lAls CD's bewaard worden in de auto
wanneer deze aan direct zonlicht of
hoge temperaturen is blootgesteld,
kunnen de CD-R/CD-RW's zodanig
beschadigd worden dat ze niet meer
afspeelbaar zijn.
lEen CD-R/CD-RW van meer dan 700
MB kan niet worden afgespeeld.
lDe kans bestaat dat deze installatie
bepaalde discs die gemaakt zijn met
behulp van een computer niet kan
afspelen als gevolg van de instelling
van de gebruikte toepassing
(schrijfsoftware). (Raadpleeg voor
bijzonderheden de plaats van aankoop
van de toepassing.)
lHet is mogelijk dat bepaalde
tekstgegevens, zoals titels die
opgenomen zijn op een CD-R/CD-RW
niet getoond worden wanneer
muziekgegevens (CD-DA) afgespeeld
worden.
lDe tijdsduur vanaf wanneer een CD-
RW wordt ingestoken tot het moment
waarop deze met afspelen begint is
langer dan bij een normale CD of CD-
R.
lLees de bedieningshandleiding en
voorzorgsmaatregelen voor CD-R/CD-
RW's volledig.
lGebruik geen discs waarop plakband is
aangebracht, met gedeeltelijk
losgeraakte labels of kleefmateriaal dat
van de randen van het CD label naar
buiten steekt. Gebruik ook geen discs
waarop een in de handel verkrijgbaar
CD-R label is aangebracht. De kans
bestaat dat de disc niet wordt
uitgeworpen en dat de installatie defect
raakt.
qBedieningstips voor MP3
MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3,
een gestandaardiseerde stemcompressie,
zoals bepaald door de ISO
*1werkgroep
(MPEG).
Met behulp van MP3 kunnen
audiogegevens gecomprimeerd worden tot
ongeveer een-tiende van het formaat van
de brongegevens.
Dit apparaat geeft bestanden met de
extensie (.mp3) weer als MP3 bestanden.
*1 Internationale Organisatie voor
Standaardisering
OPGELET
Gebruik geen audiobestandsextensie
voor andere bestanden dan
audiobestanden. Ook de
audiobestandsextensie niet veranderen.
Anders zal het apparaat het bestand niet
correct herkennen wat ruis of een defect
kan veroorzaken.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-21
lPlak geen papier of plakband op de
DVD. Voorkom het bekrassen van de
achterzijde (de zijde zonder label). De
kans bestaat dat de disc niet wordt
uitgeworpen en dat de installatie defect
raakt.
lStof, vingerafdrukken en vuil kunnen
de hoeveelheid licht dat door het
signaaloppervlak weerkaatst wordt
verminderen, hetgeen een nadelige
invloed op de geluidskwaliteit heeft.
Indien de DVD verontreinigd mocht
raken, deze voorzichtig met een zachte
doek vanaf het midden van de DVD tot
aan de rand afvegen.
lGebruik geen reinigings-sprays voor
grammofoonplaten, anti-statische
reinigingsmiddelen of huishoudelijke
spray-reinigers. Vluchtige chemische
middelen zoals benzine en terpentijn
kunnen het oppervlak van de DVD
eveneens beschadigen en mogen dus
niet worden gebruikt. Alle middelen
die plastic aantasten, doen kromtrekken
of dof maken mogen nooit voor het
reinigen van DVD's worden gebruikt.
lDe DVD speler werpt de DVD uit als
de DVD ondersteboven wordt
ingestoken. Verontreinigde en/of
defecte DVD's worden mogelijk ook
uitgeworpen.
lGeen reinigingsdiscs in de DVD speler
gebruiken.
lGeen disc insteken die voorzien is van
een etiket of sticker.
lDe kans bestaat dat deze installatie
bepaalde DVD-R/DVD
R/DVD-RW/
DVD
RW's die gemaakt zijn met een
computer of een DVD recorder niet
kan afspelen als gevolg van
disckarakteristieken, krassen, vlekken,
vuil, enz., of als gevolg van stof of
condensvorming op de lens binnen in
het apparaat.
lAls DVD's bewaard worden in de auto
wanneer deze aan direct zonlicht of
hoge temperaturen is blootgesteld,
kunnen de DVD-R/DVD
R/DVD-
RW/DVD
RW's zodanig beschadigd
worden dat ze niet meer afspeelbaar
zijn.
