Page 305 of 661

3054-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)■
Als het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem blijft knipperen
Er is mogelijk een storing in het Stop & Start-systeem aanwezig. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
●Houd de selectiehendel in stand N en bedien het rempedaal of de par-
keerrem als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem (het con-
trolelampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Verlaat de auto niet als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & Start-sys-
teem als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevindt. Anders
kan de motor worden gestart door de automatische startfunctie, waardoor
er uitlaatgassen in de auto terecht kunnen komen die zeer schadelijk kun-
nen zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet
goed. Laat uw auto in dat geval zo snel mogelijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
●Het controlelampje voor de veiligheidsgordel knippert, terwijl de veilig-
heidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
●Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt,
blijft het controlelampje voor de veiligheidsgordel uit.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier is gesloten, wordt de waarschuwing
open portier/achterklep weergegeven op het multi-informatiedisplay of
gaat de interieurverlichting branden wanneer de schakelaar van de inte-
rieurverlichting in de stand DOOR staat.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier is geopend, wordt de waarschuwing
open portier/achterklep niet weergegeven op het multi-informatiedisplay of
gaat de interieurverlichting niet branden wanneer de schakelaar van de
interieurverlichting in de stand DOOR staat.
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 305 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 306 of 661

3064-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Dit systeem helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen tijdens
hard remmen en bij remmen op een glad wegdek.
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is een noodstop.
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het nemen van bochten op een glad wegdek.
◆VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkma-
noeuvres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te pas-
sen.
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de
voorwielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op een glad wegdek.
◆Hill Start Assist Control
Voorkomt dat de auto achteruitrolt bij het wegrijden op een steile of
gladde helling.
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in
werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw
niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 306 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 307 of 661
3074-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
◆PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
→Blz. 259
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip-
perlichten automatisch knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-/
VSC-systeem in werking is.
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk mak-
kelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door
snel in te drukken en weer
los te laten.
TRC OFF wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het
systeem weer in te schakelen.
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 307 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 308 of 661

3084-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
■Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om de
TRC en VSC uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden en TRC OFF wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om de systemen weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-systeem) worden ook het Pre-Crash
Brake Assist en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. (→Blz. 271)
■Wanneer de melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
dat de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is de schakelaar VSC OFF niet inge-
drukt
De TRC en Hill Start Assist Control kunnen niet worden bediend. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door de ABS, Brake
Assist, TRC, VSC en Hill Start Assist Control
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van de motor of bij het wegrijden een
geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande syste-
men in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrich-
ting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro-
motor hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch
opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet.
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer inge-
schakeld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet
automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 308 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 309 of 661

3094-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)■Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar
aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en zet de motor uit. Het EPS-systeem moet binnen 10 minu-
ten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hill Start
Assist Control:
●Multidrive CVT: De selectiehendel staat in een andere stand dan N of P (bij
het vooruit/achteruit bergop wegrijden).
●Handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat in een andere stand
dan R wanneer vooruit bergop wordt weggereden of in stand R wanneer
achteruit bergop wordt weggereden.
●De auto staat stil.
●Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●De parkeerrem is niet geactiveerd.
■Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●Multidrive CVT: De selectiehendel wordt in stand N of P gezet.
●Handgeschakelde transmissie: De selectiehendel wordt in stand R gezet
wanneer vooruit bergop wordt weggereden of in een andere stand dan R
gezet wanneer achteruit bergop wordt weggereden.
●Het gaspedaal wordt ingetrapt.
●De parkeerrem wordt geactiveerd.
●<002800550003005d004c004d0051000300520051004a004800590048004800550003001500030056004800460052005100470048005100030059004800550056005700550048004e004800510003005100440047004400570003004b004800570003005500
48005000530048004700440044004f0003004c00560003004f[osgelaten.
■Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsig-
naal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
●Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
●Het rempedaal wordt losgelaten.
●Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 309 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 310 of 661

3104-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
WAARSCHUWING
De volgende omstandigheden kunnen leiden tot een ongeval waarbij ernstig let-
sel kan ontstaan.
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld versle-
ten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffenheden
■De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd wor-
den, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en de
aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■Hill Start Assist Control werkt niet effectief als
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt niet altijd effectief op steile hellingen en op met ijs bedekte
wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet bedoeld
om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden. Gebruik de Hill
Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn plaats te houden
omdat dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de VSC is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig.
Roekeloos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als
het controlelampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien deze
systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en de aandrijfkracht.
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 310 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 311 of 661
3114-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
WAARSCHUWING
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de wielen of banden.
■Omgaan met banden en wielophanging
Het gebruiken van banden met een probleem of wijzigingen aan de wielop-
hanging hebben een negatief effect op de ondersteunende systemen en
kunnen een storing veroorzaken.
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 311 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 312 of 661

3124-7. Rijtips
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
Rijden in de winter
●Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
●Laat de toestand van de accu controleren door een monteur.
●Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk zijn
en controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de bandenmaat van
uw auto.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen uit.
●Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te voorkomen dat het bevriest.
●Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.
●Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de ver-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de ban-
den of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
●Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 312 Friday, November 4, 2016 5:03 PM