2016 OPEL ASTRA J Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 145 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen143Software-updates
OnStar kan op afstand software-up‐
dates uitvoeren, zonder dat zij u daar‐
over van tevoren inlichten of om uw
toestemming vragen. Deze updates

Page 146 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 144VerlichtingVerlichtingRijverlichting.............................. 144
Lichtschakelaar .......................144
Automatische verlichting .........145
Grootlicht .................................

Page 147 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting145Lichtschakelaar met
automatische verlichting
Lichtschakelaar draaien:
AUTO:automatische verlichting:
het dimlicht wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeld,
afhankelijk van het omge‐

Page 148 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 146VerlichtingGrootlicht
Om van dimlicht naar grootlicht om te
schakelen, duwt u tegen de hendel.
Om het dimlicht in te schakelen, duwt
u nogmaals tegen de hendel of u trekt eraan.
Grootlichtassistent

Page 149 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting147KoplampverstellingHandmatige koplampverstelling 
U kunt de lichtbundelhoogte aanpas‐
sen aan de belading om verblinding
te voorkomen: draai het kartelwiel‐
tje  ? in de gewenste stan

Page 150 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 148Verlichtingafkomstig van het regensensorsys‐teem. Automatische verlichting
3  145.
Adaptief rijlicht (AFL) De functies voor adaptief rijlicht (AFL)
zijn alleen aanwezig in combinatie
met bi-xenon

Page 151 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting149In scherpe bochten of bij het afslaan,
afhankelijk van de stuuruitslag of de
richtingaanwijzer, wordt een extra
lamp links of rechts bijgeschakeld, die
de weg haaks op de rijrichting ver

Page 152 of 345

OPEL ASTRA J 2016  Gebruikershandleiding (in Dutch) 150VerlichtingHet grootlicht wordt gedeactiveerd en
het dimlichtbereik wordt verminderd
tot niet-verblindend wanneer de vol‐
gende beperkingen door de frontca‐
mera in de voorruit worden waarge‐