lDe kans bestaat dat deze installatie
bepaalde discs die gemaakt zijn met
behulp van een computer niet kan
afspelen als gevolg van de instelling
van de gebruikte toepassing
(schrijfsoftware). (Raadpleeg voor
bijzonderheden de plaats van aankoop
van de toepassing.)
lLees de gebruikershandleiding en alle
voorzorgsmaatregelen voor DVD-R/
DVD
R/DVD-RW/DVDRW's.
lGebruik geen discs waarop plakband is
aangebracht of met gedeeltelijk
losgeraakte labels of kleefmateriaal dat
vanaf de randen van het DVD label
naar buiten steekt. Gebruik ook geen
discs waarop een in de handel
verkrijgbaar DVD-R label is
aangebracht. De kans bestaat dat de
disc niet wordt uitgeworpen en dat de
installatie defect raakt.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-25
qVolume/Display/Geluid regelaars
Volumeschakelaar CommanderschakelaarAudiobedieningsschakelaar
Volumeregelknop
Afstelling van het volume
Draai de volumeregelknop van de
commanderschakelaar. De
volumeschakelaar op het stuurwiel kan
ook worden ingedrukt.
Displayinstelling
Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
Selecteer het
tabblad om het item
te selecteren dat u wilt wijzigen.
Display UIT/Klok
De middendisplay kan uitgeschakeld
worden. Selecteer
om
de display uit te schakelen.
Wanneer
wordt
geselecteerd, wordt de middendisplay
uitgeschakeld en wordt de klok getoond.
De middendisplay kan als volgt weer
terug ingeschakeld worden:
lRaak de middendisplay aan.
lBedien de commanderschakelaar.
Dag/nacht (Modus) scherm instellen
Het dag- of avondscherm kan worden
geselecteerd.
: Schakelt het scherm automatisch
over al naargelang de conditie van de
koplampverlichting
*1
: Dagscherm instellen
: Nachtscherm instellen
*1 Wanneer de verlichtingsdimmer wordt
uitgeschakeld, blijft de display
constant op dagscherm ingesteld.
Helderheidafstelling
Stel de helderheid van de middendisplay
af met behulp van de schuifregelaar.
Contrastafstelling
Stel het contrast van de middendisplay af
met behulp van de schuifregelaar.
Displayinstelling terugstellen
Alle scherminstelwaarden kunnen
teruggesteld worden op hun
begininstellingen.
1. Selecteer
.
2. Selecteer
.
Afstelling van het audiogeluid
Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-53
Gracenote®Eindgebruikersovereenkomst
Deze toepassing of dit apparaat bevat software van Gracenote, Inc., Emeryville, Californië
(“Gracenote”). De software van Gracenote (de“Gracenote Software”) maakt het mogelijk
om met dit apparaat CD's en/of muziekbestanden te herkennen en informatie over muziek,
zoals naam, artiest, spoor en titelgegevens (“Gracenote-gegevens”) te verkrijgen van
online-servers of ingebedde databases (collectief,“Gracenote-servers”) en andere functies
uit te voeren. U mag Gracenote-gegevens uitsluitend gebruiken via de bedoelde
toepassings- of apparaatfuncties voor eindgebruikers.
U verklaart dat u Gracenote-gegevens, de Gracenote-software en Gracenote-servers
uitsluitend zult gebruiken voor persoonlijke niet-commerciële doeleinden. U verklaart de
Gracenote-software of enige Gracenote-gegevens niet af te staan, te kopiëren, over te
dragen of te verzenden aan derden. U VERKLAART DAT U GRACENOTE-GEGEVENS,
DE GRACENOTE-SOFTWARE OF GRACENOTE-SERVERS NIET ZULT
GEBRUIKEN OF EXPLOITEREN OP ANDERE WIJZE DAN HIER UITDRUKKELIJK
IS BESCHREVEN.
U verklaart dat uw niet-exclusieve licenties voor gebruik van de Gracenote-gegevens, de
Gracenote-software en de Gracenote-servers ongeldig worden zodra u zich niet houdt aan
deze beperkingen. Als uw licenties ongeldig worden, verklaart u afstand te doen van enig
en alle gebruik van de Gracenote-gegevens, de Gracenote-software en de Gracenote-
servers. Gracenote behoudt alle rechten op Gracenote-gegevens, de Gracenote-software en
de Gracenote-servers, inclusief alle eigendomsrechten. Onder geen enkele voorwaarde is
Gracenote aansprakelijk voor betalingen aan u voor informatie die door u beschikbaar is
gesteld. U stemt ermee in dat Gracenote, Inc. zijn rechten onder deze overeenkomst
tegenover u kan afdwingen, direct onder zijn eigen naam.
