Page 393 of 480

WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig. Voer
alleen de service uit waarvan u de kennis
en waarvoor u de juiste apparatuur heeft.
Als u twijfelt over uw kunde om een be-
paalde werkzaamheid uit te voeren, breng
dan uw auto naar een vakkundige mon-
teur.
Bij het inspecteren van hulpaandrijfriemen zijn
kleine barsten die over het multi-oppervlak van
de riem van rib naar rib lopen normaal. Deze
zijn geen reden om de riem te vervangen.
Echter, scheuren in de lengterichting van een
rib (niet overdwars) zijn niet normaal. Een riem
met scheuren in de lengterichting van een rib
moet worden vervangen. Ook dient u de riem te
vervangen als deze overmatige slijtage, rafelige
koorden of ernstige verglazing vertoont. Omstandigheden waarbij deze moet worden
vervangen:
Losraken rib (één of meer ribben zijn losge-
raakt van de riem)
Slijtage rib of riem
Riem in lengterichting gescheurd (scheuren
tussen twee ribben)
Riem slipt
"Verspringen van groef" (aandrijfriem blijft
niet in de correcte positie op de poelie)
Aandrijfriem gebroken (opmerking: identifi-
ceer en corrigeer het probleem voordat de
nieuwe riem wordt gemonteerd)
Geluid (bezwaarlijk gejengel, gepiep of
bromgeluid te horen of voelen terwijl de
aandrijfriem in bedrijf is)
Sommige omstandigheden kunnen worden ver-
oorzaakt door een defecte component, zoals
een riempoelie. Riempoelies moeten zorgvuldig
worden gecontroleerd op beschadiging en
juiste uitlijning.
Voor riemvervanging is op sommige modellen
het gebruik van speciaal gereedschap vereist,
wij adviseren uw auto te laten onderhouden bij
een erkende dealer.
Accessoireriem (lusvormige riem)
389
Page 394 of 480

Onderhoudsvrije accuUw auto is uitgerust met een onderhoudsvrije
accu. U hoeft nooit water bij te vullen of onder-
houdswerkzaamheden te laten uitvoeren.WAARSCHUWING!
Accuvloeistof is een gevaarlijke corrosieve
vloeistof die brandwonden of zelfs blind-
heid kan veroorzaken. Zorg dat uw ogen,
huid en kleding niet in aanraking komen
accuvloeistof. Leun niet over de accu wan-
neer u de klemmen aansluit. Wanneer
accuzuur in uw ogen of op uw huid spat,
spoel dan onmiddellijk met een ruime hoe-
veelheid water. Raadpleeg de paragraaf
"Starten met startkabels" in het hoofdstuk
"Wat doen in geval van nood" voor meer
informatie hierover.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Accugas is brandbaar en explosief. Houd
open vuur of vonken daarom altijd uit de
buurt van de accu. Gebruik geen hulpaccu
of andere acculader van meer dan 12 volt.
Zorg dat de kabelklemmen elkaar niet ra-
ken.
Accupolen, accuklemmen en toebehoren
bevatten lood en loodhoudende stoffen.
Was uw handen nadat u hiermee in aan-
raking bent gekomen.LET OP!
Let er bij het aansluiten van de accukabels
op dat de pluskabel op de pluspool en de
minkabel op de minpool aangesloten wor-
den. De accupolen zijn gemarkeerd met
plus (+) en min (-) op de accubehuizing.
De kabelklemmen moeten stevig op de
aansluitpolen zitten en mogen geen corro-
sie vertonen.
(Vervolgd)
LET OP!
(Vervolgd)
Wanneer u een snellader gebruikt terwijl
de accu nog in de auto aanwezig is, koppel
dan beide accukabels in de auto los voor-
dat u de lader op de accu aansluit. Gebruik
een snellader nooit als starthulp.Onderhoud van de airconditioningVoor optimale prestaties kunt u het aircosys-
teem het best laten controleren door een er-
kende dealer aan het begin van het zomersei-
zoen. Bij deze onderhoudsbeurt moeten ook de
condensorribben worden gereinigd en moet
een werkingstest worden uitgevoerd. Laat ook
de toestand van de aandrijfriem controleren.LET OP!
