TIPS, BEDIENING EN ALGEMENE
INFORMATIE
TIPS
Verkeersveiligheid
Zorg ervoor dat u weet hoe de
verschillende systeemfuncties gebruikt
moeten worden voordat u gaat rijden.
Lees de gebruiksaanwijzingen van het
systeem zorgvuldig door voordat u gaat
rijden.
145) 146)
Ontvangstomstandigheden
Tijdens het rijden veranderen de
ontvangstomstandigheden voortdurend.
De ontvangst kan gestoord worden door
de aanwezigheid van bergen, gebouwen
of bruggen, vooral wanneer u ver
verwijderd bent van de zender.
BELANGRIJK Het volume kan toenemen
wanneer verkeersinformatie of nieuws
wordt ontvangen.
Zorg en onderhoud
52) 53)
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht zodat het
systeem optimaal blijft werken:
gebruik nooit alcohol, benzine of
producten op petroleumbasis om het
scherm van het display te reinigen;
het display is gevoelig voor krassen,
vloeistoffen en reinigingsmiddelen. Het
display mag niet in contact komen met
scherpe of harde voorwerpen die het
oppervlak ervan kunnen beschadigen.
Oefen tijdens het reinigen geen druk uit
op het display;
voorkom dat vloeistoffen in het
systeem komen: dit kan het systeem op
onherstelbare wijze beschadigen.
VEILIGHEIDSINSTELLINGEN
Kijk alleen naar het scherm wanneer dit
nodig en veilig is. Als u langere tijd naar
het scherm moet kijken, ga dan de weg af
en parkeer op een veilige plek, zodat u
niet tijdens het rijden wordt afgeleid.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
het systeem in geval van een storing.
Anders kan het systeem beschadigd
raken. Neem zo snel mogelijk contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk om
het systeem te laten repareren.
BELANGRIJK
145)Volg onderstaande
veiligheidsvoorschriften, want anders
kunnen de inzittenden ernstig gewond raken
of kan het systeem beschadigd raken.
146)Als het volume te hoog staat, kan dat
gevaarlijk zijn. Stel het volume zo af dat
omgevingsgeluiden (bijv. claxons,
ambulances, politievoertuigen enz.) nog
hoorbaar zijn.
BELANGRIJK
52)Maak het glas van het voorpaneel en
display alleen schoon met een zachte,
schone, droge, anti-statische doek.
Reinigings- en polijstmiddelen kunnen het
oppervlak beschadigen. Gebruik nooit
alcohol, benzine en afgeleide producten.
53)Gebruik het display niet als basis voor
steunen met zuignappen of kleefmiddelen
voor externe navigatiesystemen,
smartphones of dergelijke apparaten.
186
MULTIMEDIA
OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN FRONTPANEEL
Knop Functies Modus
1–
Inschakelen Knop kort indrukken
Uitschakelen Knop kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
2–
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
3–
CD uitwerpen Knop kort indrukken
4CD-sleuf –
5–
Scherm aan/uit Knop kort indrukken
6–
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Knop kort indrukken
7 –BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Knop kort indrukken
8 –APPSToegang de aanvullende functies: (bijvoorbeeld, weergave
van Tijd, Buitentemperatuur, Media, Radio enUconnect
™LIVE diensten)Knop kort indrukken
9 – PHONEToegang tot de Telefoonmodus Knop kort indrukken
10 – SETTINGSToegang tot het menu met hoofdinstellingen Knop kort indrukken
11 – MEDIAKnop kort indrukken
12 –RADIOToegang tot de radio-modus Knop kort indrukken
188
MULTIMEDIA
Bronselectie: CD, USB, AUX (voor bepaalde
versies/markten),Bluetooth®
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaalde
Apple®
apparaten
uitgeschakeld zijn.
Druk op de knop "Browse" om deze
functie te activeren voor de bron die
afgespeeld wordt.
Draai de toets/knop BROWSE ENTER om
de gewenste categorie te kiezen en druk
vervolgens op deze toets/knop om de
keuze te bevestigen.
Druk op de knop "X" om de functie te
annuleren.
Weergave nummerinformatie
Druk op de knop "Info" om de informatie
over het beluisterde nummer weer te
geven, voor apparaten die deze functie
ondersteunen.
Druk op knop "X" om het scherm af te
sluiten.
