3. Verander het tabblad en selecteer het instellingsitem dat u wilt veranderen.
U kunt instellingen in de instellingsdisplay als volgt naar eigen voorkeur instellen:
Tabblad Onderwerp Verklaring
GeplandInstellingen Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Tijd (maanden) Toont de tijd of de afstand tot aan de volgende onderhoudsbeurt.
Selecteer dit item voor het instellen van de onderhoudsperiode.
“Nu gepland!”wordt in rood getoond en het
moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep gaat branden
wanneer de resterende afstand minder is dan 500 km of het
resterende aantal dagen minder is dan 15
(al naargelang wat zich het eerst voordoet). Afstand (mijl of km)
ResetStelt de tijd en afstand terug op de beginwaarden.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens
wanneer onderhoud wordt uitgevoerd worden teruggesteld.
BandenrotatieInstellingen Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Afstand (mijl of km)Toont de afstand tot aan de volgende beurt voor het onderling
verwisselen van de banden.
Selecteer dit item voor het instellen van de afstand voor het
onderling verwisselen van de banden.
“Bandenrotatie gepland!”wordt in rood getoond en het
moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep gaat branden
wanneer de resterende afstand minder is dan 500 km.
ResetStelt de resterende afstand terug op de beginwaarde.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens na
het onderling verwisselen van de banden worden teruggesteld.
Olie verversenInstellingen
*1Melding kan in-/uitgeschakeld worden.
Afstand (mijl of km)Toont de afstand tot aan de volgende olieverversingsbeurt.
Selecteer dit item voor het instellen van de afstand tot aan de
volgende olieverversingsbeurt.
“Ververs olie!”wordt in rood getoond en het
moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep gaat branden
wanneer de resterende afstand minder is dan 500 km.
Reset
*2Stelt de resterende afstand terug op de beginwaarde.
Wanneer het systeem eenmaal is geactiveerd, moet dit telkens na
het verversen van de motorolie worden teruggesteld.
*1 Er is een flexibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie beschikbaar (alleen bepaalde
modellen). Raadpleeg een officiële Mazda reparateur voor details.
Wanneer de flexibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie is geselecteerd, ziet u de
volgende items in de display. De auto berekent de resterende gebruiksduur van de olie op basis van de
gebruiksomstandigheden van de motor en u wordt op de hoogte gesteld wanneer een olieverversingsbeurt
nodig is door het oplichten van het moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep.
*2 Zodra de motorolie is ververst, moet voor SKYACTIV-D 2.2 de motorstuureenheid teruggesteld worden.
Uw officiële Mazda reparateur kan de motorstuureenheid voor u terugstellen of zie de procedure voor het
terugstellen van de motorstuureenheid (pagina 6-32).
6-22
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
U dient de band te vernieuwen alvorens
de lijn van de slijtage-indikator over het
gehele profiel verschijnt.
Na het afstellen van de bandenspanning is
initialisering van het
bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op
pagina 4-236.
qNoodreservewielí
Controleer tenminste eens per maand of
het noodreservewiel de juiste
bandenspanning heeft en stevig op zijn
plaats bevestigd is.
OPMERKING
De conditie van het noodreservewiel
gaat geleidelijk achteruit ook als dit niet
in gebruik geweest is.
Het noodreservewiel is gemakkelijker te
hanteren als gevolg van zijn constructie
welke lichter en kleiner is dan die van een
conventionele band. Deze band dient
enkel gebruikt te worden in een
noodgeval en enkel voor een korte
afstand.
Gebruik het noodreservewiel uitsluitend
totdat de conventionele band is
gerepareerd, hetgeen zo spoedig mogelijk
dient te gebeuren.
Zie Banden op pagina 9-11.
OPGELET
lDe velg van het noodreservewiel niet
gebruiken voor het monteren van een
conventionele band of voor het
aanbrengen van sneeuwkettingen.
Geen van beiden zal juist passen
waardoor zowel de band als de velg
beschadigd kunnen raken.
lHet profiel van de band van het
noodreservewiel heeft een
levensduur van maximaal 5000 km.
Het is mogelijk dat de levensduur
van het profiel korter is, afhankelijk
van de rijomstandigheden.
lHet noodreservewiel is voor beperkt
gebruik, echter wanneer de
doorlopende lijn van de slijtage-
indikator op het profiel zichtbaar
wordt, dient de band door hetzelfde
type noodreserveband vervangen te
worden (pagina 6-54).
qVernieuwen van een velg
WAARSCHUWING
Gebruik steeds velgen van de juiste
maat op uw auto:
Het gebruik van een verkeerde
velgmaat is gevaarlijk. Het
remvermogen en de bestuurbaarheid
kunnen daardoor nadelig beïnvloed
worden, hetgeen tot verlies van de
macht over het stuur en een ongeluk
kan leiden.
6-54
Onderhoud en verzorging
íBepaalde modellen.
