Page 161 of 296

159
Berlingo-2-VP_nl_Chap07_Verification_ed01-2016
Controles
CONTROLESk
oolstoffilter en interieurfilterRoetfilter (diesel)
onderhoudswerkzaamheden aan het
roetfiler moeten worden uitgevoerd
door het CI
troËn-netwerk.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties van de auto en heeft geen
gevolgen voor het milie
u.
Accu
Laat uw accu voor de zomer of de
winter door het CItroËn-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
controleren.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk
van de rijstijl, vooral bij stadsverkeer en veel
korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk
blijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remvloeistofniveau te laag is, kan dit
behalve door lekkage van het remsysteem
ook veroorzaakt worden door slijtage van de
remblokken.
Slijtage remschijven/-trommels
raadpleeg het CItroËn-netwerk voor
meer informatie over de controle van
uw remschijven/-trommels.
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft
of als het systeem minder goed werkt,
moet de handrem zelfs tussen twee
onderhoudscontroles worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door
het CI
troËn-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Oliefilter
Vervang het oliefilterelement periodiek,
volgens het onderhoudsschema van
de fabrikant.
Via een luikje kunnen de filters worden
vervangen.
Het koolstoffilter zorgt ervoor dat
stofdeeltjes permanent en krachtig
gefilterd worden.
Een verstopt interieurfilter vermindert
de prestaties van de airconditioning
en kan nare geuren in het interieur
veroorzaken.
Wij adviseren u een gecombineerd
interieurfilter de gebruiken. Danzij het
specifieke tweede actieve filter, draagt
het bij aan de zuivering van de door de
inzittenden ingeademde lucht en aan
een schoon interieur (vermindering van
allergische reacties, onaangename
geuren en vette aanslag).
raadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor informatie
over het vervangingsinterval van de
filterelementen. Als de omgeving (veel stof) en de
gebruiksomstandigheden van de auto
(veel stadsverkeer) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo
vaak worden vervangen.
onDerHouD
7
Page 162 of 296

160
Berlingo-2-VP_nl_Chap07_Verification_ed01-2016
Controles
Gebruiksvoorschrift
Aftappen van water in het
brandstoffilter
Handgeschakelde versnellingsbak
Laat het niveau controleren volgens het
onderhoudsschema van de constructeur.
Vanwege de kans op beschadiging
van het elektrisch systeem is het
raadzaam geen gebruik te maken
van een hogedrukreiniger voor het
reinigen van de motorruimte.
na het wassen kan er zich een laagje
vocht, of in de winter ijs, vormen op
de remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen.
rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Als dit lampje gaat branden, moet
het brandstoffilter worden afgetapt.
om te voorkomen dat het lampje
gaat branden, kan het filter ook op
regelmatige basis worden afgetapt,
bijvoorbeeld bij een onderhoudsbeurt.
De HDi-motoren zijn technologisch
geavanceerde motoren. Laat
werkzaamheden aan deze motoren
altijd uitvoeren door gekwalificeerde
technici van het CI
troËn-netwerk.
V
olgens land van bestemming.
Draai de aftapplug van het filter los.
Ga door met aftappen tot al het water uit het
filter is weggelopen via de transparante slang.
Draai vervolgens de aftapplug weer vast.
Gebruik uitsluitend door CItroËn
aanbevolen producten of
gelijkwaardige kwaliteitsproducten.
om de werking van belangrijke
organen zoals het remsysteem te
optimaliseren, worden door CI
troËn
specifieke producten geselecteerd en
aangeboden.
Page 163 of 296