Willekeurige volgorde
Druk op de knop ">" en vervolgens op de
knop "Shuffle" om nummers op CD, USB
of
Bluetooth®
in een willekeurige
volgorde af te spelen.
Druk opnieuw op de knop "Shuffle" om de
functie uit te schakelen.
Herhaal
Druk op de knop ">" en vervolgens op de
knop "Herhaal" om de functie in te
schakelen.Druk nogmaals op de knop "Herhaal" om
de functie uit te schakelen.
CD-SPELER
Om de CD-modus in te schakelen een
audio of MP3 CD in de specifieke sleuf
steken of drukken op de MEDIA-toets op
het voorpaneel.
Als de CD al geplaatst is, op de toets
"Source" drukken en vervolgens "CD"
selecteren.
Steek de CD voorzichtig in de sleuf, zodat
het automatische laadsysteem
ingeschakeld wordt dat de CD correct zal
plaatsen. (Op het display verschijnt het
symbool "CD").
Als er een CD wordt ingebracht wanneer
het systeem is ingeschakeld, wordt de
CD-functie automatisch geselecteerd en
begint het systeem de muziekstukken af
te spelen.
Druk op de knop
(EJECT) op het
voorpaneel, met het systeem aan, om de
CD uit te werpen.
Belangrijke opmerkingen
Vuil, krassen of vervormingen op CD's
kunnen sprongen tijdens de weergave en
een slechte geluidskwaliteit veroorzaken.
Reinig elke CD grondig door
vingerafdrukken of stof met een zachte
doek te verwijderen. Houd CD's vast op
de buitenrand en reinig ze vanuit het
midden naar buiten toe; Gebruik nooitchemische producten (bijv. antistatisch
middel, verdunner of sprays) voor het
reinigen, omdat deze schade kunnen
berokkenen aan het oppervlak van de
CD's. Nadat u de CD's beluisterd heeft, ze
terugzetten in hun hoesjes om ze niet te
beschadigen; Stel ze niet bloot aan direct
zonlicht, hoge temperaturen of vocht
gedurende langere tijd.
Bluetooth®BRON
EenBluetooth®
apparaat koppelen
schakel de functieBluetooth®
in op het
apparaat;
druk op de toets MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk dan
op de toets "Bron";
selecteer deBluetooth®
Mediabron;
druk op de toets "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBluetooth®
audio -apparaat.
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
kies “Ja” of “Nee” wanneer gevraagd
wordt of u het
Bluetooth®
audio-apparaat als favoriet wilt instellen.
een audioapparaat kan ook gekoppeld
worden door te drukken op de
INSTELLINGEN-toets op het frontpaneel
en "Phone/Bluetooth” te selecteren.
193
USB-BRON
147)
Als een USB-apparaat bij ingeschakeld
systeem wordt ingebracht, zullen de
nummers die op het apparaat aanwezig
zijn, worden afgespeeld.
AUX-bron
148)
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het systeem
de aangesloten AUX-bron af te spelen als
deze reeds op weergave is ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
Zie voor wat betreft de functie "Selectie
audiobron", het hoofdstuk "Media".
BELANGRIJK: de functies van het
apparaat dat is verbonden met de
AUX-aansluiting worden rechtstreeks
door het apparaat geregeld.
TELEFOONMODUS
Activering telefoonmodus
Druk op de toets PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Een bericht op het display bevestigt
aansluiting van de telefoon.OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies wilt
te raadplegen, gaat u naar de website
www.DriveUconnect.eu.
Belangrijkste functies
Met de toetsen op het display kan men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord op
het display);
de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon weergeven en bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de toegang
en de verbinding eenvoudiger en sneller
te maken;
gesprekken van het systeem naar de
mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Om de lijst met mobiele telefoons en
ondersteunde functies te zien, kunt u
naar de website www.driveuconnect.eu
gaan of kunt u bellen met de
klantenservice (het nummer kan per land
verschillen: raadpleeg de tabel in de
paragraaf "Telefoonlijst klantenservice"
in de bijlagenUconnect™).Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®
in op de
mobiele telefoon;
druk op de toets PHONE op het
frontpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om het koppelen te
starten, zoek dan hetUconnect™-
apparaat op de mobiele telefoon;
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of bevestig
de op de mobiele telefoon getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop “Appar toev" en
ga verder zoals hierboven beschreven;
selecteer "Ja" of "Nee" bij het verzoek
de mobiele telefoon te koppelen als
favoriet apparaat;
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling van
het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth®
-apparaten op de telefoon en
maak een nieuwe koppeling.