De Gracenote service gebruikt een unieke identificatie voor het opvragen van gegevens
voor statistische doeleinden. Het doel van een willekeurig toegewezen numerieke
identificatie is dat Gracenote opvragen kan tellen zonder informatie over uw identiteit.
Raadpleeg de webpagina voor meer informatie over het privacybeleid van Gracenote voor
de Gracenote service.
De Gracenote-software en alle items van de Gracenote-gegevens worden aan u in licentie
gegeven“IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEREN”.
Gracenote aanvaardt geen aansprakelijkheid en biedt geen garanties, noch uitdrukkelijk,
noch impliciet, ten aanzien van de juistheid van enige Gracenote-gegevens afkomstig van
de Gracenote-servers. Gracenote behoudt zich het recht voor gegevens van de Gracenote-
servers te verwijderen of gegevenscategorieën naar eigen goeddunken te wijzigen. Er
wordt geen garantie gegeven dat de Gracenote-software of Gracenote-servers zonder fouten
zijn of dat de werking van de Gracenote-software of Gracenote-servers niet zal worden
onderbroken. Gracenote is niet verplicht u enige nieuwe verbeterde of aanvullende
gegevenstypen of categorieën te verstrekken die Gracenote eventueel in de toekomst wil
bieden en is gerechtigd zijn services op elk gewenst moment te beëindigen.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-93
Zonnekleppen
Voor gebruik van een zonneklep aan de
voorzijde, deze naar beneden klappen.
Voor gebruik bij een van de zijramen, de
zonneklep opzij klappen.
Zonneklep
qMake-up spiegeltjes
Voor het gebruik van een make-up
spiegeltje, de zonneklep naar beneden
klappen.
Als uw auto voorzien is van een make-up
spiegelverlichting, zal deze gaan branden
wanneer u de afdekking opent.
Om uitputting van de accu te voorkomen,
gaat de make-up spiegelverlichting alleen
branden wanneer de zonneklep in de
hieronder aangegeven hoek wordt
gedraaid.
uit
uit
aan
Interieurverlichting
OPMERKING
Laat wanneer de motor stop staat de
verlichting niet gedurende langere tijd
branden. Anders bestaat de kans dat de
accu uitgeput raakt.
Plafondlampen
SchakelaarstandPlafondlampen
Verlichting uit
lVerlichting gaat aan wanneer een
portier geopend wordt
lVerlichting gaat aan of uit
wanneer het
instapverlichtingssysteem is
ingeschakeld
Verlichting aan
OPMERKING
De achterste kaartleeslampen worden
ook in- en uitgeschakeld wanneer de
plafondverlichtingschakelaar gebruikt
wordt.
5-162
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
Voorste kaartleeslampen
Wanneer de plafondverlichtingschakelaar
in de stand portier of uit staat, op de lens
drukken om de voorste kaartleeslampen te
laten branden en vervolgens nogmaals op
de lens drukken om de lampen uit te
schakelen.
OPMERKING
De voorste kaartleeslampen gaan in
onderstaande gevallen als de lens wordt
ingedrukt niet uit:
lDe plafondverlichtingschakelaar
staat in de stand ON.
lDe plafondverlichtingschakelaar
staat in de stand portier terwijl een
portier open staat.
lHet instapverlichtingsysteem is aan.
Achterste kaartleeslampen
Wanneer de plafondverlichtingschakelaar
in de stand portier of uit staat, op de lens
drukken om een achterste kaartleeslamp te
laten branden en vervolgens nogmaals op
de lens drukken om de lamp uit te
schakelen.
OPMERKING
lWanneer de achterste
kaartleeslampen eenmaal zijn
uitgeschakeld, gaan deze aan en uit
afhankelijk van de stand waarin de
plafondverlichtingschakelaar gezet
is.
lDe achterste kaartleeslampen gaan
ook als de lens wordt ingedrukt in
onderstaande gevallen niet uit:
lDe plafondverlichtingschakelaar
is ON.
lDe plafondverlichtingschakelaar
staat in de stand portier terwijl een
portier open staat.
lHet instapverlichtingsysteem is
aan.
