Page 281 of 345

Verzorging van de auto279
Bij een bandenspanning hoger
dan 1,3 bar, de bandenspanning
op de voorgeschreven waarde
brengen. Procedure herhalen tot‐ dat de bandenspanning niet meer
afneemt.
Bij een bandenspanning lager
dan 1,3 bar, de auto niet meer ge‐ bruiken. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
18. Bandenreparatieset in de baga‐ geruimte opbergen.
Let op
De rijeigenschappen van de her‐
stelde band zijn veel minder goed,
daarom deze band laten vervangen.
Bij abnormale geluiden of sterke ver‐
hitting van de compressor, deze mi‐
nimaal 30 minuten lang uitschake‐ len.
Het ingebouwde veiligheidsventiel
opent bij een druk van 7 bar.
Let op de houdbaarheidsdatum van
de set. Na deze datum is niet meer
gegarandeerd dat het middel nog
goed afdicht. Op de bewaarinstruc‐
ties op de fles met afdichtmiddel let‐
ten.
Gebruikte fles met afdichtmiddel
vervangen. Afvoeren volgens de
desbetreffende wettelijke voorschrif‐ ten.
De compressor en het afdichtmiddel zijn vanaf ca. –30 °C te gebruiken.
De aanwezige hulpstukken kunnen voor het oppompen van ballen,luchtbedden en opblaasboten e.d.
worden gebruikt. Deze zitten aan de onderkant van de compressor. Om
deze te verwijderen, schroeft u de
compressorluchtslang erop en trekt
u de adapter eruit.Wiel verwisselen
Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset 3 276.
De onderstaande voorbereidingen
treffen en de instructies opvolgen:
● Auto op een vlakke, stevige en slipvrije ondergrond parkeren.
Voorwielen in de rechtuitstand
draaien.
● Handrem aantrekken, eerste ver‐
snelling, achteruitversnelling of
P inschakelen.
● Reservewiel verwijderen 3 283.
● Nooit meerdere wielen tegelijker‐
tijd vervangen.
● Gebruik de krik alleen om een wiel te wisselen in geval van ban‐
denpech en niet voor de jaarlijkse
montage van winter- of zomer‐
banden.
● De krik is onderhoudsvrij.
● Bij een zachte ondergrond moet u een stevige plank (max. 1 cm
dik) onder de krik leggen.
Page 282 of 345

280Verzorging van de auto● Haal vóór het opkrikken van deauto altijd eventuele zware ob‐
jecten eruit.
● In de op te krikken auto mogen zich geen personen of dieren be‐vinden.
● Nooit onder een opgekrikte auto kruipen.
● Opgekrikte auto niet starten.
● Maak de wielmoeren en de schroefdraad schoon alvorens
het wiel te monteren.9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wielmoerdoppen met een schroe‐
vendraaier loswippen en verwij‐
deren. Wieldop verwijderen.
Boordgereedschap 3 267.
Lichtmetalen velgen: Wielmoer‐
doppen met een schroeven‐
draaier loswippen en verwijderen. Ter bescherming een zachte doek
tussen de schroevendraaier en de lichtmetalen velg aanbrengen.
Lichtmetalen velgen met midden‐
wielboutdop: Maak de middendop los door de trekker in de uitsparing
van het merkembleem te plaatsen en te trekken, boordgereedschap
3 267.
2. Afhankelijk van de versie boord‐ gereedschap zijn er twee uitvoe‐
ringen voor de krik en de wielsleu‐
tel 3 267.
Variant 1a met stijve wielsleutel:Plaats de wielsleutel stevig op de
wielmoer en draai elke moer een
halve slag los.
Varianten 1b, 2 en 3 met
uitklapbare wielsleutel:
Page 283 of 345
Verzorging van de auto281Klap de wielsleutel uit, zet deze
stevig op de wielmoer en draai
elke moer een halve slag los.
De wielen kunnen met wielborg‐
moeren beschermd zijn. Zet voor
het losdraaien van deze speci‐
fieke moeren eerst de adapter op
de moerkop voordat u de wiel‐
sleutel erop zet. De adapter ligt in het handschoenenkastje.
3. Zorg ervoor dat de krik op de juiste
manier onder het dichtstbijzijnde
kriksteunpunt staat.
Sommige versies zijn uitgevoerd
met dorpelplaten met afgedekte
krikpunten: trek eerst de afdek‐
king van het betreffende krikpunt
eruit.
4. 3-deurs/5-deurs hatchback en
4-deurs notchback,
krikvarianten 1a, 1b en 3, 3 267:Zet de krik op de vereiste hoogte.
Plaats deze zodanig onder het
krikpunt dat deze niet kan los‐
schieten.
Bevestig de krikhendel en draai,
bij een juist uitgelijnde krik, aan de
Page 284 of 345