Zelf uit te voeren onderhoud
OPGELET
Een velg van een verkeerde maat kan
een nadelige invloed hebben op:
lPassing van de band op de velg
lLevensduur van de velg en het
wiellager
lGrondspeling
lSpeling van sneeuwkettingen
lJuiste werking van de snelheidsmeter
lRichting van de lichtbundel van de
koplampen
lBumperhoogte
lBandenspanningcontrolesysteem
OPMERKING
lWanneer u om een of andere reden
de velgen wenst te vervangen, dient
u er op te letten dat de nieuwe velgen
gelijkwaardig zijn aan de origineel
van fabriekswege gemonteerde
velgen voor wat betreft diameter,
velgbreedte en offset (binnen/
buiten).
lNeem voor details contact op met
een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
Wanneer de banden op de juiste wijze
gebalanceerd zijn, geeft dit het beste
rijcomfort en helpt het slijtage van het
bandenprofiel te verminderen. Banden
welke uit balans zijn kunnen irriterende
trillingen en ongelijkmatige
bandenslijtage veroorzaken, zoals
uitstulpingen en gladde plekken.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-55
Koplampen (Dimlicht)
Koplampen (Grootlicht)/Dagverlichtingí
Dagverlichting/Positielampen
Mistlampen voorí
Voorste richtingaanwijzerlampen
Positielampen
Zijrichtingaanwijzerlampen
Lampen van rem-/achterlichten
Achterlichten
Achterste richtingaanwijzerlampen
Achterlichten (Zijde achterklep)
Achteruitrijlampen
Mistlamp achter (Model met links stuur)í
Mistlamp achter (Model met rechts stuur)í
Middelste remlicht
Kentekenplaatlampen
Plafondlamp (Voor)/Kaartleeslampen
Make-up spiegeltje verlichtingení
Achterste kaartleeslampen
Bagageruimteverlichting
WAARSCHUWING
Nooit het glasgedeelte van een
halogeenlamp met de blote handen
aanraken en steeds oogbescherming
gebruiken wanneer u in de buurt van
de lampen werkt of deze gaat
vastnemen:
Wanneer een halogeenlamp breekt is
dit gevaarlijk. Deze gloeilampen
bevatten gas dat onder druk staat. Als
zo'n lamp breekt, kan deze uit elkaar
springen en kan door het rondvliegend
glas ernstige verwondingen worden
toegebracht.
Als het glasgedeelte met blote handen
wordt aangeraakt, blijft er huidvet op
de gloeilamp achter waardoor deze
oververhit kan raken en bij het
branden uit elkaar kan springen.
WAARSCHUWING
Houd halogeenlampen steeds buiten
het bereik van kinderen:
Spelen met een halogeenlamp is
gevaarlijk. Door een halogeenlamp te
laten vallen of deze op een andere
manier te breken, kunnen ernstige
verwondingen worden toegebracht.
OPGELET
Zorg ervoor bij het verwijderen van de
lens of de lampeenheid met behulp van
een platte schroevendraaier, dat de
platte schroevendraaier geen contact
maakt met de elektrische aansluiting.
Als de platte schroevendraaier contact
maakt met de elektrische aansluiting,
kan er kortsluiting ontstaan.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-57íBepaalde modellen.
OPMERKING
lNeem voor het vervangen van de
gloeilamp contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
lAls de halogeenlamp per ongeluk
wordt aangeraakt, deze met
schoonmaakalcohol schoonvegen
alvorens de lamp te gebruiken.
lGebruik het beschermkapje en het
doosje van de nieuwe gloeilamp om
de oude gloeilamp onmiddellijk en
buiten het bereik van kinderen op te
ruimen.
qVervangen van de gloeilampen
van de buitenverlichting
Koplampen (Met LED koplampen)
Dimlichtgloeilampen,
Grootlichtgloeilampen, Dagverlichting/
Positielampen
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een officiële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Koplampen (Met halogeen koplampen)
Dimlichtgloeilampen
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.3.(Rechterzijde)
Verwijder het reservoir van de
voorruitensproeiervloeistof uit de
geleider.
Reservoir van
voorruitensproeiervloeistofGeleider
4. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
6-58
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
reflector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
6. Monteer de nieuwe gloeilamp in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Grootlichtgloeilampen
(Met dagverlichting)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.3.(Rechterzijde)
Verwijder het reservoir van de
voorruitensproeiervloeistof uit de
geleider.
Reservoir van
voorruitensproeiervloeistofGeleider
4. Trek het afsluitkapje los.
5. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-59
6. Monteer de nieuwe gloeilamp in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
(Zonder dagverlichting)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
3.(Rechterzijde)
Verwijder het reservoir van de
voorruitensproeiervloeistof uit de
geleider.
Reservoir van
voorruitensproeiervloeistofGeleider
4. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
5. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
reflector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
6. Monteer de nieuwe gloeilamp in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Voorste richtingaanwijzerlampen,
Positielampen (Met halogeen
koplampen)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Als u de rechter gloeilamp gaat
vernieuwen, de motor starten, het
stuurwiel volledig naar rechts draaien
en de motor stopzetten. Als u de linker
gloeilamp gaat vernieuwen, het
stuurwiel naar links draaien.
6-60
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
reflector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Zijrichtingaanwijzerlampen
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een officiële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
(Met LED koplampen)
Remlichten, Achterlichten, Achterste
richtingaanwijzerlampen,
Achterruitrijlampen
Remlichten, Achterlichten
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een officiële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Achterste richtingaanwijzerlampen,
Achterruitrijlampen
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Verwijder het kapje met een platte
schroevendraaier welke met een lap
omwikkeld is om beschadiging van het
kapje te voorkomen.
Achterste richtingaanwijzerlampen
Achteruitrijlampen
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-63