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
5-163
Bagageruimteverlichting
SchakelaarstandBagageruimteverlichting
Verlichting uit
Verlichting gaat aan wanneer de
achterklep wordt geopend
qInstapverlichtingssysteem
Wanneer de plafondverlichtingschakelaar
in de stand DOOR staat en het contact is
uitgeschakeld gaat de plafondverlichting
branden als een van de volgende
handelingen wordt uitgevoerd.
lGaat gedurende ongeveer 30 seconden
branden wanneer het bestuurdersportier
ontgrendeld wordt.
lGaat gedurende ongeveer 15 seconden
branden wanneer een portier wordt
geopend met een sleutel die in de auto
wordt achtergelaten en vervolgens het
portier wordt gesloten.
lGaat gedurende ongeveer 5 seconden
branden wanneer een portier vanaf de
buitenzijde wordt geopend met een
sleutel die wordt meegenomen en
vervolgens het portier wordt gesloten.De plafondverlichting gaat gedurende
ongeveer 15 seconden branden wanneer
het contact is uitgeschakeld en de
plafondverlichtingschakelaar in de stand
DOOR staat.
De plafondverlichting gaat in de volgende
gevallen onmiddellijk uit:
lHet contact is ingeschakeld en alle
portieren zijn gesloten.
lHet bestuurdersportier wordt
vergrendeld.
OPMERKING
lAccubesparing
Als een van de portieren is open
blijven staan terwijl de
plafondverlichtingschakelaar in de
stand DOOR staat, of de achterklep
is open blijven staan, gaat de
plafondverlichting of
bagageruimteverlichting na ongeveer
30 minuten uit om uitputting van de
accu te voorkomen.
lDe werking van het systeem van de
instapverlichting kan gewijzigd
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
5-164
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
*3 Alleen in bepaalde landen van Europa kan er bij SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5 voertuigen een
flexibele instelling worden geselecteerd. Raadpleeg een officiële Mazda reparateur voor details. Een flexibele
instelling kan worden ingesteld als het voertuig hoofdzakelijk wordt gebruikt op plaatsen waar geen van
onderstaande condities van toepassing zijn.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
Als flexibel onderhoud wordt geselecteerd, berekent het voertuig de resterende gebruiksduur van de olie op
basis van de gebruiksomstandigheden van de motor en wordt u op de hoogte gesteld wanneer een
olieverversingsbeurt nodig is door het oplichten van het moersleutelindikatielampje in de instrumentengroep.
Vervang de motorolie en het filter wanneer het bericht/moersleutelindikatielampje verschijnt. Deze dienen
tenminste eenmaal per jaar of binnen de 20.000 km nadat de motorolie en het filter de laatste keer zijn
vervangen vernieuwd te worden.
Het systeem moet telkens wanneer de motorolie is vernieuwd worden teruggesteld, ongeacht het verschijnen
van het bericht/moersleutelindikatielampje.
*4 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
10.000 km of korter de motorolie te verversen en het oliefilter te vernieuwen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*5 Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke
5000 km of 6 maanden de motorolie te verversen en het oliefilter te vernieuwen.
a) Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
b) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
c) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
d) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
e) Rijden bij extreme hitte
f) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*6 Bij SKYACTIV-D 2.2, na het verversen van de motorolie de motoroliegegevens terugstellen.
*7 Voer de correctie voor de hoeveelheid brandstofinspuiting uit.
*8 Tap het water in het brandstofsysteem af als het indikatielampje AAN is.
*9 De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de aandrijfriemen elke
20.000 km of 12 maanden inspecteren.
a) Gebruik in bijzonder stoffige gebieden
b) Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
c) Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte
afstanden
d) Rijden bij extreme hitte
e) Voortdurend rijden in bergachtige gebieden
*10 Bij het vervangen van de motorkoelvloeistof wordt het gebruik van FL-22 aanbevolen. Gebruik van andere
motorkoelvloeistof dan FL-22 kan ernstige schade aan de motor en het koelsysteem toebrengen.
*11 Inspecteer het elektrolietniveau van de accu, het soortelijk gewicht en het uiterlijk van de accu. Bij de
onderhoudsvrije accu is alleen een inspectie van het uiterlijk vereist.
*12 Indien u een intensief gebruik van de remmen maakt (bijvoorbeeld, regelmatig met hoge snelheid of in
berggebieden rijdt), of wanneer de auto in zeer vochtige klimaten gebruikt wordt, de remvloeistof jaarlijks
verversen.
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
6-7