Page 57 of 228

SYMBOLEN OP HET DISPLAY
Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
STORING DYNAMO
Het lampje gaat branden op het display bij een storing met
de dynamo.Als het lampje blijft branden, neem dan onmiddellijk
contact op met een Alfa Romeo Servicenetwerk.
PORTIER OPEN
(voor bepaalde versies/markten)
Dit lampje verschijnt op het display wanneer een of
meerdere portieren of de achterklep niet goed gesloten
zijn. Bij geopende portieren en als de auto rijdt klinkt er
een geluidssignaal.
Bij sommige versies verschijnt het lampje op het display
ook wanneer de motorkap niet goed gesloten is.
STORING DUAL PINION STUURBEKRACHTIGING
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden op het display bij een storing met
de stuurinrichting.
Bij een storing zou de elektrische stuurbekrachtiging niet
meer kunnen werken waardoor aanzienlijk meer
inspanning nodig is om het voertuig te besturen. Het
sturen blijft echter wel mogelijk.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Elke keer dat de accu wordt losgekoppeld
moet de stuurinrichting worden geïnitialiseerd. Dit wordt
aangeduid met het verschijnen van het lampje. Ga hiervoor
als volgt te werk: draai het stuurwiel van het ene uiteinde
naar het andere of rijd circa 100 meter op een rechtlijnig
stuk weg.
55
Page 58 of 228

Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER
Het symbool verschijnt op het display als de afsluiter van
de brandstoftoevoer in werking treedt.Zie, voor het herstellen van de afsluiter van de
brandstoftoevoer, de paragraaf "Bedieningselementen"
van het hoofdstuk "Kennismaking met de auto". Neem
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk als de
brandstoftoevoer nog steeds niet hersteld kan worden.
STORING BUITENVERLICHTING
Het symbool verschijnt wanneer er een storing in een van
de volgende lichten wordt gedetecteerd:
dagverlichting (DRL)
stadslicht
richtingaanwijzers
mistachterlichten
kentekenverlichting
achteruitrijlichtenDe storing met betrekking tot deze lichten kan
veroorzaakt zijn door: een of meer doorgebrande
zekeringen, een of meer doorgebrande lampen of een
verbroken elektrische verbinding.Controleer en vervang indien nodig de betreffende
zekeringen, in overeenstemming met de paragraaf
"Zekering vervangen" in het hoofdstuk "Noodgevallen". Als
dit de storing niet verhelpt, controleer en vervang dan
indien nodig de betreffende lampen, in overeenstemming
met de paragraaf "Lamp buitenverlichting vervangen" in
het hoofdstuk "Noodgevallen".
Als deze handeling het probleem ook niet oplost, neem
dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk, voor
een algemene controle van de elektrische installatie.
STORING REMLICHTEN
Het display toont het symbool als een storing in de
remlichten wordt gedetecteerd.De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp
doorgebrand, zekering doorgebrand of elektrische
verbinding onderbroken.
STORING SCHEMERSENSOR
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool verschijnt op het display als er een storing in
de schemersensor is.Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
de storing zo spoedig mogelijk te laten verhelpen.
STORING REGENSENSOR
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool verschijnt op het display als er een storing in
de regensensor is.Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
de storing zo spoedig mogelijk te laten verhelpen.
56
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 59 of 228

Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
STORING PARKEERSENSOR
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool verschijnt op het display als er een storing in
de parkeersensor is.Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
de storing zo spoedig mogelijk te laten verhelpen.
STORING ALFA ROMEO CODE SYSTEEM/STORING
ALARM
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool verschijnt op het display om een storing aan
te duiden met een Alfa Romeo CODE systeem of
alarmsysteem (voor bepaalde versies/markten).Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Inbraakpoging
Het symbool verschijnt op het display om een
inbraakpoging aan te duiden.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
BRANDSTOFRESERVE/BEPERKTE ACTIERADIUS
(alleen bij LPG versies)
Het lampje gaat branden wanneer er nog circa8-10liter
brandstof in de tank is. De eerste balk en de randen van de
andere 3 balken van het LPG-niveauindicator knipperen
op het display.
ALGEMENE STORING
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool verschijnt in de hieronder aangeduide
omstandigheden.Neem in deze gevallen contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de storing zo spoedig mogelijk te
laten verhelpen.
Oververhitting koppeling
Het symbool verschijnt in het geval van de oververhitting van de koppeling.
Storing motoroliedruksensor
Het symbool verschijnt wanneer er een storing in de motoroliedruksensor wordt gedetecteerd:
Afsluiter van de brandstoftoevoer
Het symbool verschijnt wanneer de afsluiter van het brandstoftoevoersysteem defect is.
57
Page 60 of 228
Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
REMBLOKSLIJTAGE
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje op het display gaat branden als de remblokken
voor of achter versleten zijn.Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen.
58
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 61 of 228

Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
KANS OP GLAD WEGDEK
Er verschijnt een symbool op het display wanneer de
buitentemperatuur onder de 3°C of lager is.
BELANGRIJK Indien er een storing is in de
buitentemperatuursensor, worden de cijfers die de
waarde aangeven door streepjes vervangen.
Dit symbool verschijnt om te adviseren naar een hogere
versnelling te schakelen (opschakelen).
Dit symbool verschijnt om te adviseren naar een lagere
versnelling te schakelen (terugschakelen).
Als dit symbool gaat branden geeft dit aan dat het
koppelingspedaal moet worden ingetrapt om de motor te
kunnen starten.
STORING START&STOP
Het
symbool wordt continue weergegeven om een
Start&Stop systeemfout aan te geven.Neem in deze gevallen contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de storing zo spoedig mogelijk te
laten verhelpen.
INSCHAKELING/UITSCHAKELING START&STOP-
SYSTEEM (voor bepaalde versies/markten)
Start&Stopsysteem inschakelen
Wanneer het systeem geactiveerd is, is de led op de knop
gedoofd (zie paragraaf “Start&Stop” in dit hoofdstuk).
Start&Stopsysteem uitschakelen
Uitschakeling van het Start&Stop-systeem wordt
aangeduid door het symbool
op het display.
Wanneer het systeem uitgeschakeld is, is de led op de
knop
aan.
59
Page 62 of 228

BELANGRIJK
22)Als hetwaarschuwingslampje niet dooft wanneer de startinrichting naar ON wordt gedraaid of als het blijft branden tijdens het rijden
(terwijl er ook een bericht op het display wordt weergegeven), dan kan er iets mis zijn met de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of
gordelspanners niet in werking treden bij een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in werking treden. Laat het systeem
onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
23)Een fout met het waarschuwingslampje
wordt gesignaleerd door het oplichten van het lampjeop het instrumentenpaneeldisplay en het
knipperen van het lampje dat de uitgeschakelde passagiersairbag op het achteruitkijkspiegeltje aanduidt. Ook zorgt het airbagsysteem voor de
automatische uitschakeling van de airbags aan passagierszijde (voor bepaalde versies/markten). In dergelijke gevallen kan het lampje mogelijk
geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens
verder te rijden.
24)Wanneer het lampje gaat branden, moet de afgewerkte motorolie zo spoedig mogelijk, en elk geval binnen 500 km na het aangaan van het
lampje, worden ververst. Het niet naleven van deze instructie kan leiden tot ernstige beschadiging van de motor en de garantie ongeldig maken.
Vergeet niet dat het knipperen van dit lampje niets te maken heeft met het oliepeil in de motor; voeg dus absoluut geen motorolie toe als het lampje
begint te knipperen.
25)Als het lampje tijdens het rijden gaat knipperen, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
26)Als, tijdens het rijden, het lampje gaat knipperen (of het pictogram op het display verschijnt), contact opnemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
27)Rijd altijd met een snelheid die is afgestemd op de verkeerssituatie, de weersomstandigheden en de wegenverkeerswetgeving. De motor
afzetten zelfs terwijl het
lampje brandt is toegestaan, maar het meermaals onderbreken van het regeneratieproces kan leiden tot voortijdig
kwaliteitsverlies van de motorolie. Daarom wordt het aanbevolen om altijd te wachten tot het symbool is gedoofd voordat de motor wordt
afgezet, door bovenstaande aanwijzingen te volgen. Voltooi het DPF-regeneratieproces niet terwijl het voertuig stil staat.
BELANGRIJK
17)Als hetlampje tijdens het rijden gaat branden, zet dan de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
18)Als, wanneer de startinrichting naar MAR wordt gedraaid, het waarschuwingslampjeniet gaat branden of tijdens het rijden continu blijft
branden of gaat knipperen (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), neem dan zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
19)Water in het brandstofcircuit kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor onregelmatig doen draaien. Als het symbool
wordt
weergegeven, zo snel mogelijk contact opnemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem af te laten tappen. Als de bovengenoemde
aanwijzingen onmiddellijk voorkomen na het tanken, kan het zijn dat er tijdens het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor
onmiddellijk uit en neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
60
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 63 of 228
Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin worden de
veiligheidssystemen beschreven waarmee de auto is uitgerust en
aanwijzingen over hoe deze op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.
VEILIGHEID
ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN...................62
iTPMS-systeem (indirect Tyre Pressure Monitoring System)....65
VEILIGHEIDSGORDELS . .........................66
SBR-SYSTEEM (Seat Belt Reminder)..................67
VOORAANSPANNERS...........................69
KINDEREN VEILIG VERVOEREN.....................71
"UNIVERSEEL" KINDERZITJE MONTEREN (met de
veiligheidsgordels)..............................72
INBOUWVOORBEREIDING ISOFIX-KINDERZITJE...........76
FRONTAIRBAGS . . .............................81
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG - HOOFDAIRBAG)...............85
Page 64 of 228

