)
CODE-CARD
(voor bepaalde versies/markten)
Bij de auto worden twee
contactsleutels samen met de CODE-
card fig. 7 geleverd, waarop de volgens
gegevens staan:
A: de elektronische code;
B: de mechanische code voor de sleutels
die bij aanvraag van duplicaatsleutels
aan het Fiat Servicenetwerk moet
worden gegeven.
Zorg ervoor dat u de elektronische code
van de CODE-card altijd bij u hebt.
BELANGRIJK Bij verkoop van de auto,
moeten alle sleutels en de CODE-card
aan de nieuwe eigenaar overhandigd
worden.
MECHANISCHE SLEUTEL
De metalen baard A-fig. 8 activeert:
❒ de contactschakelaar;
❒ de sloten van de portieren en de
achterklep (voor bepaalde
versies/markten);
❒ de vergrendeling/ontgrendeling van
de tankdop.
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde versies/markten)
De metalen baard A-fig. 9 activeert:
❒ de contactschakelaar;
❒ de sloten van de portieren;
❒ het vergrendelen/ontgrendelen van
de brandstofdop.
7DVDF0S0103c
8DVDF0S0104c
KENNISMAKING MET DE AUTO
36
De inschakeltijd van de koplampen kan
worden ingesteld door de hendel één of
meerdere keren naar het stuurwiel te
trekken (onstabiele positie). In dit geval
kan er gekozen worden uit 0, 30, 60, 90
tot maximaal 210 seconden. Elke keer
als de hendel wordt bediend, gaat het
waarschuwingslampje
3op het
instrumentenpaneel branden. Op het
display verschijnt een bericht en de voor
de functie ingestelde tijdsduur.
Het lampje
3gaat branden wanneer
de hendel voor het eerst wordt bediend
en blijft branden totdat de functie
automatisch wordt uitgeschakeld.
Uitschakelen
De functie kan worden uitgeschakeld
door de koplampen of het stadslicht in
te schakelen, of door de linkerhendel
langer dan 2 seconden naar het
stuurwiel te trekken (onstabiele positie),
of door de startinrichting op MAR te
zetten.
AUTO FUNCTIE
(Schemersensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Dit is een infrarood-LEDsensor die samen
met de regensensor werkt. Hij bevindt
zich op de voorruit (fig. 25) en kan
variaties in het buitenlicht detecteren op
basis van de lichtgevoeligheid die
ingesteld is in het Menu van het display
of het Uconnect™ 5" of 7" HD systeem
(waar voorzien).
Hoe hoger de gevoeligheid, des te
minder buitenlicht er nodig is om de
buitenverlichting automatisch in te
schakelen.
25DVDF0S0215c
Inschakeling van de functie
Zet de linker hendelring fig. 26 in de
AUTO-stand.
BELANGRIJK: De functie kan alleen
worden ingeschakeld met de
startinrichting in stand MAR.
Uitschakeling van de functie
Om de functie uit te schakelen, de
linker hendelring A naar stand 2
draaien.
26DVDF0S0216c
KENNISMAKING MET DE AUTO
38
Bij ingeschakelde ruitenwisser voor en
ingeschakelde achteruitversnelling, is
de werking van de achterruitwisser op
dezelfde wijze continu.
“Intelligente” wis-/wasfunctie
❒ Trek de hendel naar het dashboard
en houd hem in deze stand om de
achterruitsproeier in te schakelen.
REGENSENSOR
(voor bepaalde versies/markten)
4)
De sensor wordt geactiveerd wanneer
startinrichting op MAR is gedraaid en
wordt gedeactiveerd in de STOP
stand.
29DVDF0S0217c
Dit is een systeem achter de
binnenspiegel fig. 30 in contact met de
voorruit. Deze kan de aanwezigheid
van regen meten en dientengevolge
het automatisch ruitenwissen beheren
afhankelijk van de hoeveelheid water
op de voorruit.
BELANGRIJK Houd de ruit rond de
sensor schoon.
AUTOMATISCH WISSEN
(voor bepaalde versies/markten)
Inschakelen
De gebruiker kan automatisch wissen
kiezen door het bewegen van het
rechter stuur fig. 28 naar de AUTO (B)
positie. De bestuurder wordt
geïnformeerd over de inschakeling van
de automatische wisregeling door een
enkele slag van de ruitenwissers.
30DVDF0S0215c
Gevoeligheidsaanpassing
De regensensorgevoeligheid kan
worden aangepast via het displaymenu
of op het UconnectTM 5" of 7”
systeem.
Blokkering
Als de starterschakelaar naar de
STOP-positie wordt bewogen en de
rechterstuurwielhendel in de AUTO (B)
positie laat, wanneer het voertuig de
volgende keer wordt gestart
(startschakelaar in de MAR-positie),
kan geen wiscyclus schade aan het
systeem voorkomen als de voorruit
handmatig wordt gewassen of als er ijs
op zit. Om de automatische wismodus
in te schakelen:
❒ De rechter stuurwielhendel in een
andere positie zetten dan AUTO en
dan terug naar de AUTO-positie;
❒ door harder dan 5 km/h te rijden,
wanneer de sensor regen
detecteert.
Uitschakelen
De gebruiker kan automatisch wissen
uitschakelen door het rechter stuurwiel
naar een andere positie dan de AUTO-
positie te bewegen.
45
BAGAGERUIMTE 13)
ELEKTRISCH BEDIENDE
HANDGREEP
(SOFT TOUCH)
❒ Bedien de elektrische handgreep
A-fig. 41 om de achterklep te openen.
❒ Gebruik de metalen baard van de
contactsleutel om het slot
handmatig te ontgrendelen.
❒ Druk op de knop Rom het slot
met de afstandsbediening te
ontgrendelen.
❒ Gebruik de handgreep aan de
binnenkant van de achterklep om
deze te sluiten.
❒ Als de achterklep niet goed is
gesloten, gaat het hiervoor
bestemde lampje (indien aanwezig)
op het instrumentenpaneel of het
kleurendisplay branden.
41DVDF0S025c
Openen achterklep bij volledig
geopend vouwdak
❒ Druk één maal op de one-touch toets
A-fig. 41 om het vouwdak
automatisch tot de spoilerstand te
sluiten. Bij het bereiken van de
spoilerstand wordt het slot van de
achterklep ontgrendeld.
Achterklep in geval van nood
openen
Ga als volgt te werk om de achterklep
vanuit het interieur te openen
(wanneer de accu leeg is of bij een
storing in het elektrische
vergrendelsysteem van de achterklep):
❒ verwijder de achterste
hoofdsteunen;
❒ klap de rugleuningen naar voren;
❒ druk op het hendeltje A-fig. 42 in de
bagageruimte.
42DVDF0S026c
IMPERIAAL/SKI
DRAGER 14) 7)
BEVESTIGINGSPUNTEN
De bevestigingspunten bevinden zich
in de zones getoond in fig. 43.
43DVDF0S178c
Om de voorste te gebruiken, verwijder
de afdekking A fig. 43, toegankelijk
met het portier open.
De achterste bevestigingszones B
kunnen gevonden worden op basis
van de afmetingen afgebeeld in fig. 44.
Lineaccessori Mopar
®levert een
specifiek imperiaal/skidrager voor de
achterklep.