161
Berlingo-2-VP_nl_Chap07_Verification_ed01-2016
BRANDSTOF TANkEN
Te laag brandstofniveau
Tanken
Het tanken dient met afgezette motor
te geschieden.
-
o
pen de brandstofvulklep.
-
steek de sleutel in het slot en draai
de sleutel een kwart omwenteling om.
- trek de tankdop uit de vulopening
en bevestig deze aan de haak aan
de binnenzijde van de vulklep.
een mechanisch systeem
voorkomt dat tijdens het tanken
de linker schuifdeur geopend
kan worden. Let erop dat niemand de
schuifdeur probeert te openen als de
brandstofvulklep geopend is.
na het sluiten van de brandstofvulklep
kan de schuifdeur geblokkeerd worden.
Druk dan tegen de schuifdeur om deze
te sluiten en vervolgens te openen.
Als het minimumbrandstofniveau
is bereikt, gaat dit lampje
branden.
op een sticker aan de binnenzijde van
het tankklepje staat de voorgeschreven
soort brandstof aangegeven.
er moet minstens 5 liter bijgevuld
worden voordat de meter de nieuwe
hoeveelheid brandstof in de tank
correct aangeeft.
Bij het verwijderen van de tankdop kan
er enige zuiging ontstaan. Dit vacuüm
is normaal en komt door de afdichting
van het brandstofcircuit.
Laat het vulpistool bij het aftanken
van de auto nooit meer dan 3
keer
automatisch uitspringen. Indien dit wel
gebeurt, kunnen er storingen optreden.
De inhoud van de brandstoftank
bedraagt ca. 60
liter
.
-
Vergrendel na het tanken de vuldop
en sluit de vulklep.
Brandstof voor benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen
rijden op biobrandstoffen van het type
e10 (deze bevatten 10% ethanol) die
voldoen aan de europese richtlijn
en
en 228 en en 15376.
Brandstof
fen van het type
e85 (deze
bevatten tot 85% ethanol) zijn
uitsluitend geschikt voor auto's die
speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit
van de ethanol moet voldoen aan de
europese richtlijn
en 15293.
er bevindt zich nog
ongeveer 8
liter
in
de tank.
tank bij de eerstvolgende gelegenheid
om een lege brandstoftank te voorkomen.
rijd de tank nooit helemaal leeg, dit
zou tot storingen in de emisseregeling
en/of het inspuitsysteem kunnen
leiden.
onDerHouD
7
Brandstof
Page 164 of 296

DIESEL
162
Berlingo-2-VP_nl_Chap07_Verification_ed01-2016
BRANDSTOFTOEVOER
UITGESCHAkELD
Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer automatisch door de
brandstofafsluiter onderbroken.Als dit verklikkerlampje gaat
knipperen, verschijnt een
melding op het display.
Controleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstoflekkage is en herstel de
brandstoftoevoer als volgt:
-
zet het contact af (stand st
o
P),
-
neem de sleutel uit het contactslot,
-
plaats de sleutel in het contactslot,
-
zet het contact aan en start de
motor.
HANDOPVOERPOMP DIESELBrandstof voor dieselmotoren
De dieselmotoren zijn geschikt voor
biobrandstoffen die aan de huidige
en toekomstige
europese richtlijn
en
voldoen en die aan de pomp getankt
kunnen worden:
-
Diesel die voldoet aan de richtlijn en590 gemengd met biobrandstof
die voldoet aan de richtlijn
en14214,
- Diesel die voldoet aan de richtlijn en16734 gemengd met biobrandstof
die voldoet aan de richtlijn
en14214 (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0
tot 10%),
- Paraffinehoudende diesel die voldoet
aan de richtlijn en15940 gemengd
met biobrandstof die voldoet aan de
richtlijn
en14214 (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0
tot 7%).
De brandstof B20 of B30 die voldoet
aan de richtlijn en16709 is ook
geschikt voor de dieselmotor van
uw auto. Maar als deze brandstof,
ook al is het slechts incidenteel,
wordt gebruikt, moeten de bijzondere
onderhoudsvoorschriften (voor "Zware
rijomstandigheden") strikt worden
nageleefd.
raadpleeg voor meer
informatie het CItroËn-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een lege brandstoftank is het
noodzakelijk het brandstofsysteem te ontluchten.
Overige HDi-motoren
- Vul de brandstoftank met minimaal
vijf liter diesel.
-
Bedien de handopvoerpomp
voor de ontluchting (onder de
beschermkap in de motorruimte).
-
Bedien de startmotor tot de motor
aanslaat.
BlueHDi-motor
- Vul de brandstoftank met minimaal
vijf liter diesel.
-
Zet het contact aan (zonder de
motor te starten).
-
Wacht ongeveer 6 seconden en zet
het contact af.
-
Herhaal de handelingen 10 keer
.
-
Bedien de startmotor om de motor
te starten.
Het gebruik van elk ander type (bio)
brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie
...) is nadrukkelijk verboden (kans
op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
Alleen het gebruik van dieseladditieven
die voldoen aan de norm B715000
is
toegestaan.
Brandstof
Page 165 of 296

