Page 211 of 819

4–47
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingslampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Waarschuwing Pagina
Remsysteemwaarschuwingslampje *1*2 7-36
ABS waarschuwingslampje *1
Waarschuwing
van elektronisch
remkrachtverdelingssysteem
7-36 ,
ABS waarschuwing
7-40
Laadsysteemwaarschuwingslampje *1 7-36
Motoroliewaarschuwingslampje *1 7-36
(Rood) Waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur*1 7-36
(Oranje)
* i-stop waarschuwingslampje *1 7-40
Stuurbekrachtiging defect waarschuwingslampje *1 7-36
Hoofdwaarschuwingslampje *1 7-40
* Waarschuwingslampje elektrische handrem *1 7-40
Motorwaarschuwingslampje *1 7-40
Waarschuwingslampje voor automatische transmissie *1 7-40
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels *1 7-40
* Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem *1
Knippert
7-40,
Brandt
7-46
Page 212 of 819

4–48
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Pagina
(Rood) KEY waarschuwingslampje
*1
Defect
7-40,
Behalve defect
7-46
(Oranje)
* Adaptieve LED koplampen (ALH) waarschuwingslampje *1 7-40
(Oranje)
* Waarschuwingslampje van Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem 7-40
* Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) *1 7-40
* Waarschuwingslampje van rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) *1 7-40
* LED koplampwaarschuwingslampje *1 7-40
(Oranje)
* Waarschuwingslampje van Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS) *1 7-46
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 7-46
* 120 km/h waarschuwingslampje *1 7-46
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Voorzitting) 7-46
(Rood) Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Achterzitting) 7-46
* Waarschuwingslampje voor laag sproeiervloeistofniveau 7-46
* Open-portier waarschuwingslampje 7-46
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.
Page 213 of 819
4–49
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Indicatie/Indicatielampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Indicatielampjes Pagina
* Dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje *1 4-140
* Indicatielampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF *1 4-130
* Indicatielampje van rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF *1 4-178
(Groen) KEY indicatielampje 4-6
Beveiligingssysteemindicatielampje *1 3-56
* Rijsnelheidsalarmindicatie 4-34
* Voorgloei-indicatielampje *1 4-53
* Dieseldeeltjes ¿ lter indicatielampje *1 4-242
Moersleutelindicatielampje *1 4-52
(Blauw) Indicatielampje voor lage motorkoelvloeistoftemperatuur 4-53
(Groen)
* i-stop indicatielampje 4-21
(Groen) * i-ELOOP Indicatielampje 4-109
Schakelstandindicatie 4-61
Page 214 of 819
4–50
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatielampjes Pagina
Verlichting-aan indicatielampje 4-72
Grootlichtindicatielampje Koplampen grootlicht-
dimlicht
4-76 ,
Koplamplichtsignaal
4-76
Richtingaanwijzers/Waarschuwingsknipperlichten
indicatielampjes Richtingaanwijzers
en signalen voor
rijbaanverandering
4-82 ,
Waarschuwingsknipperlichten
4-92
* Indicatielampje voor mistvoorlicht 4-79
* Indicatielampje voor mistachterlicht 4-80
* Indicatielampje elektrische handrem *1*2 7-40
* Rempedaalbediening vereist indicatielampje 4-96
* TCS/DSC indicatielampje *1 7-40
* DSC OFF indicatielampje *1 4-105
* Keuzemodusindicatielampje 4-117
(Groen)
* Adaptieve LED koplampen (ALH) indicatielampje 4-126
(Groen)
* Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
indicatielampje 4-164
Page 215 of 819

4–51
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatielampjes Pagina
(Rood)
* Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) indicatielampje Geavanceerde stadsverkeer-
remassistent (Advanced
SCBS)
4-199 ,
Stadsverkeer-remassistent
[Vooruit] (SCBS F)
4-206 ,
Stadsverkeer-remassistent
achteruit (SCBS R)
4-214 ,
Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
4-218
* Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) OFF indicatielampje Geavanceerde stadsverkeer-
remassistent (Advanced
SCBS)
4-199 ,
Stadsverkeer-remassistent
[Vooruit] (SCBS F)
4-206 ,
Stadsverkeer-remassistent
achteruit (SCBS R)
4-214 ,
Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
4-218
(Groen) Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Achterzitting) 7-46
(Wit)
* Hoofdindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-233
(Wit/Groen)
* Instelindicatie/indicatielampje van kruissnelheidsregelaar 4-233
(Wit)
* Hoofdindicatie van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-191
(Wit/Groen)
* Indicatie/indicatielampje van instelfunctie van afstelbare
snelheidsbegrenzer 4-191
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden. (Met elektrische handrem)
Page 216 of 819