ACTIEVE
VEILIGHEIDSSYSTEMEN
ABS-SYSTEEM
Dit systeem, dat deel uitmaakt van het
remsysteem, voorkomt het blokkeren of
slippen van een of meerdere wielen op
alle soorten wegdek en ongeacht de
kracht van de remwerking, zodat het
voertuig ook tijdens paniekremmen
onder controle gehouden kan worden en
de remweg wordt geoptimaliseerd.
Inwerkingtreding van het systeem
De bestuurder kan merken wanneer het
ABS in werking treedt omdat het
rempedaal iets pulseert en het systeem
meer geluid maakt: dit is volkomen
normaal wanneer het systeem in werking
treedt.
33) 34) 35) 36) 37) 38) 39)
ASR (AntiSlip Regulation)SYSTEEM
40) 41) 42)
Dit systeem maakt integraal deel uit van
het ESC-systeem en treedt automatisch
in werking als één of beide aangedreven
wielen slippen, grip verliezen op natte
wegen (aquaplaning) en tijdens het
optrekken op glad, besneeuwd of met
ijzel bedekt wegdek, enz.Inwerkingtreding van het systeem
Het systeem werkt op het
motorvermogen en remmen.
Dit wordt aangegeven door het knipperen
van het lampje
op het
instrumentenpaneel, om de bestuurder te
waarschuwen dat de stabiliteit en de grip
van de auto kritiek zijn.
MSR-SYSTEEM (Motor
Schleppmoment Regelung)
Het systeem voorkomt dat de
aandrijfwielen mogelijk vergrendelen,
hetgeen kan gebeuren, bijvoorbeeld, als
het gaspedaal plotseling wordt
losgelaten of in het geval van een
plotseling naar een lagere versnelling
schakelen in omstandigheden van slechte
grip op de weg.
In deze omstandigheden zou het
motorremeffect ervoor kunnen zorgen
dat de aandrijfwielen slippen, waardoor
het voertuig zijn stabiliteit verliest. Het
systeem grijpt in dergelijke situaties in
door het motorkoppel te regelen om zo
de stabiliteit te bewaren en de veiligheid
van het voertuig te verhogen.
HBA-SYSTEEM (Hydraulic Brake
Assist)
43) 44) 45)
Het HBA-systeem is ontworpen om het
remvermogen van de auto tijdens
noodremmen te verbeteren: het
HBA-systeem voltooit daarom het
ABS-systeem.
Er wordt maximale assistentie van het
HBA-systeem verkregen als het
rempedaal continue zeer snel wordt
ingetrapt.
DST SYSTEEM (Dynamic Steering
Torque)
46)
De DST-functie gebruikt de integratie
van het ESC-systeem in de elektrische
stuurbekrachtiging om het
veiligheidsniveau van het hele voertuig te
verhogen.
In kritieke situaties (remmen in
verschillende gripomstandigheden),
regelt het ESC-systeem via de
DST-functie de besturing om een
aanvullende koppelverdeling te
implementeren op het stuurwiel, om de
bestuurder de meest correcte
manoeuvre voor te stellen.
62
VEILIGHEID