163
Berlingo-2-VP_nl_Chap07_Verification_ed01-2016
AdBlue®
BLUEHDI
EN
ADBLUE®
Technologie SCR
AdBlue® is de merknaam van een
oplossing die noodzakelijk is voor de
goede werking van het
sCr-systeem.
De BlueHDi-technologie verlaagt
de uitstoot van NOx (stikstofoxide)
met wel 90% dankzij een systeem
dat de NOx omzet in waterdamp en
stikstof met behulp van een specifieke
sCr-katalysator (selective Catalytic reduction).
Hiermee voldoet de auto aan de
euro
6-emissienormen van de europese unie. Deze normen zijn bedoeld om
de uitstoot van schadelijke stof
fen door
verbrandingsmotoren te beperken.
De
sCr-technologie van de BlueHDi-
dieselmotoren maakt gebruik van
de inspuiting van
AdBlue
® in het
uitlaatsysteem. Auto's met een BlueHDi-motor zijn
voorzien van een specifiek reservoir
voor de AdBlue® met een inhoud van
17 liter
.
De vulpijp van het reservoir bevindt
zich links van de brandstofvuldop.
Deze pijp wordt afgesloten met een
blauwe dop.
Het AdBlue®-reservoir kan worden
bijgevuld met bidons van 5 of 10 liter
of flacons van 1,89
l. Ook kunt u het
reservoir bijvullen bij tankstations
met een speciale AdBlue
®-pomp voor
personenauto's en lichte bedrijfswagens.
u kunt het reservoir natuurlijk ook
laten bijvullen door het CItroËn-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Let op: sommige tankstations
beschikken over pompen met hoge
opbrengst voor vrachtwagens en
bussen. Deze pompen zijn niet
geschikt voor personenauto's en lichte
bedrijfswagens.
Gebruik deze pompen daarom niet.
onDerHouD
7
Page 166 of 296

164
Berlingo-2-VP_nl_Chap07_Verification_ed01-2016
AdBlue®
Gebruikadviezen
Als er voldoende AdBlue®-vloeistof
in het reservoir aanwezig is, wordt er
geen informatie weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Als echter een resterende actieradius
van 2400
km (1500 mijl) wordt bereikt,
wordt u op verschille
nde manieren
gewaarschuwd (verklikkerlampje,
melding, geluidssignaal). Deze
waarschuwingen worden steeds vaker
herhaald, naar gelang de actieradius
afneemt, tot ze permanent worden
weergegeven.
naar gelang het aantal afgelegde
kilometers, neemt de hoeveelheid
vloeistof af en worden de
waarschuwingen steeds vaker
herhaald tot ze permanent worden
weergegeven.
Als
het AdBlue
®-reservoir leeg is, kan
de motor niet meer worden gestart.
Wacht niet tot de waarschuwingen
steeds vaker worden herhaald, maar
vul het AdBlue
®-reservoir zo snel
mogelijk bij.
Vullen van het AdBlue
®-reservoir
Bij het CI
troËn-netwerk zijn bidons
van 5 of 10 liter en flacons van
1,89 liter (1/2 gallon) verkrijgbaar
voor het bijvullen van reservoirs
van personenauto's en lichte
bedrijfswagens. In de toekomst zal
het netwerk beschikken over
AdBlue
®-
pompen.
Als u zelf het AdBlue
®-reservoir wilt
bijvullen, zorg er dan voor dat u over
de juiste vulslang beschikt (al dan niet
meegeleverd met de bidon).
Page 167 of 296

