Verwisselen van een lekke
band (Met reservewiel)
OPMERKING
Als zich tijdens het rijden het volgende
voordoet, kan dit duiden op een lekke
band.
lSturen wordt zwaar.
lDe auto begint buitengewoon te
trillen.
lHet voertuig trekt naar één kant.
Als u een lekke band heeft, langzaam naar
een vlak gedeelte rijden en de band op een
plaats buiten het verkeer en op voldoende
afstand van de rijbaan verwisselen.
Stoppen in druk verkeer of langs de berm
van een drukke weg is gevaarlijk.
WAARSCHUWING
Volg bij het verwisselen van een band
de aanwijzingen:
Het verwisselen van een band is
gevaarlijk als dit niet op de juiste
manier wordt gedaan. De auto kan
van de krik glijden en iemand ernstig
letsel toebrengen.
Niemand mag een deel van zijn
lichaam onder een auto plaatsen die
door een krik ondersteund wordt.
Laat nooit iemand achter in een auto
die door een krik ondersteund wordt:
Het achterlaten van een passagier in
een opgekrikte auto is gevaarlijk. De
inzittende kan de auto van de krik af
doen glijden, hetgeen ernstig letsel
kan veroorzaken.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de krik goed gesmeerd
is alvorens deze te gebruiken.
1. Parkeer op een harde, vlakke
ondergrond op een veilige plaats en
trek de handrem stevig aan.
2. Schakel bij een automatische
transmissie in stand P (parkeren) of bij
een handgeschakelde versnellingsbak
in stand R (achteruit) of 1 en zet de
motor stop.
3. Schakel de
waarschuwingsknipperlichten
in.
4. Laat iedereen uitstappen en uit de buurt
van de auto en het verkeer gaan.
5. Verwijder de krik, de wielmoersleutel
en het reservewiel (pagina 7-4).
6. Blokkeer het wiel dat zich diagonaal
tegenover het wiel met de lekke band
bevindt. Bij het blokkeren van een
wiel, een wielblok zowel aan de
voorzijde als aan de achterzijde van de
band plaatsen.
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
7-17
(SKYACTIV-D 2.2)
lEr is een defect in de hydraulische
regeling van de motor.
lEr is een defect in de distributieketting
van de motor.
lEr is een defect in de voorverwarming.
qAls het remwaarschuwingslampje
gaat branden
Als het remwaarschuwingslampje blijft
branden, bestaat de kans dat het
remvloeistofniveau laag is of dat er een
probleem is met het remsysteem. Breng
de auto onmiddellijk op een veilige plaats
tot stilstand en neem contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
WAARSCHUWING
Niet rijden wanneer het
remwaarschuwingslampje brandt.
Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur om de remmen zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren:
Rijden terwijl het
remwaarschuwingslampje brandt is
gevaarlijk. Het geeft aan dat de
remmen wellicht totaal niet
functioneren of dat ze op elk moment
volledig buiten bedrijf kunnen raken.
Laat de remmen onmiddellijk
inspecteren indien dit lampje blijft
branden nadat u gecontroleerd heeft
of de handrem volledig ontspannen is.
OPGELET
Ook is het mogelijk dat het effectieve
remvermogen vermindert, zodat u het
rempedaal krachtiger moet intrappen
dan normaal om de auto tot stilstand te
brengen.
7-36
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
OPMERKING
lAls het indikatielampje brandt of
knippert, zal de stuurbekrachtiging
niet normaal functioneren. In dat
geval kan het stuurwiel alsnog
gedraaid worden, echter het sturen
gaat dan zwaarder dan normaal en
het is mogelijk dat het stuurwiel
tijdens het draaien trilt.
lAls tijdens stilstand of uiterst
langzaam rijden het stuurwiel bij
herhaling naar links en naar rechts
gedraaid wordt, is het mogelijk dat
de defectbeveiliging van het
stuurbekrachtigingssysteem in
werking treedt waardoor het sturen
zwaarder wordt. Dit duidt echter niet
op een probleem. Parkeer in dit geval
de auto op een veilige plaats en
wacht enkele minuten totdat het
systeem weer normaal werkt.
qAls het waarschuwingslampje voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels gaat
branden of knipperen
Een defect in het systeem wordt
aangeduid als het waarschuwingslampje
constant knippert, constant brandt of
helemaal niet brandt wanneer het contact
op ON gezet wordt. Bij elk van deze
gevallen dient u zo spoedig mogelijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur te raadplegen.
Het systeem zal dan wellicht in het geval
van een aanrijding niet in werking treden.
WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/
voorspannersystemen en laat altijd
alle onderhoud en reparatie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of
sleutelen aan de systemen is
gevaarlijk. De kans bestaat dat een
airbag/voorspanner onvoorzien
geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.
7-44
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
qAls de moersleutelindikatie/
indikatielampje wordt aangegeven
Type A
Laat onderhoud uitvoeren overeenkomstig
het bericht.
Type B
Wanneer het lampje brandt
Het moersleutelindikatielampje gaat
branden wanneer het tijdstip voor het
verversen van de motorolie bereikt is.
Als het lampje gaat branden, de motorolie
verversen.
Zie Motorolie op pagina 6-29.
Wanneer het lampje knippert
(SKYACTIV-D 2.2)
De opvanginrichting voor bezinksel
scheidt water van de brandstof.
Indien er zich water in dit filter heeft
verzameld, gaat het waarschuwingslampje
knipperen.