194
MULTIMEDIA
(voor bepaalde versies/markten)
Ik kom 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60)* minuten later.
Tot over 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60)* minuten.
* Gebruik alleen de kiesbare getallen,
anders neemt het systeem het bericht
niet aan.
"APPS"-MODUS
Druk op knop APPS op het frontpaneel
om de volgende werkinstellingen weer te
geven:
Buitentemperatuur
Trip Computer
Klok
Uconnect™LIVE
Uconnect™LIVE SERVICES
Druk op de APPS-knop om toegang te
krijgen tot deUconnect™LIVE
applicaties.
De beschikbare services hangen af van de
configuratie van de auto en de markt.
Om deUconnect ™LIVEservices te
gebruiken moet u deUconnect ™LIVE
app downloaden van Google Play of de
Apple Store en registreren met gebruik
van de app of op www.DriveUconnect.eu.Eerste toegang tot het voertuig
Zodra u deUconnect™LIVEApp hebt
gelanceerd en uw gegevens hebt
ingevoerd, moet u de
Bluetooth®
koppeling tussen uw smartphone en de
autoradio uitvoeren, zoals beschreven in
het hoofdstuk "Mobiele telefoon
koppelen" om toegang te krijgen tot de
Uconnect™LIVEservices in uw voertuig.
Wanneer het registreren is voltooid, zijn
de aangesloten services beschikbaar
door te drukken op het pictogram
Uconnect™LIVEop de radio.
Voordat u de aangesloten services kunt
gebruiken, moet u eerst de
Bluetooth®
koppeling uitvoeren, daarna de
activeringsprocedure voltooien door de
instructies op te volgen die verschijnen in
deUconnect™LIVEapp.
Instellingen van de Uconnect™ LIVE
services die via de autoradio kunnen
worden beheerd
Uit het speciale radiomenu voor
Uconnect™LIVE serviceskunt u toegang
krijgen tot de sectie "Instellingen" met
het pictogram
In deze sectie kunt u de
systeemopties controleren en deze
wijzigen naar uw eigen voorkeur.Systeemupdates
Als een update voor hetUconnect™LIVE
systeem beschikbaar is terwijl de
Uconnect™LIVEservices worden
gebruikt, dan wordt de gebruiker hiervan
op de hoogte gebracht via een bericht op
het radioscherm.
Aangesloten services die kunnen
worden geraadpleegd op het voertuig
De Efficient Drive en my:Car applicaties
zijn ontwikkeld om de rijervaring van de
klant te verbeteren en daarom zijn ze
verkrijgbaar op alle markten waar
toegang tot deUconnect™LIVEservices
mogelijk is.
Als het navigatiesysteem in de autoradio
wordt geïnstalleerd, dan wordt bij
toegang tot deUconnect™LIVEservices
het gebruik van de "Live" services
geactiveerd.
Efficient Drive
Met de Efficient Drive-applicatie kan uw
rijgedrag in realtime worden weergeven,
zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor
wat betreft brandstofverbruik en
uitstoot.
Het rijgedrag wordt geëvalueerd door
middel van vier indexen die de volgende
parameters controleren: acceleratie,
deceleratie, schakelen, snelheid
196
MULTIMEDIA
Overzichtstabel bedieningselementen frontpaneel
Toets Functies Modus
1–
Inschakelen Toets kort indrukken
Uitschakelen Toets kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
2–
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Toets kort indrukken
3–
Display aan/uit Toets kort indrukken
4–
Toegang tot het menu met voertuiginstellingen Toets kort indrukken
5–
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Toets kort indrukken
6 – BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Toets kort indrukken
7 - APPSToegang tot de aanvullende functies: weergave Tijd,
Kompas, Buitentemperatuur, Media Player enUConnect
™LIVE services, waar aanwezig)Toets kort indrukken
8 – PHONEWeergave telefoongegevens Toets kort indrukken
9–NAVToegang tot het Navigatiemenu Toets kort indrukken
10 – MEDIABronselectie Toets kort indrukken
11 – RADIOToegang tot de radio-modus Toets kort indrukken
201
Herhaal
Druk op de knop ">" en vervolgens op de
knop "Herhaal" om de functie in te
schakelen.
