Page 65 of 269
Opbergen63
Er zitten extra bekerhouders in de
armsteun achterin. Klap de armsteun neer.
Opbergvak middenconsole In het opbergvak kunt u kleine voor‐
werpen opbergen.Afhankelijk van de versie bevindt er
zich een opbergvak onder een afdek‐
king.
Bagageruimte
De rugleuning van de achterbank
bestaat uit twee delen. U kunt beide
delen neerklappen.
Doe indien nodig het volgende alvo‐
rens de achterbank neer te klappen:
● Bagageruimte-afdekking verwij‐ deren 3 66.
● Duw de hoofdsteunen omlaag door de pal in te drukken en inge‐drukt te houden 3 41.
Bagageruimte verlengen (versie met vaste achterstoelen)
Page 66 of 269

64Opbergen● Trek aan één kant of beidebuitenste kanten aan de ontgren‐
delingshandgreep en klap de
rugleuningen neer op de zitting.
Breng bij het neerklappen van de
rugleuningen de veiligheidsgor‐
dels aan in de gordelgeleiders en trek de gordels strak.
● U klapt de rugleuningen weer omhoog door deze zover rechtop
te zetten dat ze hoorbaar vast‐
klikken.
De rugleuningen zijn goed
vergrendeld wanneer het rode
merkteken dicht bij de ontgren‐
delingshandgreep niet meer
zichtbaar is.
9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk
letsel of schade aan de bagage of
de auto tot gevolg hebben bij
krachtig remmen of een botsing.
Bagageruimte verlengen (versie
met verschuifbare achterstoelen)
Zonder neerklapbare rugleuningen
Zet beide achterstoelen zo ver moge‐
lijk naar voren 3 46.
Met neerklapbare rugleuningen ● Zet beide achterstoelen zo ver mogelijk naar achteren 3 46.
● Trek aan de lus en klap de
rugleuning naar de zitting.
Page 67 of 269
Opbergen65
Trek om de rugleuning vanuit de
bagageruimte neer te klappen de
ontgrendelingshandgreep
omhoog.
Let op
Klap de armsteun omhoog alvorens
het desbetreffende gedeelte van de
rugleuning neer te klappen. Anders
is het desbetreffende gedeelte van
de rugleuning niet neer te klappen.Breng bij het neerklappen van de
rugleuningen de veiligheidsgor‐
dels aan in de gordelgeleiders en trek de gordels strak.
● U klapt de rugleuningen weer omhoog door deze zover rechtop
te zetten dat ze hoorbaar vast‐
klikken.
Armsteun op middelste zitplaats
achterbank neerklappen
Trek aan de lus om de armsteun van
de achterbank neer te klappen.
Page 68 of 269
66OpbergenDe armsteun is ook vanaf de achter‐
zijde neer te klappen door aan de lus
te trekken.
Geschikt om lange en smalle voor‐
werpen te vervoeren.
De armsteun moet na het omhoog‐
klappen vastklikken.
Bagageruimte-afdekking Leg niets op de hoedenplank.
Hoedenplank verwijderen
Maak de ophangkoorden los van de
achterklep.
Til de hoedenplank op, kantel deze
iets en draai deze.
Verwijder de hoedenplank.
Opbergen
De hoedenplank kan achter de
rugleuning van de achterbank worden opgeborgen.
Haak de ophangkoorden los en til de
hoedenplank naar achteren totdat
deze loskomt. Schuif de hoedenplank
vervolgens omlaag in de geleiders
achter de rugleuning van de achter‐ bank.
Hoedenplank plaatsen
Plaats de hoedenplank in de zijgelei‐
ders en klap de hoedenplank omlaag.
Bevestig de ophangkoorden aan de
achterklep.
Page 69 of 269
Opbergen67Vloerplaat bagageruimte
De vloerplaat van de bagageruimte
kan worden verwijderd. Til de plaat bij de uitsparing omhoog en verwijder
deze.
De plaat kan achter de achterstoelen
worden opgeborgen.
Dubbele bagagevloer De dubbele bagagevloer kan in twee
standen in de bagageruimte worden
geschoven:
● onderste stand boven op de afdekking op de reservewielbak
● bovenste stand bevestigd aan de
handgreep op de achterste pane‐len
Druk op de handgreep om de baga‐
gevloer aan de handgreep op te tillen en te verwijderen.
In de bovenste stand kan de ruimte
tussen de bagagevloer en de afdek‐
king voor de reservewielbak als
opbergruimte dienen.
In deze stand, als de leuningen van
de achterbank naar voren zijn
geklapt, ontstaat er een bijna geheel
vlak bagagevak.
In de bovenste stand kan de dubbele bagagevloer een maximale ladingvan 100 kg dragen. In de onderste
stand kan de dubbele bagagevloer de toegestane maximale lading dragen.
Page 70 of 269
68OpbergenSjorogen
De sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
Gevarendriehoek
Plaats de gevarendriehoek op in de
voorziene uitsparing achter in de
bagageruimte en bevestig de geva‐
rendriehoek met de klittenband.
Verbanddoos
Klap het deksel links in de bagage‐
ruimte omlaag.
Page 71 of 269
Opbergen69Berg de verbanddoos weer op in de
daarvoor bestemde ruimte.Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ ding van dakschade adviseren we het
voor uw auto goedgekeurde dakdra‐
gersysteem te gebruiken.
Gebruiksaanwijzing van het dakdra‐
gersysteem in acht nemen en dakdra‐ gersysteem verwijderen wanneer het
niet wordt gebruikt.
Dakdrager monteren
Open alle portieren.
De bevestigingspunten zitten aan weerszijden in de portieropeningen.
Maak de kap van elk bevestigings‐
punt los en zet de dakdrager vast met
de bijgeleverde bouten.
Page 72 of 269

70OpbergenBeladingsinformatie
●Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Zorg dat de rugleuningen
goed vastklikken.
Dat wil zeggen: de rode merkte‐
kens dicht bij de ontgrendelings‐
handgreep of op de lus aan de
zijkant mogen niet meer zicht‐
baar zijn. Leg bij stapelbare
bagage de zwaarste voorwerpen
onderaan.
● Zet spullen met spanbanden vast
aan de sjorogen 3 68.
● Zet losse voorwerpen in de baga‐
geruimte vast om glijden tegen te gaan.
● Bij het vervoeren van voorwer‐ pen in de bagageruimte mogen
de rugleuningen van de achter‐
bank niet schuin naar voren
geklapt zijn.
● Laag de bagage niet boven de rugleuningen uitsteken.
● Leg niets op de hoedenplank of op het instrumentenpaneel en
dek de sensor boven op het
instrumentenpaneel niet af.
● De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakel‐
hendel en de bewegingsvrijheid van de bestuurder niet belemme‐
ren. Leg geen losse voorwerpen
in het interieur.
● Rijd niet met een geopende achterklep.9Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen er voor‐
werpen in het voertuig rondslinge‐
ren en letsel of schade aan de
lading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 237) en
het EU-leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttige draagver‐
mogen door de gegevens van uw auto in de tabel Gewichten voorin deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle
vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag
door het hogere zwaartepunt.
Lading gelijkmatig verdelen en
goed met spanbanden vastzet‐
ten. Bandenspanning en rijsnel‐
heid aan de beladingstoestand
aanpassen. Spanbanden