Page 105 of 200

LAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Voor het type lamp en het vermogen,
zie paragraaf “Een lamp vervangen".
KOPLAMPUNITS
De koplampunits bevatten de
gloeilampen van stadslicht, dimlicht,
grootlicht en richtingaanwijzers.
Toegang tot de lampen van de
richtingaanwijzers
Ga te werk vanuit de motorruimte en
verwijder de rubber dop 1 fig. 82.
Toegang tot de lampen van het
grootlicht
Draai de dop 2 fig. 82 linksom.Toegang tot de lampen van de
dagrijlichten (DRL) en het grootlicht
Draai de wielen volledig opzij en open
het beschermklepje 3 fig. 83 (op de
wielkuip ter hoogte van de lichten) en
verwijder vervolgens de rubber dop
4 fig. 83.
RICHTINGAANWIJZERS
Voor
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
draai de afdekkap 1 fig. 82 linksom
en verwijder hem;
draai de lamphouder 1 fig. 84
linksom en verwijder hem;
verwijder de vastgeklemde lamp en
vervang hem;
monteer de lamphouder 1 door hem
rechtsom te draaien en goed vast te
zetten;
breng de afdekkap weer aan en
draai hem rechtsom.
Zijkant
BELANGRIJK Deze ingreep moet
verricht worden door alle
voorzorgsmaatregelen te treffen om
beschadiging van de carrosserie te
voorkomen (gebruik een voldoende dik
en stevig plastic kaartje).
1
2
82AB0A0309C
3
4
83AB0A0089C
84AB0A0361C
85AB0A0310C
103
Page 106 of 200

Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
druk op het met de pijlen 1 en 2
aangegeven punt, zodanig dat de
klemveer wordt samengedrukt
en verwijder de lamp; fig. 85
draai de lamphouder linksom,
verwijder de vastgeklemde lamp en
vervang hem;
monteer de lamphouder weer in het
lampenglas, plaats de lamp en
controleer of de klemveer weer in zijn
zitting vastklikt.
DIMLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
draai de afdekkap 2 fig. 82 linksom
en verwijder hem;
draai de connector 1 fig. 86 los en
verwijder de lamphouder;
verwijder de lamp en vervang hem;
plaats de lamp terug in de zitting
en sluit de stekker weer aan;
breng de afdekkap weer in de
behuizing aan en draai hem rechtsom.
121)
GROOTLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder de rubber beschermdop
zoals hierboven beschreven;
haak de twee borgclips van de lamp
1 fig. 87 los;
verwijder de lamp en vervang hem;
monteer de nieuwe lamp, waarbij
het profiel van het metalen gedeelte in
de uitsparing in de reflector moet vallen;
haak vervolgens de borgclips van de
lamp vast;
monteer de rubberen dop weer.STADSLICHT/
DAGRIJLICHTEN
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder de rubber beschermdop
zoals hierboven beschreven;
draai de lamphouder 2 fig. 87
linksom en verwijder hem;
verwijder de vastgeklemde lamp en
vervang hem;
monteer de lamphouder 2 door hem
rechtsom te draaien en controleer of
hij goed vast zit;
monteer de rubberen dop weer.
MISTVOORLICHTEN
(waar aanwezig)
Neem, voor de vervanging van deze
lampen, contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
ACHTERLICHTUNITS
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
open de achterklep;
draai de twee
bevestigingsschroeven 1 fig. 88 los en
trek de lichtunit recht naar achteren
weg zonder hem te draaien;
verwijder de lamphouder uit zijn
zitting door hem los te maken van de
borglipjes 2;
1
86AB0A0311C
2
1
87AB0A0093C
104
NOODGEVALLEN
Page 107 of 200

