Page 241 of 345

Verzorging van de auto239Remmen
Wanneer de remvoering een mini‐ male dikte heeft, hoort u een piepend geluid wanneer u remt.
Verder rijden is mogelijk maar laat de
remblokken zo spoedig mogelijk ver‐
vangen.
Na de montage van nieuwe remblok‐
ken de eerste paar ritten niet onnodig hard remmen.
Remvloeistof9 Waarschuwing
Remvloeistof is giftig en bijtend.
Contact met ogen, huid, textiel en
lakwerk vermijden.
De remvloeistof moet tussen merkte‐
kens MIN en MAX staan.
Raadpleeg een werkplaats als het
vloeistofpeil lager dan MIN is.
Rem- en koppelingsvloeistof 3 296.
Accu
Auto's zonder stop-startsysteem zijn uitgerust met een loodzuuraccu. Au‐
to's met stop-startsysteem zijn uitge‐
rust met een AGM-accu die geen
loodzuuraccu is.
De accu van de auto is onderhouds‐
vrij mits uw rijstijl zo is dat de accu
voldoende wordt opgeladen. Bij korte ritten en veelvuldig starten kan de
accu ontladen raken. Vermijd het ge‐
bruik van onnodige elektrische ver‐
bruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan 4 weken
achtereen stilstaat, kan de accu ont‐
laden raken. Poolklem van de min‐
pool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
keld contact aansluiten en loskoppe‐
len.
Ontlaadbeveiliging accu 3 156.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling van het
stop- startsysteem.
Page 242 of 345

240Verzorging van de autoLet er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐
roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐ sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan
worden gemonteerd.
Zorg bij auto's met een Stop/Start-
systeem dat de AGM-accu (Absorp‐
tive Glass Mat) weer wordt vervangen door een AGM-accu.U kunt een AGM-accu herkennen aan
het label op de accu. Wij bevelen het
gebruik aan van een originele Opel
accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐
bruikt dan de originele Opel accu is
het mogelijk dat het Stop/Start-sys‐
teem slechter presteert.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop/Start-systeem 3 170.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 287.
Waarschuwingssticker
Betekenis van de symbolen:
● Geen vonken, open vuur en niet roken.
● Altijd een veiligheidsbril dragen. Explosieve gassen kunnen aan‐
leiding geven tot blindheid of let‐
sel.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat blindheid of ernstige brandwon‐
den kan veroorzaken.
Page 243 of 345

Verzorging van de auto241● Zie de gebruikershandleidingvoor meer informatie.
● Er kan explosief gas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
Indien de tank is leeggereden, moet
het dieselbrandstofsysteem worden ontlucht. Schakel het contact drie‐
maal in gedurende 15 seconden per keer. Motor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Herhaal deze
procedure na minstens 5 seconden.
Als de motor niet aanslaat, moet u de
hulp van een werkplaats inroepen.Wisserblad vervangen
Til de ruitenwisserarm op tot hij om‐
hoog blijft staan, druk op de knop om
het wisserblad los te maken en ver‐
wijder het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐
arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig naar omlaag.
Wisserblad achterruit
Til de ruitenwisser op. Maak het wis‐
serblad los zoals getoond in de illu‐
stratie en verwijder het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐ arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Page 244 of 345
242Verzorging van de autoGloeilamp vervangenOntsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
Lampcontrole
Schakel het contact in na het vervan‐ gen van een lamp en bedien en con‐
troleer de lichten.Halogeenkoplampen
5-deurs hatchback, 4-deurs
notchback, Sports tourer
Halogeenkoplampen met aparte
gloeilampen voor dimlicht en groot‐
licht.
Dimlicht (1) buitenste gloeilamp.
Grootlicht (2) binnenste gloeilamp.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (3) .
Dimlicht (1)
1.Draai de kap (1) naar links en ver‐
wijder.
Page 245 of 345
Verzorging van de auto2432. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen van
het reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
5. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Grootlicht (2)
1.Draai de kap (2) naar links en ver‐
wijder.
2. De lamphouder naar links los‐ draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen van
het reflectorhuis vallen. Rechtsom vastdraaien.
5. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslichten/dagrijlicht (3)
1.Draai de kap (3) naar links en ver‐
wijder. Gebruik een schroeven‐
draaier om de kap te draaien.
Page 246 of 345
244Verzorging van de auto2. Duw de borglippen bij elkaar entrek de lamphouder uit de reflec‐
tor.
3. Verwijder de gloeilamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
4. Plaats de lamphouder in de re‐ flector. Breng de kap aan en draai
deze rechtsom.
3-deurs hatchback
Bi-halogeenkoplamp (1) met één
lamp voor dim- en grootlicht.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2) .
Dimlicht/grootlicht (1)
1.Draai de kap (1) naar links en ver‐
wijder.
Page 247 of 345

Verzorging van de auto2452. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Klik de lamphouder los van de stekker door op de borgnok te
drukken.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2)
1. Lampfitting (2) linksom los‐draaien. Lampfitting met lamp uit
het reflectorhuis nemen.
2. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
3. Plaats een nieuwe lamp in de fit‐ ting.
4. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
Adaptief rijlicht (AFL)9 Gevaar
Het adaptieve rijlicht (AFL) is uit‐
gerust met Xenonkoplampen.
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
Zijmarkeringslicht/dagrijlichten zijn
uitgevoerd met led's en kunnen niet
worden vervangen.
Lampen voor afslagverlichting zijn
vervangbaar.
Page 248 of 345
246Verzorging van de autoAfslagverlichting
1. Draai de kap naar links en verwij‐der deze.
2. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Trek de lamp uit de stekker.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Mistlampen
5-deurs hatchback, 4-deurs
notchback, Sports tourer
1. Maak beide doppen bij de gemar‐
keerde zone met een schroeven‐
draaier los.