Page 129 of 296

127
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Voorschriften voor kinderen:
-
maak voor kinderen tot 12 jaar of
kleiner dan 1,50 m gebruik van een
geschikt kinderzitje.
-
laat nooit een kind op schoot
zitten tijdens het rijden. De
veiligheidsgordel mag door niet
meer dan één persoon gedragen
worden.
raadpleeg voor meer informatie
over kinderzitjes in rubriek 5 het
gedeelte "kinderen in de auto".
reinig de veilig
heidsgordels met
zeepsop of een reinigingsmiddel
voor textiel, verkrijgbaar bij het
CI
troËn-netwerk.
om aan de wettelijke
veilig
heidsvoorschriften te
blijven voldoen is het raadzaam
werkzaamheden en controles aan de
veiligheidsgordels door het CI
troËn-
netwerk te laten uitvoeren.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto
regelmatig (ook na een kleine aanrijding)
controleren door het CI
troËn-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats: de gordels
mogen geen slijtagesporen en scheuren
vertonen en er mogen geen wijzigingen
aan de gordels zijn aangebracht.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting
die in werking treedt bij een aanrijding,
een noodstop of het over de kop slaan
van de auto.
De veiligheidsgordels met
pyrotechnische gordelspanners werken
alleen als het contact aan staat.
u kunt de gordel losmaken door de
rode knop op de gesphouder in te
drukken. Geleid de gordel tijdens het
oprollen.
Als
de gordelspanners zijn geactiveerd,
gaat het verklikkerlampje airbag
branden.
raadpleeg het CItroËn-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
V
oor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
-
mag deze door niet meer dan één
persoon worden gedragen,
-
moet worden voorkomen dat de
gordel gedraaid raakt en moet de
gordel in een vloeiende beweging
naar voren worden getrokken,
-
dient deze strak om het lichaam te
worden gedragen.
De schoudergordel moet langs het
holle gedeelte van de schouder
worden geplaatst.
De heupgordel moet zo laag mogelijk
op het bekken worden geplaatst.
Draai de gespen van de
veiligheidsgordels niet om; de gordels
zijn dan niet voldoende effectief.
Als de zitplaatsen zijn voorzien van
armsteunen, moet de heupgordel altijd
onder de armsteun door worden geleid.
Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door even aan de riem te
trekken.Autogordels zitplaatsen vóór
De autogordels vóór zijn voorzien van
pyrotechnische gordelspanners en
gordelkrachtbegrenzers.
Autogordels zitplaatsen achter
(5 zitplaatsen)
De zitplaatsen achter zijn voorzien van
driepuntsgordels met oprolautomaten.
VeILIGHeID
5
Veiligheidsgordels
Page 130 of 296

128
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
128
Autogordels zitplaatsen achter
(7 zitplaatsen)
Tweede zitrij
De drie zitplaatsen zijn uitgerust met
driepuntsgordels en oprolautomaten.
Let er bij het neerklappen van de
buitenste stoelen of het neerklappen
van de rugleuningen in de tafelstand
op dat de autogordel van de middelste
zitplaats niet knel komt te zitten.
Let er bij het verstellen van de
buitenste stoelen (verwijderen/
terugplaatsen) of bij het instappen
naar de derde zitrij op dat er niets blijft
haken aan de middelste autogordel.
Let erop dat de middelste autogordel
op de juiste wijze is opgerold in de
gordelhouder in het dak.Derde zitrij
De twee zitplaatsen zijn uitgerust met
driepuntsgordels en oprolautomaten.
Bevestig de gordels niet aan de
sjorogen, zoals met een rood kruis is
aangegeven op de sticker.
Let erop dat de autogordels op de
juiste wijze worden vastgemaakt aan
de hiervoor bestemde ogen.
De autogordels van de derde zitrij
kunnen worden opgeborgen als ze
niet in gebruik zijn. Hierdoor is de
bagageruimte beter toegankelijk en
is het bagagescherm eenvoudiger te
plaatsen.
Haak de musketonhaak vast op
de hiervoor bestemde plaats in de
bekleding van de achterstijl.
Veiligheidsgordels
Page 131 of 296