Druk nogmaals op de knop "Herhaal" om
de functie uit te schakelen.
Bluetooth®BRON
EenBluetooth®
apparaat koppelen
schakel de functieBluetooth®
in op het
apparaat;
druk op de toets MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media" bron actief is, druk dan
op de toets "Bron selecteren"
selecteer deBluetooth®
Mediabron;
druk op de toets "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBluetooth®
audio -apparaat.
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
kies “Ja” of “Nee” wanneer gevraagd
wordt of u het
Bluetooth®
audio-apparaat als favoriet wilt instellen.
een audioapparaat kan ook gekoppeld
worden door te drukken op de
toets
op het frontpaneel en "Phone/Bluetooth”
te selecteren.
USB-BRON
149)
Als een USB-apparaat bij ingeschakeld
systeem wordt ingebracht, zullen de
nummers die op het apparaat aanwezig
zijn, worden afgespeeld.
SD-kaarthouder
(voor bepaalde versies/markten)
Het systeem is uitgerust met een SD- en
SD-HC-kaartlezer waarmee kaarten met
SPI-technologie gelezen/beheerd kunnen
worden.
Om de SD-modus in te schakelen, een
SD-kaart in de speciale aansluiting in het
voertuig plaatsen.
AUX-bron
150)
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het systeem
de aangesloten AUX-bron af te spelen als
deze reeds op weergave is ingesteld.
Stel het volume in met de toets/knop
op het voorpaneel of met de
volume-instelknop op het aangesloten
apparaat.
BELANGRIJK: de functies van het
apparaat dat is verbonden met de
AUX-aansluiting worden rechtstreeks
door het apparaat geregeld.
TELEFOONMODUS
Activering telefoonmodus
Druk op de toets PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen.
Een bericht op het display bevestigt
aansluiting van de telefoon.
OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies wilt
te raadplegen, gaat u naar de website
www.DriveUconnect.eu.
Belangrijkste functies
Met de toetsen op het display kan men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord op
het display);
de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon weergeven en bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de toegang
en de verbinding eenvoudiger en sneller
te maken;
gesprekken van het systeem naar de
mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
206
MULTIMEDIA
Om de lijst met mobiele telefoons en
ondersteunde functies te raadplegen,
kunt u naar de website
www.driveuconnect.eu gaan of kunt u
met de klantenservice bellen (het
nummer kan per land verschillen:
raadpleeg de tabel in het hoofdstuk
"Overzicht nummers klantenservice").
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®
in op de
mobiele telefoon;
druk op de toets PHONE op het
frontpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om het koppelen te
starten, zoek dan hetUconnect™-
apparaat op de mobiele telefoon;
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of bevestig
de op de mobiele telefoon getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling." te
drukken: druk op de knop "Toestel toev."
en ga verder zoals hierboven beschreven;
selecteer "Ja" of "Nee" bij het verzoek
de mobiele telefoon te koppelen als
favoriet apparaat;
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling van
het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth-apparaten op de telefoon en
maak een nieuwe koppeling.
Telefoongegevens overzetten
(telefoonboek en recente oproepen)
Als de mobiele telefoon over de functie
beschikt om het telefoonboek via
Bluetooth®
technologie te verzenden.
Antwoord "Ja" wanneer gevraagd wordt
om het telefoonboek naar het systeem te
kopiëren.
Antwoord "Nee" als u deze handeling
later wilt uitvoeren.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures zijn
alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
selectie van "Recente oproep.";
selectie van het pictogram
(Toetsenbord);
drukken op de toets "Opnieuw bellen".
Een inkomend gesprek beheren
Met de knoppen op het display kunnen de
volgende gesprekfuncties beheerd
worden:
Om een oproep te beantwoorden: druk
op de toets "Antwoord" of op de toets
op het stuurwiel om te antwoorden;
Om een oproep te beëindigen: druk op
de toets "Negeren" of op de toets
op het stuurwiel om te
antwoorden.
Negeren;
In de wacht zetten/uit de wacht halen;
De microfoon in-/uitschakelen;
Het gesprek doorschakelen;
Van het ene naar het andere gesprek
overschakelen;
Conferentie/twee actieve gesprekken
verenigen.
SMS-lezer
Om deze functie te gebruiken, moet de
mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS viaBluetooth™ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, is de betreffende
knop
niet geactiveerd (grijs).
207