Page 289 of 661
289
4
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
Cruise control∗
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehou-
den zonder dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt.
Controlelampje cruise control
Controlelampje SET
Cruise control-schakelaar
Schakel de cruise control in
met de toets ON-OFF.
Het controlelampje cruise control
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar
de gewenste snelheid en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid in te stellen.
Het controlelampje SET gaat
branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
∗: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
Instellen van de rijsnelheid
1
2
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 289 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 290 of 661

2904-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt bereikt.
Snelheid verhogen
Snelheid verlagen
Fijnafstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
in de gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Met ongeveer 1,6 km/h, telkens als de hendel wordt
bediend.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of
verlaagd totdat de hendel wordt losgelaten.
Door de hendel naar u toe te
trekken wordt de constante-snel-
heidsregeling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt ook uit-
geschakeld als het rempedaal of het
koppelingspedaal (alleen handge-
schakelde transmissie) wordt inge-
trapt.
Door de hendel omhoog te druk-
ken wordt de constante-snel-
heidsregeling hervat.
Hervatten is mogelijk vanaf een rij-
snelheid van hoger dan ongeveer
40 km/h.
■De cruise control kan worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D of in stand 4 of hoger van M staat. (auto's met
Multidrive CVT)
●Stand 4 of hoger is geselecteerd met de paddle shift. (auto's met paddle
shift-schakelaar)
●De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling
1
2
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 290 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 291 of 661

2914-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)■Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●
Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
■Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen
onderbroken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
●Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
●VSC+ is geactiveerd.
●Snelheidsbegrenzer is geactiveerd (indien aanwezig).
■Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt
gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval met
ernstig letsel kan ontstaan.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 291 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 292 of 661
2924-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
Snelheidsbegrenzer∗
Druk op de knop om de snelheids-
begrenzer in te schakelen.
Druk nogmaals op de toets om de
snelheidsbegrenzer uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk de
hendel naar beneden om de
gewenste maximumsnelheid in te
stellen.
∗: Indien aanwezig
Er kan een gewenste maximumsnelheid worden ingesteld met
de cruise control-schakelaar.
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de auto de ingestelde snel-
heid overschrijdt.
Instellen van de rijsnelheid
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 292 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 293 of 661

2934-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Houd de hendel vast tot de
gewenste snelheid bereikt is.
Voor een kleine wijziging van de
ingestelde snelheid druk u de hen-
del lichtjes omhoog of omlaag en
laat u hem vervolgens los.
Annuleren
Trek de hendel naar u toe om de
snelheidsbegrenzer uit te schakelen.
Hervatten
Druk de hendel omhoog om het
gebruik van de snelheidsbegrenzer
te hervatten.
■De snelheidsbegrenzer kan worden gebruikt als
De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 30 km/h.
■Overschrijden van de ingestelde snelheid
In de volgende situaties overschrijdt de rijsnelheid de ingestelde snelheid en
gaat het multi-informatiedisplay branden:
■Automatische uitschakeling snelheidsbegrenzer
De ingestelde snelheid wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de cruise
control geactiveerd wordt.
■Het controlelampje van de snelheidsbegrenzer knippert
Dit kan duiden op een storing in het systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsbegrenzer
1
2
●Wanneer u het gaspedaal volledig
intrapt
●Wanneer u bergaf rijdt (er klinkt ook een
zoemer)
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 293 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 294 of 661
2944-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de snelheidsbegrenzer voorkomen
Laat de snelheidsbegrenzer uitgeschakeld wanneer deze niet in gebruik is.
■Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de snelheidsbegrenzer
Gebruik de snelheidsbegrenzer niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen
●Bij het rijden met een aanhangwagen of slepen
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 294 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 295 of 661
295
4
4-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
Stop & Start-systeem∗
Breng de auto tot stilstand terwijl het koppelingspedaal geheel
ingetrapt is. Zet vervolgens de selectiehendel in stand N.
Laat het koppelingspedaal los.
Het controlelampje van het Stop
& Start-systeem gaat branden.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppe-
lingspedaal in.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem dooft.
(In dit geval wordt de motor niet uitgezet als het koppelingspedaal wordt
losgelaten.)
∗: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem stopt en start de motor overeenkom-
stig de bediening van het koppelingspedaal voor het stoppen
van en wegrijden met de auto.
Uitzetten van de motor
1
2
Opnieuw starten van de motor
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 295 Friday, November 4, 2016 5:03 PM
Page 296 of 661

2964-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE)
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om het
Stop & Start-systeem weer in te
schakelen.
■Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-
systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zelfs als het Stop
& Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets van het
Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT
is gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zelfs als het Stop &
Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden inge-
schakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is
gezet.
■Als op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
●Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.
●Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
AVENSIS_OM_OM20C66E_(EE).book Page 296 Friday, November 4, 2016 5:03 PM