Page 97 of 200

BELANGRIJK
115)De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere gevaarlijke
manoeuvres ligt echter altijd bij de
bestuurder. Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen mensen
(vooral kinderen) of dieren in het
betreffende gebied aanwezig zijn. De
parkeersensoren dienen als hulp voor de
bestuurder, die echter nooit zijn aandacht
mag laten verslappen tijdens potentieel
gevaarlijke manoeuvres, ook al worden ze
met lage snelheden verricht.
TANKEN
Zet de motor af alvorens te tanken.
BELANGRIJK Vul de tank nooit, ook
niet met een minimale hoeveelheid
in een noodgeval, met loodhoudende
benzine bij, dit kan leiden tot
onherstelbare schade aan de
katalysator.
TANKCAPACITEIT
Om de tank volledig te vullen, kan men
twee keer bijvullen nadat het
tankpistool is afgeslagen. Meer bijvullen
kan storingen in het
brandstoftoevoersysteem veroorzaken.
TANKDOP
Dop 2 fig. 80 is voorzien van een kabel
waarmee de dop aan de klep 1 is
bevestigd, zodat die niet verloren kan
gaan.Gebruik de contactsleutel om de dop 2
los te draaien. De hermetische afsluiting
kan een lichte toename van de druk in
de tank veroorzaken. Een eventueel
ontluchtingsgeluid wanneer de dop
wordt losgedraaid is dus volkomen
normaal. Haak tijdens het tanken de
dop aan de binnenkant van de klep
zoals getoond in fig. 80.
116)
BELANGRIJK
116)Breng geen open vuur of brandende
sigaretten in de buurt van de vulopening
van de tank: brandgevaar. Kom niet te
dicht met het gezicht bij de vulopening, om
geen schadelijke dampen in te ademen.
1
2
80AB0A0058C
95
Page 98 of 200

EEN AANHANGER
TREKKEN
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
Voor het trekken van caravans of
aanhangers moet het voertuig voorzien
zijn van een goedgekeurde trekhaak
en een geschikte elektrische installatie.
De trekhaak moet door gespecialiseerd
personeel worden gemonteerd. Het
gespecialiseerde personeel moet ook
de handleiding voor het rijden met
een aanhanger overhandigen.
Monteer eventuele speciale en/of extra
buitenspiegels conform de
wegenverkeerswetgeving.
Vergeet niet dat het klimvermogen van
de auto door het gewicht van een
aanhanger of caravan wordt
gereduceerd. Ook de remafstand wordt
langer en er is meer tijd nodig om in te
halen.
Schakel een lage versnelling in bij een
helling omlaag om een continu gebruik
van de rem te voorkomen.Op de trekhaak rust het gewicht van de
aanhanger waardoor het laadvermogen
van het voertuig in dezelfde mate
afneemt. Om er zeker van te zijn dat het
maximum toelaatbaar getrokken
gewicht (op het kenteken van het
voertuig vermeld) niet wordt
overschreden, moet er rekening mee
gehouden worden dat deze waarde
betrekking heeft op het toelaatbaar
gewicht van de volgeladen
aanhangwagen, inclusief accessoires
en bagage.
Respecteer de lokale
snelheidsbeperkingen voor auto’s met
aanhanger.
Rijd in geen geval harder dan 100
km/h.
117) 118)
BELANGRIJK
117)Het ABS waarmee de auto is
uitgerust heeft geen controle over het
remsysteem van de aanhanger. Wees dus
bijzonder voorzichtig op gladde wegen.
118)Probeer nooit de remwerking van de
aanhanger te beïnvloeden door wijzigingen
aan het remsysteem van het voertuig uit
te voeren. Het remsysteem van de
aanhanger moet volledig onafhankelijk zijn
van het hydraulisch systeem van de
auto.
96
STARTEN EN RIJDEN
Page 99 of 200
NOODGEVALLEN
Een lekke band of een doorgebrand
lampje?
Soms kan een probleem uw reis in
gevaar brengen.
De pagina's over noodsituaties kunnen
u helpen om op zelfstandige en kalme
wijze kritieke situaties op te lossen.
Wij adviseren u om in een noodsituatie
het gratis telefoonnummer te bellen
dat in het garantieboekje is vermeld.
U kunt ook het gratis telefoonnummer
00 800 3428 0000 bellen om het
dichtstbijzijnde Geautoriseerde Abarth
Servicepunt te vinden.ALARMKNIPPERLICHTEN .............. 98
EEN LAMP VERVANGEN ............... 98
LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN ..................................103
ZEKERINGEN VERVANGEN ............106
"FIX&GO"-KIT ..................................112
STARTEN MET HULPACCU ............116
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER ..................117
SLEPEN VAN HET VOERTUIG ........118
97
Page 100 of 200