verwijder de lampen door er
voorzichtig op te duwen en ze linksom
te draaien.
De plaatsing van de lampen is als volgt
fig. 89:
1: stadslichten/remlichten;
2: richtingaanwijzers.ACHTERUITRIJLICHT/
MISTACHTERLICHT
Neem voor het vervangen van de
lampen contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
DERDE REMLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
verwijder de twee beschermdoppen
en draai de twee bevestigingsbouten
1 fig. 90 los;
verwijder de unit;
maak de stekker 2 fig. 91 los;
druk op het borgmechaniek 3 fig. 91
en open de lamphouder;
verwijder de te vervangen lamp met
klemfitting en vervang hem;
sluit de lamphouder en zorg ervoor
dat het borgmechaniek correct
vergrendeld is;
draai de twee bevestigingsbouten
vast en monteer de beschermdoppen
weer.
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
oefen druk uit op het door de pijl
aangegeven punt fig. 92 en verwijder
het lampenglas;
21
1
22
22
2
88AB0A0313C
1
2
89AB0A0314C
11
90AB0A0097C
91AB0A0098C
92AB0A0099C
105
Page 108 of 200

maak de lamp los uit de contacten
aan de zijkant en vervang hem;
monteer de nieuwe lamp en zorg
voor een optimale vergrendeling tussen
de contacten;
monteer het lampenglas weer.
BELANGRIJK
121)Wegens het hoge voltage mag een
gasontladingslamp (Xenon) alleen door
ervaren personeel vervangen worden:
levensgevaar! Neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk.
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
122) 123) 124) 125) 126) 127)Om het vervangen van zekeringen te
vergemakkelijken, het tangetje
gebruiken dat in het deksel van de
zekeringenkast is vastgeklemd op de
linkerzijde van het dashboard.
Voor een overzicht van de zekeringen
wordt verwezen naar de
zekeringentabel in de volgende
pagina’s.
PLAATS VAN DE
ZEKERINGEN
Zekeringenkast in dashboard
Deze zekeringen zijn toegankelijk
wanneer de geklemde kap 5 fig. 93
wordt verwijderd.
De 5 A-zekering voor het ontwasemen
van de buitenspiegels bevindt zich in de
zone van de diagnosestekker, zoals
afgebeeld in fig. 94.
De zekeringenkast afgebeeld in fig. 96
bevindt zich in het onderste gedeelte
naast de pedalengroep.Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast bevindt zich aan de
rechterkant van de motorruimte, naast
de accu. Ga als volgt te werk om een
zekering te vervangen:
haal de schroef 1 fig. 95 volledig
aan;
draai tegelijk de schroef langzaam
linksom tot weerstand wordt ervaren
(niet te vast draaien);
93AB0A0291C
94AB0A0317C
106
NOODGEVALLEN
Page 109 of 200
draai de schroef langzaam los;
het openen wordt aangegeven als
de kop van de schroef volledig uit
zijn zitting is gekomen;
verwijder deksel 2 door het op de
zijgeleiders naar boven te schuiven,
zoals aangegeven in de afbeelding;
breng het deksel na vervanging van
de zekering weer aan en zorg ervoor
dat het naar behoren is afgesloten.
Op het deksel fig. 97 zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
25)
12
95AB0A0375C
107
Page 110 of 200
ZEKERINGENKAST IN DASHBOARD
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Hoogteregeling koplampen F13
5(*)
Diagnosestekker, Uconnect, klimaatregeling, EOBD F36 15
Remlichtschakelaar, knooppunt instrumentenpaneel F37 5
Centrale portiervergrendeling F38 15
Pomp ruitensproeiers/achterruitsproeier F43 15
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
(*) (waar aanwezig)
96AB0A0106C
108
NOODGEVALLEN
Page 111 of 200
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
Parkeersensoren, bedieningselementen achtergrondverlichting F49 5
Klimaatregeling, remlichten, koppeling, elektrisch schuifdak,
elektrische spiegelsF51 7,5
Knooppunt instrumentenpaneel F53 5
109
Page 112 of 200
ZEKERINGENKAST IN MOTORRUIMTE
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
HI-FIF02 20
Elektrische ventilator klimaatregeling F08 30
KoplampsproeiersF09 30
ClaxonsF10 10
GrootlichtF14
10/15
(*)
Motor elektrisch schuifdakF15 20
(*) Alleen voor versies uitgerust met Xenon-gasontladingslampen
97AB0A0319C
110
NOODGEVALLEN