2016 OPEL ASTRA J Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 161 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling159Als geen koeling of droging gewenst
is, moet u omwille van het brandstof‐
verbruik de koeling uitschakelen. Ge‐
activeerde koeling kan een Autostop
verhinderen.
Luchtrecirculatie

Page 162 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 160KlimaatregelingRuiten ontwasemen en
ontdooien  V
●
V indrukken: aanjager schakelt
automatisch over op hogere snel‐
heid, de luchtstroom wordt op de voorruit gericht.
● Draaiknop voor temperat

Page 163 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling161Achterruitverwarming Ü 3  36, Stoel‐
verwarming  ß 3  48 , Verwarmd stuur‐
wiel  * 3  102.
Elke wijziging in de instellingen ver‐
schijnt enkele seconden lang op het
Info-dis

Page 164 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 162Klimaatregeling
Als de minimumtemperatuur Lo is in‐
gesteld, levert de klimaatregeling
maximale koeling, als de koeling  n
wordt ingeschakeld.
Wanneer u de maximumtemperatuur
Hi  instelt, zorgt h

Page 165 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling163Handmatige instellingenU kunt de instellingen van het klimaat‐
regelsysteem als volgt met de knop‐
pen en draaiknoppen wijzigen. Wan‐
neer u een instelling wijzigt, wordt de
au

Page 166 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 164Klimaatregelingbrandt. Koeling werkt alleen bij een
draaiende motor en ingeschakelde
aanjager van de klimaatregeling.
Druk opnieuw op  n om koeling uit te
schakelen.
Het airconditioningssysteem koe

Page 167 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling165Luchtroosters
Verstelbare luchtroosters
Wanneer de koeling ingeschakeld is moet er minimaal een luchtroosteropenstaan.
Open het luchtrooster door het stel‐
wiel naar het grotere sy

Page 168 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 166KlimaatregelingOnderhoud
Luchtinlaat
De luchtinlaat naar de motorruimte
onder aan de voorkant van de voorruit
moet voor voldoende luchttoevoer
vrijgehouden worden. Bladeren, vuil
of sneeuw verwijde