129
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
129
AIRBAGS
Algemene informatie
De airbags zijn speciaal ontworpen voor een
betere veiligheid van de inzittenden bij ernstige
aanrijdingen: ze vormen een aanvulling op
de werking van de veiligheidsgordels met
gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
in dat geval de frontale en zijdelingse
aanrijdingen waaraan de registratiezones
voor een aanrijding worden blootgesteld:
- bij een ernstige aanrijding worden de
airbags onmiddellijk opgeblazen en
zorgen voor een betere bescherming
van de inzittenden van de auto.
Direct na de aanrijding ontsnapt het
gas zodat noch het zicht, noch het
eventueel verlaten van de auto door
de inzittenden wordt belemmerd,
- bij een minder ernstige aanrijding
of een aanrijding van achteren,
en in bepaalde gevallen waarin
de auto over de kop slaat, treden
de airbags niet in werking. De
veiligheidsgordels zorgen in deze
situaties voor uw bescherming.
De kracht van de aanrijding is
afhankelijk van het soort obstakel
en de snelheid van de auto op dat
moment.
VeILIGHeID
5
Airbags
Page 132 of 296

130
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
130
Veiligheidsvoorschriften
Maak er een gewoonte van om
normaal rechtop in de voorstoelen te
zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Bevestig geen
voorwerpen vlak bij of op de plaats
waar de airbags naar buiten komen.
Deze kunnen als de airbags worden
geactiveerd ernstige verwondingen
veroorzaken.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke
ontwerp van uw auto, vooral niet in de
directe omgeving van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal
van uw auto de airbagsystemen
controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het CI
troËn-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande
voorschriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de
borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de warme
gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen. Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet
op het dashboard laten rusten.
rook niet in de auto.
Als de airbag
wordt opgeblazen, kunnen brandende
sigaretten of een pijp brandwonden of
ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak
geen gaten in de stuurwielbekleding en
sla er niet op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers
op het stuurwiel of op het dashboard.
Deze kunnen bij het afgaan van de
airbags letsel veroorzaken.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met
daarvoor goedgekeurde stoelhoezen,
die in combinatie met actieve zijairbags
gebruikt kunnen worden. Voor
informatie over de stoelhoezen die
geschikt zijn voor uw auto kunt u zich
wenden tot het CI
troËn-netwerk.
Zie het gedeelte "
overige accessoires"
van rubriek 6 voor meer informatie
over de accessoires.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning
van de stoelen (kleding...): dit zou bij
het afgaan van de airbags kunnen
leiden tot verwondingen aan armen of
borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
De airbags werken alleen als
het contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding
plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een
volgend ongeval), werken de airbags
niet meer
.
Het activeren van de airbags gaat
gepaard met wat rook en een knal,
als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor gevoelige personen irriterend zijn.
De knal die bij de ontsteking wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Wanneer een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de passagiersstoel
is geplaatst, moet de frontairbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Zie in rubriek 5 het gedeelte
"kinderen in de auto".
Airbags
Page 133 of 296

131
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
131
Window-airbags
De window-airbags beschermen de
bestuurder en passagiers (uitgezonderd
de middelste zitplaats van zitrij 2) bij
een ernstige zijdelingse aanrijding, om
de kans op hoofdletsel te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en het bovenste gedeelte van
het interieur.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zij-airbag aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige
zijdelingse aanrijding binnen (een
gedeelte van) de impactzone opzij (B),
loodrecht op de lengteas van de auto
en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto, die zich op een
horizontale ondergrond moet bevinden.
De window-airbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór of achter in
de auto en de ruiten.
Zij-airbags
De zij-airbags beschermen de
bestuurder en voorpassagier bij een
ernstige zijdelingse aanrijding, om de
kans op borstletsel te verkleinen.
De zij-airbags zijn aan de zijde van de
portieren in de rugleuningen van de
voorstoelen aangebracht.
Activering
De zij-airbags worden aan de
desbetreffende zijde opgeblazen bij
een ernstige zijdelingse aanrijding
binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B), loodrecht op
de lengteas van de auto en vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto, die zich op een horizontale
ondergrond moet bevinden.
De zij-airbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het
desbetreffende portierpaneel. Registratiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór
B.
Impactzone opzij Storing
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
gaat branden in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding op het display,
raadpleeg dan het CI
troËn-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
om het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij
een ernstige aanrijding niet worden
geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding
of bij over de kop slaan, kan
het zijn dat de airbag niet wordt
geactiveerd.
VeILIGHeID
5
Airbags
Page 134 of 296