Spoel het systeem van de airconditioning
niet met chemicaliën, omdat daardoor de
onderdelen van de airconditioning bescha-
digd kunnen raken. Dergelijke schade wordt
niet gedekt door de standaardgarantie.
390
Page 395 of 480

WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitend door de
fabrikant goedgekeurde compressor-
smeermiddelen en koudemiddelen. Som-
mige niet-goedgekeurde koudemiddelen
zijn brandbaar en explosief en kunnen
daardoor ernstig letsel veroorzaken. An-
dere niet-goedgekeurde koudemiddelen of
smeermiddelen kunnen het systeem be-
schadigen, wat hoge reparatiekosten met
zich meebrengt.
Het aircosysteem bevat een koudemiddel
onder hoge druk. Om letsel of schade aan
het systeem te voorkomen, moet het bij-
vullen van koelmiddel of het uitvoeren van
reparaties waarbij leidingen moeten wor-
den losgekoppeld, worden overgelaten
aan een vakbekwame en speciaal opge-
leide monteur. OPMERKING:
Gebruik uitsluitend vloeibare afdichtings-
middelen voor aircosystemen, producten
voor het stoppen van lekken, afdichtings-
conditioners, compressorolie of koudemid-
delen die goedgekeurd zijn door de fabri-
kant.
Koudemiddel opvangen en recyclen
Het airconditioningsysteem van uw auto bevat
R-134a, een koudemiddel dat de ozonlaag niet
aantast. De fabrikant raadt u aan het onderhoud
aan het airconditioningsysteem te laten uitvoe-
ren door een erkende dealer of een vakgarage
die beschikt over de uitrusting om het koude-
middel op te vangen en te laten recyclen.
OPMERKING:
Gebruik voor het A/C-systeem uitsluitend
PAG-compressorolie en koelmiddelen die
zijn goedgekeurd door de fabrikant.
Aircoluchtfilter
Raadpleeg het hoofdstuk
"Onderhouds-
schema" voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Het luchtfilter van het aircosysteem niet ver-
wijderen als de aanjager aanstaat, anders
kan persoonlijk letsel het gevolg zijn.
Het luchtfilter van het aircosysteem bevindt zich
in de luchtinlaat achter het handschoenen-
kastje. Volg de onderstaande procedure om het
filter te vervangen:
1. Open het handschoenenkastje en neem alle voorwerpen eruit.
2. Druk op de zijwanden van het handschoe- nenkastje en laat de klep zakken.
3. Klap het handschoenenkastje naar bene- den.
4. Maak de twee houders los waarmee het filterdeksel aan de ventilatiebehuizing is be-
vestigd en verwijder het deksel.
391
Page 396 of 480

5. Verwijder het luchtfilter van de airco door hetrecht uit de behuizing te trekken.
6. Installeer het luchtfilter van de airco met de pijl op het filter naar beneden wijzend. Bij het
terugplaatsen van het filterdeksel zorgen dat
het deksel goed in de houders klikt en vast
wordt gezet.
LET OP!
Het luchtfilter van de airco is voorzien van
een pijl die de richting van de luchtstroom
door het filter aangeeft. Als het filter niet op
de juiste wijze wordt geïnstalleerd, moet het
wellicht vaker worden vervangen.
7. Draai de klep van het handschoenenkastje weer op zijn plaats.Smeren van carrosseriedelenDe sloten en alle scharnierpunten aan de car-
rosserie, zoals de stoelrails, portierscharnieren
en -rollers, laadklep, achterklep, kofferdeksel,
schuifdeuren en motorkapscharnieren, moeten
voor een stille en soepele werking en bescher-
ming tegen corrosie en slijtage regelmatig wor-
den gesmeerd met een vet op lithiumbasis,
zoals MOPAR® Spray White Lube. Voordat
carrosseriedelen worden gesmeerd, moeten de
desbetreffende punten goed worden gereinigd.