282Verzorging van de autohendel totdat het wiel vrij van de
grond is.
Sports tourer, krikvariant 2 3 267:
Zet de krik op de vereiste hoogte.
Plaats deze zodanig onder het
krikpunt dat deze niet kan los‐
schieten.
Bevestig de wielsleutel en draai
met de krik recht onder het krik‐
steunpunt aan de wielsleutel tot‐
dat het wiel van de grond komt.
5. Draai de wielmoeren los.
6. Wiel verwisselen. Reservewiel 3 283.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Laat de auto zakken en verwijder de krik.
9. Wielsleutel aanbrengen, let er hierbij op dat deze stevig vastzit
en de wielmoeren kruislings aan‐ halen. Het aanhaalmoment be‐
draagt 140 Nm.
10. Wieldop voor het aanbrengen zo verdraaien dat de ventielopening
over het bandventiel valt.
Wielmoerdoppen aanbrengen.
Installeer de middendop op de
lichtmetalen velgen.
11. Breng bij versies met dorpelplaten
de krikpuntafdekking aan.
12. Berg het vervangen wiel 3 283,
het autogereedschap 3 267 en de
adapter voor het vergrendelen
van de wielmoeren 3 62 op.
13. Bandenspanning en het aanhaal‐ koppel van de wielmoeren van het
gemonteerde wiel zo spoedig mo‐ gelijk controleren.
Defecte band zo spoedig mogelijk la‐
ten vervangen of repareren.
Page 285 of 345

Verzorging van de auto283Hefpunt voor hefbrug
De positie van de achterste arm van
het hefplatform centraal onder de uit‐ sparing van de dorpel.
Positie van de voorste arm van de
hefbrug tegen de onderzijde van de
auto.
Reservewiel
Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset.
Bij het aanbrengen van een reserve‐
wiel met een andere maat dan de an‐
dere wielen kan het wiel worden be‐
schouwd als een tijdelijk reservewiel
en gelden de betreffende maximum‐
snelheden, zelfs als dit niet door een
label wordt aangegeven. Raadpleeg
een werkplaats voor informatie over
de geldende maximumsnelheid.
Het reservewiel heeft altijd een stalen
velg.Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Het reservewiel ligt in de bagage‐
ruimte onder de vloerafdekplaat.
Deze is vastgezet met een vleugel‐
moer.
Verwijderen: 1. Open de vloerafdekplaat.
Page 286 of 345