ALARMKNIPPER-
LICHTEN
Druk op de knop 1 fig. 81 om deze
lichten in te schakelen, ongeacht de
stand van de sleutel in het contactslot.
Wanneer deze lichten zijn ingeschakeld,
gaan de waarschuwingslampjes
en
op het instrumentenpaneel branden.
Druk nogmaals op de knop 1 om de
lichten uit te schakelen.
BELANGRIJK Het gebruik van de
alarmknipperlichten wordt geregeld
door de wegenverkeerswetgeving van
het land waar u rijdt: neem de wettelijke
voorschriften in acht.Noodremmen
Bij het remmen in noodsituaties worden
de alarmknipperlichten automatisch
ingeschakeld, evenals de lampjes
en
op het instrumentenpaneel.
De lichten gaan automatisch uit
wanneer het noodremmen ophoudt.
EEN LAMP
VERVANGEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
Controleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
vervang defecte lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
controleer na vervanging van een
lamp altijd de hoogte van de lichtbundel
van de koplampen;
als een lamp niet werkt, controleer
dan of de betreffende zekering is
doorgebrand alvorens de lamp te
vervangen. Om de zekeringen te vinden
wordt verwezen naar de paragraaf
“Zekeringen vervangen” in dit
hoofdstuk.
119) 120)
23) 24)
81AB0A0350C
98
NOODGEVALLEN
Page 101 of 200
BELANGRIJK Bij koude of vochtige
weersomstandigheden of na hevige
regen of een wasbeurt, kan de
binnenzijde van de koplampen of
achterlichten enigszins beslagen zijn
en/of kunnen er condensdruppels
aanwezig zijn. Dit is geen defect maar
een natuurlijk verschijnsel dat
veroorzaakt wordt door de
temperatuur- en
luchtvochtigheidsverschillen tussen de
binnen- en buitenzijde van het glas,
en dat geen negatieve invloed heeft op
de normale werking van de lichten.
Deze aanslag verdwijnt geleidelijk aan
(van het midden tot de randen) zodra
de lichten worden ingeschakeld.
99
Page 102 of 200
TYPEN LAMPEN
De auto is uitgerust met verschillende soorten gloeilampen:
Volledig glazen lamp:(type A) deze hebben een klemfitting - trek aan
de lamp om hem te verwijderen.A
B
C
D
E
Lamp met bajonet-sluiting:(type B) druk de lamp in en draai hem
linksom om hem te verwijderen.
Buislampen:(type C) trek de lamp uit de veercontacten om hem te
verwijderen.
Halogeenlampen:(type D) verwijder de lamp door de borgclip uit zijn
zitting los te haken.
Halogeenlampen:(type E) verwijder de lamp door de borgclip uit zijn
zitting los te haken.
Xenon-gasontladingslampen:(type F) neem voor vervanging contact op met het Abarth Servicenetwerk.
100
NOODGEVALLEN
Page 103 of 200
Lampen
Gebruik Type Vermogen Ref. Figuur
Grootlicht H7 55W D
Dimlicht H7 55W D
Dimlicht met Xenon-gasontladingslampen (waar
aanwezig)D1S 35W F
Parkeer-/dagrijlichten LED/W21W 21W A
Richtingaanwijzers voor PY24W 24W B
Richtingaanwijzers zijkant W5W 5W A
Richtingaanwijzers achter PY2IW 2IW B
Parkeerlichten achter/Remlichten P21/5 W 5/21W B
Achteruitrijlicht W16W 16W B
Mistachterlicht W16W 16W B
Instapverlichting midden C5W 5W C
Interieurverlichting passagierszijde C5W 5W C
Bagageruimteverlichting W5W 5W A
Kentekenverlichting C5W 5W C
Mistlampen HI 55W E
Derde remlicht W5W 5W A
BELANGRIJK
119)Wijzigingen of reparaties aan het elektrisch systeem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de
technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
120)In halogeenlampen bevindt zich gas onder druk. Als ze breken, kunnen er glassplinters wegschieten.
101
Page 104 of 200
BELANGRIJK
23)Raak alleen het metalen gedeelte van halogeenlampen aan. Het aanraken van de bol met de vingers kan de lichtopbrengst en de
levensduur van de lamp reduceren. Als de bol per ongeluk toch wordt aangeraakt, moet hij worden schoongewreven met een doekje
bevochtigd met alcohol en laat hem vervolgens drogen.
24)Laat de lampen bij voorkeur vervangen door het Abarth Servicenetwerk. De correcte werking en regeling van de buitenverlichting is van
fundamenteel belang voor de rijveiligheid en is bovendien een wettelijke vereiste.
102
NOODGEVALLEN