Verwijder na het smeren overtollig vet of olie.
Besteed vooral aandacht aan de onderdelen
voor vergrendeling van de motorkap, om zeker
te zijn van een correcte werking. Als u werk- zaamheden onder de motorkap verricht, moet u
de motorkapvergrendeling reinigen en indien
nodig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilinders twee keer
per jaar, bij voorkeur in het voorjaar en in het
najaar. Breng een geringe hoeveelheid hoog-
waardig smeermiddel, bijvoorbeeld MOPAR®
Lock Cylinder Lubricant, in de slotcilinder aan.RuitenwisserbladenReinig de rubberdelen van de wisserbladen en
de voorruit regelmatig met een spons of zachte
doek en een mild niet-schurend reinigingsmid-
del. U verwijdert zo de resten van strooizout of
olie.
Als de ruitenwissers langdurig worden gebruikt
terwijl de ruit droog is, zullen de wisserbladen
sneller slijten. Gebruik altijd ruitensproeiervloei-
stof als u met de wissers strooizout of vuil van
een droge voorruit wilt verwijderen.
Gebruik de ruitenwissers nooit om rijp of ijs van
de voorruit te verwijderen. Zorg dat het rubber
van de wissers niet in aanraking komt met
aardolieproducten zoals motorolie, benzine,
enz.
Vervanging luchtfilter airconditioning
392
Page 397 of 480

OPMERKING:
De levensduur van ruitenwisserbladen is
afhankelijk van de geografische regio en de
mate van gebruik. Wanneer u merkt dat de
ruitenwissers klapperen of (water)sporen of
natte plekken achterlaten, dan duidt dit op
een slechte werking van de ruitenwisserbla-
den. Wanneer een van deze symptomen zich
voordoet, reinig of vervang dan de ruiten-
wisserbladen.
Blad van achterruitwisser
verwijderen/aanbrengen
1. Trek de kap op het scharnier van de achter-ruitwisser omhoog. Het ruitenwisserblad kan
nu van de achterruit worden afgenomen. OPMERKING:
De arm van de achterruitwisser kan niet
volledig van de ruit worden afgenomen als
niet eerst de kap op het scharnier is opge-
klapt.
2. Kantel de wisserarm naar boven, zodat het
ruitenwisserblad vrijkomt van de achterruit.
3. Pak de onderzijde van het ruitenwisserblad vast en draai het naar voren zodat de schar-
nierpen loskomt van de bladhouder. 4. Plaats de scharnierpen in de bladhouder
aan het uitende van de ruitenwisserarm,
druk het ruitenwisserblad stevig aan tot deze
op zijn plaats schiet.
5. Kantel het ruitenwisserblad omlaag en breng de kap op het scharnier op zijn plaats.
1 — Wisserarm
2 — Kap op scharnier
1 — Ruitenwisserblad
2 — Scharnierpen
3 — Ruitenwisserarm
4 — Bladhouder
393
Page 398 of 480

Ruitensproeiervloeistof bijvullenDeze auto is uitgerust met een bestuurdersinfor-
matiedisplay (DID). Het DID geeft aan wanneer
het peil van de ruitensproeiervloeistof laag is.
Wanneer de sensor een laag vloeistofpeil detec-
teert, gaat de voorruit branden op het grafische
overzicht van de auto en wordt het bericht
“WASHER FLUID LOW” (RUITENSPROEIER-
VLOEISTOF BIJVULLEN) weergegeven.
De sproeiers voor de voorruit en de sproeier voor
de achterruit maken gezamenlijk gebruik van het-
zelfde vloeistofreservoir. Het vloeistofreservoir
bevindt zich in het motorcompartiment. Zorg dat u
het vloeistofpeil regelmatig controleert. Vul het
reservoir uitsluitend met een ruitensproeieroplos-
sing (niet met radiateur-antivries). Breng, wan-
neer u het ruitensproeiervloeistofreservoir bijvult,
wat ruitensproeiervloeistof aan op een doek en
veeg hiermee de ruitenwisserbladen schoon.