284Verzorging van de auto
2. Alleen 3-deurs hatchback: verwij‐der de opbergruimte achter door
op beide knoppen te drukken.
Klap de afdekking neer en trek de
opbergruimte omhoog eruit.
3. Het reservewiel zit vast met een vleugelmoer. Neem het reserve‐
wiel eruit door de moer los te
draaien en de kegel te verwijde‐
ren (alleen 3-deurs hatchback).
Onder het reservewiel bevindt
zich de kist met boordgereed‐
schap.
4. Als er na het verwisselen van een
wiel geen wiel in de reservewiel‐
bak wordt gelegd, zet dan de ge‐
reedschapskist vast door de vleu‐
gelmoer rechtsom te draaien en
de vloerafdekplaat te sluiten.
Beschadigd volwaardig
reservewiel opbergen in de
bagageruimte, 3-deurs en
5-deurs hatchback
De reservewielbak is niet gemaakt
voor bandenmaten die afwijken van
die van het reservewiel. Een bescha‐
digd volwaardig wiel moet in de ba‐
gageruimte worden opgeborgen en
met een riem worden geborgd.
Boordgereedschap 3 267. Zet het
wiel als volgt vast:
1. Plaats het wiel met de buitenzijde
omhoog dicht aan één zijde van
de bagageruimte.
2. Plaats de lus van de riem door het
voorste sjoroog aan de betref‐
fende zijde.
3. Plaats de haak van de riem door de lus en trek eraan totdat de riemstevig aan het sjoroog bevestigd
is.
Page 287 of 345

Verzorging van de auto285
4.Steek de riem door de spaken van
het wiel zoals weergegeven in de
illustratie.
5. Doe de haak in het achterste sjor‐
oog.
6. Trek de riem strak en borg deze met de gesp.
9 Gevaar
Rijd na het opslaan van een be‐
schadigd reservewiel in de baga‐
geruimte altijd met opgeklapte en
vastgeklikte achterbankrugleunin‐
gen.
Beschadigd volwaardig
reservewiel opbergen in de
bagageruimte, Sports tourer en
4-deurs notchbackAuto's met een volwaardig reserve‐
wiel:
Een beschadigd volwaardig wiel moet
met de buitenkant omhoog in de re‐
servewielbak worden opgeborgen en
met een vleugelmoer worden ge‐
borgd.
De vloerafdekking kan op het uitste‐
kende wiel worden geplaatst.
Auto's met een compact reservewiel:
Borg een beschadigd volwaardig wiel
met de buitenkant omhoog in de re‐
servewielbak. Vervang eerst de
schroefdraadbout door een lange
bout uit de gereedchapstas 3 267.
Bout vervangen:
1. Plaat de zeskantkop van de wiel‐ sleutel en zorg ervoor dat hij goedvaststaat op de bout.
2. Draai de wielsleutel naar links om
de bout los te zetten. Verwijder de
bout.
Page 288 of 345

286Verzorging van de auto3. Neem de lange bout uit de ge‐reedschapstas 3 267 en schroef
deze met de zeskant van wiel‐ sleutel handvast.
4. Berg de gereedschapskist en het beschadigde wiel met de buiten‐
kant omhoog in de reservewiel‐
bak en borg deze door de vleu‐
gelmoer op de bout rechtsom te
draaien.
De vloerafdekking kan op het uitste‐
kende wiel worden geplaatst.
Vervang de lange bout door de korte
bout voordat u het compacte reserve‐ wiel na het vervangen of repareren
van het defecte wiel in de bak legt.
Het reservewiel weer in de bak
opbergen nadat het beschadigde
wiel is vervangen
1. Open de vloerafdekplaat, draai de
vleugelmoer los en eraf.
Alleen 3-deurs hatchback: open
de vloerafdekplaat, verwijder de
opbergruimte achter, draai de
vleugelmoer en kegel los en ver‐
wijder deze.
2. Alleen Sports tourer en 4-deurs notchback met compact reserve‐
wiel: vervang met de zeskant van
de wielsleutel de lange bout door
de korte bout.
3. Leg de gereedschappen in de ge‐
reedschapskist of -tas 3 267.
4. Leg het reservewiel met de bui‐ tenkant omhoog in de wielbak en
borg het door de vleugelmoer te‐
rug te draaien.Alleen 3-deurs hatchback: plaats
de excentrische kegel in de uit‐
sparing van het reservewiel voor‐
dat u de vleugelmoer terug draait.
5. Sluit de vloerafdekplaat en steek de opbergruimte achter erin (al‐
leen 3-deurs hatchback).
9 Waarschuwing
Bij het niet goed vastzetten van
een krik, een wiel of andere appa‐ ratuur in de bagageruimte is er
kans op letsel. Bij een noodstop of