165
Berlingo-2-VP_nl_Chap07_Verification_ed01-2016
AdBlue®
Actieradiusindicatoren
Regels en weergave van de
waarschuwingenZie voor meer informatie over de
weergegeven informatie en de
verklikkerlampjes het gedeelte
"Cockpit" van rubriek 3.
Actieradius groter dan 2400 km (1500 mijl)
er wordt niets weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Zodra de grenswaarde van 2400
km
is bereikt, gaat het verklikkerlampje
ureA
branden en wordt tijdelijk de
actieradius weergegeven.
na elke 300 km (200 mijl) wordt
de waarschuwing herhaald, tot de
volgende grenswaarde wordt bereikt.
elke keer dat het contact wordt
aangezet, wordt de waarschuwing
weergegeven en klinkt een
geluidssignaal. Actieradius tussen 2400
km
(1500 mijl) en 600 km (350 mijl)
Actieradius
Met touchscreen:
Bij een actieradius van meer dan
5000
km (3100 mijl)
wordt geen getal
weergegeven. Druk op deze knop om de
actieradius tijdelijk weer te
geven.
-
selecteer het menu
"rijhulpsysteem",
-
selecteer "Diagnose",
-
selecteer CHeCk.
Afhankelijk van de resterende
actieradius worden verschille
nde
waarschuwingsniveaus geactiveerd.
elke keer dat een nieuwe grenswaarde van
de actieradius wordt bereikt, wordt u opnieuw
gewaarschuwd. Deze waarschuwingen
worden steeds vaker herhaald tot ze
permanent worden weergegeven.
- De eerste grenswaarde wordt
bereikt bij een resterende
actieradius van 2400
km (1500 mijl).
-
De tweede wordt bereikt bij een resterende
actieradius van 600 km (350 mijl).
- Bij een resterende actieradius van
0 km kan de motor na het afzetten
niet meer worden gestart.
onDerHouD
7
Page 168 of 296

166
Berlingo-2-VP_nl_Chap07_Verification_ed01-2016
AdBlue®
Zodra de grenswaarde van 600 km is
bereikt, knippert het verklikkerlampje
ureA, brandt het verklikkerlampje service
en wordt de actieradius weergegeven.
De waarschuwing wordt elke
30 seconden herhaald, waarbij de
resterende actieradius elke 50 km
(30 mijl) wordt bijgewerkt.
elke keer dat het contact wordt aangezet,
wordt de waarschuwing weergegeven en
klinkt een geluidssignaal.
Bij 0 km blokkeert een wettelijk
verplicht systeem het starten van de
motor. Het niveau 0
van de vloeistof is bereikt.
De uitstoot van schadelijke stof
fen van
uw auto voldoet niet meer aan de
euro
6-normen. De motor kan niet worden
gestart.
V
ul minimaal 4
liter
AdBlue
® bij om de
motor te kunnen starten.
-
Leeg de bidon of de flacons in het
reservoir (via de vulpijp met de
blauwe dop).
-
Zet het contact aan zonder de
motor te starten.
-
Wacht 10 seconden alvorens de
motor te starten.
Actieradius tussen 600
km
(350 mijl) en 0 km Starten geblokkeerd, storing
vanwege een te laag
AdBlue
®
-niveau in het reservoir
Laat de actieradius niet dalen
tot 0
km!
tijdens het rijden wordt de
waarschuwing herhaald tot er
voldoende AdBlue
® is bijgevuld.
Als er geen vloeistof wordt bijgevuld
in het specifieke reservoir, bestaat
het risico dat de motor niet meer kan
worden gestart. Vul het reservoir, met een inhoud
van 17 liter
, vervolgens volledig
bij.
Storing in het SCR-systeem
De verklikkerlampjes ureA, service
en Zelfdiagnose motor gaan branden.
elke keer dat het contact wordt
aangezet, klinkt een geluidssignaal en
wordt een melding weergegeven om
aan te geven dat er sprake is van een
storing in het emissieregelsysteem.
Als het een tijdelijke storing betreft,
verdwijnt de waarschuwing zodra de
uitstoot van schadelijke stof
fen weer
aan de normen voldoet. Detectie
Als echter 50
km (30 mijl)
zijn afgelegd met permanent
brandende verklikkerlampjes,
wordt de storing bevestigd.
Als na deze bevestiging meer dan
1
100
km (700 mijl) zijn afgelegd, wordt
automatisch de startblokkering van de
motor geactiveerd.
neem zo snel mogelijk contact op
met het CItroËn-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
of neem contact op met het
CItroËn-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.