Hierdoor wordt de wiswerking verbeterd. Om te
voorkomen dat uw ruitensproeiersysteem bij koud
weer bevriest, dient u een oplossing of mengsel te
kiezen dat geschikt is voor het klimaat in uw
omgeving. Deze informatie treft u aan op de
meeste flessen met ruitensproeiervloeistof.
WAARSCHUWING!
In de handel verkrijgbare ruitensproeiervloei-
stof is brandbaar. Deze kan ontbranden en
brandwonden veroorzaken. Wees daarom
voorzichtig als u het reservoir bijvult of in de
buurt van het reservoir werkt.UitlaatsysteemDe beste bescherming tegen koolmonoxidever-
giftiging is een goed onderhouden uitlaatsys-
teem.Wanneer u merkt dat het uitlaatgeluid is veran-
derd, uitlaatgassen in de auto ruikt of als de
onder- of achterzijde van de auto is beschadigd,
laat dan een erkende monteur het volledige uit-
laatsysteem en de naburige carrosseriedelen
controleren op breuk, schade, slijtage of verplaat-
singen. Open naden of losse verbindingen kun-
nen ertoe leiden dat uitlaatgassen binnendringen
in het interieur. Laat het uitlaatsysteem ook altijd
controleren wanneer de auto op een hefbrug
wordt gezet voor het verversen van smeervet of
olie. Laat indien nodig onderdelen vervangen.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen gezondheidsproble-
men veroorzaken of zelfs dodelijk zijn. Ze
bevatten koolmonoxide (CO), een kleur-
en geurloos gas. Het inademen ervan kan
bewusteloosheid en vergiftiging veroorza-
ken. Om inademen van koolmonoxide
(CO) te voorkomen raadpleegt u
"Veiligheidstips/uitlaatgas" in"Zaken die u
moet weten voordat u de motor start" voor
meer informatie.
Een heet uitlaatsysteem kan brand veroor-
zaken wanneer u boven brandbaar mate-
riaal parkeert. Denk bijvoorbeeld aan
droog gras of bladeren die in aanraking
komen met de hete uitlaat. Parkeer
daarom nooit op een ondergrond waar uw
uitlaat in aanraking kan komen met brand-
baar materiaal.
394
Page 399 of 480

LET OP!
Vanwege de katalysator mag uitsluitend
loodvrije benzine worden getankt. Door
gelode benzine verliest de katalysator zijn
regelende werking voor de uitlaatgassen
en kunnen de motorprestaties aanzienlijk
afnemen met ernstige motorschade tot ge-
volg.
De katalysator kan worden beschadigd als
u de auto niet in goede conditie houdt. Bij
een motorstoring, vooral bij het overslaan
van de motor of duidelijke vermogensver-
liezen, moet u de auto meteen laten repa-
reren. Als u doorrijdt met een ernstige
storing kan de katalysator oververhit raken
waardoor deze en de auto beschadigd
raken.
Onder normale bedrijfsomstandigheden heeft
de katalysator geen onderhoud nodig. Het is
echter van belang dat de dealer de motorafstel-
lingen regelmatig optimaliseert om zo schade
aan de katalysator te voorkomen. OPMERKING:
Opzettelijk knoeien aan het uitlaatgasregel-
systeem is strafbaar en kan leiden tot straf-
rechtelijke vervolging.
In uitzonderlijke situaties (bij zeer ernstige mo-
torschade) kan een doordringende geur duiden
op een ernstige en abnormale oververhitting
van de katalysator. Als dit zich voordoet, breng
dan de auto tot stilstand, zet de motor af en laat
hem afkoelen. Laat onmiddellijk daarna onder-
houdswerkzaamheden uitvoeren, met inbegrip
van het afstellen van de motor volgens specifi-
caties van de fabrikant.
Houd rekening met het volgende om mogelijke
schade aan de katalysator tot een minimum te
beperken:
U mag nooit de motor uitzetten of het contact
uitschakelen tijdens het rijden en wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is gescha-
keld.
