Page 209 of 269
Verzorging van de auto207
2. Bevestig het lamphuis in deachterklep.
3. Zet het lamphuis vast met de kunststof borgmoer.
4. Bevestig de afdekking op de achterklep.
Zijrichtingaanwijzers
Demonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:
1. Schuif de lamp naar links en haal deze aan de rechterzijde los.
2. Draai de lamphouder linksom uitde behuizing.
3. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
Page 210 of 269

208Verzorging van de auto4. Breng de lamphouder aan endraai deze rechtsom.
5. Steek de linkerzijde van de lamp naar binnen, schuif deze naar
links en plaats de rechterzijde.
Kentekenverlichting
De kentekenverlichting is uitgevoerd
met led-lampen en kan niet worden
vervangen. Laat defecte leds door
een werkplaats vervangen.
Interieurverlichting Interieurverlichting, leeslampjes
Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Bagageruimteverlichting
Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Instrumentenverlichting Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten drie zekeringenkasten in de
auto:
● motorruimte
● instrumentenpaneel
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.Voorzichtig
Vervang de zekering niet totdat de oorzaak van de storing is verhol‐
pen.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.
Page 211 of 269
Verzorging van de auto209
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Maak het deksel los en verwijder het.
Nr.Stroomkring1Ventilator klimaatregeling2–3Zekeringhouder carrosserie4–5Zekeringendoos onder het
instrumentenpaneel6Motorkoeling7Carrosserieregelmodule8Motorregeling brandstofpomp9Motormanagement10Motormanagement
Page 212 of 269

210Verzorging van de autoNr.Stroomkring11Motormanagement12Motorkoeling13Carrosserieregelmodule14Intelligente accusensor15–16Mistlamp17–18Groot licht rechts19Groot licht links20Motorregeling brandstofpomp21Startmotor22–23Startmotor24Trekhaak25Zekeringendoos onder het
instrumentenpaneel26Transmissieregelmodule27Carrosserieregelmodule28MotorregelmoduleNr.Stroomkring29Ruitenwisser voor30Carrosserieregelmodule
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Zekeringenkastinstrumentenpaneel
Zekeringenkast aan de linkerzijdevan het instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit de
zekeringenkast achter een afdekking
in het instrumentenpaneel. Klik de
afdekking aan de zijkant los en verwij‐ der deze.Nr.Stroomkring1Binnenspiegel / Uitlaatsysteem /
Elektrische stuurbekrachtiging /
Koppelingssensor / LPG /
Verstelling buitenspiegels /
Inductief opladen2–3Trekhaak4Claxon
Page 213 of 269

Verzorging van de auto211Nr.Stroomkring5Ruitensproeierpomp voor/
achter6Ruitensproeierpomp voor/
achter7Stuurwielverwarming8Achterruitwisser9–10Centrale vergrendeling11Centrale vergrendeling12Instrumentengroep13Klimaatregelsysteem / USB14OnStar15Instrumentengroep / Klimaatre‐
gelsysteem16Rem / Startmotor / Vertraagde
uitschakeling stroom17Instrumentengroep18Geavanceerde parkeerhulp19Stuurkolommodule / Regelmo‐
dule aanhanger20–Nr.Stroomkring21Diefstalalarmsysteem / Start‐
knop22Regensensor / Camera23Portiermodule24Geavanceerde parkeerhulp /
Camera / Infotainment25Airbag26Stuurkolommodule27Diefstalalarmsysteem28–29Infotainment30–31Infotainment32Elektrische aansluiting voorin33–34Buitenspiegelverwarming /
PortiermoduleNr.Stroomkring35Instrumentengroep / Lichtscha‐
kelaar / Geavanceerde parkeer‐
hulp / Regelmodule transmissie36Instapverlichting / Verlichting
zonneklep / Verlichting hand‐
schoenenkastje
Zekeringenkast aan de
rechterzijde van het
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit de
zekeringenkast achter een afdekking
in het handschoenenkastje. Open het handschoenenkastje en verwijder het deksel. Verwijder de steun.
Page 214 of 269
212Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Achterruitverwarming2Buitenspiegelverwarming3Elektrische ruitbediening voorin4Regelmodule bestuurderspor‐
tier5Elektrische ruitbediening
achterin6Stoelverwarming7–8Infotainment9–Nr.Stroomkring10Elektrische aansluiting achterin11–12–Boordgereedschap
Gereedschap
Auto's met reservewiel
De krik, het gereedschap, een riem
voor bevestiging van een beschadigd wiel en het sleepoog zitten in de
gereedschapskist achter de rechter‐ wand in de bagageruimte. Reserve‐
wiel 3 222.
Page 215 of 269