4–52
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Moersleutelindicatielampje *
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het moersleutelindicatielampje
branden en vervolgens na enkele seconden
uit.
Wanneer het lampje brandt
Het moersleutelindicatielampje
gaat branden wanneer het tijd is
voor een vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt. Controleer de gegevens
en voer het onderhoud uit.
Zie Onderhoudsmonitor op pagina 6-17 .
(SKYACTIV-D 1.5)
Het moersleutelindicatielampje gaat onder
de volgende omstandigheden branden:
De motorolie is verouderd.
Het motoroliepeil is nabij het MIN-
merkteken op de peilstok of is lager dan
het MIN-merkteken.
*
Het motoroliepeil is nabij het
X-merkteken op de peilstok of is hoger
dan het X-merkteken.
*
Controleer de motorolie. Zie Controle van
het motoroliepeil op pagina 6-32 .
Vervang de motorolie als het
moersleutelindicatielampje niet uitgaat,
alhoewel het motoroliepeil in het normale
bereik is.
OPMERKING
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van
de auto is het mogelijk dat het
moersleutelindicatielampje om
een andere reden gaat branden
dan de vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt.
Telkens wanneer de motorolie wordt
ververst, dient de motorstuureenheid
van de auto teruggesteld te worden.
Uw of ¿ ciële Mazda reparateur
kan de motorstuureenheid voor
u terugstellen of zie pagina
6-31 voor Terugstellen van de
motorstuureenheid.
Wanneer het lampje knippert
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D 2.2)
De opvanginrichting voor bezinksel
scheidt water van de brandstof.
Indien er zich water in dit ¿ lter heeft
verzameld, gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Als dit gebeurt, dient u
zo spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur te raadplegen.
Page 217 of 819
4–53
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.
Als het indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Voorgloei-indicatielampje
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D
2.2)
Dit indicatielampje kan gaan branden
wanneer het contact op ON gezet wordt.
Het lampje gaat uit wanneer de
gloeibougies warm zijn. Als u nadat de
gloeibougies zijn opgewarmd het contact
gedurende langere tijd in de stand ON
laat staan zonder dat de motor draait,
worden de gloeibougies mogelijk opnieuw
opgewarmd en gaat het voorgloei-
indicatielampje branden.
Page 273 of 819

4–109
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP Indicatielampje/
Bedrijfstoestanddisplay
De bestuurder wordt op de hoogte
gesteld van de regeneratiestatus van het
i-ELOOP systeem en de bedrijfstoestand
van het voertuig door middel van
het i-ELOOP indicatielampje en de
bedrijfstoestanddisplay.
i-ELOOP Indicatielampje
Brandt (Voertuigen zonder type C/type
D audio)
Tijdens regeneratie gaat het lampje
branden.
Knippert
Als de motor gestart wordt nadat er
gedurende langere tijd niet met de auto is
gereden, is het mogelijk dat het i-ELOOP
indicatielampje gaat knipperen. Laat de
motor stationair draaien en wacht totdat
het indicatielampje uit gaat.
OPMERKING
Er klinkt een pieptoon als er met
de auto wordt gereden terwijl het
i-ELOOP indicatielampje knippert.
Bovendien, als u het stuurwiel draait
terwijl het lampje knippert, zal dit
zwaarder voelen dan normaal. Dit
duidt echter niet op een afwijking.
Parkeer de auto met draaiende motor
op een veilige plaats en probeer
het stuurwiel niet te draaien. Nadat
het i-ELOOP indicatielampje is
opgehouden met knipperen zal de
werking van het stuur weer normaal
worden.
(Voertuigen met type C/type D
audio)
Er verschijnt een melding op de
middendisplay en het i-ELOOP
indicatielampje gaat tegelijkertijd
knipperen.
Zie Waarschuwingsberichten die
verschijnen op de display op pagina
7-52 .
Bedrijfstoestanddisplay (Voertuigen met
type C/type D audio)
De regeneratiestatus van het i-ELOOP
systeem wordt getoond op de
middendisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina
4-112 .