132
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
132
Frontairbags
Activering
Beide airbags worden geactiveerd,
behalve als de frontairbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld, bij
een ernstige frontale aanrijding binnen
de impactzone A, in de lengterichting
van de auto en vanaf de voorzijde
richting de achterzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond
moet bevinden.
De frontairbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het
dashboard om te voorkomen dat de
inzittende naar voren wordt geworpen.
Uitschakelen frontairbag aan passagierszijde
Alleen de frontairbag aan passagierszijde
kan worden uitgeschakeld:
- Zet het contact af, steek de
sleutel in de schakelaar voor
uitschakelen van de frontairbag aan
passagierszijde.
-
Draai deze in de stand "OFF"
.
-
Verwijder vervolgens de sleutel
zonder de stand van de sleutel te
veranderen.
Het verklikkerlampje van de
frontairbag aan passagierszijde
op het instrumentenpaneel brandt
zolang de airbag is uitgeschakeld.
Als de twee verklikkerlampjes airbag
permanent branden, plaats dan geen
kinderzitje met de rug in de rijrichting.
neem contact op met het CItroËn-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing frontairbag
schakel voor de veilig
heid van
uw kind de frontairbag aan
passagierszijde altijd uit als u een
kinderzitje met de rug in de rijrichting
op de voorstoel plaatst. Anders kan
een kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken. Inschakelen
In de stand "OFF" werkt de frontairbag
aan passagierszijde bij een eventuele
aanrijding niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd,
zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de frontairbag aan passagierszijde
opnieuw in te schakelen en zo
de veiligheid van uw passagier te
garanderen.
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
op het display, laat dan het
systeem controleren door het
CI
troËn-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Deze zijn voor de bestuurder in
het midden van het stuurwiel en
voor de passagier in het dashboard
aangebracht.
Airbags
Page 135 of 296

133
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
133
VERVOER VAN kINDEREN
AlgemeenCITROËN beveelt u aan kinderen
op de achterzitplaatsen van uw
auto te vervoeren:
-
met de rug in de rijrichting tot
3 jaar
,
-
met het gezicht in de rijrichting
vanaf 3 jaar
.
Hoewel CI
troËn bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed
aan veilig
heidsvoorzieningen voor uw
kinderen, is hun veiligheid natuurlijk
ook afhankelijk van uzelf.
*
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen zijn per land
verschillend.
raadpleeg de in uw
land geldende regels.
V
olg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
-
conform de europese wetgeving
dienen
kinderen jonger
dan 12
jaar of kleiner dan
1,50 m in gehomologeerde,
aan het lichaamsgewicht
aangepaste kinderzitjes
op met
veiligheidsgordels of I
soFIX-
bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd*,
-
de veiligste plaats voor het
vervoeren van een kind is
volgens de statistieken een
plaats op de achterbank van uw
auto,
-
kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in
de rijrichting worden vervoerd.
VeILIGHeID
5
kinderen aan boord
Page 136 of 296

134
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
134
kINDERZITJE OP DE PASSAGIERSSTOEL VóóR
raadpleeg de wetgeving in uw
land alvorens u een kinderzitje op
deze zitplaats bevestigt.
"Met de rug in de rijrichting" "Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting op
de passagiersstoel vóór is
bevestigd, moet de frontairbag aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
stel de stoel van de auto als volgt af:
-
schuif de stoel in de achterste stand
met de rugleuning rechtop, voor een
kinderzitje zonder stoelverhoger,
-
schuif de stoel in de achterste stand
en zet hem in de hoogste stand met
de rugleuning rechtop, voor een
kinderzitje met stoelverhoger. Let erop dat de veiligheidsgordel
goed aansgespannen is.
Zorg er bij kinderzitjes met een steun
voor dat de steun goed contact
maakt met de vloer. Verstel de
passagiersstoel als dit niet het geval is. Passagiersstoel in de hoogste stand
en zo ver mogelijk naar achteren.
Wanneer een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de passagiersstoel
vóór is bevestigd, moet de frontairbag
aan passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Zo niet, dan kan het kind bij het
afgaan van de airbag ernstig of zelfs
levensgevaarlijk gewond raken.
stel de stoel van de auto als volgt af:
-
schuif de stoel in de achterste
stand met de rugleuning rechtop,
voor een kinderzitje zonder
stoelverhoger,
-
schuif de stoel in de achterste
stand en zet hem in de hoogste
stand met de rugleuning
rechtop, voor een kinderzitje met
stoelverhoger.
kinderen aan boord