Verzorging van de auto213Auto's zonder reservewiel
De schroevendraaier en het sleepoogzitten in een bak onder de vloerplaat
in de bagageruimte.
Bandenreparatieset 3 218.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden
over scherpe randen kan schade aan banden en velgen tot gevolg hebben.
Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage Roep de hulp in van een werkplaats.
Winterbanden
Winterbanden verhogen bij tempera‐
turen onder 7 °C de rijveiligheid en dienen daarom om alle wielen gelegd te worden.
De sticker met de maximumsnelheid
in overeenstemming met de geldende
wetgeving in uw land in het gezichts‐
veld van de bestuurder aanbrengen.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als winterbanden 3 248.Aanduidingen op banden
Bijv. 195/65 R 15 91 H195:bandbreedte in mm65:hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. band‐
breedte) in %R:type koordlagen: RadiaalRF:type: RunFlat15:velgdiameter in inch91:kengetal voor draagvermogen,
95 komt bijv. overeen met
615 kgT:kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q:maximaal 160 km/uS:maximaal 180 km/uT:maximaal 190 km/uH:maximaal 210 km/uV:maximaal 240 km/uW:maximaal 270 km/u
Kies een band die geschikt is voor de
topsnelheid van uw auto.
De topsnelheid is bereikbaar op
rijklaar gewicht met bestuurder
(75 kg) plus 125 kg nuttige last. Door
optionele uitrusting kan de topsnel‐
heid van de auto afnemen.
Page 216 of 269

214Verzorging van de autoPrestaties 3 244.
Draairichtingsgebonden banden
Draairichtingsgebonden banden
moeten zo worden gemonteerd dat
ze in de juiste richting draaien. De
juiste draairichting is herkenbaar aan
een symbool (bijv. een pijl) op de
zijwand van de band.
Bandenspanning
Controleer de bandenspanning
minstens om de 14 dagen en vóór
elke lange rit bij koude banden.
Vergeet het reservewiel niet. Dit geldt ook voor auto's met een bandenspan‐ningscontrolesysteem.
Bandenspanning 3 248.
Het informatie-etiket bandenspan‐
ning op het portierframe links
vermeldt de originele bandenmaat en
de bijbehorende bandenspannings‐
waarden.
De voorgeschreven bandenspanning
geldt bij koude banden. De waarde
geldt voor zowel zomer- als winter‐
banden.
Pomp het reservewiel altijd op tot de
bandenspanning bij maximale bela‐
ding.
De ECO-bandenspanning dient om
een zo laag mogelijk brandstofver‐
bruik te bereiken.
Een onjuiste bandenspanning beïn‐
vloedt de veiligheid, het weggedrag,
het rijcomfort en het brandstofver‐
bruik negatief en verhoogt de
bandenslijtage.
De bandenspanningswaarden
verschillen afhankelijk van de diverse opties. Ga voor de juiste banden‐spanningswaarde als volgt te werk:
1. Bepaal de aandrijfas en de carrosserievariant.
2. Bepaal de code van de motor-ID. Motorgegevens 3 242.
3. Bepaal de desbetreffende band.
De bandenspanningswaardetabellen
vermelden alle mogelijke banden‐
combinaties 3 248.
Voor de voor uw auto goedgekeurde
banden kunt u de EEG-conformiteits‐
verklaring raadplegen die bij uw auto
is geleverd, of andere landelijke regi‐
stratiedocumenten.
De bestuurder is verantwoordelijk
voor de juiste aanpassing van de
bandenspanning.