Probeer de auto niet te starten door deze te
duwen of te slepen.
Laat de motor niet stationair draaien als een
of meerdere bougies zijn losgekoppeld of
verwijderd, bijvoorbeeld tijdens diag-
nosetests, of gedurende langere perioden
waarbij de motor zeer onregelmatig stationair
draait of sprake is van afwijkende
bedrijfsomstandigheden.
KoelsysteemWAARSCHUWING!
Hete koelvloeistof (antivries) en stoom uit de
radiateur kunnen ernstige brandwonden ver-
oorzaken. Als u stoom van onder de motor-
kap hoort of ziet komen, mag u de motorkap
pas openen nadat de radiateur voldoende is
afgekoeld. Open nooit de vuldop van het
koelsysteem als de radiateur of het koel-
vloeistofreservoir heet is.
395
Page 400 of 480

Motorkoelvloeistofcontroles
Controleer de koelvloeistof (antivries) elk jaar
(bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als de
koelvloeistof (antivries) vuil is, moet het sys-
teem worden afgetapt en doorgespoeld en
daarna met verse OAT-koelvloeistof (conform
MS-12106) door een erkende dealer worden
gevuld. Controleer of de voorzijde van de airco-
condensor vrij is van insectenresten, bladeren,
enz. Spuit de voorzijde van de condensor indien
nodig voorzichtig verticaal vanaf de bovenkant
schoon met een tuinslang.
Controleer de slangen van het motorkoelsys-
teem op broos rubber, barsten, scheuren, insnij-
dingen en vloeistofdichte aansluiting aan
koelvloeistofreservoir- en radiateurzijde. Con-
troleer het hele systeem op lekkage.Controleer, wanneer de motor op bedrijfstempe-
ratuur is (maar niet draait), of de vuldop van het
koelsysteem luchtdicht afsluit door een kleine
hoeveelheid koelvloeistof (antivries) via de aftap-
opening van de radiateur te laten uitstromen. Als
de dop goed afsluit, begint de koelvloeistof (anti-
vries) uit het koelvloeistofreservoir te stromen.
VERWIJDER DE RADIATEURDOP NIET ALS
HET KOELSYSTEEM HEET IS.
Koelsysteem — aftappen, spoelen en
bijvullen
OPMERKING:
Bij sommige voertuigen is speciaal gereed-
schap vereist om koelvloeistof correct bij te
vullen. Als deze deze systemen niet op de
juiste wijze worden bijgevuld, kan ernstige
interne schade aan de motor ontstaan. Als
het systeem moet worden bijgevuld met
koelvloeistof, neem dan contact op met uw
erkende dealer.
Als de koelvloeistof (antivries) vuil is zichtbaar
bezinksel bevat, laat het koelsysteem dan rei-
nigen en spoelen en bijvullen met OAT-
koelvloeistof (antivries) (conform MS-12106)
door een erkende dealer.
Raadpleeg het hoofdstuk"Onderhouds-
schema" voor de juiste onderhoudsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen" in"Onder-
houd van uw auto" voor meer informatie hier-
over.
LET OP!
Het mengen van koelvloeistof (antivries)
met andere dan de gespecificeerde OAT-
koelvloeistof/-antivries (Organic Additive
Technology) kan beschadiging van de mo-
tor veroorzaken en de bescherming tegen
roest verminderen. OAT-
motorkoelvloeistof (Organic Additive Tech-
nology) is anders dan HOAT-koelvloeistof
(antivries) (Hybrid Organic Additive Tech-
nology) of andere "universele"koelvloei-
stof (antivries) en de mag hier niet mee
worden vermengd. Als u in een noodsitu-
atie een andere koelvloeistof (antivries)
aan het koelsysteem hebt toegevoegd dan
wordt voorgeschreven, moet het koelsys-
teem zo snel mogelijk worden afgetapt,
doorgespoeld en bijgevuld met nieuwe
OAT-koelvloeistof (conform MS-12106)
door een erkende dealer.
(Vervolgd)
396