Als dit gebeurt, dient u zo spoedig
mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur te
raadplegen.
qAls het indikatielampje van de
anti-wielspin regeling (TCS)/
dynamische stabiliteitsregeling
(DSC) gaat branden
Als het lampje blijft branden, is er
mogelijk een defect in het TCS, DSC of
het rembekrachtigingsysteem en bestaat
de kans dat deze niet correct functioneren.
Breng uw auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
OPMERKING
lAfgezien van het knipperen van het
indikatielampje, is een licht
“afremmend”geluid van de motor
hoorbaar. Dit geeft aan dat het TCS/
DSC systeem juist werkt.
lOp gladde oppervlakken zoals verse
sneeuw, zal het onmogelijk zijn een
hoog toerental te bereiken wanneer
het TCS systeem is ingeschakeld.
7-48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
qAls het indikatielampje van de
anti-wielspin regeling (TCS) OFF
gaat branden
Als het lampje blijft branden wanneer het
TCS systeem niet is uitgeschakeld, uw
auto naar een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
brengen. Er is mogelijk een defect in het
DSC systeem.
qAls het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(blauw) niet uit gaat
Als het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
qAls het richtingaanwijzers/
waarschuwingsknipperlichten
indikatielampje blijft branden of
met abnormaal hoge snelheid
gaat knipperen
Als een indikatielampje abnormaal gaat
knipperen, bestaat de kans dat één van de
richtingaanwijzergloeilampen is
doorgebrand. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
qAls het
beveiligingssysteemindikatielampje gaat
branden of knipperen
Als de motor niet met de correcte sleutel
gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindikatielampje blijft
branden of knipperen, is er mogelijk een
defect in het systeem. Raadpleeg een
officiële Mazda reparateur.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-49
qAls het Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem
waarschuwingslampje (oranje)
brandt
í
Het waarschuwingslampje gaat branden
als er een defect is in het systeem terwijl
het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem is ingeschakeld. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
qAls het dodehoekmonitor (BSM)
OFF indikatielampje gaat brandení
Type A
Als de indikatie na bediening van de
dodehoekmonitor (BSM) schakelaar blijft
verschijnen, duidt dit op een probleem in
het systeem. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur controleren.
Type B
De volgende gevallen kunnen duiden op
een storing in het systeem. Laat uw auto
bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
controleren.
lHet lampje gaat niet branden wanneer
het contact op ON wordt gezet.
lWanneer het lampje blijft branden, ook
al is de dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar uitgezet.
lWanneer dit tijdens het rijden gaat
branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met
minder verkeer en de radarsensoren
weinig voertuigen kunnen detecteren,
bestaat de kans dat het systeem pauzeert
(de dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie/indikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden). Dit
duidt echter niet op een defect.
qAls het verlichting-aan
indikatielampje gaat knipperen
Het lampje blijft knipperen als er een
defect in het verlichtingssysteem is.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
7-50
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
qAls het LED
koplampwaarschuwingslampje
gaat branden
í
Dit lampje gaat branden als er een defect
is in de LED koplamp. Laat uw auto door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
In de volgende gevallen wordt
een waarschuwingszoemer
geactiveerd
qWaarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting
Als de verlichting is ingeschakeld en het
contact in de stand ACC wordt gezet of
wordt uitgeschakeld, zal er een continue
pieptoon klinken zodra het
bestuurdersportier geopend wordt.
OPMERKING
lWanneer het contact op ACC gezet
wordt, heeft de
“Waarschuwingspieptoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP)”
(pagina 7-53) voorrang boven de
waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
lEen gebruikersfunctie is beschikbaar
voor het veranderen van het
geluidsvolume voor de
waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-51íBepaalde modellen.
qGloeilampen
Buitenverlichting
GloeilampCategorie
Watt UNECE
*1(SAE)
KoplampenHalogeen
koplampenGrootlichtZonder
dagverlichting60 HB3 (9005)
Met
dagverlichting55/15
*2H15 (―)
Dimlicht 55 H11 (H11)
LED
koplampenGrootlicht LED
*3―(―)
Dimlicht LED*3―(―)
Dagverlichting
íMet halogeen koplampen 55/15*4H15 (―)
Met LED koplampen LED*3―(―)
Voorste
richtingaanwijzerlampenMet halogeen koplampen 21 PY21W (―)
Met LED koplampen 21 WY21W (7443NA)
PositielampenMet halogeen koplampen 5 W5W (―)
Met LED koplampen LED
*3―(―)
Mistlampen voor
íMet halogeen koplampen 55 H11 (H11)
Met LED koplampen LED*3―(―)
Zijrichtingaanwijzerlampen LED*3―(―)
Middelste remlicht LED*3―(―)
Achterste richtingaanwijzerlampen 21 WY21W (7443NA)
Lampen van
rem-/achterlichtenMet halogeen koplampen 21/5 W21/5W (7443)
Met LED koplampen LED
*3―(―)
AchterlichtenMet halogeen koplampen 5 W5W (―)
Met LED koplampen LED
*3―(―)
Achteruitrijlampen 16 W16W (921)
Mistlamp achter
í21 W21W (7440)
Kentekenplaatlampen 5 W5W (―)
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United Nations Economic
Commission for Europe).
*2 Lamp met dubbele gloeidraad, echter alleen 55W gloeidraadlampen worden in de koplampen (groot licht)
gebruikt.
*3 LED is de afkorting voor Licht Emitterende Diode.
*4 Lamp met dubbele gloeidraad, echter alleen 15W gloeidraadlampen worden in de dagverlichting gebruikt.
9-10íBepaalde modellen.
Technische gegevens